BRIEF AAN DE CHRISTENEN VAN ROME 4 - Rom 4 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,18-25 -
Deze websitepagina is een onderdeel van de website van Arseen De Kesel http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.html

Overzicht van de brief aan de christenen van Rome: Rom 1 , Rom 2 , Rom 3 , Rom 4 , Rom 5 , Rom 6 , Rom 7 , Rom 8 , Rom 9 , Rom 10 , Rom 11 , Rom 12 , Rom 13 , Rom 14 , Rom 15 , Rom 16 ,
Uitleg per pericope:
Uitleg vers per vers : - Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -



Rom 4,1-25: Abraham als de vader van alle gelovigen.

Rom 4,1-25. Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -

Rom 4,1 - Rom 4,1: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1ti oun eroumen eurèkenai abraam ton propatora èmôn kata sarka;   1 quid ergo dicemus invenisse Abraham patrem nostrum secundum carnem    1 Wat zullen wij dan zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar het vlees?  [1] Wat moeten wij bijvoorbeeld denken van Abraham, onze stamvader*? Wat heeft hij ondervonden?   [1] Wat moeten wij nu zeggen over onze stamvader Abraham?    1. Que dirons-nous donc d'Abraham, notre ancêtre selon la chair ?  

King James Bible. [1] What shall we say then that Abraham our father, as pertaining to the flesh, hath found?
Luther-Bibel. 1 Was sagen wir denn von Abraham, unserm leiblichen Stammvater? Was hat er erlangt?

Tekstuitleg van Rom 4,1.

Rom 4,2 - Rom 4,2: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2ei gar abraam ex ergôn edikaiôthè, echei kauchèma: all ou pros theon.   2 si enim Abraham ex operibus iustificatus est habet gloriam sed non apud Deum    2 Want indien Abraham uit de werken gerechtvaardigd is, zo heeft hij roem, maar niet bij God.  [2] Als hij op grond van zijn daden gerechtvaardigd is, heeft hij reden zich te beroemen; maar voor God heeft hij die niet!   [2] Indien hij als een rechtvaardige zou zijn aangenomen op grond van zijn daden, dan had hij zich daarop kunnen laten voorstaan. Maar niet tegenover God,     2. Abraham tint sa justice des œuvres, il a de quoi se glorifier. Mais non au regard de Dieu !  

King James Bible. [2] For if Abraham were justified by works, he hath whereof to glory; but not before God.
Luther-Bibel. 2 Das sagen wir: Ist Abraham durch Werke gerecht, so kann er sich wohl rühmen, aber nicht vor Gott.

Tekstuitleg van Rom 4,2.

Rom 4,3 - Rom 4,3: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3ti gar è grafè legei; episteusen de abraam tô theô, kai elogisthè autô eis dikaiosunèn.  3 quid enim scriptura dicit credidit Abraham Deo et reputatum est illi ad iustitiam     3 Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid.  [3] Immers, wat zegt de Schrift? Abraham heeft God geloofd en dat is hem aangerekend* als gerechtigheid.   [3] want wat zegt de Schrift? ‘Abraham vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend.’     3. Que dit en effet l'Écriture ? Abraham crut à Dieu, et ce lui fut compté comme justice.  

King James Bible. [3] For what saith the scripture? Abraham believed God, and it was counted unto him for righteousness.
Luther-Bibel. 3 Denn was sagt die Schrift? »Abraham hat Gott geglaubt und das ist ihm zur Gerechtigkeit gerechnet worden.« (1.Mose 15,6)

Tekstuitleg van Rom 4,3.

3. γραφη (= grafè: schrift; zn nom vr enk). Taalgebruik in het NT: grafè (schrift). Bijbel (36). NT (24): (1) Mc 15,28. (2) Lc 4,21. (3) Joh 2,22. (4) . (5) Joh 7,38. (6) Gal 3,22. (7) Joh 10,35. (8) Joh 13,18. (9) Joh 17,12. (10) Joh 19,24. (11) Joh 19,28. (12) Joh 19,36. (13) Joh 19,37. (14) Rom 4,3. (15) Rom 9,17. (16) Rom 10,11. (17) Rom 11,2. (18) Gal 3,8. (19) Gal 4,30. (20) 1 Tim 5,18. (21) 2 Tim 3,16. (22) Jak 2,23. (23) Jak 4,5 (24) 1 Pe 2,6.

grafè (schrift) bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk  syn. ev.
nom. + dat. enk. grafè(i) 36 13 23     1   10 12  
gen. enk. grafès 10 7 3         2 1      
acc. enk. grafèn 17 13 4   1   1 1 1  
nom. mv. grafai 3   3 2 1          
gen. mv. grafôn 6 1 5         2 3      
dat. mv. grafais 4   1   1   1 1  
acc. mv. grafas 9   9 1 1 2 1 1 3  
Totaal   85  34  51  17  21    11  13 
Rom 4,4 - Rom 4,4: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4tô de ergazomenô o misthos ou logizetai kata charin alla kata ofeilèma:   4 ei autem qui operatur merces non inputatur secundum gratiam sed secundum debitum    4 Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld.  [4] Welnu, hij die werkt, krijgt zijn loon niet aangerekend als gunst, maar als zijn verschuldigd recht. [  [4] Iemand die zijn loon verdient, krijgt het niet als een gunst maar als een recht.     4. A qui fournit un travail on ne compte pas le salaire à titre gracieux: c'est un dû ;  

King James Bible. [4] Now to him that worketh is the reward not reckoned of grace, but of debt.
Luther-Bibel. 4 Dem aber, der mit Werken umgeht, wird der Lohn nicht aus Gnade zugerechnet, sondern aus Pflicht.

Tekstuitleg van Rom 4,4.

Rom 4,5 - Rom 4,5: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5tô de mè ergazomenô, pisteuonti de epi ton dikaiounta ton asebè, logizetai è pistis autou eis dikaiosunèn, 5 ei vero qui non operatur credenti autem in eum qui iustificat impium reputatur fides eius ad iustitiam    5 Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.  5] Aan* degene echter die niet werkt, maar gelooft in Hem die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof als gerechtigheid aangerekend.   [5] Maar iemand zonder verdienste, die echter vertrouwt op hem die de schuldige vrijspreekt, wordt vanwege zijn vertrouwen rechtvaardig verklaard.     5. mais à qui, au lieu de travailler, croit en celui qui justifie l'impie, on compte sa foi comme justice.  

King James Bible. [5] But to him that worketh not, but believeth on him that justifieth the ungodly, his faith is counted for righteousness.
Luther-Bibel. 5 Dem aber, der nicht mit Werken umgeht, glaubt aber an den, der die Gottlosen gerecht macht, dem wird sein Glaube gerechnet zur Gerechtigkeit.

Tekstuitleg van Rom 4,5.

Rom 4,6 - Rom 4,6: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kathaper kai dauid legei ton makarismon tou anthrôpou ô o theos logizetai dikaiosunèn chôris ergôn,   6 sicut et David dicit beatitudinem hominis cui Deus accepto fert iustitiam sine operibus     6 Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken;  [6] Hetzelfde geldt voor de mens die door David* gelukkig wordt geprezen en aan wie God de gerechtigheid aanrekent, zonder dat er sprake is van daden:   [6] Zo prijst ook David de mens gelukkig die door God rechtvaardig wordt verklaard zonder dat hij enige verdienste heeft:    6. Exactement comme David proclame heureux l'homme à qui Dieu attribue la justice indépendamment des œuvres: 

King James Bible. [6] Even as David also describeth the blessedness of the man, unto whom God imputeth righteousness without works,
Luther-Bibel. 6 Wie ja auch David den Menschen selig preist, dem Gott zurechnet die Gerechtigkeit ohne Zutun der Werke (Psalm 32,1-2):

Tekstuitleg van Rom 4,6.

