HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 23 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 -- Hnd
23,1-10 -- Hnd
23,11 -- Hnd 23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -
- Bibliografie
- Literatuur
- Liturgisch
gebruik - Overzicht
bijbelboeken - Overzicht
van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht
van deze website - -
Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd
(Handelingen) : overzicht , Hnd
: woordgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Hnd
: commentaar ,
Hnd
1 , Hnd 2 ,
Hnd 3 , Hnd
4 , Hnd 5 ,
Hnd 6 , Hnd
7 , Hnd 8 ,
Hnd 9 , Hnd
10 , Hnd 11
, Hnd 12 , Hnd
13 , Hnd 14
, Hnd 15 , Hnd
16 , Hnd 17
, Hnd 18 , Hnd
19 , Hnd 20
, Hnd 21 , Hnd
22 , Hnd 23
, Hnd 24 , Hnd
25 , Hnd 26
, Hnd 27 , Hnd
28 ,
Uitleg per pericope - Hnd
23,1-10 -- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -
- Hnd 23,1-10
: Voor het Sanhedrin .
- Hnd
23,11 : Paulus bemoedigd .
- Hnd
23,12-22 : Complot tegen Paulus .
- Hnd 23,23-35
: Paulus naar Caesarea overgebracht .
Uitleg vers per vers : - Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - Hnd
23,11 - Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 -
WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE
VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email:
arseen.de.kesel@pandora.be
.
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/
en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ
DE HAND - NIEUW
- OVERZICHT
- TIJDSCHRIFTEN
-
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B
- C - D
- E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y - Z
HOOFDTHEMA'S :
allochtonen , armoede , bahá'í
, bezinningsteksten
, bijbel , bijbel en koran ,
boeddhisme ,
christendom ,
extreemrechts
(Vlaams Blok)
, fundamentalisme
, globalisering en antiglobalisering
, hindoeïsme
, interlevensbeschouwelijke
dialoog , interreligieuze
meditatie , islam , jodendom
, koran
, levensbeschouwing
, levensbeschouwing / godsdienst
en onderwijs , racisme , samenleving ,
sikhisme , spiritualiteit
, tewerkstelling
van allochtonen , vluchtelingen
en asielzoekers , vrijzinnigheid
, witte scholen , multiculturele
scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige
beschouwingen , Het
kleine of grote ongenoegen
|
Woordenschat
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik
Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht
, bijbelverwijzingen
, Oude Testament
, Pentateuch
, Historische
boeken , Profeten
, Wijsheidsboeken
, Nieuwe
Testament , Evangelies
, Synoptici
, Brieven
van Paulus , Apostolische
brieven .
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus) ,
Lv (Leviticus) ,
Nu (Numeri) , Dt
(Deuteronomium) , Joz
(Jozua) , Re (Rechters)
, Rt (Ruth) , 1
S (1 Samuël) , 2
S (2 Samuël) , 1
K (1 Koningen) , 2
K (2 Koningen) , 1
Kr ( 1 Kronieken) , 2
Kr (2 Kronieken) , Ezr
(Ezra) , Neh (Nehemia)
, Tob (Tobia) ,
Jdt (Judith) ,
Est (Esther) ,
1 Mak (1 Makkabeeën)
, 2 Mak (2 Makkabeeën)
, Job , Ps
(Psalmen ) , Spr
(Spreuken) , Pr
(Prediker) , Hl
(Hooglied) , W (Wijsheid)
, Sir (Sirach)
, Js (Jesaja) ,
Jr (Jeremia) , Kl
(Klaagliederen) , Bar
(Baruch) , Ez (Ezechiël)
, Da (Daniël)
, Hos (Hosea) ,
Jl (Joël) ,
Am (Amos) , Ob
(Obadja) , Jon
(Jona) , Mi (Micha)
, Nah (Nahum) ,
Hab (Habakuk) ,
Sef (Sefanja) ,
Hag (Haggai) ,
Zach (Zacharia)
, Mal (Maleachi)
.
- NT : Mt (Matteüs)
- Mc (Marcus)
- Lc (Lucas) -
Joh (Johannes)
- Hnd (Handelingen)
, Rom (Rome) ,
1 Kor (Korinte)
, 2 Kor (Korinte)
, Gal (Galatië)
, Ef (Efese) , Fil
(Filippi) , Kol
(Kolosse) , 1 Tes
(Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit
(Titus) , Film
(Filemon) , Heb
(Hebreeën) , Jak
(Jakobus) , 1 Pe
(Petrus) , 2 Pe
(Petrus) , 1 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , Jud
(Judas) , Apk (Apokalyps)
.
Overzicht van de
bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie
bijbel -
bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Hnd 23,1-10 :
Voor het Sanhedrin : - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 -- Hnd
23,1-10 -- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 -
Hnd 23,1 - Hnd
23,1 : Voor het Sanhedrin : Hnd
22,30 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
1atenisas de o paulos tô sunedriô eipen,
andres adelfoi, egô pasè suneidèsei agathè
pepoliteumai tô theô achri tautès tès èmeras.
|
1 intendens autem concilium Paulus ait viri fratres
ego omni conscientia bona conversatus sum ante Deum usque in hodiernum
diem |
1 En Paulus, de ogen op den raad houdende, zeide:
Mannen broeders! ik heb met alle goed geweten voor God gewandeld tot
op dezen dag. |
|
[1] Paulus liet zijn blik over het Sanhedrin gaan
en zei: ‘Broeders, mijn hele leven tot op de dag van vandaag
leef ik met* een volkomen zuiver geweten voor God.’ |
[1] Paulus vestigde zijn blik op de leden van het
Sanhedrin en zei: ‘Broeders, ik heb een volstrekt zuiver geweten,
want tot op de dag van vandaag heb ik mijn leven altijd in dienst
gesteld van God.’ |
1 ¶ Paulus kijkt het sanhedrin strak aan en
zegt: mannen broeders, ik heb met een geheel goed geweten tot op deze
dag gewandeld voor God! |
1. Fixant du regard le Sanhédrin, Paul dit
: « Frères, c'est tout à fait en bonne conscience
que je me suis conduit devant Dieu jusqu'à ce jour. » |
|
King James Bible . [1] And Paul, earnestly beholding the council, said, Men
and brethren, I have lived in all good conscience before God until this day.
Luther-Bibel . 1 Paulus aber sah den Hohen Rat an und sprach: Ihr Männer,
liebe Brüder, ich habe mein Leben mit gutem Gewissen vor Gott geführt
bis auf diesen Tag.
Tekstuitleg van Hnd
23,1 .
6. sunedriôi (sanhedrin) . Verwijzing : sunedrion
(sanhedrin) , zie Mc
14,55 . In zeven verzen in het N.T. In één vers bij Matteüs
: Mt
5,22 . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd
5,27 . (2) Hnd
5,34 . (3) Hnd
6,15 . (4) Hnd
23,1 : tôi sunedriôi = aan het sanhedrin . (5) Hnd
23,6 . (6) Hnd
23,15 : sun tôi sunedriôi = samen met het sanhedrin . In vier
verzen en tôi sunedriôi = in het sanhedrin : (1) Hnd
5,27 . (2) Hnd
5,34 . (3) Hnd
6,15 . (5) Hnd
23,6 .
Hnd 23,2 - Hnd
23,2 : Voor het Sanhedrin : Hnd
22,30 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
2o de archiereus ananias epetaxen tois parestôsin
autô tuptein autou to stoma. |
2 princeps autem sacerdotum Ananias praecepit adstantibus
sibi percutere os eius |
2 Maar de hogepriester Ananias beval dengenen, die
bij hem stonden, dat zij hem op den mond zouden slaan. |
|
[2] De hogepriester Ananias* gaf zijn helpers het
bevel om hem op de mond te slaan. |
[2] Ananias, de hogepriester, gaf degenen die naast
hem stonden opdracht hem op zijn mond te slaan. |
2 Maar hogepriester Ananias geeft wie bij hem staan
opdracht hem op de mond te slaan. |
2. Mais le grand prêtre Ananie ordonna à
ses assistants de le frapper sur la bouche. |
|
King James Bible . [2] And the high priest Ananias commanded them that stood
by him to smite him on the mouth.
Luther-Bibel . 2 Der Hohepriester Hananias aber befahl denen, die um ihn standen,
ihn auf den Mund zu schlagen.
Tekstuitleg van Hnd
23,2 .
3. archiereus (hogepriester) . Verwijzing : archiereis
(hogepriesters) , zie Mt
2,4 . De eerste in de rij van priesters . De nominatief enkelvoud archiereus
(priester) komt in zevenendertig verzen in de bijbel voor . O.T. (9) . N.T.
(28) . Mt (3) . Mc (3) . Joh (4) . Hnd (9) . In negen verzen in de Hebreeënbrief
.In negen verzen in Handelingen : (1) Hnd
4,6 . (2) Hnd
5,17 . (3) Hnd
5,21 . (4) Hnd
5,27 . (5) Hnd
7,1 . (6) Hnd
22,5 . (7) Hnd
23,2 . (8) Hnd
23,5 . (9) Hnd
24,1 .
4. Anananias (Ananias) , zie Hnd
5,1 . In negentien verzen in de bijbel . O.T. (11) . N.T. (8) en wel in
Hnd : (1) Hnd
5,1 . (2) Hnd
5,5 . (3) Hnd
9,10 . (4) Hnd
9,13 . (5) Hnd
9,17 . (6) Hnd
22,12 . (7) Hnd
23,2 . (8) Hnd
24,1 .
Hnd 23,3 - Hnd
23,3 : Voor het Sanhedrin : Hnd
22,30 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
3tote o paulos pros auton eipen, tuptein se mellei
o theos, toiche kekoniamene: kai su kathè krinôn me kata
ton nomon, kai paranomôn keleueis me tuptesthai; |
3 tunc Paulus ad eum dixit percutiet te Deus paries
dealbate et tu sedens iudicas me secundum legem et contra legem iubes
me percuti |
3 Toen zeide Paulus tot hem: God zal u slaan, gij
gewitte wand! Zit gij ook om mij te oordelen naar de wet, en beveelt
gij, tegen de wet, dat men mij zal slaan? |
|
[3] Toen zei Paulus tegen hem: ‘God zal u
slaan, witgekalkte* muur! U zit hier om mij volgens de wet te berechten,
en u overtreedt* de wet door mij te laten slaan?’ |
[3] Daarop zei Paulus tegen hem: ‘God zal
ú slaan, huichelaar! U zit daar om volgens de wet recht over
mij te spreken, en toch overtreedt u zelf de wet door bevel te geven
mij te slaan?’ |
3 Dan zegt Paulus tot hem: God gaat jou slaan, witgekalkte
wand!– tegelijk zit jij hier om mij te oordelen volgens de Wet
én beveel je tegen de Wet in mij te slaan! |
3. Alors Paul lui dit : « C'est Dieu qui
te frappera, toi, muraille blanchie ! Eh quoi ! Tu sièges pour
me juger d'après la Loi, et, au mépris de la Loi, tu
ordonnes de me frapper ! » |
|
King James Bible . [3] Then said Paul unto him, God shall smite thee, thou
whited wall: for sittest thou to judge me after the law, and commandest me to
be smitten contrary to the law?
