HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 21 -- bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd
21 -- Hnd
21,1-14 --
Hnd 21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd 21,37-40 -
Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd
(Handelingen) : overzicht , Hnd
: woordgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Hnd
: commentaar ,
Hnd
1 , Hnd 2 ,
Hnd 3 , Hnd
4 , Hnd 5 ,
Hnd 6 , Hnd
7 , Hnd 8 ,
Hnd 9 , Hnd
10 , Hnd 11
, Hnd 12 , Hnd
13 , Hnd 14
, Hnd 15 , Hnd
16 , Hnd 17
, Hnd 18 , Hnd
19 , Hnd 20
, Hnd 21 , Hnd
22 , Hnd 23
, Hnd 24 , Hnd
25 , Hnd 26
, Hnd 27 , Hnd
28 ,
Uitleg per pericope - Hnd
21,1-14 --
Hnd 21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,37-40 -
- Hnd 21,1-14
: Van Milete naar Caesarea .
- Hnd 21,15-26
: Ontvangst in Jeruzalem .
- Hnd 21,27-36
: Paulus gearresteerd .
- Hnd 21,37-40
: Verdedigingsrede tegenover het volk .
Uitleg vers per vers : - Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 - Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 - Hnd
21,37 - Hnd
21,38 - Hnd
21,39 - Hnd
21,40 -
WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE
VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email:
arseen.de.kesel@pandora.be
.
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/
en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ
DE HAND - NIEUW
- OVERZICHT
- TIJDSCHRIFTEN
-
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B
- C - D
- E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y - Z
HOOFDTHEMA'S :
allochtonen , armoede , bahá'í
, bezinningsteksten
, bijbel , bijbel en koran ,
boeddhisme ,
christendom ,
extreemrechts
(Vlaams Blok)
, fundamentalisme
, globalisering en antiglobalisering
, hindoeïsme
, interlevensbeschouwelijke
dialoog , interreligieuze
meditatie , islam , jodendom
, koran
, levensbeschouwing
, levensbeschouwing / godsdienst
en onderwijs , racisme , samenleving ,
sikhisme , spiritualiteit
, tewerkstelling
van allochtonen , vluchtelingen
en asielzoekers , vrijzinnigheid
, witte scholen , multiculturele
scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige
beschouwingen , Het
kleine of grote ongenoegen
|
Woordenschat
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik
Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht
, bijbelverwijzingen
, Oude Testament
, Pentateuch
, Historische
boeken , Profeten
, Wijsheidsboeken
, Nieuwe
Testament , Evangelies
, Synoptici
, Brieven
van Paulus , Apostolische
brieven .
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus) ,
Lv (Leviticus) ,
Nu (Numeri) , Dt
(Deuteronomium) , Joz
(Jozua) , Re (Rechters)
, Rt (Ruth) , 1
S (1 Samuël) , 2
S (2 Samuël) , 1
K (1 Koningen) , 2
K (2 Koningen) , 1
Kr ( 1 Kronieken) , 2
Kr (2 Kronieken) , Ezr
(Ezra) , Neh (Nehemia)
, Tob (Tobia) ,
Jdt (Judith) ,
Est (Esther) ,
1 Mak (1 Makkabeeën)
, 2 Mak (2 Makkabeeën)
, Job , Ps
(Psalmen ) , Spr
(Spreuken) , Pr
(Prediker) , Hl
(Hooglied) , W (Wijsheid)
, Sir (Sirach)
, Js (Jesaja) ,
Jr (Jeremia) , Kl
(Klaagliederen) , Bar
(Baruch) , Ez (Ezechiël)
, Da (Daniël)
, Hos (Hosea) ,
Jl (Joël) ,
Am (Amos) , Ob
(Obadja) , Jon
(Jona) , Mi (Micha)
, Nah (Nahum) ,
Hab (Habakuk) ,
Sef (Sefanja) ,
Hag (Haggai) ,
Zach (Zacharia)
, Mal (Maleachi)
.
- NT : Mt (Matteüs)
- Mc (Marcus)
- Lc (Lucas) -
Joh (Johannes)
- Hnd (Handelingen)
, Rom (Rome) ,
1 Kor (Korinte)
, 2 Kor (Korinte)
, Gal (Galatië)
, Ef (Efese) , Fil
(Filippi) , Kol
(Kolosse) , 1 Tes
(Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit
(Titus) , Film
(Filemon) , Heb
(Hebreeën) , Jak
(Jakobus) , 1 Pe
(Petrus) , 2 Pe
(Petrus) , 1 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , Jud
(Judas) , Apk (Apokalyps)
.
Overzicht van de
bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie
bijbel -
bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Hnd 21,1-14 .
Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd
21 -- Hnd
21,1-14 -- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 -
Hnd 21,1 - Hnd
21,1 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
1ôs de egeneto anachthènai èmas apospasthentas ap
autôn, euthudromèsantes èlthomen eis tèn kô, tè de exès eis tèn rodon,
kakeithen eis patara: |
1 cum autem factum esset ut navigaremus abstracti
ab eis recto cursu venimus Cho et sequenti die Rhodum et inde Patara |
1 En als het geschiedde, dat wij van hen gescheiden
en afgevaren waren, zo liepen wij rechtuit en kwamen te Kos, en den
dag daaraan te Rhodus, en van daar te Patara. |
|
[1] Met moeite maakten wij* ons van hen los. We
kozen zee en koersten rechtstreeks naar Kos, de volgende dag naar
Rodos en vandaar naar Patara*. |
[1] Nadat we ons met moeite van hen hadden losgemaakt,
kozen we zee en zetten rechtstreeks koers naar Kos. De dag daarop
bereikten we Rhodos, en van daar voeren we naar Patara. |
1 ¶ Het geschiedt, zodra wij de zee op varen,
nadat we hen ten afscheid gegroet hebben, koersen we rechtuit en komen
aan bij Kos; de dag daarop naar Rodos en daarvandaan naar Patara.
|
1. Lorsque, nous étant arrachés à
eux, nous eûmes gagné le large, nous cinglâmes
droit sur Cos ; le lendemain nous atteignîmes Rhodes, et de
là Patara. |
|
b
King James Bible . [1] And it came to pass, that after we were gotten from
them, and had launched, we came with a straight course unto Coos, and the day
following unto Rhodes, and from thence unto Patara:
Luther-Bibel . 1 Als wir uns nun von ihnen losgerissen hatten und abgefahren
waren, kamen wir geradewegs nach Kos und am folgenden Tage nach Rhodos und von
da nach Patara.
Tekstuitleg van Hnd
21,1 .
Hnd 21,2 - Hnd
21,2 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
2kai eurontes ploion diaperôn eis foinikèn epibantes
anèchthèmen. |
2 et cum invenissemus navem transfretantem in Foenicen
ascendentes navigavimus |
2 En een schip gevonden hebbende, dat naar Fenicië
overvoer, gingen wij er in en voeren af. |
|
[2] Daar vonden wij een schip dat zou oversteken
naar Fenicië; we gingen aan boord en voeren weg. |
[2] Daar vonden we een schip dat de oversteek naar
Fenicië zou maken. We gingen aan boord en voeren weg. |
2 We vinden ons schip dat oversteekt naar Fenicië,
gaan aan boord en varen de zee op. |
2. Ayant trouvé un navire en partance pour
la Phénicie, nous y montâmes et partîmes. |
|
b
King James Bible . [2] And finding a ship sailing over unto Phenicia, we went
aboard, and set forth.
Luther-Bibel . 2 Und als wir ein Schiff fanden, das nach Phönizien fuhr,
stiegen wir ein und fuhren ab.
Tekstuitleg van Hnd
21,2 .
Hnd 21,3 - Hnd
21,3 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
3anafanantes de tèn kupron kai katalipontes autèn
euônumon epleomen eis surian, kai katèlthomen eis turon, ekeise gar
to ploion èn apofortizomenon ton gomon. |
3 cum paruissemus autem Cypro et relinquentes eam
ad sinistram navigabamus in Syriam et venimus Tyrum ibi enim navis
erat expositura onus |
3 En als wij Cyprus in het gezicht gekregen, en
dat aan de linker hand gelaten hadden, voeren wij naar Syrië,
en kwamen aan te Tyrus; want het schip zoude aldaar den last ontladen. |
|
[3] Toen we Cyprus in zicht kregen, lieten we het
aan bakboord liggen, zeilden door naar Syrië en gingen in Tyrus
aan land; want daar moest het schip zijn lading lossen. |
[3] We kregen Cyprus in zicht, maar lieten het
links liggen en zeilden verder naar Syrië, waar we de haven van
Tyrus binnenliepen. Daar moest het schip zijn lading lossen. |
3 Maar als we Cyprus in zicht krijgen laten we
dat links liggen en zeilen naar Syrië; in Tyrus komen we aan
land; want daar moet het schip de lading lossen. |
3. Arrivés en vue de Chypre, nous la laissâmes
à gauche pour voguer vers la Syrie, et nous abordâmes
à Tyr, car c'est là que le bateau devait décharger
sa cargaison. |
|
b
King James Bible . [3] Now when we had discovered Cyprus, we left it on the
left hand, and sailed into Syria, and landed at Tyre: for there the ship was
to unlade her burden.
Luther-Bibel . 3 Als aber Zypern in Sicht kam, ließen wir es linker Hand
liegen und fuhren nach Syrien und kamen in Tyrus an, denn dort sollte das Schiff
die Ware ausladen.
Tekstuitleg van Hnd
21,3 .