Rom 4,7 - Rom 4,7: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7makarioi ôn afethèsan ai anomiai kai ôn epekalufthèsan ai amartiai:  7 beati quorum remissae sunt iniquitates et quorum tecta sunt peccata    7 Zeggende: Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn;  [7] Gelukkig zij van wie de ongerechtigheden zijn vergeven en van wie de zonden zijn toegedekt. [7] ‘Gelukkig is de mens wiens onrecht is vergeven, wiens zonden zijn bedekt;     7. Heureux ceux dont les offenses ont été remises, et les péchés couverts. 

King James Bible. [7] Saying, Blessed are they whose iniquities are forgiven, and whose sins are covered.
Luther-Bibel. 7 »Selig sind die, denen die Ungerechtigkeiten vergeben und denen die Sünden bedeckt sind!

Tekstuitleg van Rom 4,7.

Rom 4,8 - Rom 4,8: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8makarios anèr ou ou mè logisètai kurios amartian.  8 beatus vir cui non inputabit Dominus peccatum    8 Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent.  [8] Gelukkig de man wiens zonde de Heer niet aanrekent.  [8] gelukkig is de mens wiens zonden de Heer niet telt.’     8. Heureux l'homme à qui le Seigneur n'impute aucun péché. 

King James Bible. [8] Blessed is the man to whom the Lord will not impute sin.
Luther-Bibel. 8 Selig ist der Mann, dem der Herr die Sünde nicht zurechnet!«

Tekstuitleg van Rom 4,8.

Rom 4,9 - Rom 4,9: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9o makarismos oun outos epi tèn peritomèn è kai epi tèn akrobustian; legomen gar, elogisthè tô abraam è pistis eis dikaiosunèn.  9 beatitudo ergo haec in circumcisione an etiam in praeputio dicimus enim quia reputata est Abrahae fides ad iustitiam     9 Deze zaligspreking dan, is die alleen over de besnijdenis, of ook over de voorhuid? Want wij zeggen, dat Abraham het geloof gerekend is tot rechtvaardigheid.   [9] Heeft deze zaligspreking nu enkel betrekking op de besnedenen of ook op de onbesnedenen? Wij zagen dat Abrahams geloof hem als gerechtigheid werd aangerekend.  [9] Prijzen deze woorden een besneden of een onbesneden mens gelukkig? We zagen al dat Abrahams vertrouwen hem werd toegerekend als een daad van gerechtigheid.     9. Cette déclaration de bonheur s'adresse-t-elle donc aux circoncis ou bien également aux incirconcis ? Nous disons, en effet, que la foi d'Abraham lui fut comptée comme justice.  

King James Bible. [9] Cometh this blessedness then upon the circumcision only, or upon the uncircumcision also? for we say that faith was reckoned to Abraham for righteousness.
Luther-Bibel. 9 Diese Seligpreisung nun, gilt sie den Beschnittenen oder auch den Unbeschnittenen? Wir sagen doch: »Abraham ist sein Glaube zur Gerechtigkeit gerechnet worden.«

Tekstuitleg van Rom 4,9.

Rom 4,10 - Rom 4,10: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10pôs oun elogisthè; en peritomè onti è en akrobustia; ouk en peritomè all en akrobustia:   10 quomodo ergo reputata est in circumcisione an in praeputio non in circumcisione sed in praeputio     10 Hoe is het hem dan toegerekend? Als hij in de besnijdenis was, of in de voorhuid? Niet in de besnijdenis, maar in de voorhuid.   [10] Onder welke omstandigheden gebeurde dit? Was hij al besneden of nog niet? Hij was toen nog niet besneden.  [10] Maar wanneer gebeurde dat? Toen hij al besneden was of daarvoor? Het laatste, toen hij nog niet besneden was.     10. Comment donc fut-elle comptée ? Quand il était circoncis ou avant qu'il le fût ? Non pas après, mais avant ; 

King James Bible. [10] How was it then reckoned? when he was in circumcision, or in uncircumcision? Not in circumcision, but in uncircumcision.
Luther-Bibel. 10 Wie ist er ihm denn zugerechnet worden? Als er beschnitten oder als er unbeschnitten war? Ohne Zweifel: nicht als er beschnitten, sondern als er unbeschnitten war.

Tekstuitleg van Rom 4,10.

5. περιτομη (= peritomè: besnijdenis; zn nom vr enk). Bijbel (12). OT (1): Gn 17,13. NT (11): (1) Rom 2,25. (2) Rom 2,28. (3) Rom 2,29. (4) Rom 4,10. (5) 1 Kor 7,19. (6) Gal 5,6. (7) Gal 6,15. (8) Fil 3,3. (9) Fil 3,5. (10) Kol 2,11. (11) Kol 3,11.

Rom 4,11 - Rom 4,11: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kai sèmeion elaben peritomès, sfragida tès dikaiosunès tès pisteôs tès en tè akrobustia, eis to einai auton patera pantôn tôn pisteuontôn di akrobustias, eis to logisthènai [kai] autois [tèn] dikaiosunèn,   11 et signum accepit circumcisionis signaculum iustitiae fidei quae est in praeputio ut sit pater omnium credentium per praeputium ut reputetur et illis ad iustitiam     11 En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend: opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten einde ook hun de rechtvaardigheid toegerekend worde;   [11] Het teken van de besnijdenis heeft hij juist ontvangen als bezegeling voor de gerechtigheid van het geloof, die hij reeds als onbesnedene bezat. Zo kon hij de vader worden van alle onbesneden gelovigen, zodat ook hun de gerechtigheid wordt aangerekend.  [11] De besnijdenis ontving hij later als een bezegeling en teken dat hij als onbesnedene rechtvaardig was omdat hij op God vertrouwde. Zo werd hij de vader van alle onbesnedenen die geloven, zodat ook zij als rechtvaardigen konden worden aangenomen.     11. et il reçut le signe de la circoncision comme sceau de la justice de la foi qu'il possédait quand il était incirconcis ; ainsi devint-il à la fois le père de tous ceux qui croiraient sans avoir la circoncision, pour que la justice leur fût également comptée,  

King James Bible. [11] And he received the sign of circumcision, a seal of the righteousness of the faith which he had yet being uncircumcised: that he might be the father of all them that believe, though they be not circumcised; that righteousness might be imputed unto them also:
Luther-Bibel. 11 Das Zeichen der Beschneidung aber empfing er als Siegel der Gerechtigkeit des Glaubens, den er hatte, als er noch nicht beschnitten war. So sollte er ein Vater werden aller, die glauben, ohne beschnitten zu sein, damit auch ihnen der Glaube gerechnet werde zur Gerechtigkeit;

Tekstuitleg van Rom 4,11.