Luther-Bibel . 3 Da sprach Paulus zu ihm: Gott wird dich schlagen, du getünchte
Wand! Sitzt du da und richtest mich nach dem Gesetz und lässt mich schlagen
gegen das Gesetz?
Tekstuitleg van Hnd
23,3 .
Hnd 23,4 - Hnd
23,4 : Voor het Sanhedrin : Hnd
22,30 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
4oi de parestôtes eipan, ton archierea tou
theou loidoreis; |
4 et qui adstabant dixerunt summum sacerdotem Dei
maledicis |
4 En die daarbij stonden, zeiden: Scheldt gij den
hogepriester Gods? |
|
[4] ‘En jij beledigt Gods hogepriester?’
zeiden de helpers. |
[4] De omstanders zeiden: ‘Scheld je de hogepriester
van God uit?’ |
4 Maar die erbij staan zeggen: je scheldt Gods hogepriester
uit! |
4. Les assistants lui dirent : « C'est le
grand prêtre de Dieu que tu insultes ? » |
|
King James Bible . [4] And they that stood by said, Revilest thou God's high
priest?
Luther-Bibel . 4 Aber die dabeistanden, sprachen: Schmähst du den Hohenpriester
Gottes?
Tekstuitleg van Hnd
23,4 .
Hnd 23,5 - Hnd
23,5 : Voor het Sanhedrin : Hnd
22,30 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
5efè te o paulos, ouk èdein, adelfoi,
oti estin archiereus: gegraptai gar oti archonta tou laou sou ouk
ereis kakôs. |
5 dixit autem Paulus nesciebam fratres quia princeps
est sacerdotum scriptum est enim principem populi tui non maledices |
5 En Paulus zeide: Ik wist niet, broeders! dat
het de hogepriester was; want er is geschreven: Den overste uws volks
zult gij niet vloeken |
|
[5] Paulus zei: ‘Dat wist* ik niet, broeders,
dat hij hogepriester is; want er staat in de Schrift: U zult de leider
van uw volk niet verwensen.’ |
[5] Toen zei Paulus: ‘Ik wist niet, broeders,
dat hij de hogepriester is. Er staat inderdaad geschreven: “Een
leider van je volk mag je niet verwensen.”’ |
5 Paulus verklaart: dat wist ik niet, broeders,
dat hij hogepriester is; want er staat geschreven: ‘over een
overste van je gemeenschap zul je geen kwaad spreken’! |
5. Paul répondit : « Je ne savais
pas, frères, que ce fût le grand prêtre. Car il
est écrit : Tu ne maudiras pas le chef de ton peuple. » |
|
King James Bible . 5] Then said Paul, I wist not, brethren, that he was the
high priest: for it is written, Thou shalt not speak evil of the ruler of thy
people.
Luther-Bibel . 5 Und Paulus sprach: Liebe Brüder, ich wusste es nicht,
dass er der Hohepriester ist. Denn es steht geschrieben (2.Mose 22,27): »Dem
Obersten deines Volkes sollst du nicht fluchen.«
Tekstuitleg van Hnd
23,5 .
10. archiereus (hogepriester) . Verwijzing : archiereis
(hogepriesters) , zie Mt
2,4 . De eerste in de rij van priesters . De nominatief enkelvoud archiereus
(priester) komt in zevenendertig verzen in de bijbel voor . O.T. (9) . N.T.
(28) . Mt (3) . Mc (3) . Joh (4) . Hnd (9) . In negen verzen in de Hebreeënbrief
.In negen verzen in Handelingen : (1) Hnd
4,6 . (2) Hnd
5,17 . (3) Hnd
5,21 . (4) Hnd
5,27 . (5) Hnd
7,1 . (6) Hnd
22,5 . (7) Hnd
23,2 . (8) Hnd
23,5 . (9) Hnd
24,1 .
Hnd 23,6 - Hnd
23,6 : Voor het Sanhedrin : Hnd
22,30 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
6gnous de o paulos oti to en meros estin saddoukaiôn
to de eteron farisaiôn ekrazen en tô sunedriô, andres
adelfoi, egô farisaios eimi, uios farisaiôn: peri elpidos
kai anastaseôs nekrôn [egô] krinomai. |
6 sciens autem Paulus quia una pars esset Sadducaeorum
et altera Pharisaeorum exclamavit in concilio viri fratres ego Pharisaeus
sum filius Pharisaeorum de spe et resurrectione mortuorum ego iudicor |
. 6 En Paulus wetende dat het ene deel was van de
Sadduceën, en het andere van de Farizeën, riep in den raad:
Mannen broeders, ik ben een Farizeër, eens Farizeërs zoon;
ik word over de hoop en opstanding der doden geoordeeld. |
|
[6] Omdat Paulus wist dat er in het Sanhedrin een
sadduceese* en een farizeese fractie was, riep hij uit: ‘Broeders,
ik ben een farizeeër, uit een geslacht van farizeeën. Ik
sta terecht omdat ik hoop op de opstanding van de doden.’ |
[6] Paulus wist dat het Sanhedrin deels uit Sadduceeën bestond
en deels uit Farizeeën, en daarom riep hij hun toe: ‘Broeders,
ik ben een Farizeeër uit een geslacht van Farizeeën, en
ik sta hier terecht omwille van de verwachting dat de doden zullen
opstaan!’ |
6 ¶ Omdat Paulus wist dat het ene deel uit
sadduceeërs bestaat en het andere uit farizeeërs heeft hij
in het sanhedrin geschreeuwd: mannen broeders, ik ben een farizeeër,
een zoon van farizeeërs, en ik word veroordeeld voor hoop en
opstanding van doden! |
6. Paul savait qu'il y avait là d'un côté
le parti des Sadducéens, de l'autre celui des Pharisiens. Il
s'écria donc dans le Sanhédrin : « Frères,
je suis, moi, Pharisien, fils de Pharisiens. C'est pour notre espérance,
la résurrection des morts, que je suis mis en jugement. » |
|
King James Bible . [6] But when Paul perceived that the one part were Sadducees,
and the other Pharisees, he cried out in the council, Men and brethren, I am
a Pharisee, the son of a Pharisee: of the hope and resurrection of the dead
I am called in question.
Luther-Bibel . 6 Als aber Paulus erkannte, dass ein Teil Sadduzäer war
und der andere Teil Pharisäer, rief er im Rat: Ihr Männer, liebe Brüder,
ich bin ein Pharisäer und ein Sohn von Pharisäern. Ich werde angeklagt
um der Hoffnung und um der Auferstehung der Toten willen.
Tekstuitleg van Hnd
23,6
18. sunedriôi (sanhedrin) . Verwijzing : sunedrion
(sanhedrin) , zie Mc
14,55 . In zeven verzen in het N.T. In één vers bij Matteüs
: Mt
5,22 . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd
5,27 . (2) Hnd
5,34 . (3) Hnd
6,15 . (4) Hnd
23,1 : tôi sunedriôi = aan het sanhedrin . (5) Hnd
23,6 . (6) Hnd
23,15 : sun tôi sunedriôi = samen met het sanhedrin . In vier
verzen en tôi sunedriôi = in het sanhedrin : (1) Hnd
5,27 . (2) Hnd
5,34 . (3) Hnd
6,15 . (5) Hnd
23,6 .
22. farisaios (farizeeër) . Verwijzing : Farisaioi
(Farizeeën) , zie Mc
2,18 . Nominatief mannelijk enkelvoud . In negen verzen in de bijbel . In
vijf verzen bij Lucas : (1) Lc
7,39 . (2) Lc
11,37 . (3) Lc
11,38 . (4) Lc
18,10 . (5) Lc
18,11 . In drie verzen in Hnd : (1) Hnd
5,34 . (2) Hnd
23,6 . (3) Hnd
26,5 . In Fil
3,5 .
Hnd 23,7 - Hnd
23,7 : Voor het Sanhedrin : Hnd
22,30 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
7touto de autou eipontos egeneto stasis tôn
farisaiôn kai saddoukaiôn, kai eschisthè to plèthos.
|
7 et cum haec dixisset facta est dissensio inter
Pharisaeos et Sadducaeos et soluta est multitudo |
7 En als hij dit gesproken had, ontstond er tweedracht
tussen de Farizeën en de Sadduceën, en de menigte werd verdeeld.
|
|
[7] Hij had dat nog niet gezegd of er ontstond
twist onder de farizeeën en sadduceeën, en de vergadering
raakte verdeeld. |
[7] Toen hij dit gezegd had, ontstond er onenigheid
tussen de Farizeeën en de Sadduceeën en raakte de vergadering
verdeeld. |
7 Maar als hij dat uitspreekt onstaat er opschudding
bij de farizeeërs en sadduceeërs, en scheurt de menigte. |
7. A peine eut-il dit cela qu'un conflit se produisit
entre Pharisiens et Sadducéens, et l'assemblée se divisa.
|
|
King James Bible . [7] And when he had so said, there arose a dissension between
the Pharisees and the Sadducees: and the multitude was divided.
Luther-Bibel . 7 Als er aber das sagte, entstand Zwietracht zwischen Pharisäern
und Sadduzäern und die Versammlung spaltete sich.
Tekstuitleg van Hnd
23,7 .
