HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 25 - Hnd 25 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,23-27 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd (Handelingen) : overzicht , Hnd : woordgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Hnd : commentaar ,
Hnd 1 , Hnd 2 , Hnd 3 , Hnd 4 , Hnd 5 , Hnd 6 , Hnd 7 , Hnd 8 , Hnd 9 , Hnd 10 , Hnd 11 , Hnd 12 , Hnd 13 , Hnd 14 , Hnd 15 , Hnd 16 , Hnd 17 , Hnd 18 , Hnd 19 , Hnd 20 , Hnd 21 , Hnd 22 , Hnd 23 , Hnd 24 , Hnd 25 , Hnd 26 , Hnd 27 , Hnd 28 ,
Uitleg per pericope - Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,23-27 -
- Hnd 25,1-5 : Aanklacht tegen Paulus .
- Hnd 25,6-12 : Paulus voor Festus ; beroep op de keizer .
- Hnd 25,13-22 : Festus en Agrippa .
- Hnd 25,23-27 : Paulus verdedigt zich voor Agrippa en Bernice .
Uitleg vers per vers : - Hnd 25,1 - Hnd 25,2 - Hnd 25,3 - Hnd 25,4 - Hnd 25,5 - Hnd 25,6 - Hnd 25,7 - Hnd 25,8 - Hnd 25,9 - Hnd 25,10 - Hnd 25,11 - Hnd 25,12 - Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 - Hnd 25,23 - Hnd 25,24 - Hnd 25,25 - Hnd 25,26 - Hnd 25,27 -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts (Vlaams Blok) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , Nieuwe Testament , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

Hnd 25,1-5 . Aanklacht tegen Paulus . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,1 - Hnd 25,2 - Hnd 25,3 - Hnd 25,4 - Hnd 25,5 -

Hnd 25,1 - Hnd 25,1 : Aanklacht tegen Paulus . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,1 - Hnd 25,2 - Hnd 25,3 - Hnd 25,4 - Hnd 25,5 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1fèstos oun epibas tè eparcheia meta treis èmeras anebè eis ierosoluma apo kaisareias,   1 Festus ergo cum venisset in provinciam post triduum ascendit Hierosolymam a Caesarea  1 Festus dan, in de provincie gekomen zijnde, ging na drie dagen van Cesarea op naar Jeruzalem.     [1] Drie dagen nadat Festus* in zijn provincie was aangekomen, ging hij van Caesarea* naar Jeruzalem.  [1] Drie dagen nadat Festus zijn intrede in de provincie had gedaan, ging hij van Caesarea naar Jeruzalem.   1 ¶ Festus zet voet in zijn gebied en klimt drie dagen later op naar Jeruzalem, vanuit Caesarea.   1. Trois jours après son arrivée dans la province, Festus monta de Césarée à Jérusalem.

King James Bible . [1] Now when Festus was come into the province, after three days he ascended from Caesarea to Jerusalem.
Luther-Bibel . 1 Als nun Festus ins Land gekommen war, zog er nach drei Tagen von Cäsarea hinauf nach Jerusalem.

Tekstuitleg van Hnd 25,1 .

Hnd 25,2 - Hnd 25,2 : Aanklacht tegen Paulus . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,1 - Hnd 25,2 - Hnd 25,3 - Hnd 25,4 - Hnd 25,5 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2enefanisan te autô oi archiereis kai oi prôtoi tôn ioudaiôn kata tou paulou, kai parekaloun auton   2 adieruntque eum principes sacerdotum et primi Iudaeorum adversus Paulum et rogabant eum  2 En de hogepriester, en de voornaamsten der Joden, verschenen voor hem tegen Paulus en baden hem,     [2] Daar stelden de hogepriesters en de voornaamste Joden hem van hun aanklacht* op de hoogte.   [2] Daar dienden de hogepriesters en de andere Joodse leiders een klacht tegen Paulus bij hem in. Bovendien vroegen ze hem   2 Voor hem verschijnen de overpriesters en de oversten van de Judeeërs, betreffende Paulus; ze hebben zijn hulp ingeroepen   

King James Bible . [2] Then the high priest and the chief of the Jews informed him against Paul, and besought him,
Luther-Bibel . 2 Da erschienen die Hohenpriester und die Angesehensten der Juden vor ihm gegen Paulus und drangen in ihn

Tekstuitleg van Hnd 25,2 .

Hnd 25,3 - Hnd 25,3 : Aanklacht tegen Paulus . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,1 - Hnd 25,2 - Hnd 25,3 - Hnd 25,4 - Hnd 25,5 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3aitoumenoi charin kat autou opôs metapempsètai auton eis ierousalèm, enedran poiountes anelein auton kata tèn odon.  3 postulantes gratiam adversum eum ut iuberet perduci eum Hierusalem insidias tendentes ut eum interficerent in via  3 Begerende gunst tegen hem, opdat hij hem zou doen komen te Jeruzalem; en leggende een lage, om hem op den weg om te brengen.    [3] Ze vroegen hem bovendien om een gunst, gericht tegen Paulus: ze verzochten hem Paulus naar Jeruzalem te laten komen en wilden een hinderlaag leggen om hem onderweg te vermoorden.  [3] of hij hun een gunst wilde bewijzen door Paulus naar Jeruzalem te laten overbrengen, want ze hadden het plan opgevat hem onderweg te vermoorden. 3 en als gunst van hem gevraagd dat hij hem naar Jeruzalem laat halen, zodat zij een hinderlaag kunnen leggen om hem onderweg uit de weg te ruimen.  3. contre celui-ci, ils sollicitaient comme une faveur qu'il fût transféré à Jérusalem ; ils préparaient un guet-apens pour le tuer en chemin. 

King James Bible . [3] And desired favour against him, that he would send for him to Jerusalem, laying wait in the way to kill him.
Luther-Bibel . 3 und baten ihn um die Gunst, dass er Paulus nach Jerusalem kommen ließe; denn sie wollten ihm einen Hinterhalt legen, um ihn unterwegs umzubringen.

Tekstuitleg van Hnd 25,3 .

Hnd 25,4 - Hnd 25,4 : Aanklacht tegen Paulus . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,1 - Hnd 25,2 - Hnd 25,3 - Hnd 25,4 - Hnd 25,5 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4o men oun fèstos apekrithè tèreisthai ton paulon eis kaisareian, eauton de mellein en tachei ekporeuesthai:   4 Festus autem respondit servari Paulum in Caesarea se autem maturius profecturum  4 Doch Festus antwoordde, dat Paulus te Cesarea bewaard werd, en dat hij zelf haast derwaarts zou verreizen.    [4] Maar Festus antwoordde dat Paulus nu eenmaal in Caesarea gevangen zat en dat hijzelf zeer binnenkort zou vertrekken.   [4] Festus antwoordde dat Paulus in Caesarea in hechtenis zou blijven, maar dat hijzelf daar binnenkort weer heen zou gaan.   4 Dus antwoordt Festus dat Paulus in Caesarea wordt gehouden, maar dat hijzelf er weldra naar zal afreizen.  4. Mais Festus répondit que Paul devait rester en prison à Césarée, que lui-même d'ailleurs allait partir tout de suite. 

King James Bible . [4] But Festus answered, that Paul should be kept at Caesarea, and that he himself would depart shortly thither.
Luther-Bibel . 4 Da antwortete Festus, Paulus werde weiter in Gewahrsam gehalten in Cäsarea; er selber aber werde in Kürze wieder dahin ziehen.

Tekstuitleg van Hnd 25,4 .