Rom 4,12 - Rom 4,12: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12kai patera peritomès tois ouk ek peritomès monon alla kai tois stoichousin tois ichnesin tès en akrobustia pisteôs tou patros èmôn abraam.  12 et sit pater circumcisionis non his tantum qui sunt ex circumcisione sed et his qui sectantur vestigia quae est in praeputio fidei patris nostri Abrahae    12 En een vader der besnijdenis, dengenen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was.   [12] Maar tegelijk ook werd hij vader van de Joden, van hen namelijk die niet enkel steunen op de besnijdenis, maar ook in de voetstappen treden van het geloof dat onze vader Abraham reeds had toen hij nog niet was besneden. [12] En hij werd eveneens de vader van hen die besneden zijn, althans van hen die zich niet alleen hebben laten besnijden maar ook onze vader Abraham volgen in het geloof dat hij als onbesnedene bezat.     12. et le père des circoncis, qui ne se contentent pas d'être circoncis, mais marchent sur les traces de la foi qu'avant la circoncision eut notre père Abraham.  

King James Bible. [12] And the father of circumcision to them who are not of the circumcision only, but who also walk in the steps of that faith of our father Abraham, which he had being yet uncircumcised.
Luther-Bibel. 12 und ebenso ein Vater der Beschnittenen, wenn sie nicht nur beschnitten sind, sondern auch gehen in den Fußtapfen des Glaubens, den unser Vater Abraham hatte, als er noch nicht beschnitten war.

Tekstuitleg van Rom 4,12.

Rom 4,13 - Rom 4,13: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13ou gar dia nomou è epaggelia tô abraam è tô spermati autou, to klèronomon auton einai kosmou, alla dia dikaiosunès pisteôs:  13 non enim per legem promissio Abrahae aut semini eius ut heres esset mundi sed per iustitiam fidei     13 Want de belofte is niet door de wet aan Abraham of zijn zaad geschied, namelijk, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar door de rechtvaardigheid des geloofs.   [13] Ook de belofte aan Abraham en zijn nakomelingen dat zij de wereld zouden erven, steunt niet op de wet maar op de gerechtigheid van het geloof.   [13] Immers, niet door de wet ontvingen Abraham en zijn nageslacht de belofte dat ze de wereld in bezit zouden krijgen, maar door de gerechtigheid die het geloof schenkt.   13 Want niet door een wet was de aankondiging aan Abraham of aan zijn zaad dat hij erfgenaam van de wereld zou zijn, maar door gerechtigheid uit geloof.   13. De fait ce n'est point par l'intermédiaire d'une loi qu'agit la promesse faite à Abraham ou à sa descendance de recevoir le monde en héritage, mais par le moyen de la justice de la foi. 

King James Bible. [13] For the promise, that he should be the heir of the world, was not to Abraham, or to his seed, through the law, but through the righteousness of faith.
Luther-Bibel. 13 Denn die Verheißung, dass er der Erbe der Welt sein solle, ist Abraham oder seinen Nachkommen nicht zuteil geworden durchs Gesetz, sondern durch die Gerechtigkeit des Glaubens.

Tekstuitleg van Rom 4,13.

Rom 4,14 - Rom 4,14: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14ei gar oi ek nomou klèronomoi, kekenôtai è pistis kai katèrgètai è epaggelia:   14 si enim qui ex lege heredes sunt exinanita est fides abolita est promissio    14 Want indien degenen, die uit de wet zijn, erfgenamen zijn, zo is het geloof ijdel geworden, en de beloftenis te niet gedaan.  [14] Als alleen zij die zich op de wet verlaten de erfgenamen zijn, heeft het geloof geen zin en blijft de belofte zonder uitwerking. [14] Als men op grond van de wet erfgenaam zou zijn, zou het geloof zijn betekenis hebben verloren en de belofte zijn ontkracht.   14 Want als zij die het uit een wet verwachten erfgenamen zijn, dan is het geloof leeggemaakt en blijft de aankondiging zonder uitwerking.   14. Car si l'héritage appartient à ceux qui relèvent de la Loi, la foi est sans objet, et la promesse ne s'accomplit pas ;  

King James Bible. [14] For if they which are of the law be heirs, faith is made void, and the promise made of none effect:
Luther-Bibel. 14 Denn wenn die vom Gesetz Erben sind, dann ist der Glaube nichts und die Verheißung ist dahin.

Tekstuitleg van Rom 4,14.

Rom 4,15 - Rom 4,15: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15o gar nomos orgèn katergazetai: ou de ouk estin nomos, oude parabasis. 15 lex enim iram operatur ubi enim non est lex nec praevaricatio    15 Want de wet werkt toorn; want waar geen wet is, daar is ook geen overtreding.   [15] Want het resultaat van de wet* is alleen maar straf, en waar geen wet is, is ook geen overtreding.   [15] De wet maakt namelijk alleen dat God straft, want zonder wet is er ook geen overtreding.   15 Want de Wet bewerkt toorn; maar waar geen wet is, is ook geen overtreding.   15. la Loi en effet produit la colère, tandis qu'en l'absence de loi il n'y a pas non plus de transgression. 

King James Bible. [15] Because the law worketh wrath: for where no law is, there is no transgression.
Luther-Bibel. 15 Denn das Gesetz richtet nur Zorn an; wo aber das Gesetz nicht ist, da ist auch keine Übertretung.

Tekstuitleg van Rom 4,15.

Rom 4,16 - Rom 4,16: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16dia touto ek pisteôs, ina kata charin, eis to einai bebaian tèn epaggelian panti tô spermati, ou tô ek tou nomou monon alla kai tô ek pisteôs abraam {os estin patèr pantôn èmôn, 16 ideo ex fide ut secundum gratiam ut firma sit promissio omni semini non ei qui ex lege est solum sed et ei qui ex fide est Abrahae qui est pater omnium nostrum    16 Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen;   [16] Daarom hangt het af van het geloof, opdat het genade is en de belofte verzekerd is voor heel het nageslacht, niet alleen voor hen die de wet hebben ontvangen, maar voor allen die het geloof navolgen van Abraham, ons aller vader.  [16] Maar de belofte had alles te maken met vertrouwen omdat ze een gave van God moest zijn, want alleen zo kon ze voor heel het nageslacht blijven gelden. Niet alleen voor wie de wet heeft, maar ook voor wie op God vertrouwt zoals Abraham, die de vader van ons allen is.   16 Daarom is het uit geloof, opdat het zal zijn ‘naar genade’, en de aankondiging vast–en–zeker kan zijn voor alle zaad, niet alleen voor dat uit de Wet maar ook voor dat uit het geloof van Abraham, die een vader van ons allen is,–  16. Aussi dépend-il de la foi, afin d'être don gracieux, et qu'ainsi la promesse soit assurée à toute la descendance, qui se réclame non de la Loi seulement, mais encore de la foi d'Abraham, notre père à tous,  

King James Bible. [16] Therefore it is of faith, that it might be by grace; to the end the promise might be sure to all the seed; not to that only which is of the law, but to that also which is of the faith of Abraham; who is the father of us all,
Luther-Bibel. 16 Deshalb muss die Gerechtigkeit durch den Glauben kommen, damit sie aus Gnaden sei und die Verheißung festbleibe für alle Nachkommen, nicht allein für die, die unter dem Gesetz sind, sondern auch für die, die wie Abraham aus dem Glauben leben. Der ist unser aller Vater

Tekstuitleg van Rom 4,16.