Hnd 23,8 - Hnd
23,8 : Voor het Sanhedrin : Hnd
22,30 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
8saddoukaioi men gar legousin mè einai anastasin
mète aggelon mète pneuma, farisaioi de omologousin ta
amfotera. |
8 Sadducaei enim dicunt non esse resurrectionem
neque angelum neque spiritum Pharisaei autem utrumque confitentur |
8 Want de Sadduceën zeggen, dat er geen opstanding
is, noch engel, noch geest, maar de Farizeën belijden het beide. |
|
[8] Sadduceeën zeggen immers dat er geen opstanding
is, en er geen engelen en geesten bestaan, maar farizeeën erkennen
zowel het een als het ander. |
[8] De Sadduceeën beweren immers dat er geen
opstanding is en dat engelen en geesten niet bestaan, maar de Farizeeën
geloven zowel het een als het ander. |
8 Want sadduceeërs zeggen dat er geen opstanding
is en geen engel of geest, en farizeeërs belijden allebei wél.
|
8. Les Sadducéens disent en effet qu'il n'y
a ni résurrection, ni ange, ni esprit, tandis que les Pharisiens
professent l'un et l'autre. |
|
King James Bible . [8] For the Sadducees say that there is no resurrection,
neither angel, nor spirit: but the Pharisees confess both.
Luther-Bibel . 8 Denn die Sadduzäer sagen, es gebe keine Auferstehung noch
Engel und Geister; die Pharisäer aber lehren beides.
Tekstuitleg van Hnd
23,8 .
Hnd 23,9 - Hnd
23,9 : Voor het Sanhedrin : Hnd
22,30 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
9egeneto de kraugè megalè, kai anastantes
tines tôn grammateôn tou merous tôn farisaiôn
diemachonto legontes, ouden kakon euriskomen en tô anthrôpô
toutô: ei de pneuma elalèsen autô è aggelos
|
9 factus est autem clamor magnus et surgentes quidam
Pharisaeorum pugnabant dicentes nihil mali invenimus in homine isto
quod si spiritus locutus est ei aut angelus |
9 En er geschiedde een groot geroep; en de Schriftgeleerden
van de zijde der Farizeën stonden op, en streden, zeggende: Wij
vinden geen kwaad in dezen mens; en indien een geest tot hem gesproken
heeft, of een engel, laat ons tegen God niet strijden. |
|
[9] Er ontstond groot tumult, en een aantal schriftgeleerden
van de farizeese fractie stond op en protesteerde heftig: ‘We
kunnen niets verkeerds vinden in deze man. Stel, er heeft een geest*
tot hem gesproken of een engel … ’ |
[9] Er ontstond groot tumult, en enkele schriftgeleerden
uit de kring van de Farizeeën stonden op en betoogden heftig:
‘Wij vinden dat deze man niets heeft misdaan! Het kan toch dat
een geest of een engel met hem gesproken heeft?’ |
9 Wat geschiedt is een groot geschreeuw, en er staan
enkelen van de schriftgeleerden van de groep der farizeeërs op
die de strijd aangaan en zeggen: wij vinden geen enkel kwaad in deze
mens; het is alsof een geest met hem gesproken heeft of een engel!
|
9. Il se fit donc une grande clameur. Quelques
scribes du parti des Pharisiens se levèrent et protestèrent
énergiquement : « Nous ne trouvons rien de mal en cet
homme. Et si un esprit lui avait parlé ? ou un ange ? » |
|
King James Bible . [9] And there arose a great cry: and the scribes that were
of the Pharisees' part arose, and strove, saying, We find no evil in this man:
but if a spirit or an angel hath spoken to him, let us not fight against God.
Luther-Bibel . 9 Es entstand aber ein großes Geschrei; und einige Schriftgelehrte
von der Partei der Pharisäer standen auf, stritten und sprachen: Wir finden
nichts Böses an diesem Menschen; vielleicht hat ein Geist oder ein Engel
mit ihm geredet.
Tekstuitleg van Hnd
23,9 .
26. elalèsen (hij sprak) . Verwijzing : legô
(zeggen) , zie Mt
4,6 . Actief aorist derde persoon enkelvoud . In 431 verzen in de bijbel
. In 400 verzen in het O.T. . In eenendertig verzen in het N.T. .
In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc
1,55 (kathôs ... = zoals ...) . (2) Lc
1,70 (kathôs ... = zoals ...) . (3) Lc
2,50 . (4) Lc
11,14 . (5) Lc
24,6 (hôs ... = zoals ...) .
In acht verzen in Hnd : (1) Hnd
2,31 . (2) Hnd
3,21 . (3) Hnd
7,6 . (4) Hnd
8,26 . (5) Hnd
9,27 . (6) Hnd
23,9 . (7) Hnd
28,21 . (8) Hnd
28,25 .
29. aggelos (engel) . Verwijzing : aggelos
(engel) , zie Mt
13,41 . Zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud . In 155 verzen
in de bijbel . In 108 verzen in het O.T. . In zevenenveertig verzen in het N.T.
. In elf verzen in Hnd : (1) Hnd
5,19 . (2) Hnd
7,30 . (3) Hnd
8,26 . (4) Hnd
10,7 . (5) Hnd
12,7 . (6) Hnd
12,8 . (7) Hnd
12,10 . (8) Hnd
12,15 . (9) Hnd
12,23 . (10) Hnd
23,9 . (11) Hnd
27,23 .
Hnd 23,10 - Hnd
23,10 : Voor het Sanhedrin : Hnd
22,30 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,1 - Hnd
23,2 - Hnd
23,3 - Hnd
23,4 - Hnd
23,5 - Hnd
23,6 - Hnd
23,7 - Hnd
23,8 - Hnd
23,9 - Hnd
23,10 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
10pollès de ginomenès staseôs
fobètheis o chiliarchos mè diaspasthè o paulos
up autôn ekeleusen to strateuma kataban arpasai auton ek mesou
autôn, agein te eis tèn parembolèn. |
10 et cum magna dissensio facta esset timens tribunus
ne discerperetur Paulus ab ipsis iussit milites descendere et rapere
eum de medio eorum ac deducere eum in castra |
10 En als er grote tweedracht ontstaan was, de
overste, vrezende, dat Paulus van hen verscheurd mocht worden, gebood,
dat het krijgsvolk zou afkomen, en hem uit het midden van hen wegrukken,
en in de legerplaats brengen. |
|
[10] De twist liep zo hoog op dat de tribunus*
vreesde dat ze Paulus uit elkaar zouden trekken. Hij liet daarom zijn
manschappen komen om hem tussen hen uit te halen en naar de kazerne
te brengen. |
[10] Toen de onenigheid nog toenam, vreesde de tribuun dat Paulus
door de leden van het Sanhedrin verscheurd zou worden. Hij liet een
afdeling soldaten komen om hem te ontzetten en hem terug te brengen
naar de kazerne. |
10 Nu er zoveel opschudding is, wordt de overste
over duizend bevreesd dat Paulus door hen zal worden verscheurd; hij
beveelt het krijgsvolk af te dalen, hem uit hun midden weg te rukken
en naar de kazerne te brengen. |
10. La dispute devenait de plus en plus vive. Le
tribun, craignant qu'ils ne missent Paul en pièces, fit descendre
la troupe pour l'enlever du milieu d'eux et le ramener à la
forteresse. |
|
King James Bible . [10] And when there arose a great dissension, the chief
captain, fearing lest Paul should have been pulled in pieces of them, commanded
the soldiers to go down, and to take him by force from among them, and to bring
him into the castle.
Luther-Bibel . 10 Als aber die Zwietracht groß wurde, befürchtete
der Oberst, sie könnten Paulus zerreißen, und ließ Soldaten
hinabgehen und Paulus ihnen entreißen und in die Burg führen.
Tekstuitleg van Hnd
23,10 .
Hnd 23,11 . Paulus bemoedigd . -
bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd
23,11 -
Hnd 23,11 - Hnd
23,11 : Paulus bemoedigd . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd
23,11 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
11tè de epiousè nukti epistas autô
o kurios eipen, tharsei, ôs gar diemarturô ta peri emou
eis ierousalèm outô se dei kai eis rômèn
marturèsai. |
11 sequenti autem nocte adsistens ei Dominus ait
constans esto sicut enim testificatus es de me Hierusalem sic te oportet
et Romae testificari |
11 En den volgenden nacht stond de Heere bij hem,
en zeide: Heb goeden moed, Paulus, want gelijk gij te Jeruzalem van
Mij betuigd hebt alzo moet gij ook te Rome getuigen. |
|
[11] Die nacht kwam de Heer bij hem en zei: ‘Houd
moed! Zoals je van Mij hebt getuigd ten overstaan van Jeruzalem, zo
moet je ook in Rome getuigen.’ |
[11] Die nacht kwam de Heer bij Paulus en zei: ‘Houd
moed! Want zoals je in Jeruzalem getuigenis van mij hebt afgelegd,
zo moet je ook in Rome van mij getuigen.’ |
11 En in de daaropvolgende nacht komt de Heer bij
hem staan en zegt: houd moed!– want zoals je over mij getuigd
hebt in Jeruzalem, zo moet je ook in Rome getuigen! |
11. La nuit suivante, le Seigneur vint le trouver
et lui dit : « Courage ! De même que tu as rendu témoignage
de moi à Jérusalem, ainsi faut-il encore que tu témoignes
à Rome. » |
|
King James Bible . [11] And the night following the Lord stood by him, and
said, Be of good cheer, Paul: for as thou hast testified of me in Jerusalem,
so must thou bear witness also at Rome.
Luther-Bibel . 11 In der folgenden Nacht aber stand der Herr bei ihm und sprach:
Sei getrost! Denn wie du für mich in Jerusalem Zeuge warst, so musst du
auch in Rom Zeuge sein.
Tekstuitleg van Hnd
23,11 .
21. dei (moet) . Verwijzing : deô
(moeten) , zie Mt
16,21 . Actief praesens derde persoon enkelvoud van het werkwoord deô
(moeten) . In vierennegentig verzen in de bijbel . In achttien verzen in het
O.T. . In zesenzeventig verzen in het N.T. . In vijftien verzen in Handelingen
: (1) Hnd
1,21 . (2) Hnd
3,21 . (3) Hnd
4,12 . (4) Hnd
5,29 . (5) Hnd
9,6 . (6) Hnd
9,16 . (7) Hnd
14,22 . (8) Hnd
15,5 . (9) Hnd
16,30 . (10) Hnd
19,21 . (11) Hnd
20,35 . (12) Hnd
23,11 . (13) Hnd
25,10 . (14) Hnd
27,24 . (15) Hnd
27,26 .