Hnd 21,4 - Hnd
21,4 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
4aneurontes de tous mathètas epemeinamen autou èmeras
epta, oitines tô paulô elegon dia tou pneumatos mè epibainein eis
ierosoluma. |
4 inventis autem discipulis mansimus ibi diebus
septem qui Paulo dicebant per Spiritum ne ascenderet Hierosolymam |
4 En de discipelen gevonden hebbende, bleven wij
daar zeven dagen; dewelke tot Paulus zeiden door den Geest, dat hij
niet zou opgaan naar Jeruzalem. |
|
[4] We bleven daar zeven dagen en zochten de leerlingen*
op. Op ingeving* van de Geest zeiden zij tegen Paulus dat hij niet
naar Jeruzalem moest gaan. |
[4] We gingen op zoek naar de leerlingen en bleven
een week bij hen. Geïnspireerd door de Geest zeiden ze tegen
Paulus dat hij niet moest doorreizen naar Jeruzalem. |
4 We vinden er de leerlingen en blijven er zeven
dagen. Zij hebben door de Geest tot Paulus gezegd dat hij niet aan
boord moest gaan richting Jeruzalem. |
4. Ayant découvert les disciples, nous restâmes
là sept jours. Poussés par l'Esprit, ils disaient à
Paul de ne pas monter à Jérusalem. |
|
b
King James Bible . [4] And finding disciples, we tarried there seven days:
who said to Paul through the Spirit, that he should not go up to Jerusalem.
Luther-Bibel . 4 Als wir nun die Jünger fanden, blieben wir sieben Tage
dort. Die sagten Paulus durch den Geist, er solle nicht nach Jerusalem hinaufziehen.
Tekstuitleg van Hnd
21,4 .
Hnd 21,5 - Hnd
21,5 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
5ote de egeneto èmas exartisai tas èmeras, exelthontes
eporeuometha propempontôn èmas pantôn sun gunaixi kai teknois eôs
exô tès poleôs, kai thentes ta gonata epi ton aigialon proseuxamenoi
|
5 et explicitis diebus profecti ibamus deducentibus
nos omnibus cum uxoribus et filiis usque foras civitatem et positis
genibus in litore oravimus |
5 Toen het nu geschiedde, dat wij deze dagen doorgebracht
hadden, gingen wij uit, en reisden voort; en zij geleidden ons allen
met vrouwen en kinderen tot buiten de stad; en aan den oever nederknielende,
hebben wij gebeden. |
|
[5] Maar toen onze tijd verstreken was, zetten we
onze reis voort; met z’n allen, ook vrouwen en kinderen, deden
ze ons uitgeleide tot buiten de stad. Daar knielden we op het strand
neer om te bidden en |
[5] Maar toen ons oponthoud ten einde liep, vertrokken
we weer, uitgeleide gedaan door alle leerlingen met hun vrouwen en
kinderen. We gingen de stad uit en knielden samen neer op het strand
om te bidden. |
5 Maar het geschiedt wanneer onze dagen óm
zijn dat wij vertrekken en verder reizen. Allen doen zij, met vrouwen
en kinderen, ons uitgeleide tot buiten de stad. Op het strand buigen
we de knieën om te bidden. |
5. Mais, notre séjour achevé, nous
partîmes. Nous marchions, escortés de tous, y compris
femmes et enfants. Hors de la ville, nous nous mîmes à
genoux sur la grève pour prier. |
|
b
King James Bible . [5] And when we had accomplished those days, we departed
and went our way; and they all brought us on our way, with wives and children,
till we were out of the city: and we kneeled down on the shore, and prayed.
Luther-Bibel . 5 Und es geschah, als wir die Tage zugebracht hatten, da machten
wir uns auf und reisten weiter. Und sie geleiteten uns alle mit Frauen und Kindern
bis hinaus vor die Stadt, und wir knieten nieder am Ufer und beteten.
Tekstuitleg van Hnd
21,5 .
Hnd 21,6 - Hnd
21,6 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
6apèspasametha allèlous, kai anebèmen eis to ploion,
ekeinoi de upestrepsan eis ta idia. |
6 et cum valefecissemus invicem ascendimus in navem
illi autem redierunt in sua |
6 En als wij elkander gegroet hadden, gingen wij
in het schip; maar zijlieden keerden wederom, elk naar het zijne.
|
|
[6] namen we afscheid van elkaar. Daarop gingen
wij aan boord van het schip en keerden zij naar huis terug. |
[6] Toen namen we afscheid van elkaar. Wij gingen
aan boord van het schip en de leerlingen keerden terug naar huis. |
6 Dan groeten wij elkaar en stappen het schip in;
zij keren terug naar hun dingen. |
6. Puis, ayant fait nos adieux, nous montâmes
sur le navire. Ces gens s'en retournèrent alors chez eux. |
|
King James Bible . [6] And when we had taken our leave one of another, we took
ship; and they returned home again.
Luther-Bibel . 6 Und als wir voneinander Abschied genommen hatten, stiegen wir
ins Schiff; jene aber wandten sich wieder heimwärts.
Tekstuitleg van Hnd
21,6 .
10. hupestrepsan (zij keerden terug). Verwijzing : hupostrefô
(omkeren, terugkeren) , zie Lc
4,1 . Actief aorist derde persoon meervoud . In elf verzen in de bijbel
. In één vers in het O.T. . In tien verzen in het N.T. . Niet
bij Matteüs en Marcus .In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc
2,20 (de herders) . (2) Lc
2,45 (de ouders - eis Hierousalèm) . (3) Lc
10,17 (de tweeënzeventig) . (4) Lc
24,33 (de Emmaüsgangers - eis Hierousalèm) . (5) Lc
24,52 (de leerlingen - eis Hierousalèm) . In vijf verzen in Hnd :
(1) Hnd
1,12 (de leerlingen - eis Hierousalèm) . (2) Hnd
12,25 (Barnabas en Saulus) . (3) Hnd
14,21 (Paulus en Barnabas keerden in omgekeerde volgorde naar Lystra , Ikonium
en Antiochië van Pisidië terug) . (4) Hnd
21,6 . (5) Hnd
23,32 .
Hnd 21,7 - Hnd
21,7 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
7èmeis de ton ploun dianusantes apo turou katèntèsamen
eis ptolemaida, kai aspasamenoi tous adelfous emeinamen èmeran mian
par autois. |
7 nos vero navigatione explicita a Tyro descendimus
Ptolomaida et salutatis fratribus mansimus die una apud illos |
7 Wij nu, de scheepvaart volbracht hebbende van
Tyrus, kwamen aan te Ptolemais, en de broeders gegroet hebbende, bleven
een dag bij hen. |
|
[7] Wij maakten nu het laatste deel van onze zeereis, van Tyrus naar
Ptolemaïs*. We gingen er de broeders begroeten en bleven één
dag bij hen. |
[7] Vanuit Tyrus kwamen we in Ptolemaïs aan,
waar we onze zeereis beëindigden. We begroetten de broeders en
zusters en bleven één dag bij hen. |
7 Als wij de zeiltocht vanaf Tyrus hebben volbracht,
lopen we in Ptolemaïs binnen. We begroeten er de broeders–en–zusters
en blijven één dag bij hen. |
7. Et nous, achevant la traversée, nous nous
rendîmes de Tyr à Ptolémaïs. Après
avoir salué les frères et être restés un
jour avec eux, |
|
b
King James Bible . [7] And when we had finished our course from Tyre, we came
to Ptolemais, and saluted the brethren, and abode with them one day.
Luther-Bibel . 7 Wir beendeten die Seefahrt und kamen von Tyrus nach Ptolemaïs,
begrüßten die Brüder und blieben einen Tag bei ihnen.
Tekstuitleg van Hnd
21,7 .
Hnd 21,8 - Hnd
21,8 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
8tè de epaurion exelthontes èlthomen eis kaisareian,
kai eiselthontes eis ton oikon filippou tou euaggelistou ontos ek
tôn epta emeinamen par autô. |
8 alia autem die profecti venimus Caesaream et
intrantes in domum Philippi evangelistae qui erat de septem mansimus
apud eum |
8 En des anderen daags, Paulus en wij, die met
hem waren, gingen van daar en kwamen te Cesarea; en gegaan zijnde
in het huis van Filippus, den evangelist (die een was van de zeven),
bleven wij bij hem. |
|
[8] De volgende dag vertrokken we weer en kwamen
in Caesarea*. Hier namen we onze intrek in het huis van de evangelist
Filippus*, een van de zeven. |
[8] De volgende dag vertrokken we weer en gingen
op weg naar Caesarea. Daar vonden we onderdak bij Filippus, een verkondiger
van het evangelie en een van de zeven wijze mannen. |
8 ¶ De volgende morgen gaan we weg en komen
aan in Caesarea. We komen in het huis van de evangelist Filippus die
er één van de zeven is, en blijven bij hem. |
8. nous repartîmes le lendemain pour gagner
Césarée. Descendus chez Philippe l'évangéliste,
qui était un des Sept, nous demeurâmes chez lui. |
|
King James Bible . [8] And the next day we that were of Paul's company departed,
and came unto Caesarea: and we entered into the house of Philip the evangelist,
which was one of the seven; and abode with him.
Luther-Bibel . 8 Am nächsten Tag zogen wir weiter und kamen nach Cäsarea
und gingen in das Haus des Philippus, des Evangelisten, der einer von den sieben
war, und blieben bei ihm.
Tekstuitleg van Hnd
21,8 .