Hnd 25,5 - Hnd 25,5 : Aanklacht tegen Paulus . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,1 - Hnd 25,2 - Hnd 25,3 - Hnd 25,4 - Hnd 25,5 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5oi oun en umin, fèsin, dunatoi sugkatabantes ei ti estin en tô andri atopon katègoreitôsan autou. 5 qui ergo in vobis ait potentes sunt descendentes simul si quod est in viro crimen accusent eum  5 Die dan, zeide hij, onder u kunnen, dat zij mede afreizen, en zo er iets onbehoorlijks in dezen man is, dat zij hem beschuldigen.     [5] ‘Laten uw leiders dan maar met mij meegaan’, zei hij, ‘om de man aan te klagen, indien er op hem iets aan te merken is.’  [5] ‘Laten degenen onder u die bevoegd zijn meegaan,’ zei hij, ‘en laten ze deze man aanklagen als hij iets heeft gedaan dat ontoelaatbaar is.’ [  5 Dus kunnen de vermogenden onder u, verklaart hij, mee afdalen en als er iets mis is aan de man hem beschuldigen!   5. « Que ceux donc d'entre vous qui ont qualité, dit-il, descendent avec moi et, si cet homme est coupable en quelque manière, qu'ils le mettent en accusation. » 

King James Bible . [5] Let them therefore, said he, which among you are able, go down with me, and accuse this man, if there be any wickedness in him.
Luther-Bibel . 5 Die nun unter euch ermächtigt sind, sprach er, die lasst mit hinabziehen und den Mann verklagen, wenn etwas Unrechtes an ihm ist.

Tekstuitleg van Hnd 25,5 .

Hnd 25,6-12 . Paulus voor Festus ; beroep op de keizer . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,6 - Hnd 25,7 - Hnd 25,8 - Hnd 25,9 - Hnd 25,10 - Hnd 25,11 - Hnd 25,12 -

Hnd 25,6 - Hnd 25,6 : Paulus voor Festus ; beroep op de keizer . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,6 - Hnd 25,7 - Hnd 25,8 - Hnd 25,9 - Hnd 25,10 - Hnd 25,11 - Hnd 25,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6diatripsas de en autois èmeras ou pleious oktô è deka, katabas eis kaisareian, tè epaurion kathisas epi tou bèmatos ekeleusen ton paulon achthènai.  6 demoratus autem inter eos dies non amplius quam octo aut decem descendit Caesaream et altera die sedit pro tribunali et iussit Paulum adduci  6 En als hij onder hen niet meer dan tien dagen doorgebracht had, kwam hij af naar Cesarea; en des anderen daags, op den rechterstoel gezeten zijnde, beval hij, dat Paulus zou voor gebracht worden.    [6] Na een verblijf van hoogstens acht of tien dagen vertrok hij naar Caesarea. De volgende dag zette hij zich op de rechterstoel en gaf opdracht om Paulus voor te leiden.   6] Hij bleef niet langer dan acht tot tien dagen bij hen, en vertrok toen naar Caesarea. De volgende dag al opende hij de rechtszitting en gaf bevel om Paulus voor te leiden.   6 Hij brengt bij hen niet meer dan acht of tien dagen door en daalt dan af naar Caesarea. De volgende morgen gaat hij zitten op de rechterstoel en beveelt dat Paulus moet worden gebracht.  6. Après avoir passé chez eux huit à dix jours au plus, il descendit à Césarée et, siégeant au tribunal le lendemain, il fit amener Paul. 

King James Bible . [6] And when he had tarried among them more than ten days, he went down unto Caesarea; and the next day sitting on the judgment seat commanded Paul to be brought.
Luther-Bibel . 6 Nachdem aber Festus bei ihnen nicht mehr als acht oder zehn Tage gewesen war, zog er hinab nach Cäsarea. Und am nächsten Tag setzte er sich auf den Richterstuhl und ließ Paulus holen.

Tekstuitleg van Hnd 25,6 .

14. - 15. tèi (de = echter / oun = derhalve, bijgevolg) epaurion ('s anderendaags) . Verwijzing : tèi epaurion ('s anderendaags) , zie Joh 1,35 . ep (afkorting van epi : op , bij) - aurion (morgen) . In zeventien verzen in het N.T. . In tien verzen tèi epaurion (a) , in zes verzen tèi de epaurion (b) , in één vers tèi oun epaurion (c) . In tien verzen in Hnd : (1) Hnd 10,9 (b) . (2) Hnd 10,23 (b) . (3) Hnd 10,24 (b) . (4) Hnd 14,20 (a) . (5) Hnd 20,7 (a) . (6) Hnd 21,8 (b) . (7) Hnd 22,30 (b) . (8) Hnd 23,32 (b) . (9) Hnd 25,6 (a) . (10) Hnd 25,23 (c) .

Hnd 25,7 - Hnd 25,7 : Paulus voor Festus ; beroep op de keizer . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,6 - Hnd 25,7 - Hnd 25,8 - Hnd 25,9 - Hnd 25,10 - Hnd 25,11 - Hnd 25,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7paragenomenou de autou periestèsan auton oi apo ierosolumôn katabebèkotes ioudaioi, polla kai barea aitiômata kataferontes a ouk ischuon apodeixai,  7 qui cum perductus esset circumsteterunt eum qui ab Hierosolyma descenderant Iudaei multas et graves causas obicientes quas non poterant probare  7 En als hij daar gekomen was, stonden de Joden, die van Jeruzalem afgekomen waren, rondom hem, vele en zware beschuldigingen tegen Paulus voortbrengende, die zij niet konden bewijzen;    [7] Meteen gingen de Joden die uit Jeruzalem gekomen waren om hem heen staan en brachten een groot aantal zware beschuldigingen tegen hem in, die ze niet konden bewijzen.  [7] Toen Paulus verscheen, gingen de Joden uit Jeruzalem om hem heen staan en brachten allerlei zware beschuldigingen tegen hem in, die ze niet konden bewijzen.   7 Als die is aangekomen komen de Judeeërs die van Jeruzalem zijn afgedaald rondom hem staan, en brengen zij vele en zware beschuldigingen in, die ze niet kunnen aantonen,–  7. Quand celui-ci fut arrivé, les Juifs descendus de Jérusalem l'entourèrent, portant contre lui des accusations multiples et graves, qu'ils n'étaient pas capables de prouver. 

King James Bible . [7] And when he was come, the Jews which came down from Jerusalem stood round about, and laid many and grievous complaints against Paul, which they could not prove.
Luther-Bibel . 7 Als der aber vor ihn kam, umringten ihn die Juden, die von Jerusalem herabgekommen waren, und brachten viele und schwere Klagen gegen ihn vor, die sie aber nicht beweisen konnten.

Tekstuitleg van Hnd 25,7 .

Hnd 25,8 - Hnd 25,8 : Paulus voor Festus ; beroep op de keizer . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,6 - Hnd 25,7 - Hnd 25,8 - Hnd 25,9 - Hnd 25,10 - Hnd 25,11 - Hnd 25,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8tou paulou apologoumenou oti oute eis ton nomon tôn ioudaiôn oute eis to ieron oute eis kaisara ti èmarton.  8 Paulo autem rationem reddente quoniam neque in legem Iudaeorum neque in templum neque in Caesarem quicquam peccavi   8 Dewijl hij, verantwoordende, zeide: Ik heb noch tegen de wet der Joden, noch tegen den tempel, noch tegen den keizer iets gezondigd.    [8] Paulus verweerde zich: ‘Noch tegen de Joodse wet noch tegen de tempel noch tegen de keizer heb ik iets misdreven.’   [8] Paulus voerde tot zijn verdediging aan: ‘Ik heb geen enkel misdrijf gepleegd, niet tegen de Joodse wet, niet tegen de tempel en niet tegen de keizer!’   8 terwijl Paulus als verdediging aanvoert: noch tegen de Wet der Judeeërs, noch tegen het heiligdom noch tegen Caesar heb ik in iets gezondigd!  8. Paul se défendait : « Je n'ai, disait-il, commis aucune faute contre la Loi des Juifs, ni contre le Temple, ni contre César. » 

King James Bible . [8] While he answered for himself, Neither against the law of the Jews, neither against the temple, nor yet against Caesar, have I offended any thing at all.
Luther-Bibel . 8 Paulus aber verteidigte sich: Ich habe mich weder am Gesetz der Juden noch am Tempel noch am Kaiser versündigt.