Hnd 23,12-22 . Complot tegen Paulus
. - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 -- Hnd
23,1-10 -- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 -
Hnd 23,12 - Hnd
23,12 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
12genomenès de èmeras poièsantes
sustrofèn oi ioudaioi anethematisan eautous legontes mète
fagein mète piein eôs ou apokteinôsin ton paulon.
|
11 sequenti autem nocte adsistens ei Dominus ait
constans esto sicut enim testificatus es de me Hierusalem sic te oportet
et Romae testificari 12 facta autem die collegerunt se quidam ex Iudaeis
et devoverunt se dicentes neque manducaturos neque bibituros donec
occiderent Paulum |
12 En als het dag geworden was, maakten sommigen
van de Joden een samenrotting, en vervloekten zichzelven, zeggende,
dat zij noch eten noch drinken zouden, totdat zij Paulus zouden gedood
hebben. |
|
[12] De volgende dag smeedden de Joden een complot.
Ze zwoeren dat ze niet zouden eten of drinken voordat ze Paulus hadden
gedood. |
[12] Toen de dag aanbrak, verzamelde zich een groep
Joden, die zwoeren dat ze niet zouden eten of drinken voor ze Paulus
hadden gedood. |
12 ¶ Maar als het dag wordt smeden de Judeeërs
een komplot en vervloeken zichzelf, zeggend dat ze niet zullen eten
en drinken voordat ze Paulus hebben gedood. |
12. Lorsqu'il fit jour, les Juifs tinrent un conciliabule,
où ils s'engagèrent par anathème à ne
pas manger ni boire avant d'avoir tué Paul. |
|
King James Bible . [12] And when it was day, certain of the Jews banded together,
and bound themselves under a curse, saying that they would neither eat nor drink
till they had killed Paul.
Luther-Bibel . 12 Als es aber Tag wurde, rotteten sich einige Juden zusammen
und verschworen sich, weder zu essen noch zu trinken, bis sie Paulus getötet
hätten.
Tekstuitleg van Hnd
23,12 .
Hnd 23,13 - Hnd
23,13 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
13èsan de pleious tesserakonta oi tautèn
tèn sunômosian poièsamenoi: |
13 erant autem plus quam quadraginta qui hanc coniurationem
fecerant |
13 En zij waren meer dan veertig, die dezen eed
te zamen gedaan hadden; |
|
[13] Bij deze samenzwering waren meer dan veertig
man betrokken. |
[13] Meer dan veertig mannen namen aan deze samenzwering
deel. |
13 Het zijn er meer dan veertig geweest die deze
bezwering hebben gedaan. |
13. Ils étaient plus de quarante à
avoir fait cette conjuration. |
|
King James Bible . [13] And they were more than forty which had made this conspiracy.
Luther-Bibel . 13 Es waren aber mehr als vierzig, die diese Verschwörung
machten.
Tekstuitleg van Hnd
23,13 .
Hnd 23,14 - Hnd
23,14 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
14oitines proselthontes tois archiereusin kai tois
presbuterois eipan, anathemati anethematisamen eautous mèdenos
geusasthai eôs ou apokteinômen ton paulon. |
14 qui accesserunt ad principes sacerdotum et seniores
et dixerunt devotione devovimus nos nihil gustaturos donec occidamus
Paulum |
14 Dewelke gingen tot de overpriesters en de ouderlingen,
en zeiden: Wij hebben ons zelven met vervloeking vervloekt, niets
te zullen nuttigen, totdat wij Paulus zullen gedood hebben. |
|
[14] Die gingen naar de hogepriesters en de oudsten
en zeiden: ‘Wij hebben een dure eed gezworen dat we niets zullen
eten voordat we Paulus hebben gedood. |
[14] Ze gingen naar de hogepriesters en de oudsten
en zeiden: ‘We hebben een heilige eed gezworen om niets meer
te eten voor we Paulus hebben gedood. |
14 Zij komen aan bij de overpriesters en de oudsten,
en zeggen: met een vervloeking hebben wij onszelf vervloekt om niets
te nuttigen voordat wij Paulus hebben gedood; |
14. Ils allèrent trouver les grands prêtres
et les anciens, et leur dirent : « Nous nous sommes engagés
par anathème à ne rien prendre avant d'avoir tué
Paul. |
|
King James Bible . [14] And they came to the chief priests and elders, and
said, We have bound ourselves under a great curse, that we will eat nothing
until we have slain Paul.
Luther-Bibel . 14 Die gingen zu den Hohenpriestern und Ältesten und sprachen:
Wir haben uns durch einen Eid gebunden, nichts zu essen, bis wir Paulus getötet
haben.
Tekstuitleg van Hnd
23,14 .
Hnd 23,15 - Hnd
23,15 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
15nun oun umeis emfanisate tô chiliarchô
sun tô sunedriô opôs katagagè auton eis umas
ôs mellontas diaginôskein akribesteron ta peri autou:
èmeis de pro tou eggisai auton etoimoi esmen tou anelein auton.
|
15 nunc ergo vos notum facite tribuno cum concilio
ut producat illum ad vos tamquam aliquid certius cognituri de eo nos
vero priusquam adpropiet parati sumus interficere illum |
15 Gij dan nu, laat den overste weten met den raad,
dat hij hem morgen tot u afbrenge, alsof gij nadere kennis zoudt nemen
van zijn zaken; en wij zijn bereid hem om te brengen, eer hij bij
u komt. |
|
[15] Als u nu de tribunus en het Sanhedrin uitlegt
dat hij bij u moet worden gebracht, omdat u zijn zaak zogenaamd nauwkeuriger
wilt onderzoeken, dan staan wij klaar om hem uit de weg te ruimen
voordat hij aankomt.’ |
[15] Dient u daarom nu, onder het voorwendsel dat
u de beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht nader wilt onderzoeken,
namens het hele Sanhedrin een verzoek in bij de tribuun om hem naar
u toe te laten brengen. Dan staan wij klaar om hem nog vóór
zijn aankomst te doden.’ |
15 richt ú dan nu, samen met het sanhedrin,
een verzoek aan de overste over duizend dat hij hem naar u laat afvoeren
alsof ge alles over hem wat nauwkeuriger wilt onderzoeken; vóórdat
hij nadert zullen wij gereed zijn om hem uit de weg te ruimen! |
15. Vous donc maintenant, d'accord avec le Sanhédrin,
expliquez au tribun qu'il doit vous l'amener, sous prétexte
d'examiner plus à fond son affaire. De notre côté,
nous sommes prêts à le tuer avant qu'il n'arrive. » |
|
King James Bible . [15] Now therefore ye with the council signify to the chief
captain that he bring him down unto you to morrow, as though ye would inquire
something more perfectly concerning him: and we, or ever he come near, are ready
to kill him.
Luther-Bibel . 15 So wirkt nun ihr mit dem Hohen Rat bei dem Oberst darauf hin,
dass er ihn zu euch herunterführen lässt, als wolltet ihr ihn genauer
verhören; wir aber sind bereit, ihn zu töten, ehe er vor euch kommt.
Tekstuitleg van Hnd
23,15
9. sunedriôi (sanhedrin) . Verwijzing : sunedrion
(sanhedrin) , zie Mc
14,55 . In zeven verzen in het N.T. In één vers bij Matteüs
: Mt
5,22 . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd
5,27 . (2) Hnd
5,34 . (3) Hnd
6,15 . (4) Hnd
23,1 : tôi sunedriôi = aan het sanhedrin . (5) Hnd
23,6 . (6) Hnd
23,15 : sun tôi sunedriôi = samen met het sanhedrin . In vier
verzen en tôi sunedriôi = in het sanhedrin : (1) Hnd
5,27 . (2) Hnd
5,34 . (3) Hnd
6,15 . (5) Hnd
23,6 .
Hnd 23,16 - Hnd
23,16 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
16akousas de o uios tès adelfès paulou
tèn enedran paragenomenos kai eiselthôn eis tèn
parembolèn apèggeilen tô paulô. |
16 quod cum audisset filius sororis Pauli insidias
venit et intravit in castra nuntiavitque Paulo |
16 En als de zoon van Paulus' zuster deze lage
gehoord had, kwam hij daar, en ging in de legerplaats, en boodschapte
het Paulus. |
|
[16] Maar de zoon van Paulus’ zuster hoorde
van deze hinderlaag en ging naar de kazerne en vertelde het aan Paulus. |
[16] De zoon van Paulus’ zuster hoorde echter
van dit plan. Hij ging naar de kazerne, en nadat hij daar was binnengelaten,
stelde hij Paulus van de samenzwering op de hoogte. |
16 Maar de zoon van de zus van Paulus hoort van
deze belaging; hij weet daar te komen, gaat de kazerne binnen en doet
kond van dit alles aan Paulus. |
16. Mais le fils de la sœur de Paul eut connaissance
du guet-apens. Il se rendit à la forteresse, entra et prévint
Paul. |
|
King James Bible . [16] And when Paul's sister's son heard of their lying in
wait, he went and entered into the castle, and told Paul.
Luther-Bibel . 16 Als aber der Sohn der Schwester des Paulus von dem Anschlag
hörte, ging er und kam in die Burg und berichtete es Paulus.
Tekstuitleg van Hnd
23,16 .
16. apèggeilen hij verkondigde) . Verwijzing : aggelos
(engel) , zie Mt
13,41 . Actief aorist derde persoon enkelvoud van het werkwoord apaggellô
: berichten , aankondigen , rapporteren , vertellen . In zesenzestig verzen
in de bijbel . In tien verzen in het N.T. . In zeven verzen in Hnd : (1) Hnd
5,25 . (2) Hnd
11,13 . (3) Hnd
12,14 . (4) Hnd
16,36 . (5) Hnd
22,26 . (6) Hnd
23,16 . (7) Hnd
28,21 .
Hnd 23,17 - Hnd
23,17 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
17proskalesamenos de o paulos ena tôn ekatontarchôn
efè, ton neanian touton apagage pros ton chiliarchon, echei
gar apaggeilai ti autô. |
17 vocans autem Paulus ad se unum ex centurionibus
ait adulescentem hunc perduc ad tribunum habet enim aliquid indicare
illi |
17 En Paulus riep tot zich een van de hoofdmannen
over honderd, en zeide: Leid dezen jongeling heen tot den overste;
want hij heeft hem wat te boodschappen. |
|
[17] Paulus riep een centurio en zei: ‘Breng
deze jongen bij de tribunus, want hij heeft hem iets te vertellen.’
|
[17] Paulus liet een van de centurio’s bij
zich komen en zei: ‘Breng deze jongeman naar de tribuun, want
hij heeft hem iets mee te delen.’ |
17 Paulus roept een van de oversten over honderd
bij zich en meldt: deze jongeman, breng hem naar de overste over duizend,
want hij heeft hem iets te verkondigen! |
17. Appelant un des centurions, Paul lui dit : «
Conduis ce jeune homme au tribun ; il a quelque chose à lui
communiquer. » |
|
King James Bible . [17] Then Paul called one of the centurions unto him, and
said, Bring this young man unto the chief captain: for he hath a certain thing
to tell him.