1. - 3. tèi (de = echter / oun = derhalve, bijgevolg) epaurion ('s anderendaags)
. Verwijzing : tèi
epaurion ('s anderendaags) , zie Joh
1,35 . ep (afkorting van epi : op , bij) - aurion (morgen) . In zeventien
verzen in het N.T. . In tien verzen tèi epaurion (a) , in zes verzen
tèi de epaurion (b) , in één vers tèi oun epaurion
(c) . In tien verzen in Hnd : (1) Hnd
10,9 (b) . (2) Hnd
10,23 (b) . (3) Hnd
10,24 (b) . (4) Hnd
14,20 (a) . (5) Hnd
20,7 (a) . (6) Hnd
21,8 (b) . (7) Hnd
22,30 (b) . (8) Hnd
23,32 (b) . (9) Hnd
25,6 (a) . (10) Hnd
25,23 (c) .
Hnd 21,9 - Hnd
21,9 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
9toutô de èsan thugateres tessares parthenoi profèteuousai. |
9 huic autem erant filiae quattuor virgines prophetantes
|
9 Deze nu had vier dochters, nog maagden, die profeteerden. |
|
[9] Hij had vier ongetrouwde dochters, die profetes*
waren. |
[9] Hij had vier ongetrouwde dochters, die de gave
van de profetie bezaten. |
9 Hij heeft vier dochters: maagden, profetessen. |
9. Il avait quatre filles vierges qui prophétisaient. |
|
b
King James Bible . [9] And the same man had four daughters, virgins, which
did prophesy.
Luther-Bibel . 9 Der hatte vier Töchter, die waren Jungfrauen und weissagten.
Tekstuitleg van Hnd
21,9 .
Hnd 21,10 - Hnd
21,10 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
10epimenontôn de èmeras pleious katèlthen tis apo
tès ioudaias profètès onomati agabos, |
10 et cum moraremur per dies aliquot supervenit
quidam a Iudaea propheta nomine Agabus |
10 En als wij daar vele dagen gebleven waren, kwam
er een zeker profeet af van Judea, met name Agabus; |
|
[10] We verbleven daar verscheidene dagen. Toen
kwam er uit Judea* een profeet die Agabus heette. |
[10] Na enkele dagen kwam er een profeet uit Judea,
die Agabus heette. |
10 We blijven er vele dagen, en dan komt uit Judea
een of andere profeet aan met de naam Agabus. |
10. Comme nous passions là plusieurs jours,
un prophète du nom d'Agabus descendit de Judée. |
|
b
King James Bible . [10] And as we tarried there many days, there came down
from Judaea a certain prophet, named Agabus.
Luther-Bibel . 10 Und als wir mehrere Tage dablieben, kam ein Prophet mit Namen
Agabus aus Judäa herab.
Tekstuitleg van Hnd
21,10 .
9. nom. mann. enk. profètès (profeet) . Taalgebruik in het N.T.
: profètès
(profeet) . Taalgebruik in Lc : profètès
(profeet) . Taalgebruik in Hnd : profètès
(profeet) . Taalgebruik in Tenach : nâbhî´(profeet)
. Hebr. nâbhî´(profeet) . Gr. profètès <
pro - fè - tès (fèmi : spreken) . Hnd (4) : (1) Hnd
2,30 . (2) Hnd
7,48 . (3) Hnd
8,34 . (4) Hnd
21,10 . Lc (7) . Een vorm van profètès (profeet) in Hnd in
30 verzen , in Hnd 2 : (1) Hnd
2,16 . (2) Hnd
2,30 . In Hnd : 6 vormen van profètès (profeet) in 30 verzen
in 12 / 28 hoofdstukken . In Lc : 7 vormen van profètès (profeet)
in 29 verzen in 13 / 24 hoofdstukken .
Hnd 21,11 - Hnd
21,11 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
11kai elthôn pros èmas kai aras tèn zônèn tou paulou
dèsas eautou tous podas kai tas cheiras eipen, tade legei to pneuma
to agion, ton andra ou estin è zônè autè outôs dèsousin en ierousalèm
oi ioudaioi kai paradôsousin eis cheiras ethnôn. |
11 is cum venisset ad nos tulit zonam Pauli et alligans
sibi pedes et manus dixit haec dicit Spiritus Sanctus virum cuius
est zona haec sic alligabunt in Hierusalem Iudaei et tradent in manus
gentium |
11 En hij kwam tot ons, en nam den gordel van Paulus,
en zichzelven handen en voeten gebonden hebbende, zeide: Dit zegt
de Heilige Geest: Den man, wiens deze gordel is, zullen de Joden alzo
te Jeruzalem binden, en overleveren in de handen der heidenen. |
|
[11] Hij kwam op ons af, pakte de gordel van Paulus,
bond die om zijn eigen polsen en enkels, en zei: ‘Dit zegt de
heilige Geest: zo zullen de Joden de man van wie deze gordel is, in
Jeruzalem binden en uitleveren aan de heidenen.’ |
[11] Hij zocht ons op, pakte Paulus’ gordel
en bond daarmee zijn eigen handen en voeten vast. Toen zei hij: ‘Dit
zegt de heilige Geest: “Zo zal de man van wie deze gordel is,
worden vastgebonden door de Joden in Jeruzalem, die hem aan de heidenen
zullen uitleveren.”’ |
11 Hij komt bij ons, neemt de gordel van Paulus
op, bindt bij zichzelf zijn handen en voeten en zegt: dit zegt de
heilige Geest: de man van wie deze gordel is, zó zullen in
Jeruzalem de Judeeërs hem binden en prijsgeven in de handen van
heidenen! |
11. Il vint nous trouver et, prenant la ceinture
de Paul, il s'en lia les pieds et les mains en disant : « Voici
ce que dit l'Esprit Saint : L'homme auquel appartient cette ceinture,
les Juifs le lieront comme ceci à Jérusalem, et ils
le livreront aux mains des païens. » |
|
King James Bible . [11] And when he was come unto us, he took Paul's girdle,
and bound his own hands and feet, and said, Thus saith the Holy Ghost, So shall
the Jews at Jerusalem bind the man that owneth this girdle, and shall deliver
him into the hands of the Gentiles.
Luther-Bibel . 11 Und als er zu uns kam, nahm er den Gürtel des Paulus
und band sich die Füße und Hände und sprach: Das sagt der Heilige
Geist: Den Mann, dem dieser Gürtel gehört, werden die Juden in Jerusalem
so binden und überantworten in die Hände der Heiden.
Tekstuitleg van Hnd
21,11 .
32. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs
(zo, op deze wijze) , zie Mt
21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen
in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen
: (1) Hnd
1,11 . (2) Hnd
3,18 . (3) Hnd
7,1 . (4) Hnd
7,6 . (5) Hnd
7,8 . (6) Hnd
8,32 . (7) Hnd
12,8 . (8) Hnd
12,15 . (9) Hnd
13,8 . (10) Hnd
13,34 . (11) Hnd
13,47 . (12) Hnd
14,1 . (13) Hnd
17,11 . (14) Hnd
17,33 . (15) Hnd
19,20 . (16) Hnd
20,11 . (17) Hnd
20,13 . (18) Hnd
20,35 . (19) Hnd
21,11 . (20) Hnd
22,24 . (21) Hnd
24,9 . (22) Hnd
24,14 . (23) Hnd
27,17 . (24) Hnd
27,25 . (25) Hnd
27,44 . (26) Hnd
28,14 .
Hnd 21,12 - Hnd
21,12 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
12ôs de èkousamen tauta, parekaloumen èmeis te kai
oi entopioi tou mè anabainein auton eis ierousalèm. |
12 quod cum audissemus rogabamus nos et qui loci
illius erant ne ascenderet Hierosolymam |
12 Als wij nu dit hoorden, baden beiden wij en die
van die plaats waren, dat hij niet zou opgaan naar Jeruzalem. |
|
[12] Toen we dat hoorden, drongen wij en de inwoners
van die plaats er bij hem op aan niet naar Jeruzalem te gaan. |
[12] Toen we dit hoorden, drongen wij en de gelovigen
van Caesarea er bij Paulus op aan om niet naar Jeruzalem te reizen. |
12 Zodra wij deze dingen horen, roepen wij hem op,
wij en de mensen van die plaats, om niet op te klimmen naar Jeruzalem.
|
12. A ces paroles, nous nous mîmes, avec ceux
de l'endroit, à supplier Paul de ne pas monter à Jérusalem.
|
|
b
King James Bible . [12] And when we heard these things, both we, and they of
that place, besought him not to go up to Jerusalem.
Luther-Bibel . 12 Als wir aber das hörten, baten wir und die aus dem Ort,
dass er nicht hinauf nach Jerusalem zöge.
Tekstuitleg van Hnd
21,12 .
Hnd 21,13 - Hnd
21,13 : Van Milete naar Caesarea
- bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
13tote apekrithè o paulos, ti poieite klaiontes
kai sunthruptontes mou tèn kardian; egô gar ou monon dethènai alla
kai apothanein eis ierousalèm etoimôs echô uper tou onomatos tou kuriou
ièsou. |
13 tunc respondit Paulus et dixit quid facitis flentes
et adfligentes cor meum ego enim non solum alligari sed et mori in
Hierusalem paratus sum propter nomen Domini Iesu |
13 Maar Paulus antwoordde: Wat doet gij, dat gij
weent, en mijn hart week maakt? Want ik ben bereid niet alleen gebonden
te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor den Naam van den
Heere Jezus. |
|
[13] Daarop gaf Paulus ten antwoord: ‘Waarom
proberen jullie met tranen op mijn gevoel te werken? Want ik ben niet
alleen bereid om me in Jeruzalem te laten binden, maar ook om er voor
de naam van de Heer Jezus te sterven.’ |
[13] Maar Paulus antwoordde: ‘Waarom proberen
jullie me door je tranen te vermurwen? Ik ben niet alleen bereid me
in Jeruzalem gevangen te laten nemen, maar ook om er te sterven omwille
van de naam van de Heer Jezus.’ |
13 Dan antwoordt Paulus: wat dóet ge, dat
ge weeklaagt en mijn hart tracht te vermurwen?– want ik–voor–mij
ben bereid niet alleen gebonden te worden maar ook in Jeruzalem te
sterven voor de naam van de Heer Jezus! |
13. Alors il répondit : « Qu'avez-vous
à pleurer et à me briser le cœur ? Je suis prêt,
moi, non seulement à me laisser lier, mais encore à
mourir à Jérusalem pour le nom du Seigneur Jésus.