Rom 4,17 - Rom 4,17: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat   Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17kathôs gegraptai oti patera pollôn ethnôn tetheika se} katenanti ou episteusen theou tou zôopoiountos tous nekrous kai kalountos ta mè onta ôs onta: 17 sicut scriptum est quia patrem multarum gentium posui te ante Deum cui credidit qui vivificat mortuos et vocat quae non sunt tamquam ea quae sunt     17 (Gelijk geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gesteld) voor Hem, aan Welken hij geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend maakt, en roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren;   [17] Over hem staat immers geschreven: Ik heb u vader gemaakt van vele volken. Hij is dit ten overstaan van God in wie Hij heeft geloofd, die de doden* levend maakt en die wat niet bestaat in het aanzijn roept.   [17] Er staat immers geschreven: ‘Ik heb je een vader van vele volken gemaakt.’ En hij is dit ten overstaan van God, op wie hij vertrouwde, die de doden levend maakt en in het leven roept wat niet bestaat.  17 ¶ zoals geschreven staat: ‘als vader van vele volkeren heb ik je aangesteld’, tegenover de God in wie hij geloofde, die de doden levend maakt en de dingen die niet zijn tot aanzijn roept.  17. comme il est écrit: Je t'ai établi père d'une multitude de peuples - notre père devant Celui auquel il a cru, le Dieu qui donne la vie aux morts et appelle le néant à l'existence.  

King James Bible. [17] (As it is written, I have made thee a father of many nations,) before him whom he believed, even God, who quickeneth the dead, and calleth those things which be not as though they were.
Luther-Bibel. 17 - wie geschrieben steht (1.Mose 17,5): »Ich habe dich gesetzt zum Vater vieler Völker« - vor Gott, dem er geglaubt hat, der die Toten lebendig macht und ruft das, was nicht ist, dass es sei.

Tekstuitleg van Rom 4,17

7. tetheika (ik heb gesteld). Verwijzing: nathan (geven) , zie Ps 111,6. Actief perfectum eerste persoon enkelvoud van het werkwoord tithèmi (stellen). In acht verzen in de bijbel. In zes verzen in het OT: (1) Gn 17,5. (2) Js 49,6. (3) Jr 1,5. (4) Jr 1,18. (5) Ez 4,6. (6) Ez 5,5. (7) Hnd 13,47. (8) Rom 4,17.
(1) Gn 17,5: hoti patera pollôn ethnôn te theika se = want tot vader van vele volkeren heb ik u gesteld. Zie Rom 4,17 (citeert Gn 17,5): patera pollôn ethnôn te theika se = tot vader van vele volkeren heb ik u gesteld.
(2) Js 49,6: idou tetheika se... eis fôs ethnôn = zie ik heb u gesteld tot licht voor de volkeren. Zie Hnd 13,47 (citeert Js 49,6): idou tetheika se eis fôs ethnôn = zie ik heb u gesteld tot licht voor de volkeren.
(3) Jr 1,5: profètèn eis ethnè tetheika se: tot profeet voor de volkeren heb ik u gesteld.
(4) Jr 1,18.
(5) Ez 4,6. (6) Ez 5,5.
In twee verzen in het NT:
(1) Hnd 13,47 (citeert Js 49,6): idou tetheika se eis fôs ethnôn = zie ik heb u gesteld tot licht voor de volkeren. Zie Js 49,6: idou tetheika se... eis fôs ethnôn = zie ik heb u gesteld tot licht voor de volkeren.
(2) Rom 4,17 (citeert Gn 17,5): patera pollôn ethnôn te theika se = tot vader van vele volkeren heb ik u gesteld. Zie Gn 17,5: hoti patera pollôn ethnôn te theika se = want tot vader van vele volkeren heb ik u gesteld. tetheika is viermaal de vertaling van het Hebreeuwse nëthaththîkhâ (ik heb u gegeven / gesteld).

Tweede lezing van de 10de (tiende) zondag door het a-jaar : Rom 4,18-25. Verwijzing: Rom 4,18-25.

Broeders en zusters, tegen alle hoop in heeft Abram gehoopt, en geloofd dat hij vader zou worden van vele volken, gelijk hem gezegd was: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. Zijn geloof verflauwde niet, toen hij, de honderdjarige, dacht aan zijn eigen afgeleefd lichaam en aan de dorre schoot van Sara. Hij twijfelde geen ogenblik aan Gods belofte. Integendeel, hij heeft God geëerd door de kracht van zijn geloof, door zijn vaste overtuiging dat God bij machte is te volvoeren wat Hij heeft toegezegd. Daarom werd het hem als gerechtigheid aangerekend. Deze woorden werden niet alleen neergeschreven om zijnentwille, maar ook om ons, wie het geloven eveneens zal worden aangerekend, daar wij geloven in Hem die Jezus onze Heer van de doden heeft opgewekt: Jezus die is overgeleverd om onze misslagen en is opgewekt om onze rechtvaardiging.

Rom 4,18 - Rom 4,18: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat 10de (tiende) zondag door het a-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18os par elpida ep elpidi episteusen eis to genesthai auton patera pollôn ethnôn kata to eirèmenon, outôs estai to sperma sou:   18 qui contra spem in spem credidit ut fieret pater multarum gentium secundum quod dictum est sic erit semen tuum  tegen alle hoop in heeft Abram gehoopt, en geloofd dat hij vader zou worden van vele volken, gelijk hem gezegd was: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn.   18 Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd was: Alzo zal uw zaad wezen.  [18] Tegen alle hoop in heeft hij gehoopt, en hij heeft geloofd dat hij vader zou worden van vele volken, zoals hem gezegd was: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn.   [18] Hoewel het eigenlijk niet kon, bleef Abraham hopen en geloven dat hij de vader van vele volken zou worden, zoals hem was beloofd: ‘Zo talrijk zullen je nakomelingen zijn.’   18 Hij heeft tegen hoop op hoop geloofd, en is zo geworden een vader van vele volkeren, overeenkomstig wat gezegd is: ‘zó zal je zaad zijn’.  18. Espérant contre toute espérance, il crut et devint ainsi père d'une multitude de peuples, selon qu'il fut dit: Telle sera ta descendance.

King James Bible. [18] Who against hope believed in hope, that he might become the father of many nations; according to that which was spoken, So shall thy seed be.
Luther-Bibel. 18 Er hat geglaubt auf Hoffnung, wo nichts zu hoffen war, dass er der Vater vieler Völker werde, wie zu ihm gesagt ist (1.Mose 15,5): »So zahlreich sollen deine Nachkommen sein.«

Tekstuitleg van Rom 4,18.

Rom 4,19 - Rom 4,19: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat 10de (tiende) zondag door het a-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai mè asthenèsas tè pistei katenoèsen to eautou sôma [èdè] nenekrômenon, ekatontaetès pou uparchôn, kai tèn nekrôsin tès mètras sarras,  19 et non infirmatus fide consideravit corpus suum emortuum cum fere centum annorum esset et emortuam vulvam Sarrae   Zijn geloof verflauwde niet, toen hij, de honderdjarige, dacht aan zijn eigen afgeleefd lichaam en aan de dorre schoot van Sara.  19 En niet verzwakt zijnde in het geloof, heeft hij zijn eigen lichaam niet aangemerkt, dat alrede verstorven was, alzo hij omtrent honderd jaren oud was, noch ook dat de moeder in Sara verstorven was.   [19] Zijn geloof verflauwde niet, toen hij*, de honderdjarige, dacht aan zijn eigen afgeleefd lichaam en aan de dorre schoot van Sara.  [19] En zijn geloof verzwakte niet toen hij, ongeveer honderd jaar oud, besefte dat zijn krachten hem hadden verlaten en Sara niet langer vruchtbaar was.  19 En zonder te verzwakken in het geloof heeft hij het afsterven van zijn eigen lichaam opgemerkt toen hij ongeveer een honderdjarige was, én de afsterving van Sara’s moederschoot.  19. C'est d'une foi sans défaillance qu'il considéra son corps déjà mort - il avait quelque cent ans - et le sein de Sara, mort également ;  

King James Bible. [19] And being not weak in faith, he considered not his own body now dead, when he was about an hundred years old, neither yet the deadness of Sara's womb:
Luther-Bibel. 19 Und er wurde nicht schwach im Glauben, als er auf seinen eigenen Leib sah, der schon erstorben war, weil er fast hundertjährig war, und auf den erstorbenen Leib der Sara.