Luther-Bibel . 17 Paulus aber rief einen von den Hauptleuten zu sich und sprach:
Führe diesen jungen Mann zu dem Oberst, denn er hat ihm etwas zu sagen.
Tekstuitleg van Hnd
23,17 .
Hnd 23,18 - Hnd
23,18 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
18o men oun paralabôn auton ègagen
pros ton chiliarchon kai fèsin, o desmios paulos proskalesamenos
me èrôtèsen touton ton neaniskon agagein pros
se, echonta ti lalèsai soi. |
18 et ille quidem adsumens eum duxit ad tribunum
et ait vinctus Paulus vocans rogavit me hunc adulescentem perducere
ad te habentem aliquid loqui tibi |
18 Deze dan nam hem en bracht hem tot den overste,
en zeide: Paulus, de gevangene, heeft mij tot zich geroepen, en begeerd,
dat ik dezen jongeling tot u zou brengen, die u wat heeft te zeggen. |
|
[18] De centurio nam hem mee en bracht hem bij de
tribunus. ‘De gevangene Paulus’, zei hij, ‘heeft
me geroepen en gevraagd deze jongen bij u te brengen, omdat hij u
iets te zeggen heeft.’ |
[18] De centurio ging met hem naar de tribuun en
zei: ‘De gevangene Paulus heeft me bij zich laten komen en me
verzocht deze jongeman naar u toe te brengen, omdat hij u iets te
zeggen heeft.’ |
18 Hij neemt hem dus mee, brengt hem naar de overste
over duizend en meldt: de gevangene Paulus heeft mij bij zich geroepen
en gevraagd deze jongeman bij u te brengen, omdat hij iets heeft om
aan u uit te spreken! |
18. Le centurion le prit donc et l'amena au tribun.
» Le prisonnier Paul, dit-il, m'a appelé et m'a prié
de t'amener ce jeune homme, qui a quelque chose à te dire.
» |
|
King James Bible . [18] So he took him, and brought him to the chief captain,
and said, Paul the prisoner called me unto him, and prayed me to bring this
young man unto thee, who hath something to say unto thee.
Luther-Bibel . 18 Der nahm ihn und führte ihn zum Oberst und sprach: Der
Gefangene Paulus hat mich zu sich rufen lassen und mich gebeten, diesen jungen
Mann zu dir zu führen, der dir etwas zu sagen hat.
Tekstuitleg van Hnd
23,18 .
Hnd 23,19 - Hnd
23,19 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
19epilabomenos de tès cheiros autou o chiliarchos
kai anachôrèsas kat idian epunthaneto, ti estin o echeis
apaggeilai moi; |
19 adprehendens autem tribunus manum illius secessit
cum eo seorsum et interrogavit illum quid est quod habes indicare
mihi |
19 De overste nu nam hem bij de hand, en bezijden
gegaan zijnde, vraagde hij: Wat is het dat gij mij hebt te boodschappen? |
|
[19] De tribunus pakte hem bij de hand, nam hem
apart en vroeg hem: ‘Wat is het dat je me te vertellen hebt?’ |
[19] De tribuun nam hem mee naar een plek waar niemand
hen kon horen, en vroeg: ‘Wat heb je me te melden?’ |
19 De overste over duizend neemt zijn hand vast,
en een beetje opzij, waar ze alleen zijn, heeft hij gevraagd: wat
is het dat je mij te verkondigen hebt? |
19. Le tribun prit le jeune homme par la main,
se retira à l'écart et lui demanda : « Qu'as-tu
à me communiquer ? » - |
|
King James Bible . [19] Then the chief captain took him by the hand, and went
with him aside privately, and asked him, What is that thou hast to tell me?
Luther-Bibel . 19 Da nahm ihn der Oberst bei der Hand und führte ihn beiseite
und fragte ihn: Was ist's, das du mir zu sagen hast?
Tekstuitleg van Hnd
23,19 .
Hnd 23,20 - Hnd
23,20 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
20eipen de oti oi ioudaioi sunethento tou
erôtèsai se opôs aurion ton paulon katagagès
eis to sunedrion ôs mellon ti akribesteron punthanesthai peri
autou. |
20 ille autem dixit Iudaeis convenit rogare te ut
crastina die Paulum producas in concilium quasi aliquid certius inquisituri
sint de illo |
20 En hij zeide: De Joden zijn overeengekomen,
om van u te begeren, dat gij Paulus morgen in den raad zoudt afbrengen,
alsof zij iets van hem nader zouden onderzoeken. |
|
[20] Hij zei: ‘De Joden hebben afgesproken
u te vragen of u Paulus morgenochtend voor het Sanhedrin wilt brengen,
omdat men zogenaamd zijn zaak nog wat nauwkeuriger wil nagaan. |
[20] De jongeman antwoordde: ‘De Joden hebben
afgesproken u te verzoeken Paulus morgen naar hun raad te laten brengen,
onder het voorwendsel dat ze zijn zaak nader willen onderzoeken. |
20 Hij zegt: de Judeeërs zijn overeengekomen
om u te vragen om morgen Paulus naar het sanhedrin af te voeren alsof
ze iets nauwkeuriger gaan vragen over hem; |
20. « Les Juifs, répondit-il, se sont
concertés pour te prier d'amener Paul demain au Sanhédrin,
sous prétexte d'enquêter plus à fond sur son cas.
|
|
King James Bible . [20] And he said, The Jews have agreed to desire thee that
thou wouldest bring down Paul to morrow into the council, as though they would
inquire somewhat of him more perfectly.
Luther-Bibel . 20 Er aber sprach: Die Juden sind übereingekommen, dich
zu bitten, dass du Paulus morgen vor den Hohen Rat hinunterbringen lässt,
so als wollten sie ihn genauer verhören.
Tekstuitleg van Hnd
23,20 .
17. sunedrion (sanhedrin) . Verwijzing : sunedrion
(sanhedrin) , zie Mc
14,55 . Nominatief of accusatief onzijdig enkelvoud . In elf verzen in de
bijbel . In één vers in het O.T. . In tien verzen in het N.T.
: (1) Mt
26,59 // Mc
14,55 . (2) Mc
14,55 // Mt
26,59 . (3) Mc
15,1 . (4) Lc
22,66 : apègagon auton eis to sunedrion autôn = en zij leidden
hem weg naar hun sanhedrin . (5) Joh
11,47 . (6) Hnd
5,21 . (7) Hnd
6,12 : kai ègagon eis to sunedrion = en zij leidden (hem) naar het
sanhedrin . (8) Hnd
22,30 . (9) Hnd
23,20 : hopôs aurion ton Paulon katagagèis eis to sunedrion
= opdat gij morgen Paulus naar het sanhedrin zoudt leiden . (10) Hnd
23,28 : katègagon eis to sunedrion autôn = zij leidden (hem)
naar hun sanhedrin . In vier verzen komt eis to sunedrion (naar het sanhedrin)
voor : (4) Lc
22,66 . (7) Hnd
6,12 . (9) Hnd
23,20 . (10) Hnd
23,28 .
Hnd 23,21 - Hnd
23,21 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
21su oun mè peisthès autois: enedreuousin
gar auton ex autôn andres pleious tesserakonta, oitines anethematisan
eautous mète fagein mète piein eôs ou anelôsin
auton, kai nun eisin etoimoi prosdechomenoi tèn apo sou epaggelian. |
21 tu vero ne credideris illis insidiantur enim
ei ex eis viri amplius quadraginta qui se devoverunt non manducare
neque bibere donec interficiant eum et nunc parati sunt expectantes
promissum tuum |
21 Doch geloof hen niet; want meer dan veertig
mannen uit hen leggen hem lagen, welke zichzelven met een vervloeking
verbonden hebben noch te eten noch te drinken, totdat zij hem zullen
omgebracht hebben; en zij zijn nu gereed, verwachtende de toezegging
van u. |
|
[21] Maar geloof hen niet. Want meer dan veertig
van hen leggen een hinderlaag voor hem. Ze hebben gezworen dat ze
niet zullen eten of drinken voordat ze hem hebben gedood, en op dit
ogenblik staan ze al klaar, in afwachting van uw toezegging.’ |
[21] Maar u moet hen niet geloven: meer dan veertig
van hen willen hem in een hinderlaag lokken. Ze hebben een eed gezworen
dat ze pas weer zullen eten en drinken als ze hem vermoord hebben;
ze staan al klaar en wachten alleen nog tot u hun verzoek hebt ingewilligd.’
|
21 ú moet u dus niet door hen laten overreden;
want meer dan veertig mannen uit hun midden belagen hem; zij hebben
zichzelf vervloekt om niet te eten en niet te drinken voordat ze hem
uit de weg geruimd hebben, en nu zijn ze ervoor gereed; ze wachten
op uw aankondiging! 22 De overste over duizend laat de jongeman los
en kondigt af: spreek tegen niemand uit dat je dit alles aan mij hebt
onthuld! |
21. Ne va pas les croire. Plus de quarante d'entre
eux le guettent, qui se sont engagés par anathème à
ne pas manger ni boire avant de l'avoir tué. Et maintenant,
ils sont tout prêts, escomptant ton accord. » |
|
King James Bible . [21] But do not thou yield unto them: for there lie in wait
for him of them more than forty men, which have bound themselves with an oath,
that they will neither eat nor drink till they have killed him: and now are
they ready, looking for a promise from thee.
Luther-Bibel . 21 Du aber traue ihnen nicht; denn mehr als vierzig Männer
von ihnen lauern ihm auf; die haben sich verschworen, weder zu essen noch zu
trinken, bis sie ihn getötet hätten; und jetzt sind sie bereit und
warten auf deine Zusage.
Tekstuitleg van Hnd
23,21 .