Tekstuitleg van Hnd 25,8 .

Hnd 25,9 - Hnd 25,9 : Paulus voor Festus ; beroep op de keizer . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,6 - Hnd 25,7 - Hnd 25,8 - Hnd 25,9 - Hnd 25,10 - Hnd 25,11 - Hnd 25,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9o fèstos de thelôn tois ioudaiois charin katathesthai apokritheis tô paulô eipen, theleis eis ierosoluma anabas ekei peri toutôn krithènai ep emou;  9 Festus autem volens Iudaeis gratiam praestare respondens Paulo dixit vis Hierosolymam ascendere et ibi de his iudicari apud me  9 Maar Festus, willende den Joden gunst bewijzen, antwoordde Paulus, en zeide: Wilt gij naar Jeruzalem opgaan, en aldaar voor mij over deze dingen geoordeeld worden?     [9] Maar Festus wilde de Joden een gunst bewijzen en zei tegen Paulus: ‘Wilt u niet naar Jeruzalem om daar in deze zaak voor mij* terecht te staan?’   [9] Maar Festus wilde de Joden ter wille zijn, en daarom vroeg hij Paulus: ‘Wilt u naar Jeruzalem gaan om daar in mijn aanwezigheid voor deze zaak terecht te staan?’   9 Maar omdat Festus de Judeeërs een gunst wil bewijzen, zegt hij ten antwoord tot Paulus: wilt u naar Jeruzalem opklimmen en daar over deze dingen in mijn bijzijn worden beoordeeld?  9. Voulant faire plaisir aux Juifs, Festus répondit à Paul : « Veux-tu monter à Jérusalem pour y être jugé là-dessus en ma présence ? » 

King James Bible . [9] But Festus, willing to do the Jews a pleasure, answered Paul, and said, Wilt thou go up to Jerusalem, and there be judged of these things before me?
Luther-Bibel . 9 Festus aber wollte den Juden eine Gunst erweisen und antwortete Paulus und sprach: Willst du hinauf nach Jerusalem und dich dort in dieser Sache von mir richten lassen?

Tekstuitleg van Hnd 25,9 .

Hnd 25,10 - Hnd 25,10 : Paulus voor Festus ; beroep op de keizer . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,6 - Hnd 25,7 - Hnd 25,8 - Hnd 25,9 - Hnd 25,10 - Hnd 25,11 - Hnd 25,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10eipen de o paulos, epi tou bèmatos kaisaros estôs eimi, ou me dei krinesthai. ioudaious ouden èdikèsa, ôs kai su kallion epiginôskeis.  10 dixit autem Paulus ad tribunal Caesaris sto ubi me oportet iudicari Iudaeis non nocui sicut tu melius nosti   10 En Paulus zeide: Ik sta voor den rechterstoel des keizers, waar ik geoordeeld moet worden; den Joden heb ik geen onrecht gedaan; gelijk gij ook zeer wel weet.    [10] ‘Ik sta hier voor de keizerlijke* rechterstoel,’ antwoordde Paulus, ‘en daar behoor ik terecht te staan. Ik heb de Joden niets misdaan, zoals ook u heel goed weet.   [10] Paulus antwoordde echter: ‘Ik sta hier voor de keizerlijke rechtbank, en hier moet ik terechtstaan. Ik heb de Joden geen enkel onrecht aangedaan, zoals ook u heel goed weet.   10 Maar Paulus zegt: ik sta nu voor de rechterstoel van Caesar en daar moet ik berecht worden!– aan Judeeërs heb ik geen enkel onrecht begaan, zoals ú ook het beste weet;  10. Mais Paul répliqua : « Je suis devant le tribunal de César ; c'est là que je dois être jugé. Je n'ai fait aucun tort aux Juifs, tu le sais très bien toi-même. 

King James Bible .[10] Then said Paul, I stand at Caesar's judgment seat, where I ought to be judged: to the Jews have I done no wrong, as thou very well knowest.
Luther-Bibel . 10 Paulus aber sprach: Ich stehe vor des Kaisers Gericht; da muss ich gerichtet werden. Den Juden habe ich kein Unrecht getan, wie auch du sehr wohl weißt.

Tekstuitleg van Hnd 25,10 .

13. dei (moet) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . Actief praesens derde persoon enkelvoud van het werkwoord deô (moeten) . In vierennegentig verzen in de bijbel . In achttien verzen in het O.T. . In zesenzeventig verzen in het N.T. . In vijftien verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,21 . (2) Hnd 3,21 . (3) Hnd 4,12 . (4) Hnd 5,29 . (5) Hnd 9,6 . (6) Hnd 9,16 . (7) Hnd 14,22 . (8) Hnd 15,5 . (9) Hnd 16,30 . (10) Hnd 19,21 . (11) Hnd 20,35 . (12) Hnd 23,11 . (13) Hnd 25,10 . (14) Hnd 27,24 . (15) Hnd 27,26 .

Hnd 25,11 - Hnd 25,11 : Paulus voor Festus ; beroep op de keizer . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,6 - Hnd 25,7 - Hnd 25,8 - Hnd 25,9 - Hnd 25,10 - Hnd 25,11 - Hnd 25,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11ei men oun adikô kai axion thanatou pepracha ti, ou paraitoumai to apothanein: ei de ouden estin ôn outoi katègorousin mou, oudeis me dunatai autois charisasthai: kaisara epikaloumai.  11 si enim nocui aut dignum morte aliquid feci non recuso mori si vero nihil est eorum quae hii accusant me nemo potest me illis donare Caesarem appello  11 Want indien ik onrecht doe, en iets des doods waardig gedaan heb, ik weiger niet te sterven; maar indien er niets is van hetgeen, waarvan dezen mij beschuldigen, zo kan niemand mij hun uit gunst overgeven. Ik beroep mij op den keizer.    [11] Als ik werkelijk een misdadiger ben en iets gedaan heb waarop de doodstraf staat, dan zal ik niet om gratie vragen. Maar als hun beschuldigingen tegen mij op niets berusten, dan kan niemand mij zomaar aan hen uitleveren. Ik beroep me op de keizer*.’  [11] Mocht ik toch schuldig zijn en iets hebben gedaan waarop de doodstraf staat, dan zal ik me niet aan deze straf onttrekken, maar als de beschuldigingen die deze mensen tegen me inbrengen op niets berusten, kan niemand me aan hen uitleveren. Ik beroep me op de keizer!’  11 dus als ik in het ongelijk sta en iets heb bedreven dat de doodstraf waard is, zal ik niet om gratie vragen; maar als het niets is waarvan zij mij beschuldigen, kan niemand hen begunstigen met mij als inzet; op Caesar beroep ik mij!   11. Mais si je suis réellement coupable, si j'ai commis quelque crime qui mérite la mort, je ne refuse pas de mourir. Si, par contre, il n'y a rien de fondé dans les accusations de ces gens-là contre moi, nul n'a le droit de me céder à eux. J'en appelle à César ! » 

King James Bible . [11] For if I be an offender, or have committed any thing worthy of death, I refuse not to die: but if there be none of these things whereof these accuse me, no man may deliver me unto them. I appeal unto Caesar.
Luther-Bibel . 11 Habe ich aber Unrecht getan und todeswürdig gehandelt, so weigere ich mich nicht zu sterben; ist aber nichts an dem, dessentwegen sie mich verklagen, so darf mich ihnen niemand preisgeben. Ich berufe mich auf den Kaiser!

Tekstuitleg van Hnd 25,11 .