» |
|
b
King James Bible . [13] Then Paul answered, What mean ye to weep and to break
mine heart? for I am ready not to be bound only, but also to die at Jerusalem
for the name of the Lord Jesus.
Luther-Bibel . 13 Paulus aber antwortete: Was macht ihr, dass ihr weint und
brecht mir mein Herz? Denn ich bin bereit, nicht allein mich binden zu lassen,
sondern auch zu sterben in Jerusalem für den Namen des Herrn Jesus.
Tekstuitleg van Hnd
21,13 .
Hnd 21,14 - Hnd
21,14 : Van Milete naar Caesarea - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,1 - Hnd
21,2 - Hnd
21,3 - Hnd
21,4 - Hnd
21,5 - Hnd
21,6 - Hnd
21,7 - Hnd
21,8 - Hnd
21,9 - Hnd
21,10 - Hnd
21,11 - Hnd
21,12 - Hnd
21,13 - Hnd
21,14 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
14mè peithomenou de autou èsuchasamen eipontes,
tou kuriou to thelèma ginesthô. |
14 et cum ei suadere non possemus quievimus dicentes
Domini voluntas fiat |
14 En als hij zich niet liet afraden, hielden wij
ons tevreden, zeggende: De wil des Heeren geschiede. |
|
[14] Hij liet zich niet overreden. Wij berustten
erin en zeiden: ‘De wil van de Heer geschiede!’ |
[14] Omdat hij zich niet liet overreden, deden
we er het zwijgen toe en zeiden alleen nog: ‘Laat gebeuren wat
de Heer wil.’ |
14 Als hij zich niet laat overhalen houden wij ons
stil en zeggen: laat de wil van de Heer geschieden! |
14. Comme il n'y avait pas moyen de le persuader,
nous cessâmes nos instances, disant : « Que la volonté
du Seigneur se fasse ! » |
|
King James Bible . [14] And when he would not be persuaded, we ceased, saying,
The will of the Lord be done.
Luther-Bibel . 14 Da er sich aber nicht überreden ließ, schwiegen
wir und sprachen: Des Herrn Wille geschehe.
Tekstuitleg van Hnd
21,14 .
Hnd 21,15-26
: Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd
21 -- Hnd
21,1-14 --
Hnd 21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 -
Hnd 21,15 - Hnd
21,15 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
15meta de tas èmeras tautas episkeuasamenoi anebainomen
eis ierosoluma: |
15 post dies autem istos praeparati ascendebamus
Hierusalem |
15 En na die dagen maakten wij ons gereed, en gingen
op naar Jeruzalem. |
|
[15] Na die dagen maakten wij ons gereed voor de
reis en gingen we op weg naar Jeruzalem. |
[15] Korte tijd later maakten we ons reisvaardig
en gingen naar Jeruzalem. |
15 ¶ Na deze dagen rusten wij ons toe en klimmen
op naar Jeruzalem. |
15. Après ces quelques jours, ayant achevé
nos préparatifs, nous montâmes à Jérusalem.
|
|
b
King James Bible . [15] And after those days we took up our carriages, and
went up to Jerusalem.
Luther-Bibel . 15 Und nach diesen Tagen machten wir uns fertig und zogen hinauf
nach Jerusalem.
Tekstuitleg van Hnd
21,15 .
Hnd 21,16 - Hnd
21,16 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
16sunèlthon de kai tôn mathètôn apo kaisareias
sun èmin, agontes par ô xenisthômen mnasôni tini kupriô, archaiô mathètè. |
16 venerunt autem et ex discipulis a Caesarea nobiscum
adducentes apud quem hospitaremur Mnasonem quendam Cyprium antiquum
discipulum |
16 En met ons gingen ook sommigen der discipelen
van Cesarea, leidende met zich een zekeren Mnason, van Cyprus, een
ouden discipel, bij dewelken wij zouden te huis liggen. |
|
[16] Enkele leerlingen uit Caesarea gingen met ons
mee: ze brachten ons bij Mnason* uit Cyprus, een leerling van het
eerste uur, wiens gast wij zouden zijn. |
[16] Enkele leerlingen uit Caesarea gingen met ons
mee. Ze brachten ons naar Mnason, een Cyprioot die al vanaf het begin
bij de leerlingen hoorde en bij wie we zouden verblijven. |
16 Er komen ook enkelen van de leerlingen uit Caesarea
met ons mee, om ons te brengen bij hem bij wie we te gast zullen zijn,
een zekere Mnason, een Cyprioot, een leerling van het begin af. |
16. Des disciples de Césarée nous
accompagnèrent et nous menèrent loger chez un certain
Mnason, de Chypre, disciple des premiers jours. |
|
b
King James Bible . [16] There went with us also certain of the disciples of
Caesarea, and brought with them one Mnason of Cyprus, an old disciple, with
whom we should lodge.
Luther-Bibel . 16 Es kamen aber mit uns auch einige Jünger aus Cäsarea
und führten uns zu einem alten Jünger mit Namen Mnason aus Zypern,
bei dem wir zu Gast sein sollten
Tekstuitleg van Hnd
21,16 .
Hnd 21,17 - Hnd
21,17 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
17genomenôn de èmôn eis ierosoluma asmenôs apedexanto
èmas oi adelfoi. |
17 et cum venissemus Hierosolymam libenter exceperunt
nos fratres |
17 En als wij te Jeruzalem gekomen waren, ontvingen
ons de broeders blijdelijk. |
|
[17] Bij onze aankomst in Jeruzalem werden we door
de broeders hartelijk ontvangen. |
[17] Bij onze aankomst in Jeruzalem ontvingen de
gelovigen ons gastvrij. |
17 Als we in Jeruzalem zijn ontvangen de broeders–en–zusters
ons allerhartelijkst. |
17. A notre arrivée à Jérusalem,
les frères nous reçurent avec joie. |
|
b
King James Bible . [17] And when we were come to Jerusalem, the brethren received
us gladly.
Luther-Bibel . 17 Als wir nun nach Jerusalem kamen, nahmen uns die Brüder
gerne auf.
Tekstuitleg van Hnd
21,17 .
Hnd 21,18 - Hnd
21,18 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
18tè de epiousè eisèei o paulos sun èmin pros iakôbon,
pantes te paregenonto oi presbuteroi. |
18 sequenti autem die introibat Paulus nobiscum
ad Iacobum omnesque collecti sunt seniores |
18 En den volgenden dag ging Paulus met ons in tot
Jakobus; en al de ouderlingen waren daar gekomen. |
|
[18] De volgende dag ging Paulus met ons naar Jakobus*,
bij wie alle oudsten waren samengekomen. |
[18] De volgende dag ging Paulus met ons naar Jakobus,
bij wie alle oudsten waren samengekomen. |
18 De volgende dag gaat Paulus met ons naar Jakobus,
en alle oudsten zijn er ook bij. |
18. Le jour suivant, Paul se rendit avec nous chez
Jacques, où tous les anciens se réunirent. |
|
King James Bible . [18] And the day following Paul went in with us unto James;
and all the elders were present.
Luther-Bibel . 18 Am nächsten Tag aber ging Paulus mit uns zu Jakobus und
es kamen die Ältesten alle dorthin.
Tekstuitleg van Hnd
21,18 .
11. pantes (allen) . Verwijzing : pas
(ieder, elk) , zie Mc
2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de
bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie
Hnd 1,14
: (1) Hnd
1,14 . (2) Hnd
2,1 . (3) Hnd
2,4 . (4) Hnd
2,12 . (5) Hnd
2,14 . (6) Hnd
2,32 . (7) Hnd
2,44 . (8) Hnd
3,24 . (9) Hnd
4,21 . (10) Hnd
5,17 . (11) Hnd
5,36 . (12) Hnd
5,37 . (13) Hnd
6,15 . (14) Hnd
8,1 . (15) Hnd
8,10 . (16) Hnd
9,21 . (17) Hnd
9,26 . (18) Hnd
9,35 . (19) Hnd
10,33 . (20) Hnd
10,43 . (21) Hnd
16,33 . (22) Hnd
17,7 . (23) Hnd
17,21 . (24) Hnd
18,17 . (25) Hnd
19,7 . (26) Hnd
20,25 . (27) Hnd
21,18 . (28) Hnd
21,20 . (29) Hnd
21,24 . (30) Hnd
22,3 . (31) Hnd
25,24 . (32) Hnd
26,4 . (33) Hnd
27,36 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd
2,1) . (1) Hnd
2,7 . (2) Hnd
4,31 . (3) Hnd
5,12 . (4) Hnd
5,16 . (5) Hnd
16,3 . (6) Hnd
16,28 .