Tekstuitleg van Rom 4,19.

Rom 4,20 - Rom 4,20: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat 10de (tiende) zondag door het a-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20eis de tèn epaggelian tou theou ou diekrithè tè apistia all enedunamôthè tè pistei, dous doxan tô theô   20 in repromissione etiam Dei non haesitavit diffidentia sed confortatus est fide dans gloriam Deo  Hij twijfelde geen ogenblik aan Gods belofte. Integendeel, hij heeft God geëerd door de kracht van zijn geloof,   20 En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer;   [20] Hij twijfelde geen ogenblik aan Gods belofte. Integendeel, hij heeft God geëerd door de kracht van zijn geloof,  [20] Hij twijfelde niet aan Gods belofte; zijn geloof verloor hij niet, integendeel, hij werd erin gesterkt en bewees zo eer aan God.   20 Ten aanzien van de aankondiging heeft hij zich niet laten splijten in ongeloof, nee, hij werd bekrachtigd in het geloof en gaf glorie aan God,  20. appuyé sur la promesse de Dieu, sans hésitation ni incrédulité, mais avec une foi puissante, il rendit gloire à Dieu, 

King James Bible. [20] He staggered not at the promise of God through unbelief; but was strong in faith, giving glory to God;
Luther-Bibel. 20 Denn er zweifelte nicht an der Verheißung Gottes durch Unglauben, sondern wurde stark im Glauben und gab Gott die Ehre

Tekstuitleg van Rom 4,20.

Rom 4,21 - Rom 4,21: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat 10de (tiende) zondag door het a-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kai plèroforètheis oti o epèggeltai dunatos estin kai poièsai.  21 plenissime sciens quia quaecumque promisit potens est et facere  door zijn vaste overtuiging dat God bij machte is te volvoeren wat Hij heeft toegezegd.   21 En ten volle verzekerd zijnde, dat hetgeen beloofd was, Hij ook machtig was te doen.   [21] door zijn vaste overtuiging dat Hij bij machte is te volbrengen wat Hij heeft toegezegd.   [21] Hij was ervan overtuigd dat God bij machte was te doen wat hij had beloofd,   21 geheel ervan vervuld dat die bij machte is om wat hij heeft aangekondigd ook te doen. 21. certain que tout ce que Dieu a promis, il est assez puissant ensuite pour l'accomplir.  

King James Bible. [21] And being fully persuaded that, what he had promised, he was able also to perform.
Luther-Bibel. 21 und wusste aufs allergewisseste: Was Gott verheißt, das kann er auch tun.

Tekstuitleg van Rom 4,21.

Rom 4,22 - Rom 4,22: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat 10de (tiende) zondag door het a-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22dio [kai] elogisthè autô eis dikaiosunèn. 22 ideo et reputatum est illi ad iustitiam   Daarom werd het hem als gerechtigheid aangerekend.  22 Daarom is het hem ook tot rechtvaardigheid gerekend.   [22] Daarom werd het hem als gerechtigheid aangerekend.  [22] en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend.  22 Daarom ‘werd het hem gerekend tot gerechtigheid’.   22. Voilà pourquoi ce lui fut compté comme justice.  

King James Bible. [22] And therefore it was imputed to him for righteousness.
Luther-Bibel. 22 Darum ist es ihm auch »zur Gerechtigkeit gerechnet worden« (1.Mose 15,6).

Tekstuitleg van Rom 4,22.

Rom 4,23 - Rom 4,23: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat 10de (tiende) zondag door het a-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23ouk egrafè de di auton monon oti elogisthè autô,   23 non est autem scriptum tantum propter ipsum quia reputatum est illi  Deze woorden werden niet alleen neergeschreven om zijnentwille,  23 Nu is het niet alleen om zijnentwil geschreven, dat het hem toegerekend is;  [23] De woorden ‘het werd hem aangerekend’ werden niet alleen neergeschreven in verband met hem,   [23] En dit is niet alleen voor hem geschreven,  23 ¶ Het is niet geschreven om hem alleen dat het hem toegerekend werd,  23. Or quand l'Écriture dit que sa foi lui fut comptée, ce n'est point pour lui seul ; elle nous visait également,  

King James Bible. [23] Now it was not written for his sake alone, that it was imputed to him;
Luther-Bibel. 23 Dass es ihm zugerechnet worden ist, ist aber nicht allein um seinetwillen geschrieben,

Tekstuitleg van Rom 4,23.

Rom 4,24 - Rom 4,24: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat 10de (tiende) zondag door het a-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem

24ἀλλὰ καὶ δι' ἡμᾶς οἷς μέλλει λογίζεσθαι, τοῖς πιστεύουσιν ἐπὶ τὸν ἐγείραντα Ἰησοῦν τὸν κύριον ἡμῶν ἐκ νεκρῶν,

24 sed et propter nos quibus reputabitur credentibus in eum qui suscitavit Iesum Dominum nostrum a mortuis  maar ook om ons, wie het geloven eveneens zal worden aangerekend, daar wij geloven in Hem die Jezus onze Heer van de doden heeft opgewekt:  24 Maar ook om onzentwil, welken het zal toegerekend worden, namelijk dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus, onzen Heere, uit de doden opgewekt heeft;  [24] maar ook in verband met ons, wie het geloven eveneens zal worden aangerekend, omdat wij geloven in Hem die Jezus onze Heer uit de doden heeft opgewekt:  [24] maar ook voor ons, want ook wij zullen als rechtvaardigen worden aangenomen omdat we geloven in hem die Jezus, onze Heer, uit de dood heeft opgewekt:   24 nee, ook om ons aan wie het zal worden toegerekend als wij gelovig vertrouwen op hem die Jezus, onze Heer, heeft opgewekt uit de doden,   24. nous à qui la foi doit être comptée, nous qui croyons en celui qui ressuscita d'entre les morts Jésus notre Seigneur,  

King James Bible. [24] But for us also, to whom it shall be imputed, if we believe on him that raised up Jesus our Lord from the dead;
Luther-Bibel. 24 sondern auch um unsertwillen, denen es zugerechnet werden soll, wenn wir glauben an den, der unsern Herrn Jesus auferweckt hat von den Toten,

Tekstuitleg van Rom 4,24.

Rom 4,24.12. ἐγείραντα (= egeiranta: die opwekt; wkw act part praes acc mann enk van het wkw εγειρω = egeirô: opwekken). NT (2): (1) Rom 4,24. (2) 1 Pe 1,21.

Rom 4,24.17. εκ (= ek of εξ = ex: uit; + gen; vz). Taalgebruik in het NT: ek (uit).