19. houtoi (deze) , zie Hnd 1,14 . Aanwijzend voornaamwoord nominatief mannelijk meervoud . In 382 verzen in de bijbel . In veertien verzen in Hnd : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,7 . (3) Hnd 2,15 . (4) Hnd 11,12 . (5) Hnd 16,17 . (6) Hnd 16,20 . (7) Hnd 17,6 . (8) Hnd 17,7 . (9) Hnd 17,11 . (10) Hnd 20,5 . (11) Hnd 24,15 . (12) Hnd 24,20 . (13) Hnd 25,11 . (14) Hnd 27,31 .

Hnd 25,12 - Hnd 25,12 : Paulus voor Festus ; beroep op de keizer . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,6 - Hnd 25,7 - Hnd 25,8 - Hnd 25,9 - Hnd 25,10 - Hnd 25,11 - Hnd 25,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12tote o fèstos sullalèsas meta tou sumbouliou apekrithè, kaisara epikeklèsai, epi kaisara poreusè.   12 tunc Festus cum consilio locutus respondit Caesarem appellasti ad Caesarem ibis   12 Toen antwoordde Festus, als hij met den raad gesproken had: Hebt gij u op den keizer beroepen? Gij zult tot den keizer gaan.    [12] Na overleg met zijn raadgevers verklaarde Festus toen: ‘Op de keizer heeft u zich beroepen, naar de keizer zult u gaan.’  [12] Na overleg met zijn raadgevers verklaarde Festus toen: ‘U hebt u beroepen op de keizer, dan zult u ook naar de keizer gaan!’  12 Dan antwoordt Festus, nadat hij met de raad gesproken heeft: op Caesar hebt u zich beroepen naar Caesar zult u gaan!   12. Alors Festus, après en avoir conféré avec son conseil répondit : « Tu en appelles à César, tu iras devant César. » 

King James Bible . [12] Then Festus, when he had conferred with the council, answered, Hast thou appealed unto Caesar? unto Caesar shalt thou go.
Luther-Bibel . 12 Da besprach sich Festus mit seinen Ratgebern und antwortete: Auf den Kaiser hast du dich berufen, zum Kaiser sollst du ziehen.

Tekstuitleg van Hnd 25,12 .

Hnd 25,13-22 . Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -

Hnd 25,13 - Hnd 25,13 : Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13èmerôn de diagenomenôn tinôn agrippas o basileus kai bernikè katèntèsan eis kaisareian aspasamenoi ton fèston.   13 et cum dies aliquot transacti essent Agrippa rex et Bernice descenderunt Caesaream ad salutandum Festum   13 En als enige dagen voorbijgegaan waren, kwamen de koning Agrippa en Bernice te Cesarea, om Festus te begroeten.     [13] Enkele dagen later kwamen koning Agrippa* en Bernice in Caesarea om Festus een beleefdheidsbezoek te brengen. [  [13] Enkele dagen later kwamen koning Agrippa en Bernice naar Caesarea om bij Festus hun opwachting te maken.  13 ¶ Enkel dagen verder komen koning Agrippa en Bernice naar Caearea om Festus te begroeten.  13. Quelques jours plus tard, le roi Agrippa et Bérénice arrivèrent à Césarée et vinrent saluer Festus. 

King James Bible . [13] And after certain days king Agrippa and Bernice came unto Caesarea to salute Festus.
Luther-Bibel . 13 Nach einigen Tagen kamen König Agrippa und Berenike nach Cäsarea, Festus zu begrüßen.

Tekstuitleg van Hnd 25,13 .

Hnd 25,14 - Hnd 25,14 : Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14ôs de pleious èmeras dietribon ekei, o fèstos tô basilei anetheto ta kata ton paulon legôn, anèr tis estin kataleleimmenos upo fèlikos desmios,   14 et cum dies plures ibi demorarentur Festus regi indicavit de Paulo dicens vir quidam est derelictus a Felice vinctus   14 En toen zij aldaar vele dagen doorgebracht hadden, heeft Festus de zaken van Paulus aan den koning verhaald, zeggende: Hier is een zeker man van Felix gevangen gelaten;     14] Tijdens hun verblijf aldaar, dat verscheidene dagen duurde, legde Festus* de zaak Paulus voor aan de koning. ‘Felix* heeft hier een gevangene achtergelaten  [14] Tijdens hun verblijf, dat verscheidene dagen duurde, sprak Festus met de koning over de rechtszaak tegen Paulus. Hij zei: ‘Er is hier een man die door Felix als gevangene is achtergelaten.  14 Als ze daar verscheidene dagen hebben doorgebracht, legt Festus aan de koning de zaken tegen Paulus voor; hij zegt: er is door Felix een of andere man gevangen achtergelaten,   14. Comme leur séjour se prolongeait, Festus exposa au roi l'affaire de Paul : « Il y a ici, dit-il, un homme que Félix a laissé en captivité.  

King James Bible . [14] And when they had been there many days, Festus declared Paul's cause unto the king, saying, There is a certain man left in bonds by Felix:
Luther-Bibel . 14 Und als sie mehrere Tage dort waren, legte Festus dem König die Sache des Paulus vor und sprach: Da ist ein Mann von Felix als Gefangener zurückgelassen worden;

Tekstuitleg van Hnd 25,14 .

Hnd 25,15 - Hnd 25,15 : Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15peri ou genomenou mou eis ierosoluma enefanisan oi archiereis kai oi presbuteroi tôn ioudaiôn, aitoumenoi kat autou katadikèn: 15 de quo cum essem Hierosolymis adierunt me principes sacerdotum et seniores Iudaeorum postulantes adversus illum damnationem   15 Om wiens wil, als ik te Jeruzalem was, de overpriesters en de ouderlingen der Joden verschenen, begerende vonnis tegen hem;     [15] over wie de hogepriesters en de oudsten van de Joden met mij hebben gesproken toen ik in Jeruzalem was. Ze vroegen om zijn veroordeling, maar ik heb hun te verstaan gegeven   [15] Toen ik in Jeruzalem was hebben de hogepriesters en de oudsten van de Joden een klacht tegen hem ingediend en om zijn veroordeling verzocht.  15 over wie, toen ik in Jeruzalem was, de overpriesters en oudsten der Judeeërs voor mij verschenen met de vraag om een veroordeling van hem;  15. Pendant que j'étais à Jérusalem, les grands prêtres et les anciens des Juifs ont porté plainte à son sujet, demandant sa condamnation.  

King James Bible . [15] About whom, when I was at Jerusalem, the chief priests and the elders of the Jews informed me, desiring to have judgment against him.
Luther-Bibel . 15 um dessentwillen erschienen die Hohenpriester und Ältesten der Juden vor mir, als ich in Jerusalem war, und baten, ich solle ihn richten lassen.

Tekstuitleg van Hnd 25,15 .

8. - 12. οἱ αρχιερεις και οἱ πρεσβυτεροι = hoi archiereis kai hoi presbuteroi (de hogepriesters en de oudsten) . NT (7) : (1) Mt 21,23 . (2) Mt 26,59 . (3) Mt 27,1 . (4) Mt 27,20 . (5) Mc 14,53 . (6) Hnd 4,23 . (7) Hnd 25,15 .