Hnd 21,19 - Hnd
21,19 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
19kai aspasamenos autous exègeito kath en ekaston
ôn epoièsen o theos en tois ethnesin dia tès diakonias autou. |
19 quos cum salutasset narrabat per singula quae
fecisset Deus in gentibus per ministerium ipsius |
19 En als hij hen gegroet had, verhaalde hij van
stuk tot stuk, wat God onder de heidenen door zijn dienst gedaan had. |
|
[19] Na hen begroet te hebben vertelde hij in bijzonderheden
wat God door zijn werk onder de heidenen tot stand had gebracht. |
[19] Nadat Paulus hen begroet had, vertelde hij
tot in bijzonderheden wat God door zijn verkondigingswerk onder de
heidenen tot stand had gebracht. |
19 Hij begroet hen,– en heeft stuk voor stuk
uiteengezet wat God door zijn bediening heeft gedaan onder de heidenvolkeren.
|
19. Après les avoir salués, il se
mit à exposer par le détail ce que Dieu avait fait chez
les païens par son ministère. |
|
b
King James Bible . [19] And when he had saluted them, he declared particularly
what things God had wrought among the Gentiles by his ministry.
Luther-Bibel . 19 Und als er sie begrüßt hatte, erzählte er
eins nach dem andern, was Gott unter den Heiden durch seinen Dienst getan hatte.
Tekstuitleg van Hnd
21,19 .
Hnd 21,20 - Hnd
21,20 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
20oi de akousantes edoxazon ton theon, eipon te
autô, theôreis, adelfe, posai muriades eisin en tois ioudaiois tôn
pepisteukotôn, kai pantes zèlôtai tou nomou uparchousin: |
20 at illi cum audissent magnificabant Deum dixeruntque
ei vides frater quot milia sint in Iudaeis qui crediderunt et omnes
aemulatores sunt legis |
20 En zij, dat gehoord hebbende, loofden den Heere,
en zeiden tot hem: Gij ziet, broeder, hoevele duizenden van Joden
er zijn, die geloven; en zij zijn allen ijveraars van de wet. |
|
[20] Toen ze dat hoorden, verheerlijkten ze God
en zeiden tegen Paulus: ‘Je ziet, broeder, hoeveel duizenden
er onder de Joden tot geloof gekomen zijn, en allen houden ze zich
strikt aan de wet. |
[20] Toen ze dat hoorden, prezen en eerden ze God
en zeiden: ‘Je hebt kunnen zien, broeder, dat ook vele duizenden
Joden het geloof hebben aanvaard, en allen leven vol overtuiging volgens
de wet. |
20 Toen ze dat hoorden hebben ze God verheerlijkt.
Maar ook hebben ze tot hem gezegd: je aanschouwt wel, broeder, hoevele
duizenden er onder de Judeeërs zijn die tot geloof gekomen zijn,
en allen zijn zij vol ijver voor de Wet; |
20. Et ils glorifiaient Dieu de ce qu'ils entendaient.
Ils lui dirent alors : « Tu vois, frère, combien de milliers
de Juifs ont embrassé la foi, et ce sont tous de zélés
partisans de la Loi. |
|
King James Bible . [20] And when they heard it, they glorified the Lord, and
said unto him, Thou seest, brother, how many thousands of Jews there are which
believe; and they are all zealous of the law:
Luther-Bibel . 20 Als sie aber das hörten, lobten sie Gott und sprachen
zu ihm: Bruder, du siehst, wie viel tausend Juden gläubig geworden sind
und alle sind Eiferer für das Gesetz.
Tekstuitleg van Hnd
21,20 .
3. akousantes (gehoord) . Verwijzing : akouô
(horen, luisteren) , zie Mt
4,12 . Participium aorist nominatief mannelijk meervoud . In zevenenzestig
verzen in de bijbel . In vijftien verzen in het O.T. . In tweeënvijftig
verzen in het N.T. . Mt (13) . Mc (7) . Lc (7) . Joh (5) . Hnd (16) . In zestien
verzen in Handelingen : (1) Hnd
2,37 . (2) Hnd
4,24 . (3) Hnd
5,21 . (4) Hnd
5,33 . (5) Hnd
8,14 . (6) Hnd
9,38 . (7) Hnd
11,18 . (8) Hnd
14,14 . (9) Hnd
16,38 . (10) Hnd
17,32 . (11) Hnd
18,26 . (12) Hnd
19,5 . (13) Hnd
19,28 . (14) Hnd
21,20 . (15) Hnd
22,2 . (16) Hnd
28,15 .
1. - 3. hoi de akousantes (de toehoorders echter) . In zes verzen in het N.T.
. Mt (1) . Mc (1) . Joh (1) . Hnd (3) : (2) Hnd
4,24 . (4) Hnd
5,33 . Hnd
21,20 . Telkens bij het begin van het vers .
21. pantes (allen) . Verwijzing : pas
(ieder, elk) , zie Mc
2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de
bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie
Hnd 1,14
: (1) Hnd
1,14 . (2) Hnd
2,1 . (3) Hnd
2,4 . (4) Hnd
2,12 . (5) Hnd
2,14 . (6) Hnd
2,32 . (7) Hnd
2,44 . (8) Hnd
3,24 . (9) Hnd
4,21 . (10) Hnd
5,17 . (11) Hnd
5,36 . (12) Hnd
5,37 . (13) Hnd
6,15 . (14) Hnd
8,1 . (15) Hnd
8,10 . (16) Hnd
9,21 . (17) Hnd
9,26 . (18) Hnd
9,35 . (19) Hnd
10,33 . (20) Hnd
10,43 . (21) Hnd
16,33 . (22) Hnd
17,7 . (23) Hnd
17,21 . (24) Hnd
18,17 . (25) Hnd
19,7 . (26) Hnd
20,25 . (27) Hnd
21,18 . (28) Hnd
21,20 . (29) Hnd
21,24 . (30) Hnd
22,3 . (31) Hnd
25,24 . (32) Hnd
26,4 . (33) Hnd
27,36 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd
2,1) . (1) Hnd
2,7 . (2) Hnd
4,31 . (3) Hnd
5,12 . (4) Hnd
5,16 . (5) Hnd
16,3 . (6) Hnd
16,28 .
Hnd 21,21 - Hnd
21,21 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
21katèchèthèsan de peri sou oti apostasian didaskeis
apo môuseôs tous kata ta ethnè pantas ioudaious, legôn mè peritemnein
autous ta tekna mède tois ethesin peripatein. |
21 audierunt autem de te quia discessionem doceas
a Mose eorum qui per gentes sunt Iudaeorum dicens non debere circumcidere
eos filios suos neque secundum consuetudinem ingredi |
21 En zij zijn aangaande u bericht, dat gij al
de Joden, die onder de heidenen zijn, leert van Mozes afvallen, zeggende:
dat zij de kinderen niet zouden besnijden, noch naar de wijze der
wet wandelen. |
|
[21] Maar over jou is hun verteld dat je alle Joden
die onder de heidenen wonen, ontrouw* aan Mozes leert, door te beweren
dat zij hun kinderen niet hoeven te besnijden en zich niet hoeven
te houden aan onze zeden en gewoonten. |
[21] Nu is hun verteld dat jij de Joden die onder
de heidenen wonen aanspoort tot ontrouw aan Mozes; je zou beweren
dat ze hun kinderen niet hoeven te besnijden en dat ze zich niet aan
de voorschriften hoeven te houden. |
21 maar hun is over jou bericht dat jij alle Judeeërs
die verspreid over de heidenvolkeren leven, afvalligheid van Mozes
leert, door te zeggen dat zij hun kinderen niet hoeven te besnijden
en niet volgens de zeden hoeven te wandelen; |
21. Or à ton sujet ils ont entendu dire que,
dans ton enseignement, tu pousses les Juifs qui vivent au milieu des
païens à la défection vis-à-vis de Moïse,
leur disant de ne plus circoncire leurs enfants et de ne plus suivre
les coutumes. |
|
b
King James Bible . [21] And they are informed of thee, that thou teachest all
the Jews which are among the Gentiles to forsake Moses, saying that they ought
not to circumcise their children, neither to walk after the customs.
Luther-Bibel . 21 Ihnen ist aber berichtet worden über dich, dass du alle
Juden, die unter den Heiden wohnen, den Abfall von Mose lehrst und sagst, sie
sollen ihre Kinder nicht beschneiden und auch nicht nach den Ordnungen leben.
Tekstuitleg van Hnd
21,21 .
Hnd 21,22 - Hnd
21,22 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
22ti oun estin; pantôs akousontai oti elèluthas. |
22 quid ergo est utique oportet convenire multitudinem
audient enim te supervenisse |
22 Wat is er dan te doen? Het is gans nodig, dat
de menigte samenkome; want zij zullen horen, dat gij gekomen zijt.
|
|
[22] Hoe moet dat nu? Ze zullen zeker horen dat
je hier bent. |
[22] Hoe weerleggen we dit? Ze zullen ongetwijfeld
horen van je komst. |
22 wat dan te doen?– overal zullen ze horen
dat je bent gekomen!– |
22. Que faire donc ? Assurément la multitude
ne manquera pas de se rassembler, car on apprendra ton arrivée.
|
|
b
King James Bible . [22] What is it therefore? the multitude must needs come
together: for they will hear that thou art come.
Luther-Bibel . 22 Was nun? Auf jeden Fall werden sie hören, dass du gekommen
bist.
Tekstuitleg van Hnd
21,22 .