33. epaggelian (belofte , bij-engelschap , engelbewaarderschap) . Verwijzing
: aggelos
(engel) , zie Mt
13,41 . Accusatief vrouwelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord epaggelia
. In achttien verzen in de bijbel . In twee verzen in het O.T. . In zestien
verzen in het N.T. : (1) Lc
24,49 . (2) Hnd
1,4 . (3) Hnd
2,33 . (4) Hnd
13,23 . (5) Hnd
13,32 . (6) Hnd
23,21 .
Hnd 23,22 - Hnd
23,22 : Complot tegen Paulus . - bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd (Handelingen)
-- Hnd 23 --
Hnd 23,1-10
-- Hnd
23,11 -- Hnd
23,12-22 -- Hnd
23,23-35 -- Hnd
23,12 - Hnd
23,13 - Hnd
23,14 - Hnd
23,15 - Hnd
23,16 - Hnd
23,17 - Hnd
23,18 - Hnd
23,19 - Hnd
23,20 - Hnd
23,21 - Hnd
23,22 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
22o men oun chiliarchos apeluse ton neaniskon paraggeilas
mèdeni eklalèsai oti tauta enefanisas pros me. |
22 tribunus igitur dimisit adulescentem praecipiens
ne cui loqueretur quoniam haec nota sibi fecisset |
22 De overste dan liet den jongeling gaan, hem gebiedende:
Zeg niemand voort, dat gij mij zulks geopenbaard hebt. |
|
[22] Daarop liet de tribunus de jongen gaan, maar
drukte hem op het hart: ‘Zeg tegen niemand dat je mij deze inlichtingen
hebt gegeven.’ |
[22] De tribuun liet de jongeman vertrekken, maar
beval hem: ‘Vertel aan niemand dat je me hiervan op de hoogte
hebt gesteld.’ |
22 De overste over duizend laat de jongeman los
en kondigt af: spreek tegen niemand uit dat je dit alles aan mij hebt
onthuld! |
22. Le tribun congédia le jeune homme avec
cette recommandation : « Ne raconte à personne que tu
m'as révélé ces choses. » |
|
King James Bible . [22] So the chief captain then let the young man depart,
and charged him, See thou tell no man that thou hast shewed these things to
me.
Luther-Bibel . 22 Da ließ der Oberst den jungen Mann gehen und gebot ihm,
niemandem zu sagen, dass er ihm das eröffnet hätte.
Tekstuitleg van Hnd
23,22 .
Hnd 23,23-35 : Paulus naar Caesarea
overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd 23,23
- Hnd 23,24
- Hnd 23,25
- Hnd 23,26
- Hnd 23,27
- Hnd 23,28
- Hnd 23,29
- Hnd 23,30
- Hnd 23,31
- Hnd 23,32
- Hnd 23,33
- Hnd 23,34
- Hnd 23,35
-
Hnd 23,23 - Hnd
23,23 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
23kai proskalesamenos duo [tinas] tôn ekatontarchôn
eipen, etoimasate stratiôtas diakosious opôs poreuthôsin
eôs kaisareias, kai ippeis ebdomèkonta kai dexiolabous
diakosious, apo tritès ôras tès nuktos, |
23 et vocatis duobus centurionibus dixit illis parate
milites ducentos ut eant usque Caesaream et equites septuaginta et
lancearios ducentos a tertia hora noctis |
23 En zekere twee van de hoofdmannen over honderd
tot zich geroepen hebbende, zeide hij: Maakt tweehonderd krijgsknechten
gereed, opdat zij naar Cesarea trekken, en zeventig ruiters, en tweehonderd
schutters, tegen de derde ure des nachts; |
|
[23] Toen riep hij twee centuriones en zei: ‘Zorg
dat er vanavond vanaf het derde* uur tweehonderd soldaten klaar staan
om naar Caesarea* te gaan, met zeventig ruiters* en tweehonderd speerdragers,
|
[23] Daarna liet hij twee centurio’s komen
en zei: ‘Zorg dat er vanavond, drie uur na zonsondergang, tweehonderd
soldaten klaarstaan om naar Caesarea te gaan, samen met zeventig ruiters
en tweehonderd lichtbewapende mannen; |
23 Hij roept twee enkelingen van de oversten over
honderd bij zich en zegt: houdt tweehonderd soldaten gereed om naar
Caesarea te gaan, ook zeventig ruiters en tweehonderd lansdragers,–
vanaf het derde uur van de nacht, |
23. Puis il appela deux des centurions et leur
dit : « Tenez prêts à partir pour Césarée,
dès la troisième heure de la nuit, deux cents soldats,
soixante-dix cavaliers et deux cents hommes d'armes. |
|
King James Bible . [23] And he called unto him two centurions, saying, Make
ready two hundred soldiers to go to Caesarea, and horsemen threescore and ten,
and spearmen two hundred, at the third hour of the night;
Luther-Bibel . 23 Und der Oberst rief zwei Hauptleute zu sich und sprach: Rüstet
zweihundert Soldaten, dass sie nach Cäsarea ziehen, und siebzig Reiter
und zweihundert Schützen für die dritte Stunde der Nacht;
Tekstuitleg van Hnd
23,23
14. Kaisareia (Caesarea / Cesarea) . Verwijzing
: Kaisareia
(Cesarea) , zie Hnd
10,1 . '"Keizersstad" . Naam van een aantal steden die naar de
Kaisar / Caesar genoemd zijn . Hier is Caesarea van Pälestina bedoeld .
Hij is een havenstad aan de Middellandse Zee, tussen Jafo en Dor en ligt ongeveer
30 km ten zuiden van het huidige Haifa . Hij werd tussen 12 en 9 v. Chr. gebouwd
door Herodes de Grote bij de oude Stratonstoren .
K-s-r (Kaisar) en K-r-s (Kurios) hebben dezelfde medeklinkers , in een verschillende
volgorde . Met Kaisar (Cesar / keizer) werd de opperste macht van het Romeinse
Rijk aangeduid , met Kurios (zie Kyrie) de Heer Jezus Christus .
In Hnd 10 bekeerde
de Romeinse centurio Cornelius zich tot het joods-christelijke geloof .
--- nominatief (of datief) vrouwelijk enkelvoud . Slechts in Hnd
10,1
--- genitief vrouwelijk enkelvoud Kaisareias : Hnd
23,23 .
--- accusatief vrouwelijk enkelvoud Kaisaraian . In tien verzen in Hnd . (1)
Hnd 8,40
: eis Kaisaraian = naar / in Caesarea . Filippus predikte in Samaria tot Caesarea
toe . (2) Hnd
9,30 : eis Kaisaraian = naar / in Caesarea . Leden van de gemeente van Jeruzalem
brachtten de bekeerde Saulus eerst naar Caesarea en zonden hem vervolgens naar
Tarsus . (3) Hnd
10,24 : eis tèn Kaisaraian = naar / in Caesarea . Petrus ging in
op de uitnodiging van de centurio Cornelius en hij kwam met zijn gezondenen
in Caesarea aan . (4) Hnd
12,19 : eis Kaisaraian = naar / in Caesarea . In Jeruzalem vervolgde koning
Herodes de christelijke gemeente van Jeruzalem . De gevangen genomen Petrus
werd op wonderlijke wijze bevrijd . Herodes keerde naar Caesarea terug . (5)
Hnd 18,22
: eis Kaisaraian = naar / in Caesarea . Na een tweede zendingsreis verbleef
Paulus voor enige tijd in Antiochië . (6) Hnd
21,8 : eis Kaisaraian = naar / in Caesarea . Tijdens zijn derde zendingsreis
verbleef Paulus op weg naar Jeruzalem enige tijd in Caesarea . (7) Hnd
23,33 : eis tèn Kaisaraian = naar / in Caesarea . De gevangen Paulus
werd vanuit Jeruzalem naar Caesarea in veiligheid gebracht . (8) Hnd
25,4 : eis Kaisaraian = naar / in Caesarea . Festus was in Jeruzalem . De
joden deden Festus een verzoek om de gevangen Paulus naar Jeruzalem over te
brengen om hem te verhoren . Festus antwoordde hem dat Paulus in Caesarea nu
eenmaal gevangen zat en dat zij naar Caesarea konden komen . (9) Hnd
25,6 : eis Kaisaraian = naar / in Caesarea . Festus was naar Caesarea teruggekeerd
. Daar werd Paulus verhoord . (10) Hnd
25,13 : eis Kaisaraian = naar / in Caesarea . Bij een bezoek van kopning
Agrippa en Bernice aan Festus in Caesarea legde Festus de zaak van Paulus voor
.
Hnd 23,24 - Hnd
23,24 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
24ktènè te parastèsai ina epibibasantes
ton paulon diasôsôsi pros fèlika ton ègemona,
|
24 et iumenta praeparate ut inponentes Paulum salvum
perducerent ad Felicem praesidem |
24 En laat ze zadel beesten bestellen, opdat zij
Paulus daarop zetten, en behouden overbrengen tot den stadhouder Felix.
|
|
[24] en zorg ook voor rijdieren om Paulus daarop
veilig en wel naar gouverneur Felix* te brengen.’ |
[24] zorg ook voor een stel rijdieren om Paulus
veilig naar procurator Felix te brengen.’ |
24 en laat ook lastdieren klaarstaan, waarop ze
Paulus kunnen zetten om hem behouden bij landvoogd Felix te krijgen!
|
24. Qu'on ait aussi des chevaux pour faire monter
Paul et le conduire sain et sauf au gouverneur Félix. » |
|
King James Bible . [24] And provide them beasts, that they may set Paul on,
and bring him safe unto Felix the governor.
Luther-Bibel . 24 und haltet Tiere bereit, Paulus draufzusetzen und wohlverwahrt
zu bringen zum Statthalter Felix.
Tekstuitleg van Hnd
23,24
Felix , landvoogd van Judea (52-59) . In deze functie liet hij de hogepriester
Jonatan vermoorden en onderdrukte hij verschillende opstanden . De vleiende
rede van Tertullus (Hnd 24,2-8) geeft een gunstig getuigenis over zijn bestuur
. Voor zijn rechterstoel moest Paulus verschijnen . Later sprak Paulus met hem
en met zijn joodse vrouw Drusilla , dochter van Herodes Agrippa I .
Hnd 23,25 - Hnd
23,25 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
25grapsas epistolèn echousan ton tupon touton: |
25 […] |
25 En hij schreef een brief, hebbende dezen inhoud:
|
|
[25] En hij stelde een brief op van deze inhoud:
|
[25] Ook schreef hij een brief met de volgende
inhoud: |
25 Hij schrijft een brief die deze strekking heeft:
|
25. Et il écrivit une lettre ainsi conçue
: |
|
King James Bible . [25] And he wrote a letter after this manner:
Luther-Bibel . 25 Und er schrieb einen Brief, der lautete:
Tekstuitleg van Hnd
23,25 .