Hnd 25,16 - Hnd 25,16 : Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16pros ous apekrithèn oti ouk estin ethos rômaiois charizesthai tina anthrôpon prin è o katègoroumenos kata prosôpon echoi tous katègorous topon te apologias laboi peri tou egklèmatos.   16 ad quos respondi quia non est consuetudo Romanis donare aliquem hominem priusquam is qui accusatur praesentes habeat accusatores locumque defendendi accipiat ad abluenda crimina  16 Aan dewelke ik antwoordde, dat de Romeinen de gewoonte niet hebben, enigen mens uit gunst ter dood over te geven, eer de beschuldigde de beschuldigers tegenwoordig heeft, en plaats van verantwoording gekregen heeft over de beschuldiging.    [16] dat Romeinen niet gewoon zijn iemand uit handen te geven voordat de beschuldigde tegenover zijn beschuldigers heeft gestaan en de gelegenheid heeft gehad zich tegen de aanklacht te verweren.   [16] Ik heb hun geantwoord dat het bij de Romeinen niet gebruikelijk is iemand uit te leveren zonder dat hij tegenover zijn aanklagers heeft gestaan en de kans heeft gekregen zich tegen de aanklacht te verdedigen.   16 ik heb aan hen geantwoord dat het geen Romeinse gewoonte is om met zomaar een mens als inzet een gunst te verlenen voordat de beschuldigde de beschuldigers te zien heeft gehad en gelegenheid heeft gekregen voor een verdediging inzake de aanklacht;   16. Je leur ai répondu que les Romains n'ont pas l'habitude de céder un homme avant que, ayant été accusé, il ait eu ses accusateurs en face de lui et qu'on lui ait donné la possibilité de se défendre contre l'inculpation. 

King James Bible . [16] To whom I answered, It is not the manner of the Romans to deliver any man to die, before that he which is accused have the accusers face to face, and have licence to answer for himself concerning the crime laid against him.
Luther-Bibel . 16 Denen antwortete ich: Es ist der Römer Art nicht, einen Angeklagten preiszugeben, bevor er seinen Klägern gegenüberstand und Gelegenheit hatte, sich gegen die Anklage zu verteidigen.

Tekstuitleg van Hnd 25,16 .

Hnd 25,17 - Hnd 25,17 : Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17sunelthontôn oun [autôn] enthade anabolèn mèdemian poièsamenos tè exès kathisas epi tou bèmatos ekeleusa achthènai ton andra:   17 cum ergo huc convenissent sine ulla dilatione sequenti die sedens pro tribunali iussi adduci virum  17 Als zij dan gezamenlijk alhier gekomen waren, zo heb ik, geen uitstel nemende, des daags daaraan op den rechterstoel gezeten, en beval, dat de man zoude voor gebracht worden;     [17] Ze kwamen toen mee hiernaartoe en zonder verder uitstel heb ik me de volgende dag op de rechterstoel gezet en opdracht gegeven de man voor te leiden.   [17] Toen ze hier bijeen waren gekomen, heb ik de zaak niet langer uitgesteld, maar heb ik al de volgende dag de rechtszitting geopend en bevel gegeven hem voor te leiden.  17 dus toen ze mee hierheen kwamen ben ik zonder uitstel de volgende dag op de rechterstoel gaan zitten en heb bevolen dat de man gebracht moest worden;   17. Ils sont donc venus ici avec moi, et, sans y apporter aucun délai, dès le lendemain, j'ai siégé à mon tribunal et fait amener l'homme.  

King James Bible . [17] Therefore, when they were come hither, without any delay on the morrow I sat on the judgment seat, and commanded the man to be brought forth.
Luther-Bibel . 17 Als sie aber hier zusammenkamen, duldete ich keinen Aufschub, sondern hielt am nächsten Tag Gericht und ließ den Mann vorführen.

Tekstuitleg van Hnd 25,17 .

Hnd 25,18 - Hnd 25,18 : Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18peri ou stathentes oi katègoroi oudemian aitian eferon ôn egô upenooun ponèrôn,   18 de quo cum stetissent accusatores nullam causam deferebant de quibus ego suspicabar malum  18 Over welken de beschuldigers, hier staande, geen zaak hebben voorgebracht, waarvan ik vermoedde;     [18] Ik had verwacht dat de aanklagers hem zouden beschuldigen van bepaalde misdaden. Maar toen ze om hem heen stonden   [18] De aanklagers gingen om hem heen staan, maar beschuldigden hem niet van het soort misdrijven dat ik had verwacht.   18 de beschuldigers die om hem heen stonden hebben niets strafwaardigs aangedragen van de boze dingen die ik vermoedde;  18. Mis en sa présence, les accusateurs n'ont soulevé aucun grief concernant des forfaits que, pour ma part, j'aurais soupçonnés.  

King James Bible . [18] Against whom when the accusers stood up, they brought none accusation of such things as I supposed:
Luther-Bibel . 18 Als seine Ankläger auftraten, brachten sie keine Anklage vor wegen Vergehen, wie ich sie erwartet hatte.

Tekstuitleg van Hnd 25,18 .

Hnd 25,19 - Hnd 25,19 : Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19zètèmata de tina peri tès idias deisidaimonias eichon pros auton kai peri tinos ièsou tethnèkotos, on efasken o paulos zèn.   19 quaestiones vero quasdam de sua superstitione habebant adversus eum et de quodam Iesu defuncto quem adfirmabat Paulus vivere   19 Maar hadden tegen hem enige vragen van hun godsdienst, en van zekeren Jezus, Die gestorven was, Welken Paulus zeide te leven.    [19] hadden ze alleen een verschil van mening met hem over hun eigen godsdienst en over een zekere Jezus, een dode van wie Paulus beweerde dat Hij leeft.  [19] Wel bleken er geschilpunten te bestaan met betrekking tot hun godsdienst en een zekere Jezus, die dood is, maar van wie Paulus beweert dat hij leeft.   19 ze hadden enkel geschillen over hun eigen godengeloof tegen hem, en over ene Jezus, ter dood gebracht, van wie Paulus beweerde dat hij leeft;   19. Ils avaient seulement avec lui je ne sais quelles contestations touchant leur religion à eux et touchant un certain Jésus, qui est mort, et que Paul affirme être en vie. 

King James Bible . [19] But had certain questions against him of their own superstition, and of one Jesus, which was dead, whom Paul affirmed to be alive.
Luther-Bibel . 19 Sie hatten aber Streit mit ihm über einige Fragen ihres Glaubens und über einen verstorbenen Jesus, von dem Paulus behauptete, er lebe.

Tekstuitleg van Hnd 25,19 .

Hnd 25,20 - Hnd 25,20 : Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20aporoumenos de egô tèn peri toutôn zètèsin elegon ei bouloito poreuesthai eis ierosoluma kakei krinesthai peri toutôn.  20 haesitans autem ego de huiusmodi quaestione dicebam si vellet ire Hierosolymam et ibi iudicari de istis  20 En als ik over de onderzoeking van deze zaak in twijfeling was, zeide ik, of hij wilde gaan naar Jeruzalem, en aldaar over deze dingen geoordeeld worden.    [20] Omdat ik geen raad weet met het onderzoek naar dit soort kwesties, heb ik gevraagd of hij naar Jeruzalem zou willen gaan om daar in deze zaak terecht te staan.   [20] Omdat ik niet goed wist hoe ik deze kwesties moest onderzoeken, vroeg ik of hij bereid was naar Jeruzalem te gaan om daar terecht te staan.  20 toen ik vastliep met het onderzoek naar deze dingen, heb ik gezegd of hij naar Jeruzalem zou willen gaan om daar berecht te worden voor deze dingen;  20. Pour moi, embarrassé devant un débat de ce genre, je lui ai demandé s'il voulait aller à Jérusalem pour y être jugé là-dessus.  

King James Bible . [20] And because I doubted of such manner of questions, I asked him whether he would go to Jerusalem, and there be judged of these matters.
Luther-Bibel . 20 Da ich aber von diesem Streit nichts verstand, fragte ich, ob er nach Jerusalem reisen und sich dort deswegen richten lassen wolle.

Tekstuitleg van Hnd 25,20 .