Hnd 21,23 - Hnd
21,23 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
23touto oun poièson o soi legomen: eisin èmin andres
tessares euchèn echontes ef eautôn. |
23 hoc ergo fac quod tibi dicimus sunt nobis viri
quattuor votum habentes super se |
23 Doe dan hetgeen wij u zeggen: Wij hebben vier
mannen, die een gelofte gedaan hebben. |
|
[23] Doe daarom wat wij je zeggen: wij hebben hier
vier mannen die aan een gelofte* gebonden zijn. |
[23] Doe daarom wat wij je zeggen. Er zijn bij
ons vier mannen die een gelofte hebben afgelegd. |
23 doe dan wat wij je zeggen: er zijn vier mannen
bij ons die een gelofte op zich genomen hebben; |
23. Fais donc ce que nous allons te dire. Nous avons
ici quatre hommes qui sont tenus par un vœu. |
|
b
King James Bible . [23] Do therefore this that we say to thee: We have four
men which have a vow on them;
Luther-Bibel . 23 So tu nun das, was wir dir sagen. Wir haben vier Männer,
die haben ein Gelübde auf sich genommen;
Tekstuitleg van Hnd
21,23 .
Hnd 21,24 - Hnd
21,24 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
24toutous paralabôn agnisthèti sun autois kai dapanèson
ep autois ina xurèsontai tèn kefalèn, kai gnôsontai pantes oti ôn
katèchèntai peri sou ouden estin, alla stoicheis kai autos fulassôn
ton nomon. |
24 his adsumptis sanctifica te cum illis et inpende
in illis ut radant capita et scient omnes quia quae de te audierunt
falsa sunt sed ambulas et ipse custodiens legem tumultum concitasti
et eduxisti in desertum quattuor milia virorum sicariorum |
24 Neem dezen tot u, en heilig u met hen, en doe
de onkosten nevens hen, opdat zij het hoofd bescheren mogen; en alle
mogen weten, dat er niets is aan hetgeen, waarvan zij, aangaande u,
bericht zijn; maar dat gij alzo wandelt, dat gij ook zelve de wet
onderhoudt. |
|
[24] Neem hen mee, laat je met hen reinigen en betaal
hun de kosten van het afscheren van hun haar. Dan zal iedereen merken
dat die verhalen over jou nergens op slaan, maar dat ook jij de wet
trouw onderhoudt. |
[24] Neem hen met je mee, laat je samen met hen
reinigen en betaal voor hen de kosten van de offers, waarna ze hun
haar kunnen laten afscheren. Dan zal iedereen inzien dat de verhalen
die over jou worden verteld onwaar zijn, en dat ook jij doet wat de
wet voorschrijft. |
24 neem hen bij je, heilig je samen met hen en
betaal voor hen de kosten zodat zij hun hoofd kunnen laten scheren,
en allen zullen erkennen dat van wat er over jou bericht wordt niet
waar is, nee, dat je in je wandel ook zelf de Wet bewaakt; |
24. Emmène-les, joins-toi à eux pour
la purification et charge-toi des frais pour qu'ils puissent se faire
raser la tête. Ainsi tout le monde saura qu'il n'y a rien de
vrai dans ce qu'ils ont entendu dire à ton sujet, mais que
tu te conduis, toi aussi, en observateur de la Loi. |
|
King James Bible . [24] Them take, and purify thyself with them, and be at
charges with them, that they may shave their heads: and all may know that those
things, whereof they were informed concerning thee, are nothing; but that thou
thyself also walkest orderly, and keepest the law.
Luther-Bibel . 24 die nimm zu dir und lass dich reinigen mit ihnen und trage
die Kosten für sie, dass sie ihr Haupt scheren können; so werden alle
erkennen, dass es nicht so ist, wie man ihnen über dich berichtet hat,
sondern dass du selber auch nach dem Gesetz lebst und es hältst.
Tekstuitleg van Hnd
21,24 .
16. pantes (allen) . Verwijzing : pas
(ieder, elk) , zie Mc
2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de
bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie
Hnd 1,14
: (1) Hnd
1,14 . (2) Hnd
2,1 . (3) Hnd
2,4 . (4) Hnd
2,12 . (5) Hnd
2,14 . (6) Hnd
2,32 . (7) Hnd
2,44 . (8) Hnd
3,24 . (9) Hnd
4,21 . (10) Hnd
5,17 . (11) Hnd
5,36 . (12) Hnd
5,37 . (13) Hnd
6,15 . (14) Hnd
8,1 . (15) Hnd
8,10 . (16) Hnd
9,21 . (17) Hnd
9,26 . (18) Hnd
9,35 . (19) Hnd
10,33 . (20) Hnd
10,43 . (21) Hnd
16,33 . (22) Hnd
17,7 . (23) Hnd
17,21 . (24) Hnd
18,17 . (25) Hnd
19,7 . (26) Hnd
20,25 . (27) Hnd
21,18 . (28) Hnd
21,20 . (29) Hnd
21,24 . (30) Hnd
22,3 . (31) Hnd
25,24 . (32) Hnd
26,4 . (33) Hnd
27,36 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd
2,1) . (1) Hnd
2,7 . (2) Hnd
4,31 . (3) Hnd
5,12 . (4) Hnd
5,16 . (5) Hnd
16,3 . (6) Hnd
16,28 .
Hnd 21,25 - Hnd
21,25 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
25peri de tôn pepisteukotôn ethnôn èmeis epesteilamen
krinantes fulassesthai autous to te eidôlothuton kai aima kai pnikton
kai porneian. |
25 de his autem qui crediderunt ex gentibus nos
scripsimus iudicantes ut abstineant se ab idolis immolato et sanguine
et suffocato et fornicatione |
25 Doch van de heidenen, die geloven, hebben wij
geschreven en goed gevonden, dat zij niets dergelijks zouden onderhouden,
dan dat zij zich wachten van hetgeen den afgoden geofferd is, en van
bloed, en van het verstikte, en van hoererij. |
|
[25] Maar wat de heidenen betreft die tot geloof
zijn gekomen, wij hebben hun ons oordeel al meegedeeld: zij moeten
zich onthouden* van afgodenvlees, bloed, verstikt vlees en ontucht.’
|
[25] Wat betreft de heidenen die het geloof hebben
aanvaard, hen hebben we schriftelijk op de hoogte gesteld van onze
beslissing dat ze zich in acht moeten nemen voor vlees dat bij de
afgodendienst is gebruikt, voor bloed, voor vlees waar nog bloed in
zit, en voor ontucht.’ |
25 maar over de heidenen die tot geloof gekomen
zijn hebben wij een brief geschreven waarin ons oordeel is dat zij
moeten waken voor het afgodenoffer, bloed, verstikt vlees en hoererij!
|
25. Quant aux païens qui ont embrassé
la foi, nous leur avons mandé nos décisions : se garder
des viandes immolées aux idoles, du sang, des chairs étouffées
et des unions illégitimes. » |
|
b
King James Bible . [25] As touching the Gentiles which believe, we have written
and concluded that they observe no such thing, save only that they keep themselves
from things offered to idols, and from blood, and from strangled, and from fornication.
Luther-Bibel . 25 Wegen der gläubig gewordenen Heiden aber haben wir beschlossen
und geschrieben, dass sie sich hüten sollen vor dem Götzenopfer, vor
Blut, vor Ersticktem und vor Unzucht.
Tekstuitleg van Hnd
21,25 .
Hnd 21,26 - Hnd
21,26 : Ontvangst in Jeruzalem - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,15 - Hnd
21,16 - Hnd
21,17 - Hnd
21,18 - Hnd
21,19 - Hnd
21,20 - Hnd
21,21 - Hnd
21,22 - Hnd
21,23 - Hnd
21,24 - Hnd
21,25 - Hnd
21,26 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
26tote o paulos paralabôn tous andras, tè
echomenè èmera sun autois agnistheis eisèei eis to ieron, diaggellôn
tèn ekplèrôsin tôn èmerôn tou agnismou eôs ou prosènechthè uper enos
ekastou autôn è prosfora. |
26 tunc Paulus adsumptis viris postera die purificatus
cum illis intravit in templum adnuntians expletionem dierum purificationis
donec offerretur pro unoquoque eorum oblatio |
26 Toen nam Paulus de mannen met zich, en den dag
daaraan met hen geheiligd zijnde, ging hij in den tempel, en verkondigde,
dat de dagen der heiliging vervuld waren, blijvende daar, totdat voor
een iegelijk van hen de offerande opgeofferd was. |
|
[26] De volgende dag nam Paulus die mannen mee
en liet zich met hen reinigen. Daarna ging hij de tempel binnen, waar
hij aankondigde wanneer de dagen van de reiniging voorbij zouden zijn
en voor ieder van hen het offer zou worden gebracht. |
[26] Daarop nam Paulus de vier mannen met zich mee.
De volgende dag liet hij zich samen met hen reinigen en ging de tempel
binnen, waar hij bekendmaakte wanneer de reinigingsperiode zou aflopen,
zodat daarna voor ieder van hen het offer gebracht kon worden. |
26 Dan neemt Paulus de mannen bij zich en als hij
de volgende dag zich met hen heeft geheiligd gaat hij naar het heiligdom
en kondigt aan wanneer de dagen van de heiliging vervuld zijn, als
voor iedereen van hen de offeranden zijn gebracht. |
26. Le jour suivant, Paul emmena donc ces hommes
et, après s'être joint à eux pour la purification,
il entra dans le Temple, où il annonça le délai
dans lequel, les jours de purification terminés, on devrait
présenter l'oblation pour chacun d'entre eux. |
|
b
King James Bible . [26] Then Paul took the men, and the next day purifying
himself with them entered into the temple, to signify the accomplishment of
the days of purifcation, until that an offering should be offered for every
one of them.