Rom 4,24.18. νεκρων (= vekrôn: uit de doden; bv nw / zn gen mann mv van het bv nw / zn νεκρος = nekros: dode). LXX (8). NT (79). Rom (12): (1) Rom 1,4. (2) Rom 4,24. (3) Rom 6,4. (4) Rom 6,9. (5) Rom 6,13. (6) Rom 7,4. (7) Rom 8,11. (8) Rom 8,11. (9) Rom 10,7. (10) Rom 10,9. (11) Rom 11,15. (12) Rom 14,9.

nekros (dode) bijbel  OT  NT  Mt  Mc Lc  Joh  syn. ev Hnd  Br Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  Ab  Apk 
nom. enk. nekros 12 3 9   1 3       1                                                 4
gen. enk. nekrou 8 7 1                                                               1
dat. enk. nekrôi 7 7                                                                  
acc. enk. nekron 19 16 3             1 2                                        
nom. mv. nekroi 25 11 14 2   2 1   7                                         2
gen. mv. nekrôn 82 8 74 7 6 7 6 20  26  13 32 11                        30  3
dat. mv. nekrois 9 7 2               2                                        
acc. mv. nekrous 29 13 16 2   1 1 1 9                             2
Totaal   191 72 119 11 7 13 8 31 39  16 52 14  12                    47  12

Rom 4,24.17. - 18. εκ νεκρων (= ek nekrôn: uit doden). NT (44). Rom (11): ¨[(1) Rom 1,4.] (2) Rom 4,24. (3) Rom 6,4. (4) Rom 6,9. (5) Rom 6,13. (6) Rom 7,4. (7) Rom 8,11. (8) Rom 8,11. (9) Rom 10,7. (10) Rom 10,9. (11) Rom 11,15. (12) Rom 14,9.


Rom 4,25 - Rom 4,25: Abraham als vader van alle gelovigen - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Rom (Rome) -- Rom 4 -- Rom 4,1-25 -- Rom 4,1 - Rom 4,2 - Rom 4,3 - Rom 4,4 - Rom 4,5 - Rom 4,6 - Rom 4,7 - Rom 4,8 - Rom 4,9 - Rom 4,10 - Rom 4,11 - Rom 4,12 - Rom 4,13 - Rom 4,14 - Rom 4,15 - Rom 4,16 - Rom 4,17 - Rom 4,18 - Rom 4,19 - Rom 4,20 - Rom 4,21 - Rom 4,22 - Rom 4,23 - Rom 4,24 - Rom 4,25 -
Griekse tekst Vulgaat 10de (tiende) zondag door het a-jaar  Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25 ὃς παρεδόθη διὰ τὰ παραπτώματα ἡμῶν καὶ ἠγέρθη διὰ τὴν δικαίωσιν ἡμῶν. 25 qui traditus est propter delicta nostra et resurrexit propter iustificationem nostram   Jezus die is overgeleverd om onze misslagen en is opgewekt om onze rechtvaardiging.   25 Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking.   [25] Jezus,* die is overgeleverd vanwege onze overtredingen en is opgewekt ter wille van onze rechtvaardiging.  [25] hij die werd prijsgegeven om onze zonden en werd opgewekt omwille van onze rechtvaardiging.   25 die is prijsgegeven om onze overtredingen en is opgewekt om onze rechtvaardiging. o  25. livré pour nos fautes et ressuscité pour notre justification. 

King James Bible. [25] Who was delivered for our offences, and was raised again for our justification.
Luther-Bibel. 25 welcher ist um unsrer Sünden willen dahingegeben und um unsrer Rechtfertigung willen auferweckt.

Tekstuitleg van Rom 4,25.

Rom 4,25.1. ὁς (= hos: die; betrekk vnw nom mann enk).

Rom 4,25.2. παρεδοθη (= paredothè: hij werd overgeleverd; wkw pass ind aor 3de pers enk van het wkw παραδιδωμι = paradidômi: overleveren). NT (4): (1) Mt 4,12. (2) Mt 11,27. (3) Lc 10,22. (4) Rom 4,25.

παραδιδωμι (= paradidômi: overleveren)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn ev  Ab 
παρεδοθη (= paredothè: hij werd overgeleverd; wkw pass ind aor 3de pers enk 13 9 4 2   1     1          

Rom 4,25.3. δια (= dia: door, omwille van, na; vz; afkorting: δι' = di': vóór een klinker).

Rom 4,25.4. τὰ (= ta; bep lidw nom en acc onz mv van het bep lidw ὁ = ho, ἡ = h, το = to: de - het).

Rom 4,25.3. - 4. διὰ τὰ (= dia ta: omwille van). LXX (11). NT (3). Taalgebruik in NT: dia (door). Taalgebruik in de LXX: dia (door)

Rom 4,25.5. παραπτώματα (= paraptômata: overtredingen; zn acc onz mv van het zn παραπτώμα = paraptôma: overtreding, misstap, fout). LXX (5). NT (10): (1) Mt 6,14. (2) Mt 6,15 (2X). (3) Mt 18,35. (4) Mc 11,25. (5) Mc 11,26. (6) Rom 4,25. (7) 2 Kor 5,19. (8) Kol 2,13. (9)  Jak 5,16 .

Rom 4,25.4. - 5. τὰ παραπτώματα (= ta paraptômata: de overtredingen). LXX (4). NT (10).

Rom 4,25.3. - 5. διὰ τὰ παραπτώματα (= dia ta paraptômata: omwille van de overtredingen). LXX (1): Ps 13,5. NT (1): Rom 4,25.