11. poreuesthai . Verwijzing : poreuomai (zich op weg begeven, op weg gaan) , zie Mt 2,9 . Zie ook poreuomai = zich op weg begeven (bij Marcus) , zie Mc 10,1 . Infintief praesens . In vierenzeventig verzen in de bijbel . In zestien verzen in het N.T. . Mt (0) . Mc (0) . Lc (7) . Joh (1) . Hnd (6) . 2 Kor (2) . In zeven verzen bij Lucas : (1) Lc 4,42 . (2) Lc 9,51 . (3) Lc 10,38 . (4) Lc 13,33 . (5) Lc 17,11 . (6) Lc 22,33 . (7) Lc 24,28 . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 14,16 . (3) Hnd 17,14 . (4) Hnd 19,21 . (5) Hnd 20,1 . (6) Hnd 25,20 .

Hnd 25,21 - Hnd 25,21 : Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21tou de paulou epikalesamenou tèrèthènai auton eis tèn tou sebastou diagnôsin, ekeleusa tèreisthai auton eôs ou anapempsô auton pros kaisara.  21 Paulo autem appellante ut servaretur ad Augusti cognitionem iussi servari eum donec mittam eum ad Caesarem  21 En als Paulus zich beriep, dat men hem tot de kennis des keizers bewaren zou, zo heb ik bevolen, dat hij bewaard zoude worden, ter tijd toe, dat ik hem tot den keizer zenden zou.     [21] Maar Paulus ging in beroep, zodat hij hangende de beslissing van Zijne Majesteit in hechtenis zou blijven. Daarom heb ik opdracht gegeven hem gevangen te houden totdat ik hem naar de keizer kan zenden.’  [21] Maar toen beriep hij zich op de keizer en verkoos om in gevangenschap te blijven tot zijne keizerlijke hoogheid een uitspraak heeft gedaan. Ik heb opdracht gegeven om hem in hechtenis te houden tot ik hem naar de keizer kan zenden.’   21 maar toen Paulus in beroep ging om vastgehouden te worden voor de verkenning door Zijne Eerbiedwaardige, heb ik bevolen dat hij vastgehouden zou worden totdat ik hem zou opsturen naar Caesar!  21. Mais Paul ayant interjeté appel pour que son cas fût réservé au jugement de l'auguste empereur, j'ai ordonné de le garder jusqu'à ce que je l'envoie à César. » 

King James Bible . [21] But when Paul had appealed to be reserved unto the hearing of Augustus, I commanded him to be kept till I might send him to Caesar.
Luther-Bibel . 21 Als aber Paulus sich auf sein Recht berief, bis zur Entscheidung des Kaisers in Gewahrsam zu bleiben, ließ ich ihn gefangen halten, bis ich ihn zum Kaiser senden könnte.

Tekstuitleg van Hnd 25,21 .

Hnd 25,22 - Hnd 25,22 : Festus en Agrippa . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,13 - Hnd 25,14 - Hnd 25,15 - Hnd 25,16 - Hnd 25,17 - Hnd 25,18 - Hnd 25,19 - Hnd 25,20 - Hnd 25,21 - Hnd 25,22 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22agrippas de pros ton fèston, eboulomèn kai autos tou anthrôpou akousai. aurion, fèsin, akousè autou.  22 Agrippa autem ad Festum volebam et ipse hominem audire cras inquit audies eum  22 En Agrippa zeide tot Festus: Ik wilde ook zelf dien mens wel horen. En hij zeide: Morgen zult gij hem horen.     [22] ‘Ik zou zelf die man ook wel eens willen horen’, zei Agrippa tegen Festus. ‘Morgen,’ zei hij, ‘dan zul je hem horen.’  [22] Agrippa zei tegen Festus: ‘Ik zou die man zelf weleens willen horen.’ ‘Morgen,’ zei Festus, ‘zult u hem horen.’  22 Agrippa tot Festus: die mens zou ik zelf ook willen horen! Morgen, verklaart hij, zul je hem horen!  22. Agrippa dit à Festus : « Je voudrais, moi aussi, entendre cet homme. » - « Demain, dit-il, tu l'entendras. » 

King James Bible . [22] Then Agrippa said unto Festus, I would also hear the man myself. To morrow, said he, thou shalt hear him.
Luther-Bibel . 22 Agrippa sprach zu Festus: Ich möchte den Menschen auch gerne hören. Er aber sprach: Morgen sollst du ihn hören.

Tekstuitleg van Hnd 25,22 .

11. akousai . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Actief infinitief aorist . In eenenzestig verzen in de bijbel . In zeventien verzen in het N.T. . Mt (2) . Lc (3) . Hnd (11) . Jak 1,19 . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 10,22 . (2) Hnd 10,33 . (3) Hnd 13,7 . (4) Hnd 13,44 . (5) Hnd 15,7 . (6) Hnd 19,10 . (7) Hnd 22,14 . (8) Hnd 24,4 . (9) Hnd 25,22 . (10) Hnd 26,3 . (11) Hnd 28,22 .

Hnd 25,23-27 . Paulus verdedigt zich voor Agrippa en Bernice . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,23-27 -- Hnd 25,23 - Hnd 25,24 - Hnd 25,25 - Hnd 25,26 - Hnd 25,27 -

Hnd 25,23 - Hnd 25,23 : Paulus verdedigt zich voor Agrippa en Bernice . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,23-27 -- Hnd 25,23 - Hnd 25,24 - Hnd 25,25 - Hnd 25,26 - Hnd 25,27 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23tè oun epaurion elthontos tou agrippa kai tès bernikès meta pollès fantasias kai eiselthontôn eis to akroatèrion sun te chiliarchois kai andrasin tois kat exochèn tès poleôs, kai keleusantos tou fèstou èchthè o paulos.  23 altera autem die cum venisset Agrippa et Bernice cum multa ambitione et introissent in auditorium cum tribunis et viris principalibus civitatis et iubente Festo adductus est Paulus   23 Des anderen daags dan, als Agrippa gekomen was en Bernice, met grote pracht, en als zij ingegaan waren in het rechthuis, met de oversten over duizend, en de mannen, die de voornaamsten de stad waren, werd Paulus op bevel van Festus voor gebracht.     [23] Dus verschenen de volgende dag Agrippa en Bernice in vol ornaat, en ze gingen de gehoorzaal binnen, vergezeld door tribunen* en de voornaamsten van de stad. Op bevel van Festus werd Paulus voorgeleid.   [23] De volgende dag verschenen Agrippa en Bernice in vol ornaat. Samen met de legeraanvoerders en de voornaamste inwoners van de stad betraden ze de ontvangstzaal, waarna Paulus op bevel van Festus werd voorgeleid.  23 Dus komt de volgende morgen Agrippa, en Bernice ook, met veel vertoon aan en gaan zij samen met oversten over duizenden, mannen aan de top van de stad, de ontvangstzaal binnen; als Festus het beveelt wordt Paulus gebracht.   23. Le lendemain donc, Agrippa et Bérénice vinrent en grande pompe et se rendirent à la salle d'audience, entourés des tribuns et des notabilités de la ville. Sur l'ordre de Festus, on amena Paul.  

King James Bible . [23] And on the morrow, when Agrippa was come, and Bernice, with great pomp, and was entered into the place of hearing, with the chief captains, and principal men of the city, at Festus' commandment Paul was brought forth.
Luther-Bibel . 23 Und am nächsten Tag kamen Agrippa und Berenike mit großem Gepränge und gingen in den Palast mit den Hauptleuten und vornehmsten Männern der Stadt. Und als Festus es befahl, wurde Paulus gebracht.

Tekstuitleg van Hnd 25,23 .

1. - 3. tèi (de = echter / oun = derhalve, bijgevolg) epaurion ('s anderendaags) . Verwijzing : tèi epaurion ('s anderendaags) , zie Joh 1,35 . ep (afkorting van epi : op , bij) - aurion (morgen) . In zeventien verzen in het N.T. . In tien verzen tèi epaurion (a) , in zes verzen tèi de epaurion (b) , in één vers tèi oun epaurion (c) . In tien verzen in Hnd : (1) Hnd 10,9 (b) . (2) Hnd 10,23 (b) . (3) Hnd 10,24 (b) . (4) Hnd 14,20 (a) . (5) Hnd 20,7 (a) . (6) Hnd 21,8 (b) . (7) Hnd 22,30 (b) . (8) Hnd 23,32 (b) . (9) Hnd 25,6 (a) . (10) Hnd 25,23 (c) .