Luther-Bibel . 26 Da nahm Paulus die Männer zu sich und reinigte sich am
nächsten Tag mit ihnen und ging in den Tempel und zeigte an, dass die Tage
der Reinigung beendet sein sollten, sobald für jeden von ihnen das Opfer
dargebracht wäre.
Tekstuitleg van Hnd
21,26 .
26. prosferô (dragen naar of brengen bij) . Verwijzing : prosferô
(brengen of dragen bij) , zie Mt
9,2 .
- prosènechthè (hij werd gebracht) . Passief aorist derde persoon
enkelvoud . In drie verzen in de bijbel . Slechts in het N.T. : (1) Mt
12,22 . (2) Mt
18,24 . (3) Hnd
21,26 .
Hnd 21,27-36
: Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd
21 -- Hnd
21,1-14 --
Hnd 21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36
Hnd 21,27 - Hnd
21,27 : Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
27ôs de emellon ai epta èmerai sunteleisthai, oi
apo tès asias ioudaioi theasamenoi auton en tô ierô sunecheon panta
ton ochlon kai epebalon ep auton tas cheiras, |
27 dum autem septem dies consummarentur hii qui
de Asia erant Iudaei cum vidissent eum in templo concitaverunt omnem
populum et iniecerunt ei manus clamantes |
27 Als nu de zeven dagen zouden voleindigd worden,
zagen hem de Joden van Azië in den tempel, en beroerden al het
volk, en sloegen de handen aan hem, |
|
[27] Toen die zeven dagen ten einde liepen, zagen
de Joden* uit Asia hem in de tempel. Ze hitsten heel het volk op en
grepen hem vast, |
[27] Toen de zeven dagen van de reiniging bijna
verstreken waren, zagen Joden uit Asia Paulus in de tempel. Ze grepen
hem vast en brachten grote opschudding teweeg onder de tempelbezoekers. |
27 ¶ Zodra de zeven dagen op het punt staan
voleindigd te worden en de Judeeërs uit Asia hem gewaar worden
in het heiligdom, hebben ze heel de schare in beroering gebracht en
slaan ze de handen aan hem, |
27. Les sept jours touchaient à leur fin,
quand les Juifs d'Asie, l'ayant aperçu dans le Temple, ameutèrent
la foule et mirent la main sur lui, |
|
King James Bible . [27] And when the seven days were almost ended, the Jews
which were of Asia, when they saw him in the temple, stirred up all the people,
and laid hands on him,
Luther-Bibel . 27 Als aber die sieben Tage zu Ende gingen, sahen ihn die Juden
aus der Provinz Asien im Tempel und erregten das ganze Volk, legten die Hände
an ihn
Tekstuitleg van Hnd
21,27 .
2. epebalon (zij legden op) . Actief aorist derde persoon meervoud . Verwijzing:
ballô
(werpen, gooien), zie Mt
8,14 . Zie eveneens : jad
(hand) , zie Ps
31,6 - cheir
(hand) , zie Lc
23,46 . In acht verzen in de bijbel . In drie verzen in het O.T. . In vijf
verzen in het N.T. :
(1) Mt
26,50 : tote proselthontes epebalon tas cheiras epi ton Ièsoun (en
naderbijgekomen sloegen zij de handen op op Jezus) .
(2) Mc
14,46 : oi de epebalon tas cheiras autôi (zij echter sloegen de handen op
hem) .
(3) Hnd
4,3 : kai epebalon autois tas cheiras (en zij sloegen op hen de handen)
.
(4) Hnd
5,18 : kai epebalon tas cheiras epi tous apostolous (en zij sloegen de handen
op op de apostelen) .
(5) Hnd
21,27 : kai epebalon ep'auton tas cheiras (en zij sloegen op op hem de handen)
.
In de apokalyptische rede schrijft Lucas in Lc
21,12 : epibalousin ef'humas tas cheiras autôn = zij zullen op jullie
hun handen opleggen . Daarin zegt Jezus dat men de hand aan hen zal slaan .
Het is Jezus overkomen . Het overkomt ook de apostelen (Petrus en Johannes)
en Paulus . De leerling gaat dezelfde weg op als zijn leraar.
15. - 17. en tôi hierôi (in de tempel) . Voorzetsel van plaats
+ lidwoord datief onzijdig enkelvoud + zelfstandig naamwoord (hieron = tempel)
datief onzijdig enkelvoud . In drieëndertig verzen in de bijbel . In één
vers in het O.T. . In tweeëndertig (5 + 4 + 7 + 7 + 9) verzen in het N.T.
: Mt (5) , Mc (4) . In zeven verzen bij Lucas : (1) Lc
2,46 . (2) Lc
19,47 . (3) Lc
20,1 . (4) Lc
21,37 . (5) Lc
21,38 . (6) Lc
22,53 . (7) Lc
24,53 . In zeven verzen bij Johannes . In negen verzen in Hnd. : (1) Hnd
2,46 . (2) Hnd
5,20 . (3) Hnd
5,25 . (4) Hnd
5,42 . (5) Hnd
21,27 . (6) Hnd
22,17 . (7) Hnd
24,12 . (8) Hnd
24,18 . (9) Hnd
26,21 .
Hnd 21,28 - Hnd
21,28 : Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
28krazontes, andres israèlitai, boètheite: outos
estin o anthrôpos o kata tou laou kai tou nomou kai tou topou toutou
pantas pantachè didaskôn, eti te kai ellènas eisègagen eis to ieron
kai kekoinôken ton agion topon touton. |
28 viri israhelitae adiuvate hic est homo qui adversus
populum et legem et locum hunc omnes ubique docens insuper et gentiles
induxit in templum et violavit sanctum locum istum |
28 Roepende: Gij Israëlietische mannen, komt
te hulp! Deze is de mens, die tegen het volk, en de wet, en deze plaats
allen man overal leert; en bovendien heeft hij ook Grieken in den
tempel gebracht, en heeft deze heilige plaats ontheiligd. |
|
[28] terwijl ze schreeuwden: ‘Israëlieten,
kom helpen! Dit is de man die overal en aan iedereen een leer verkondigt
die gericht is tegen het volk, de wet en deze heilige plaats: nu heeft
hij zelfs Grieken* meegenomen naar de tempel en daardoor deze plaats
ontwijd.’ |
[28] Ze schreeuwden: ‘Israëlieten, kom
ons helpen! Dit is de man die zich telkens weer tegen het Joodse volk
keert en tegen de wet en de tempel. Bovendien heeft hij ook Grieken
de tempel binnengebracht, en daarmee heeft hij deze heilige plaats
ontwijd.’ |
28 schreeuwend: mannen Israëlieten, helpt!–
want dit is de mens die allen overal dingen leert tegen de gemeenschap,
de Wet en deze plek, en ook nog Hellenen in het heiligdom heeft binnengebracht
en daarmee deze heilige plaats algemeen gemaakt heeft! |
28. en criant : « Hommes d'Israël, au
secours ! Le voici, l'individu qui prêche à tous et partout
contre notre peuple, contre la Loi et contre ce Lieu ! Et voilà
encore qu'il a introduit des Grecs dans le Temple et profané
ce saint Lieu. » |
|
b
King James Bible . [28] Crying out, Men of Israel, help: This is the man, that
teacheth all men every where against the people, and the law, and this place:
and further brought Greeks also into the temple, and hath polluted this holy
place.
Luther-Bibel . 28 und schrien: Ihr Männer von Israel, helft! Dies ist der
Mensch, der alle Menschen an allen Enden lehrt gegen unser Volk, gegen das Gesetz
und gegen diese Stätte; dazu hat er auch Griechen in den Tempel geführt
und diese heilige Stätte entweiht.
Tekstuitleg van Hnd
21,28 .
Hnd 21,29 - Hnd
21,29 : Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
29èsan gar proeôrakotes trofimon ton efesion en
tè polei sun autô, on enomizon oti eis to ieron eisègagen o paulos. |
29 viderant enim Trophimum Ephesium in civitate
cum ipso quem aestimaverunt quoniam in templum induxisset Paulus |
29 Want zij hadden te voren Trofimus, den Efezier,
met hem in de stad gezien, welken zij meenden, dat Paulus in den tempel
gebracht had. |
|
[29] Want voordien hadden ze Trofimus* uit Efeze
met hem in de stad gezien en ze dachten dat Paulus hem had meegenomen
naar de tempel. |
[29] Ze hadden hem namelijk kort tevoren met de
Efeziër Trofimus in de stad gezien, en ze dachten dat Paulus
hem had meegenomen naar de tempel. |
29 Want eerder hebben zij de Efeziër Trofimus
met hem samen in de stad gezien, en van hem hebben zij gedacht dat
Paulus hem in het heiligdom heeft binnengebracht. |
29. Précédemment en effet ils avaient
vu l'Éphésien Trophime avec lui dans la ville, et ils
pensaient que Paul l'avait introduit dans le Temple. |
|
b
King James Bible . [29] (For they had seen before with him in the city Trophimus
an Ephesian, whom they supposed that Paul had brought into the temple.)
Luther-Bibel . 29 Denn sie hatten Trophimus, den Epheser, mit ihm in der Stadt
gesehen; den, meinten sie, hätte Paulus in den Tempel geführt.
Tekstuitleg van Hnd
21,29 .