GRIEKSE TEKST HOOFDSTUK 4

1Τί οὖν ἐροῦμεν εὑρηκέναι Ἀβραὰμ τὸν προπάτορα ἡμῶν κατὰ σάρκα; 2εἰ γὰρ Ἀβραὰμ ἐξ ἔργων ἐδικαιώθη, ἔχει καύχημα: ἀλλ' οὐ πρὸς θεόν. 3τί γὰρ ἡ γραφὴ λέγει; Ἐπίστευσεν δὲ Ἀβραὰμ τῷ θεῷ, καὶ ἐλογίσθη αὐτῷ εἰς δικαιοσύνην. 4τῷ δὲ ἐργαζομένῳ ὁ μισθὸς οὐ λογίζεται κατὰ χάριν ἀλλὰ κατὰ ὀφείλημα: 5τῷ δὲ μὴ ἐργαζομένῳ, πιστεύοντι δὲ ἐπὶ τὸν δικαιοῦντα τὸν ἀσεβῆ, λογίζεται ἡ πίστις αὐτοῦ εἰς δικαιοσύνην, 6καθάπερ καὶ Δαυὶδ λέγει τὸν μακαρισμὸν τοῦ ἀνθρώπου ᾧ ὁ θεὸς λογίζεται δικαιοσύνην χωρὶς ἔργων, 7Μακάριοι ὧν ἀφέθησαν αἱ ἀνομίαι καὶ ὧν ἐπεκαλύφθησαν αἱ ἁμαρτίαι: 8μακάριος ἀνὴρ οὗ οὐ μὴ λογίσηται κύριος ἁμαρτίαν. 9ὁ μακαρισμὸς οὖν οὗτος ἐπὶ τὴν περιτομὴν ἢ καὶ ἐπὶ τὴν ἀκροβυστίαν; λέγομεν γάρ, Ἐλογίσθη τῷ Ἀβραὰμ ἡ πίστις εἰς δικαιοσύνην. 10πῶς οὖν ἐλογίσθη; ἐν περιτομῇ ὄντι ἢ ἐν ἀκροβυστίᾳ; οὐκ ἐν περιτομῇ ἀλλ' ἐν ἀκροβυστίᾳ: 11καὶ σημεῖον ἔλαβεν περιτομῆς, σφραγῖδα τῆς δικαιοσύνης τῆς πίστεως τῆς ἐν τῇ ἀκροβυστίᾳ, εἰς τὸ εἶναι αὐτὸνπατέρα πάντων τῶν πιστευόντων δι' ἀκροβυστίας, εἰς τὸ λογισθῆναι [καὶ] αὐτοῖς [τὴν] δικαιοσύνην, 12καὶ πατέρα περιτομῆς τοῖς οὐκ ἐκ περιτομῆς μόνον ἀλλὰ καὶ τοῖς στοιχοῦσιν τοῖς ἴχνεσιν τῆς ἐν ἀκροβυστίᾳ πίστεως τοῦ πατρὸς ἡμῶν Ἀβραάμ. 13Οὐ γὰρ διὰ νόμου ἡ ἐπαγγελία τῷ Ἀβραὰμ ἢ τῷ σπέρματι αὐτοῦ, τὸ κληρονόμον αὐτὸν εἶναι κόσμου, ἀλλὰ διὰ δικαιοσύνης πίστεως: 14εἰ γὰρ οἱ ἐκ νόμου κληρονόμοι, κεκένωται ἡ πίστις καὶ κατήργηται ἡ ἐπαγγελία: 15ὁ γὰρ νόμος ὀργὴν κατεργάζεται: οὗ δὲ οὐκ ἔστιν νόμος, οὐδὲ παράβασις. 16διὰ τοῦτο ἐκ πίστεως, ἵνα κατὰ χάριν, εἰς τὸ εἶναι βεβαίαν τὴν ἐπαγγελίαν παντὶ τῷ σπέρματι, οὐ τῷ ἐκ τοῦ νόμου μόνον ἀλλὰ καὶ τῷ ἐκ πίστεως Ἀβραάμ {ὅς ἐστιν πατὴρ πάντων ἡμῶν, 17καθὼς γέγραπται ὅτι Πατέρα πολλῶν ἐθνῶν τέθεικά σε} κατέναντι οὗ ἐπίστευσεν θεοῦ τοῦ ζῳοποιοῦντος τοὺς νεκροὺς καὶ καλοῦντος τὰ μὴ ὄντα ὡς ὄντα: 18ὃς παρ' ἐλπίδα ἐπ' ἐλπίδι ἐπίστευσεν εἰς τὸ γενέσθαι αὐτὸν πατέρα πολλῶν ἐθνῶν κατὰ τὸ εἰρημένον, Οὕτως ἔσται τὸ σπέρμα σου: 19καὶ μὴ ἀσθενήσας τῇ πίστει κατενόησεν τὸ ἑαυτοῦ σῶμα [ἤδη] νενεκρωμένον, ἑκατονταετής που ὑπάρχων, καὶ τὴν νέκρωσιν τῆς μήτρας Σάρρας, 20εἰς δὲ τὴν ἐπαγγελίαν τοῦ θεοῦ οὐ διεκρίθη τῇ ἀπιστίᾳ ἀλλ' ἐνεδυναμώθη τῇ πίστει, δοὺς δόξαν τῷ θεῷ 21καὶ πληροφορηθεὶς ὅτι ὃ ἐπήγγελται δυνατός ἐστιν καὶ ποιῆσαι. 22διὸ [καὶ] ἐλογίσθη αὐτῷ εἰς δικαιοσύνην. 23Οὐκ ἐγράφη δὲ δι' αὐτὸν μόνον ὅτι ἐλογίσθη αὐτῷ, 24ἀλλὰ καὶ δι' ἡμᾶς οἷς μέλλει λογίζεσθαι, τοῖς πιστεύουσιν ἐπὶ τὸν ἐγείραντα Ἰησοῦν τὸν κύριον ἡμῶν ἐκ νεκρῶν, 25ὃς παρεδόθη διὰ τὰ παραπτώματα ἡμῶν καὶ ἠγέρθη διὰ τὴν δικαίωσιν ἡμῶν. 1Τί οὖν ἐροῦμεν εὑρηκέναι Ἀβραὰμ τὸν προπάτορα ἡμῶν κατὰ σάρκα; 2εἰ γὰρ Ἀβραὰμ ἐξ ἔργων ἐδικαιώθη, ἔχει καύχημα: ἀλλ' οὐ πρὸς θεόν. 3τί γὰρ ἡ γραφὴ λέγει; Ἐπίστευσεν δὲ Ἀβραὰμ τῷ θεῷ, καὶ ἐλογίσθη αὐτῷ εἰς δικαιοσύνην. 4τῷ δὲ ἐργαζομένῳ ὁ μισθὸς οὐ λογίζεται κατὰ χάριν ἀλλὰ κατὰ ὀφείλημα: 5τῷ δὲ μὴ ἐργαζομένῳ, πιστεύοντι δὲ ἐπὶ τὸν δικαιοῦντα τὸν ἀσεβῆ, λογίζεται ἡ πίστις αὐτοῦ εἰς δικαιοσύνην, 6καθάπερ καὶ Δαυὶδ λέγει τὸν μακαρισμὸν τοῦ ἀνθρώπου ᾧ ὁ θεὸς λογίζεται δικαιοσύνην χωρὶς ἔργων, 7Μακάριοι ὧν ἀφέθησαν αἱ ἀνομίαι καὶ ὧν ἐπεκαλύφθησαν αἱ ἁμαρτίαι: 8μακάριος ἀνὴρ οὗ οὐ μὴ λογίσηται κύριος ἁμαρτίαν. 9ὁ μακαρισμὸς οὖν οὗτος ἐπὶ τὴν περιτομὴν ἢ καὶ ἐπὶ τὴν ἀκροβυστίαν; λέγομεν γάρ, Ἐλογίσθη τῷ Ἀβραὰμ ἡ πίστις εἰς δικαιοσύνην. 10πῶς οὖν ἐλογίσθη; ἐν περιτομῇ ὄντι ἢ ἐν ἀκροβυστίᾳ; οὐκ ἐν περιτομῇ ἀλλ' ἐν ἀκροβυστίᾳ: 11καὶ σημεῖον ἔλαβεν περιτομῆς, σφραγῖδα τῆς δικαιοσύνης τῆς πίστεως τῆς ἐν τῇ ἀκροβυστίᾳ, εἰς τὸ εἶναι αὐτὸν πατέρα πάντων τῶν πιστευόντων δι' ἀκροβυστίας, εἰς τὸ λογισθῆναι [καὶ] αὐτοῖς [τὴν] δικαιοσύνην, 12καὶ πατέρα περιτομῆς τοῖς οὐκ ἐκ περιτομῆς μόνον ἀλλὰ καὶ τοῖς στοιχοῦσιν τοῖς ἴχνεσιν τῆς ἐν ἀκροβυστίᾳ πίστεως τοῦ πατρὸς ἡμῶν Ἀβραάμ. 13Οὐ γὰρ διὰ νόμου ἡ ἐπαγγελία τῷ Ἀβραὰμ ἢ τῷ σπέρματι αὐτοῦ, τὸ κληρονόμον αὐτὸν εἶναι κόσμου, ἀλλὰ διὰ δικαιοσύνης πίστεως: 14εἰ γὰρ οἱ ἐκ νόμου κληρονόμοι, κεκένωται ἡ πίστις καὶ κατήργηται ἡ ἐπαγγελία: 15ὁ γὰρ νόμος ὀργὴν κατεργάζεται: οὗ δὲ οὐκ ἔστιν νόμος, οὐδὲ παράβασις. 16διὰ τοῦτο ἐκ πίστεως, ἵνα κατὰ χάριν, εἰς τὸ εἶναι βεβαίαν τὴν ἐπαγγελίαν παντὶ τῷ σπέρματι, οὐ τῷ ἐκ τοῦ νόμου μόνον ἀλλὰ καὶ τῷ ἐκ πίστεως Ἀβραάμ {ὅς ἐστιν πατὴρ πάντων ἡμῶν, 17καθὼς γέγραπται ὅτι Πατέρα πολλῶν ἐθνῶν τέθεικά σε} κατέναντι οὗ ἐπίστευσεν θεοῦ τοῦ ζῳοποιοῦντος τοὺς νεκροὺς καὶ καλοῦντος τὰ μὴ ὄντα ὡς ὄντα: 18ὃς παρ' ἐλπίδα ἐπ' ἐλπίδι ἐπίστευσεν εἰς τὸ γενέσθαι αὐτὸν πατέρα πολλῶν ἐθνῶν κατὰ τὸ εἰρημένον, Οὕτως ἔσται τὸ σπέρμα σου: 19καὶ μὴ ἀσθενήσας τῇ πίστει κατενόησεν τὸ ἑαυτοῦ σῶμα [ἤδη] νενεκρωμένον, ἑκατονταετής που ὑπάρχων, καὶ τὴν νέκρωσιν τῆς μήτρας Σάρρας, 20εἰς δὲ τὴν ἐπαγγελίαν τοῦ θεοῦ οὐ διεκρίθη τῇ ἀπιστίᾳ ἀλλ' ἐνεδυναμώθη τῇ πίστει, δοὺς δόξαν τῷ θεῷ 21καὶ πληροφορηθεὶς ὅτι ὃ ἐπήγγελται δυνατός ἐστιν καὶ ποιῆσαι. 22διὸ [καὶ] ἐλογίσθη αὐτῷ εἰς δικαιοσύνην. 23Οὐκ ἐγράφη δὲ δι' αὐτὸν μόνον ὅτι ἐλογίσθη αὐτῷ, εκ (= ek of εξ = ex: uit; + gen; vz). Taalgebruik in het NT: ek (uit).