Hnd 25,24 - Hnd 25,24 : Paulus verdedigt zich voor Agrippa en Bernice . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,23-27 -- Hnd 25,23 - Hnd 25,24 - Hnd 25,25 - Hnd 25,26 - Hnd 25,27 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24kai fèsin o fèstos, agrippa basileu kai pantes oi sumparontes èmin andres, theôreite touton peri ou apan to plèthos tôn ioudaiôn enetuchon moi en te ierosolumois kai enthade, boôntes mè dein auton zèn mèketi.  24 et dixit Festus Agrippa rex et omnes qui simul adestis nobiscum viri videtis hunc de quo omnis multitudo Iudaeorum interpellavit me Hierosolymis petens et hic clamantes non oportere eum vivere amplius   24 En Festus zeide: Koning Agrippa, en gij mannen allen, die met ons hier tegenwoordig zijt, gij ziet dezen, van welken mij de ganse menigte der Joden heeft aangesproken, beide te Jeruzalem en hier, roepende, dat hij niet meer behoort te leven.    [24] Toen zei Festus: ‘Koning Agrippa, en u allen die hier aanwezig bent! Dit is nu de man om wie alle Joden bij mij zijn gekomen, zowel in Jeruzalem als hier; ze schreeuwden dat hij niet langer in leven mocht blijven.   [24] Festus zei: ‘Koning Agrippa, en u allen die hier aanwezig bent, dit is de man om wie de hele Joodse bevolking zich tot mij heeft gewend, zowel hier als in Jeruzalem, terwijl ze luidkeels te kennen gaven dat hij niet langer het recht had om te leven.   24 Festus verklaart: koning Agrippa en alle mannen die hier met ons samen zijn!– ge aanschouwt hem over wie heel de menigte der Judeeërs mij heeft aangeklampt, zowel in Jeruzalem als hier, schreeuwend dat hij niet meer mocht leven; 24. Festus dit alors : « Roi Agrippa et vous tous ici présents avec nous, vous voyez cet homme au sujet duquel la communauté juive tout entière est intervenue auprès de moi, tant à Jérusalem qu'ici, protestant à grands cris qu'il ne fallait pas le laisser vivre davantage.  

King James Bible . [24] And Festus said, King Agrippa, and all men which are here present with us, ye see this man, about whom all the multitude of the Jews have dealt with me, both at Jerusalem, and also here, crying that he ought not to live any longer.
Luther-Bibel . 24 Und Festus sprach: König Agrippa und all ihr Männer, die ihr mit uns hier seid, da seht ihr den, um dessentwillen die ganze Menge der Juden in Jerusalem und auch hier in mich drang und schrie, er dürfe nicht länger leben.

Tekstuitleg van Hnd 25,24 .

8. pantes (allen) . Verwijzing : pas (ieder, elk) , zie Mc 2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie Hnd 1,14 : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,4 . (4) Hnd 2,12 . (5) Hnd 2,14 . (6) Hnd 2,32 . (7) Hnd 2,44 . (8) Hnd 3,24 . (9) Hnd 4,21 . (10) Hnd 5,17 . (11) Hnd 5,36 . (12) Hnd 5,37 . (13) Hnd 6,15 . (14) Hnd 8,1 . (15) Hnd 8,10 . (16) Hnd 9,21 . (17) Hnd 9,26 . (18) Hnd 9,35 . (19) Hnd 10,33 . (20) Hnd 10,43 . (21) Hnd 16,33 . (22) Hnd 17,7 . (23) Hnd 17,21 . (24) Hnd 18,17 . (25) Hnd 19,7 . (26) Hnd 20,25 . (27) Hnd 21,18 . (28) Hnd 21,20 . (29) Hnd 21,24 . (30) Hnd 22,3 . (31) Hnd 25,24 . (32) Hnd 26,4 . (33) Hnd 27,36 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd 2,1) . (1) Hnd 2,7 . (2) Hnd 4,31 . (3) Hnd 5,12 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 16,3 . (6) Hnd 16,28 .

19. nom. + acc. onz. enk. plèthos (menigte, veelheid) . Taalgebruik in het N.T. : plèthos (menigte, veelheid) . Taalgebruik in Hnd : plèthos (menigte, veelheid) . Hnd (12) : (1) Hnd 2,6 . (2) Hnd 5,16 . (3) Hnd 6,2 . (4) Hnd 14,1 . (5) Hnd 14,4 . (6) Hnd 15,12 . (7) Hnd 15,30 . (8) Hnd 17,4 . (9) Hnd 21,36 . (10) Hnd 23,7 . (11) Hnd 25,24 . (12) Hnd 28,3 . Een vorm van plèthos (menigte, veelheid) in Hnd in 17 verzen : 12 + 5 : (1) Hnd 4,32 . (2) Hnd 5,14 . (3) Hnd 6,5 . (4) Hnd 19,9 . (5) Hnd 21,22 .

17. - 19. (a)pan to plèthos (de hele menigte) . N.T. (3) : (1) Lc 1,10 . (2) Hnd 15,12 . (3) Hnd 25,24 .

Hnd 25,25 - Hnd 25,25 : Paulus verdedigt zich voor Agrippa en Bernice . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,23-27 -- Hnd 25,23 - Hnd 25,24 - Hnd 25,25 - Hnd 25,26 - Hnd 25,27 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25egô de katelabomèn mèden axion auton thanatou peprachenai, autou de toutou epikalesamenou ton sebaston ekrina pempein. 25 ego vero conperi nihil dignum eum morte admisisse ipso autem hoc appellante Augustum iudicavi mittere  25 Maar ik bevonden hebbende, dat hij niets des doods waardig gedaan had, en dewijl hij ook zelf zich op den keizer beroepen heeft, heb besloten hem te zenden.     [25] Maar ik heb begrepen dat hij niets heeft gedaan waarop de doodstraf staat, en toen hijzelf in beroep ging heb ik besloten hem naar Zijne Majesteit te zenden.   [25] Voorzover ik weet heeft hij niets misdreven waarop de doodstraf staat, maar aangezien hij zich op zijne keizerlijke hoogheid heeft beroepen, heb ik besloten hem naar Rome te zenden.   25 maar voorzover ik kon vernemen heeft hij niets bedreven dat een doodstraf waard is, maar toen hij zelf zich beriep op Zijne Eerbiedwaardige, heb ik besloten hem op te sturen;  25. Pour moi, j'ai reconnu qu'il n'a rien fait qui mérite la mort ; cependant, comme il en a lui-même appelé à l'auguste empereur, j'ai décidé de le lui envoyer. 

King James Bible . [25] But when I found that he had committed nothing worthy of death, and that he himself hath appealed to Augustus, I have determined to send him.
Luther-Bibel . 25 Als ich aber erkannte, dass er nichts getan hatte, das des Todes würdig war, und er auch selber sich auf den Kaiser berief, beschloss ich, ihn dorthin zu senden.

Tekstuitleg van Hnd 25,25 .