Hnd 23,26 - Hnd
23,26 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
26klaudios lusias tô kratistô ègemoni
fèliki chairein. |
26 scribens epistulam continentem haec Claudius
Lysias optimo praesidi Felici salutem |
26 Claudius Lysias aan den machtigsten stadhouder
Felix groetenis. |
|
[26] Aan Zijne Excellentie gouverneur Felix. Claudius
Lysias groet u. |
[26] ‘Claudius Lysias aan zijne excellentie
procurator Felix: gegroet! |
26 Claudius Lysias aan de allermachtigste landvoogd
Felix: gegroet!– |
26. « Claudius Lysias au très excellent
gouverneur Félix, salut ! |
|
King James Bible . [26] Claudius Lysias unto the most excellent governor Felix
sendeth greeting.
Luther-Bibel . 26 Klaudius Lysias dem edlen Statthalter Felix: Gruß zuvor!
Tekstuitleg van Hnd
23,26 .
Hnd 23,27 - Hnd
23,27 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
27ton andra touton sullèmfthenta upo tôn
ioudaiôn kai mellonta anaireisthai up autôn epistas sun
tô strateumati exeilamèn, mathôn oti rômaios
estin: |
27 virum hunc conprehensum a Iudaeis et incipientem
interfici ab eis superveniens cum exercitu eripui cognito quia Romanus
est |
27 Alzo deze man van de Joden gegrepen was, en
van hen omgebracht zou geworden zijn, ben ik daarover gekomen met
het krijgsvolk, en heb hem hun ontnomen, bericht zijnde, dat hij een
Romein is. |
|
[27] Deze man was in handen van de Joden geraakt.
Toen ze op het punt stonden hem te vermoorden, heb ik met mijn manschappen
ingegrepen* en hem ontzet; want ik hoorde dat hij Romeins burger is.
|
[27] Toen deze man werd opgepakt door de Joden
en ze op het punt stonden hem te vermoorden, heb ik hem met behulp
van mijn soldaten ontzet, daar ik vernam dat hij een Romeins burger
is. |
27 deze man, vastgenomen door de Judeeërs
en op het punt om door hen uit de weg geruimd te worden heb ik samen
met het krijgsvolk bijgestaan en ontzet, toen ik vernam dat hij een
Romein is; |
27. L'homme que voici avait été pris
par les Juifs, et ils allaient le tuer, quand j'arrivai avec la troupe
et le leur arrachai, ayant appris qu'il était citoyen romain.
|
|
King James Bible . [27] This man was taken of the Jews, and should have been
killed of them: then came I with an army, and rescued him, having understood
that he was a Roman.
Luther-Bibel . 27 Diesen Mann hatten die Juden ergriffen und wollten ihn töten.
Da kam ich mit Soldaten dazu und entriss ihnen den und erfuhr, dass er ein römischer
Bürger ist.
Tekstuitleg van Hnd
23,27 .
Hnd 23,28 - Hnd
23,28 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
28boulomenos te epignônai tèn aitian
di èn enekaloun autô katègagon eis to sunedrion
autôn: |
28 volensque scire causam quam obiciebant illi
deduxi eum in concilium eorum |
28 En willende de zaak weten, waarover zij hem
beschuldigden, bracht ik hem af in hun raad; |
|
[28] Omdat ik wilde weten waarvan ze hem beschuldigden,
heb ik hem voor hun Sanhedrin gebracht. |
[28] Omdat ik wilde weten waarvan ze hem beschuldigden,
bracht ik hem naar hun raad, |
28 omdat ik de reden wilde weten waarom zij hem
aanklaagden, heb ik hem afgevoerd naar hun sanhedrin; |
28. J'ai voulu savoir au juste pourquoi ils l'accusaient
et je l'ai amené dans leur Sanhédrin. |
|
King James Bible . [28] And when I would have known the cause wherefore they
accused him, I brought him forth into their council:
Luther-Bibel . 28 Da ich aber erkunden wollte, weshalb sie ihn anklagten, führte
ich ihn hinunter vor ihren Hohen Rat.
Tekstuitleg van Hnd
23,28
ègagon (zij leidden) . Verwijzing : agô
(leiden) , zie Lc
23,1 . Actief aorist derde persoon meervoud . In dertien verzen in het N.T.
: (5) Lc
22,54 ... eis tèn oikian tou archiereôs = naar het huis van
de hogepriester . (6) Lc
23,1 : ègagon auton epi ton Pilaton = zij leidden hem tot bij Pilatus
. (7) Joh
18,13 : ègagon pros Annan = zij leidden (hem) naar Annas . In zes
verzen in Hnd : (1) Hnd
6,12 : kai ègagon eis to sunedrion = en zij leidden (hem) naar het
sanhedrin . (2) Hnd
17,15 . (3) Hnd
17,19 . (4) Hnd
18,12 : kai ègagon auton epi to bèma = en zij leidden hem
tot de rechterstoel . . (5) Hnd
20,12 . (6) Hnd
23,31 . Vaak in de betekenis van : iemand voor het gerecht brengen , voorleiden
.
13. sunedrion (sanhedrin) . Verwijzing : sunedrion
(sanhedrin) , zie Mc
14,55 . Nominatief of accusatief onzijdig enkelvoud . In elf verzen in de
bijbel . In één vers in het O.T. . In tien verzen in het N.T.
: (1) Mt
26,59 // Mc
14,55 . (2) Mc
14,55 // Mt
26,59 . (3) Mc
15,1 . (4) Lc
22,66 : apègagon auton eis to sunedrion autôn = en zij leidden
hem weg naar hun sanhedrin . (5) Joh
11,47 . (6) Hnd
5,21 . (7) Hnd
6,12 : kai ègagon eis to sunedrion = en zij leidden (hem) naar het
sanhedrin . (8) Hnd
22,30 . (9) Hnd
23,20 : hopôs aurion ton Paulon katagagèis eis to sunedrion
= opdat gij morgen Paulus naar het sanhedrin zoudt leiden . (10) Hnd
23,28 : katègagon eis to sunedrion autôn = zij leidden (hem)
naar hun sanhedrin . In vier verzen komt eis to sunedrion (naar het sanhedrin)
voor : (4) Lc
22,66 . (7) Hnd
6,12 . (9) Hnd
23,20 . (10) Hnd
23,28 .
Hnd 23,29 - Hnd
23,29 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
29on euron egkaloumenon peri zètèmatôn
tou nomou autôn, mèden de axion thanatou è desmôn
echonta egklèma. |
29 quem inveni accusari de quaestionibus legis ipsorum
nihil vero dignum morte aut vinculis habentem crimen |
29 Welken ik bevond beschuldigd te worden over vragen
hunner wet; maar geen beschuldiging tegen hem te zijn, die den dood
of banden waardig is. |
|
[29] Daar bleek mij dat hij wordt beschuldigd in
verband met geschillen over hun wet, maar ik vond geen beschuldiging
waarop dood of gevangenis staat. |
[29] en stelde toen vast dat de beschuldigingen
betrekking hadden op geschilpunten inzake hun wet; er werd hem niets
ten laste gelegd dat met de dood of gevangenschap wordt bestraft.
|
29 ik vond uit dat hij wordt aangeklaagd vanwege
twistvragen over hun wet, maar niet is aangeklaagd voor iets dat dood
of boeien waard is; |
29. J'ai constaté que l'accusation se rapportait
à des points contestés de leur Loi, mais qu'il n'y avait
aucune charge qui entraînât la mort ou les chaînes.
|
|
King James Bible . [29] Whom I perceived to be accused of questions of their
law, but to have nothing laid to his charge worthy of death or of bonds.
Luther-Bibel . 29 Da fand ich, dass er beschuldigt wird wegen Fragen ihres Gesetzes,
aber keine Anklage gegen sich hatte, auf die Tod oder Gefängnis steht.
Tekstuitleg van Hnd
23,29 .
Hnd 23,30 - Hnd
23,30 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
30mènutheisès de moi epiboulès
eis ton andra esesthai, exautès epempsa pros se, paraggeilas
kai tois katègorois legein [ta] pros auton epi sou. |
30 et cum mihi perlatum esset de insidiis quas
paraverunt ei misi ad te denuntians et accusatoribus ut dicant apud
te |
30 En als mij te kennen gegeven was, dat van de
Joden een lage tegen deze man gelegd zou worden, zo heb ik hem terstond
aan u gezonden; gebiedende ook den beschuldigers voor u te zeggen,
hetgeen zij tegen hem hadden. Vaarwel. |
|
[30] En toen mij ter ore kwam dat er een aanslag
op de man zou worden gepleegd, liet ik hem onverwijld naar u overbrengen.
Ook de aanklagers heb ik te verstaan gegeven dat ze hun bezwaren tegen
hem bij u moeten indienen. |
[30] Ik werd er vervolgens van op de hoogte gesteld
dat er een aanslag tegen hem werd beraamd, waarna ik hem onmiddellijk
naar u heb gezonden. Ook heb ik degenen die hem beschuldigen gelast
dat ze hun grieven jegens hem aan u moeten voorleggen.’ |
30 maar omdat mij bleek dat er een aanslag tegen
de man beraamd wordt, heb ik hem dadelijk naar u gestuurd, met de
afkondiging aan de beschuldigers om zich ook bij u tegen hem uit te
spreken! |
30. Avisé qu'un complot se préparait
contre cet homme, je te l'ai aussitôt envoyé, et j'ai
informé ses accusateurs qu'ils avaient à porter devant
toi leur plainte contre lui. » |
|
King James Bible . [30] And when it was told me how that the Jews laid wait
for the man, I sent straightway to thee, and gave commandment to his accusers
also to say before thee what they had against him. Farewell.
Luther-Bibel . 30 Und als vor mich kam, dass ein Anschlag gegen den Mann geplant
sei, sandte ich ihn sogleich zu dir und wies auch die Kläger an, vor dir
zu sagen, was sie gegen ihn hätten.
Tekstuitleg van Hnd
23,30 .