22. νεκρων (= vekrôn: uit de doden; bv nw / zn gen mann mv van het bv nw / zn νεκρος = nekros: dode). LXX (8). NT (79). Rom (12): (1) Rom 1,4. (2) Rom 4,24. (3) Rom 6,4. (4) Rom 6,9. (5) Rom 6,13. (6) Rom 7,4. (7) Rom 8,11. (8) Rom 8,11. (9) Rom 10,7. (10) Rom 10,9. (11) Rom 11,15. (12) Rom 14,9.

nekros (dode) bijbel  OT  NT  Mt  Mc Lc  Joh  syn. ev Hnd  Br Rom 1 Kor  2 Kor  Gal Ef  Fil  Kol  1 Tes  2 Tes  1 Tim  2 Tim Tit Film Heb Jak 1 Pe 2 Pe 1 Joh 2 Joh  3 Joh  Jud  Ab  Apk 
nom. enk. nekros 12 3 9   1 3       1                                                 4
gen. enk. nekrou 8 7 1                                                               1
dat. enk. nekrôi 7 7                                                                  
acc. enk. nekron 19 16 3             1 2                                        
nom. mv. nekroi 25 11 14 2   2 1   7                                         2
gen. mv. nekrôn 82 8 74 7 6 7 6 20  26  13 32 11                        30  3
dat. mv. nekrois 9 7 2               2                                        
acc. mv. nekrous 29 13 16 2   1 1 1 9                             2
Totaal   191 72 119 11 7 13 8 31 39  16 52 14  12                    47  12

21. - 22. εκ νεκρων (= ek nekrôn: uit doden). NT (44). Rom (11): ¨[(1) Rom 1,4.] (2) Rom 4,24. (3) Rom 6,4. (4) Rom 6,9. (5) Rom 6,13. (6) Rom 7,4. (7) Rom 8,11. (8) Rom 8,11. (9) Rom 10,7. (10) Rom 10,9. (11) Rom 11,15. (12) Rom 14,9.

25ὃς παρεδόθη διὰ τὰ παραπτώματα ἡμῶν καὶ ἠγέρθη διὰ τὴν δικαίωσιν ἡμῶν.

1ti oun eroumen eurèkenai abraam ton propatora èmôn kata sarka; 2ei gar abraam ex ergôn edikaiôthè, echei kauchèma: all ou pros theon. 3ti gar è grafè legei; episteusen de abraam tô theô, kai elogisthè autô eis dikaiosunèn. 4tô de ergazomenô o misthos ou logizetai kata charin alla kata ofeilèma: 5tô de mè ergazomenô, pisteuonti de epi ton dikaiounta ton asebè, logizetai è pistis autou eis dikaiosunèn, 6kathaper kai dauid legei ton makarismon tou anthrôpou ô o theos logizetai dikaiosunèn chôris ergôn, 7makarioi ôn afethèsan ai anomiai kai ôn epekalufthèsan ai amartiai: 8makarios anèr ou ou mè logisètai kurios amartian. 9o makarismos oun outos epi tèn peritomèn è kai epi tèn akrobustian; legomen gar, elogisthè tô abraam è pistis eis dikaiosunèn. 10pôs oun elogisthè; en peritomè onti è en akrobustia; ouk en peritomè all en akrobustia: 11kai sèmeion elaben peritomès, sfragida tès dikaiosunès tès pisteôs tès en tè akrobustia, eis to einai auton patera pantôn tôn pisteuontôn di akrobustias, eis to logisthènai [kai] autois [tèn] dikaiosunèn, 12kai patera peritomès tois ouk ek peritomès monon alla kai tois stoichousin tois ichnesin tès en akrobustia pisteôs tou patros èmôn abraam. 13ou gar dia nomou è epaggelia tô abraam è tô spermati autou, to klèronomon auton einai kosmou, alla dia dikaiosunès pisteôs: 14ei gar oi ek nomou klèronomoi, kekenôtai è pistis kai katèrgètai è epaggelia: 15o gar nomos orgèn katergazetai: ou de ouk estin nomos, oude parabasis. 16dia touto ek pisteôs, ina kata charin, eis to einai bebaian tèn epaggelian panti tô spermati, ou tô ek tou nomou monon alla kai tô ek pisteôs abraam {os estin patèr pantôn èmôn, 17kathôs gegraptai oti patera pollôn ethnôn tetheika se} katenanti ou episteusen theou tou zôopoiountos tous nekrous kai kalountos ta mè onta ôs onta: 18os par elpida ep elpidi episteusen eis to genesthai auton patera pollôn ethnôn kata to eirèmenon, outôs estai to sperma sou: 19kai mè asthenèsas tè pistei katenoèsen to eautou sôma [èdè] nenekrômenon, ekatontaetès pou uparchôn, kai tèn nekrôsin tès mètras sarras, 20eis de tèn epaggelian tou theou ou diekrithè tè apistia all enedunamôthè tè pistei, dous doxan tô theô 21kai plèroforètheis oti o epèggeltai dunatos estin kai poièsai. 22dio [kai] elogisthè autô eis dikaiosunèn. 23ouk egrafè de di auton monon oti elogisthè autô, 24alla kai di èmas ois mellei logizesthai, tois pisteuousin epi ton egeiranta ièsoun ton kurion èmôn ek nekrôn, 25os paredothè dia ta paraptômata èmôn kai ègerthè dia tèn dikaiôsin èmôn.