Hnd 25,26 - Hnd 25,26 : Paulus verdedigt zich voor Agrippa en Bernice . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,23-27 -- Hnd 25,23 - Hnd 25,24 - Hnd 25,25 - Hnd 25,26 - Hnd 25,27 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26peri ou asfales ti grapsai tô kuriô ouk echô: dio proègagon auton ef umôn kai malista epi sou, basileu agrippa, opôs tès anakriseôs genomenès schô ti grapsô:  26 de quo quid certum scribam domino non habeo propter quod produxi eum ad vos et maxime ad te rex Agrippa ut interrogatione facta habeam quid scribam   26 Van welken ik niets zekers heb aan den heer te schrijven; daarom heb ik hem voor ulieden voorgebracht, en meest voor u, koning Agrippa, opdat ik, na gedane onderzoeking, wat heb te schrijven.     [26] Maar wat precies ik onze heer* nu moet schrijven weet ik niet, en daarom heb ik hem voor u laten brengen, en in het bijzonder voor u, koning Agrippa, om na afloop van het verhoor te weten wat ik schrijven moet.   [26] Ik kan mijn heer echter niets concreets over hem schrijven, en daarom heb ik hem hier laten voorleiden, in het bijzonder voor u, koning Agrippa, om na afloop van dit verhoor iets op schrift te kunnen stellen.   26 maar ik heb over hem niets vaststaan om aan onze heer te schrijven; daarom heb ik hem aan u allen voorgeleid, en het meest aan u, koning Agrippa, opdat ik, als een gerechtelijk onderzoek geweest is, iets te schrijven heb;   26. Je n'ai rien de bien précis à écrire au Seigneur sur son compte ; c'est pourquoi je l'ai fait comparaître devant vous, devant toi surtout, roi Agrippa, afin qu'après cet interrogatoire, j'aie quelque chose à écrire. 

King James Bible . [26] Of whom I have no certain thing to write unto my lord. Wherefore I have brought him forth before you, and specially before thee, O king Agrippa, that, after examination had, I might have somewhat to write.
Luther-Bibel . 26 Etwas Sicheres über ihn aber habe ich nicht, das ich meinem Herrn schreiben könnte. Darum habe ich ihn vor euch bringen lassen, vor allem aber vor dich, König Agrippa, damit ich nach geschehenem Verhör etwas hätte, was ich schreiben könnte.

Tekstuitleg van Hnd 25,26 .

Hnd 25,27 - Hnd 25,27 : Paulus verdedigt zich voor Agrippa en Bernice . - bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) - Hnd 25 -- Hnd 25,1-5 -- Hnd 25,6-12 -- Hnd 25,13-22 -- Hnd 25,23-27 -- Hnd 25,23 - Hnd 25,24 - Hnd 25,25 - Hnd 25,26 - Hnd 25,27 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27alogon gar moi dokei pemponta desmion mè kai tas kat autou aitias sèmanai.   27 sine ratione enim mihi videtur mittere vinctum et causas eius non significare  27 Want het dunkt mij tegen rede, een gevangene te zenden, en niet ook de beschuldigingen, die tegen hem zijn, te kennen te geven.    [27] Want het heeft, dunkt me, geen zin een gevangene te sturen zonder ook de beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht te vermelden.’  [27] Het lijkt me namelijk zinloos om een gevangene naar Rome te sturen zonder melding te maken van de tegen hem ingebrachte beschuldigingen.’  27 want het lijkt me onzinnig om een gevangene te sturen zonder ook de beschuldigingen tegen hem te vermelden!   27. Il me paraît absurde, en effet, d'envoyer un prisonnier sans indiquer en même temps les charges qui pèsent sur lui. » 

King James Bible . [27] For it seemeth to me unreasonable to send a prisoner, and not withal to signify the crimes laid against him.
Luther-Bibel . 27 Denn es erscheint mir unsinnig, einen Gefangenen zu schicken und keine Beschuldigung gegen ihn anzugeben.

Tekstuitleg van Hnd 25,27 .


Griekse tekst

1fèstos oun epibas tè eparcheia meta treis èmeras anebè eis ierosoluma apo kaisareias, 2enefanisan te autô oi archiereis kai oi prôtoi tôn ioudaiôn kata tou paulou, kai parekaloun auton 3aitoumenoi charin kat autou opôs metapempsètai auton eis ierousalèm, enedran poiountes anelein auton kata tèn odon. 4o men oun fèstos apekrithè tèreisthai ton paulon eis kaisareian, eauton de mellein en tachei ekporeuesthai: 5oi oun en umin, fèsin, dunatoi sugkatabantes ei ti estin en tô andri atopon katègoreitôsan autou. 6diatripsas de en autois èmeras ou pleious oktô è deka, katabas eis kaisareian, tè epaurion kathisas epi tou bèmatos ekeleusen ton paulon achthènai. 7paragenomenou de autou periestèsan auton oi apo ierosolumôn katabebèkotes ioudaioi, polla kai barea aitiômata kataferontes a ouk ischuon apodeixai, 8tou paulou apologoumenou oti oute eis ton nomon tôn ioudaiôn oute eis to ieron oute eis kaisara ti èmarton. 9o fèstos de thelôn tois ioudaiois charin katathesthai apokritheis tô paulô eipen, theleis eis ierosoluma anabas ekei peri toutôn krithènai ep emou; 10eipen de o paulos, epi tou bèmatos kaisaros estôs eimi, ou me dei krinesthai. ioudaious ouden èdikèsa, ôs kai su kallion epiginôskeis. 11ei men oun adikô kai axion thanatou pepracha ti, ou paraitoumai to apothanein: ei de ouden estin ôn outoi katègorousin mou, oudeis me dunatai autois charisasthai: kaisara epikaloumai. 12tote o fèstos sullalèsas meta tou sumbouliou apekrithè, kaisara epikeklèsai, epi kaisara poreusè. 13èmerôn de diagenomenôn tinôn agrippas o basileus kai bernikè katèntèsan eis kaisareian aspasamenoi ton fèston. 14ôs de pleious èmeras dietribon ekei, o fèstos tô basilei anetheto ta kata ton paulon legôn, anèr tis estin kataleleimmenos upo fèlikos desmios, 15peri ou genomenou mou eis ierosoluma enefanisan oi archiereis kai oi presbuteroi tôn ioudaiôn, aitoumenoi kat autou katadikèn: 16pros ous apekrithèn oti ouk estin ethos rômaiois charizesthai tina anthrôpon prin è o katègoroumenos kata prosôpon echoi tous katègorous topon te apologias laboi peri tou egklèmatos. 17sunelthontôn oun [autôn] enthade anabolèn mèdemian poièsamenos tè exès kathisas epi tou bèmatos ekeleusa achthènai ton andra: 18peri ou stathentes oi katègoroi oudemian aitian eferon ôn egô upenooun ponèrôn, 19zètèmata de tina peri tès idias deisidaimonias eichon pros auton kai peri tinos ièsou tethnèkotos, on efasken o paulos zèn. 20aporoumenos de egô tèn peri toutôn zètèsin elegon ei bouloito poreuesthai eis ierosoluma kakei krinesthai peri toutôn. 21tou de paulou epikalesamenou tèrèthènai auton eis tèn tou sebastou diagnôsin, ekeleusa tèreisthai auton eôs ou anapempsô auton pros kaisara. 22agrippas de pros ton fèston, eboulomèn kai autos tou anthrôpou akousai. aurion, fèsin, akousè autou. 23tè oun epaurion elthontos tou agrippa kai tès bernikès meta pollès fantasias kai eiselthontôn eis to akroatèrion sun te chiliarchois kai andrasin tois kat exochèn tès poleôs, kai keleusantos tou fèstou èchthè o paulos. 24kai fèsin o fèstos, agrippa basileu kai pantes oi sumparontes èmin andres, theôreite touton peri ou apan to plèthos tôn ioudaiôn enetuchon moi en te ierosolumois kai enthade, boôntes mè dein auton zèn mèketi. 25egô de katelabomèn mèden axion auton thanatou peprachenai, autou de toutou epikalesamenou ton sebaston ekrina pempein. 26peri ou asfales ti grapsai tô kuriô ouk echô: dio proègagon auton ef umôn kai malista epi sou, basileu agrippa, opôs tès anakriseôs genomenès schô ti grapsô: 27alogon gar moi dokei pemponta desmion mè kai tas kat autou aitias sèmanai.