Hnd 23,31 - Hnd
23,31 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
31oi men oun stratiôtai kata to diatetagmenon
autois analabontes ton paulon ègagon dia nuktos eis tèn
antipatrida: |
31 milites ergo secundum praeceptum sibi adsumentes
Paulum duxerunt per noctem in Antipatridem |
31 De krijgsknechten dan, gelijk hun bevolen was,
namen Paulus, en brachten hem des nachts tot Antipatris. |
|
[31] De soldaten haalden Paulus overeenkomstig
hun instructies op en brachten hem ’s nachts naar Antipatris*.
|
[31] De soldaten namen Paulus mee, zoals hun opgedragen was, en brachten
hem ’s nachts naar Antipatris. |
31 Overeenkomstig wat hun is opgedragen nemen de
soldaten Paulus op en brengen zij hem ‘s nachts naar Antipatris. |
31. Conformément aux ordres reçus,
les soldats prirent Paul et le conduisirent de nuit à Antipatris.
|
|
King James Bible . [31] Then the soldiers, as it was commanded them, took Paul,
and brought him by night to Antipatris.
Luther-Bibel . 31 Die Soldaten nahmen Paulus, wie ihnen befohlen war, und führten
ihn in der Nacht nach Antipatris.
Tekstuitleg van Hnd
23,31
12. ègagon (zij leidden) . Verwijzing : agô
(leiden) , zie Lc
23,1 . Actief aorist derde persoon meervoud van het werkwoord agô
(leiden , voeren) . In negenendertig verzen in de bijbel . In zesentwintig verzen
in het O.T. . In dertien verzen in het N.T. : (1) Mt
21,7 . (2) Lc
4,29 . (3) Lc
4,40 . (4) Lc
19,35 . (5) Lc
22,54 : ègagon eis tèn oikian tou archiereôs = naar
het huis van de hogepriester . (6) Lc
23,1 : ègagon auton epi ton Pilaton = zij leidden hem tot bij Pilatus
. (7) Joh
18,13 : ègagon pros Annan = zij leidden (hem) naar Annas . In zes
verzen in Hnd : (1) Hnd
6,12 : kai ègagon eis to sunedrion = en zij leidden (hem) naar het
sanhedrin . (2) Hnd
17,15 . (3) Hnd
17,19 . (4) Hnd
18,12 : kai ègagon auton epi to bèma = en zij leidden hem
tot de rechterstoel . (5) Hnd
20,12 . (6) Hnd
23,31 . Vaak in de betekenis van : iemand voor het gerecht brengen , voorleiden
.
17. Antipatris . Stad in de Sefela tussen Jeruzalem en Caesarea, op de plaats
van het oude Afek door Herodes de Grote gebouwd en naar zijn vader Antipater
genoemd . Paulus kwam er , toen hij vanuit Jeruzalem naar Caesarea in veiligheid
werd gebracht (Hnd
23,31) .
Hnd 23,32 - Hnd
23,32 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
32tè de epaurion easantes tous ippeis aperchesthai
sun autô upestrepsan eis tèn parembolèn: |
32 et postera die dimissis equitibus ut irent cum
eo reversi sunt ad castra |
32 En des anderen daags, latende de ruiters met
hem trekken, keerden zij wederom naar de legerplaats. |
|
[32] De volgende dag keerden ze naar de kazerne
terug en lieten ze de ruiters met hem verdergaan. |
[32] De volgende ochtend lieten ze de ruiters met
hem verder reizen en keerden ze zelf terug naar de kazerne. |
32 De volgende morgen keren zij terug naar de kazerne
en laten ze de ruiters verdergaan met hem. |
32. Le lendemain, ils laissèrent les cavaliers
s'en aller avec lui et rentrèrent à la forteresse. |
|
King James Bible . [32] On the morrow they left the horsemen to go with him,
and returned to the castle:
Luther-Bibel . 32 Am nächsten Tag aber ließen sie die Reiter mit
ihm ziehen und kehrten wieder in die Burg zurück.
Tekstuitleg van Hnd
23,32 .
1. - 3. tèi (de = echter / oun = derhalve, bijgevolg) epaurion ('s anderendaags)
. Verwijzing : tèi
epaurion ('s anderendaags) , zie Joh
1,35 . ep (afkorting van epi : op , bij) - aurion (morgen) . In zeventien
verzen in het N.T. . In tien verzen tèi epaurion (a) , in zes verzen
tèi de epaurion (b) , in één vers tèi oun epaurion
(c) . In tien verzen in Hnd : (1) Hnd
10,9 (b) . (2) Hnd
10,23 (b) . (3) Hnd
10,24 (b) . (4) Hnd
14,20 (a) . (5) Hnd
20,7 (a) . (6) Hnd
21,8 (b) . (7) Hnd
22,30 (b) . (8) Hnd
23,32 (b) . (9) Hnd
25,6 (a) . (10) Hnd
25,23 (c) .
10. hupestrepsan (zij keerden terug). Verwijzing : hupostrefô
(omkeren, terugkeren) , zie Lc
4,1 . Actief aorist derde persoon meervoud . In elf verzen in de bijbel
. In één vers in het O.T. . In tien verzen in het N.T. . Niet
bij Matteüs en Marcus .In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc
2,20 (de herders) . (2) Lc
2,45 (de ouders - eis Hierousalèm) . (3) Lc
10,17 (de tweeënzeventig) . (4) Lc
24,33 (de Emmaüsgangers - eis Hierousalèm) . (5) Lc
24,52 (de leerlingen - eis Hierousalèm) . In vijf verzen in Hnd :
(1) Hnd
1,12 (de leerlingen - eis Hierousalèm) . (2) Hnd
12,25 (Barnabas en Saulus) . (3) Hnd
14,21 (Paulus en Barnabas keerden in omgekeerde volgorde naar Lystra , Ikonium
en Antiochië van Pisidië terug) . (4) Hnd
21,6 . (5) Hnd
23,32 .
Hnd 23,33 - Hnd
23,33 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
33oitines eiselthontes eis tèn kaisareian
kai anadontes tèn epistolèn tô ègemoni
parestèsan kai ton paulon autô. |
33 qui cum venissent Caesaream et tradidissent
epistulam praesidi statuerunt ante illum et Paulum |
33 Dewelken als zij te Cesarea gekomen waren, en
den brief den stadhouder overgeleverd hadden, hebben zij ook Paulus
voor hem gesteld. |
|
[33] In Caesarea aangekomen overhandigden die de
brief aan de gouverneur en leverden Paulus bij hem af. |
[33] Na aankomst in Caesarea overhandigden Paulus’
begeleiders de brief aan de procurator en droegen Paulus over aan
zijn gezag. |
33 Als die Caesarea binnenkomen en de brief aan
de landvoogd overgeven, stellen zij ook Paulus voor hem op. |
33. Arrivés à Césarée,
les cavaliers remirent la lettre au gouverneur et lui présentèrent
Paul. |
|
King James Bible . [33] Who, when they came to Caesarea, and delivered the
epistle to the governor, presented Paul also before him.
Luther-Bibel . 33 Als aber jene nach Cäsarea kamen, übergaben sie
den Brief dem Statthalter und führten ihm auch Paulus vor.
Tekstuitleg van Hnd
23,33 .
Hnd 23,34 - Hnd
23,34 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
34anagnous de kai eperôtèsas ek poias
eparcheias estin kai puthomenos oti apo kilikias, |
34 cum legisset autem et interrogasset de qua provincia
esset et cognoscens quia de Cilicia |
34 En de stadhouder, den brief gelezen hebbende,
vraagde, uit wat provincie hij was; en verstaande, dat hij van Cilicië
was, |
|
[34] Nadat hij de brief gelezen had vroeg hij uit
welke provincie hij afkomstig was. Toen hij vernam dat hij uit Cilicië
kwam, |
[34] Nadat Felix de brief had gelezen vroeg hij
uit welke provincie Paulus afkomstig was, en toen hij had gehoord
dat Paulus uit Cilicië kwam, |
34 Hij leest op, vraagt uit wat voor provincie hij
is, en als hij verneemt dat hij uit Cilicië is, verklaart hij: |
34. Après avoir lu la lettre, le gouverneur
s'informa de quelle province il était. Apprenant qu'il était
de Cilicie : |
|
King James Bible . [34] And when the governor had read the letter, he asked
of what province he was. And when he understood that he was of Cilicia;
Luther-Bibel . 34 Als der Statthalter den Brief gelesen hatte, fragte er, aus
welchem Land er sei. Und als er erfuhr, dass er aus Zilizien sei, sprach er:
Tekstuitleg van Hnd
23,34 .
Hnd 23,35 - Hnd
23,35 : Paulus naar Caesarea overgebracht - Hnd
23,23-35 -- Hnd
23 -- verwijzingen
-- Hnd
23,23 - Hnd
23,24 - Hnd
23,25 - Hnd
23,26 - Hnd
23,27 - Hnd
23,28 - Hnd
23,29 - Hnd
23,30 - Hnd
23,31 - Hnd
23,32 - Hnd
23,33 - Hnd
23,34 - Hnd
23,35 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
35diakousomai sou, efè, otan kai oi katègoroi
sou paragenôntai: keleusas en tô praitôriô
tou èrôdou fulassesthai auton. |
35 audiam te inquit cum et accusatores tui venerint
iussitque in praetorio Herodis custodiri eum |
35 Zeide hij: Ik zal u horen, als ook uw beschuldigers
hier zullen gekomen zijn. En hij beval, dat hij in het rechthuis van
Herodes zou bewaard worden. |
|
[35] zei hij: ‘Ik zal u verhoren zodra ook
uw aanklagers er zijn.’ En hij liet hem gevangenzetten in het
pretorium* van Herodes. |
[35] zei hij: ‘Ik zal u verhoren zodra ook
uw aanklagers aangekomen zijn.’ Hij gaf bevel hem gevangen te
houden in het pretorium van Herodes. |
35 ik zal u verhoren, wanneer ook uw beschuldigers
aankomen!, en beveelt dat hij bewaakt wordt in het rechthuis van Herodes.
|
35. « Je t'entendrai, dit-il, quand tes accusateurs
seront arrivés, eux aussi. » Et il le fit garder dans
le prétoire d'Hérode. |
|
King James Bible . [35] I will hear thee, said he, when thine accusers are
also come. And he commanded him to be kept in Herod's judgment hall.
Luther-Bibel . 35 Ich will dich verhören, wenn deine Ankläger auch
da sind. Und er ließ ihn in Gewahrsam halten im Palast des Herodes.
Tekstuitleg van Hnd
23,35 .