Hnd 21,30 - Hnd
21,30 : Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
30ekinèthè te è polis olè kai egeneto sundromè
tou laou, kai epilabomenoi tou paulou eilkon auton exô tou ierou,
kai eutheôs ekleisthèsan ai thurai. |
30 commotaque est civitas tota et facta est concursio
populi et adprehendentes Paulum trahebant eum extra templum et statim
clausae sunt ianuae |
30 En de gehele stad kwam in roer en het volk liep
samen; en zij grepen Paulus, en trokken hem buiten den tempel; en
terstond werden de deuren gesloten. |
|
[30] Heel de stad kwam in beweging en er ontstond
een volksoploop. Ze pakten Paulus beet en sleurden hem de tempel uit.
Onmiddellijk werden de poorten gesloten. |
[30] De hele stad raakte in rep en roer en er ontstond
een volksoploop. Paulus werd hardhandig de tempel uit gesleurd, en
meteen werden de tempelpoorten gesloten. |
30 De hele stad komt in beweging en er ontstaat
een te hoop lopen van de gemeenschap; ze nemen Paulus vast en sleuren
hem het heiligdom uit, en meteen worden de deuren gesloten. |
30. La ville entière fut en effervescence,
et le peuple accourut de toutes parts. On s'empara de Paul, on se
mit à le traîner hors du Temple, dont les portes furent
aussitôt fermées. |
|
b
King James Bible . [30] And all the city was moved, and the people ran together:
and they took Paul, and drew him out of the temple: and forthwith the doors
were shut.
Luther-Bibel . 30 Und die ganze Stadt wurde erregt und es entstand ein Auflauf
des Volkes. Sie ergriffen aber Paulus und zogen ihn zum Tempel hinaus. Und sogleich
wurden die Tore zugeschlossen.
Tekstuitleg van Hnd
21,30 .
Hnd 21,31 - Hnd
21,31 : Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
31zètountôn te auton apokteinai anebè fasis tô
chiliarchô tès speirès oti olè sugchunnetai ierousalèm, |
31 quaerentibus autem eum occidere nuntiatum est
tribuno cohortis quia tota confunditur Hierusalem |
31 En als zij hem zochten te doden, kwam het gerucht
tot den overste der bende, dat geheel Jeruzalem in verwarring was. |
|
[31] Toen zij hem wilden doden, kwam bij de tribunus*
van de cohort de melding binnen dat heel Jeruzalem in rep en roer
was. |
[31] Terwijl de menigte probeerde hem te vermoorden, ontving de tribuun
van de in Jeruzalem gelegerde cohort bericht dat er grote opschudding
was ontstaan in de stad. |
31 Terwijl zij hem zoeken te doden klimt er een
melding op naar de overste over duizend van het garnizoen dat heel
Jeruzalem in opschudding is. |
31. On cherchait à le mettre à mort,
quand cet avis parvint au tribun de la cohorte : « Tout Jérusalem
est sens dessus dessous ! » |
|
b
King James Bible . [31] And as they went about to kill him, tidings came unto
the chief captain of the band, that all Jerusalem was in an uproar.
Luther-Bibel . 31 Als sie ihn aber töten wollten, kam die Nachricht hinauf
vor den Oberst der Abteilung, dass ganz Jerusalem in Aufruhr sei.
Tekstuitleg van Hnd
21,31 .
Hnd 21,32 - Hnd
21,32 : Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
32os exautès paralabôn stratiôtas kai ekatontarchas
katedramen ep autous: oi de idontes ton chiliarchon kai tous stratiôtas
epausanto tuptontes ton paulon. |
32 qui statim adsumptis militibus et centurionibus
decucurrit ad illos qui cum vidissent tribunum et milites cessaverunt
percutere Paulum |
32 Welke terstond krijgsknechten en hoofdmannen
over honderd tot zich nam, en liep af naar hen toe. Zij nu, den oversten
en de krijgsknechten ziende, hielden op van Paulus te slaan. |
|
[32] Onmiddellijk snelde hij met soldaten en centuriones*
op hen af, en toen zij de tribunus en de soldaten zagen, hielden ze
op Paulus te slaan. |
[32] Meteen verzamelde hij een groep soldaten en
centurio’s en haastte zich de trappen af naar de tempel. Toen
de Joden de tribuun met zijn soldaten zagen naderen, hielden ze op
Paulus te slaan. |
32 Dadelijk neemt hij soldaten en oversten over
honderd mee en snelt op hen af. Als zij de overste over duizend en
de soldaten zien, houden ze op met Paulus te slaan. |
32. Aussitôt, prenant avec lui des soldats
et des centurions, il se précipita sur les manifestants. Ceux-ci,
à la vue du tribun et des soldats, cessèrent de frapper
Paul. |
|
b
King James Bible . [32] Who immediately took soldiers and centurions, and ran
down unto them: and when they saw the chief captain and the soldiers, they left
beating of Paul.
Luther-Bibel . 32 Der nahm sogleich Soldaten und Hauptleute und lief hinunter
zu ihnen. Als sie aber den Oberst und die Soldaten sahen, hörten sie auf,
Paulus zu schlagen.
Tekstuitleg van Hnd
21,32 .
Hnd 21,33 - Hnd
21,33 : Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
33tote eggisas o chiliarchos epelabeto autou kai
ekeleusen dethènai alusesi dusi, kai epunthaneto tis eiè kai ti estin
pepoièkôs. |
33 tunc accedens tribunus adprehendit eum et iussit
alligari catenis duabus et interrogabat quis esset et quid fecisset |
33 Toen naderde de overste en greep hem, en beval,
dat men hem met twee ketenen zou binden; en vraagde, wie hij was,
en wat hij gedaan had. |
|
[33] De tribunus kwam op hem af, arresteerde hem
en gaf het bevel om hem met twee ketenen te boeien; hij vroeg wie
dat was en wat hij gedaan had. |
[33] Zodra de tribuun bij hen was gekomen, arresteerde
hij Paulus en gaf opdracht hem met twee kettingen te boeien. Aan de
omstanders vroeg hij wie Paulus was en wat hij had gedaan. |
33 Dan nadert de overste over duizend, neemt hem
vast beveelt dat hij met twee kettingen gebonden wordt, en informeert
wie hij is en wat het is dat hij gedaan heeft. |
33. Alors le tribun s'approcha, se saisit de lui
et ordonna de le lier de deux chaînes ; puis il demanda qui
il était et ce qu'il avait fait. |
|
b
King James Bible . [33] Then the chief captain came near, and took him, and
commanded him to be bound with two chains; and demanded who he was, and what
he had done.
Luther-Bibel . 33 Als nun der Oberst herangekommen war, nahm er ihn fest und
ließ ihn fesseln mit zwei Ketten und fragte, wer er wäre und was
er getan hätte.
Tekstuitleg van Hnd
21,33 .
Hnd 21,34 - Hnd
21,34 : Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
34alloi de allo ti epefônoun en tô ochlô: mè dunamenou
de autou gnônai to asfales dia ton thorubon ekeleusen agesthai auton
eis tèn parembolèn. |
34 alii autem aliud clamabant in turba et cum non
posset certum cognoscere prae tumultu iussit duci eum in castra |
34 En onder de schare riep de ene dit, de andere
wat anders. Doch als hij de zekerheid niet kon weten vanwege de beroerte,
beval hij, dat men hem in de legerplaats zou brengen. |
|
[34] Maar in de mensenmenigte riep de een dit en
de ander dat. Omdat hij door het tumult de ware toedracht niet kon
achterhalen, gaf hij het bevel om hem naar de kazerne* te brengen. |
[34] De mensen riepen echter van alles door elkaar.
Omdat de tribuun door al het tumult de ware toedracht niet kon achterhalen,
gaf hij bevel Paulus mee te nemen naar de kazerne. |
34 Maar in de schare hebben ze allemaal weer wat
anders geroepen. Als hij door het tumult er niet in slaagt iets met
zekerheid te weten te komen, beveelt hij dat hij wordt weggevoerd
naar de kazerne. |
34. Mais dans la foule les uns criaient ceci, les
autres cela. Ne pouvant, dans ce tapage, obtenir aucun renseignement
précis, il donna l'ordre de conduire Paul dans la forteresse. |
|
b
King James Bible . [34] And some cried one thing, some another, among the multitude:
and when he could not know the certainty for the tumult, he commanded him to
be carried into the castle.
Luther-Bibel . 34 Einer aber rief dies, der andre das im Volk. Da er aber nichts
Gewisses erfahren konnte wegen des Getümmels, ließ er ihn in die
Burg führen.
Tekstuitleg van Hnd
21,34 .
Hnd 21,35 - Hnd
21,35 : Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
35ote de egeneto epi tous anabathmous, sunebè bastazesthai
auton upo tôn stratiôtôn dia tèn bian tou ochlou, |
35 et cum venisset ad gradus contigit ut portaretur
a militibus propter vim populi |
35 En als hij aan de trappen gekomen was, gebeurde
het, dat hij van de krijgsknechten gedragen werd vanwege het geweld
der schare. |
|
[35] Bij de trappen moest hij door de soldaten
worden gedragen omdat de menigte steeds verder opdrong; |
[35] Bij de trappen begon de menigte echter zo te
dringen dat de soldaten hem moesten dragen, |
35 Maar wanneer hij bij de trappen is aangeland,
gebeurt het dat hij door de soldaten getild moet worden, vanwege het
opdringen van de schare. |
35. Quand il eut atteint les degrés, il
dut être porté par les soldats, en raison de la violence
de la foule. |
|
b
King James Bible . [35] And when he came upon the stairs, so it was, that he
was borne of the soldiers for the violence of the people.
Luther-Bibel . 35 Und als er an die Stufen kam, mussten ihn die Soldaten tragen
wegen des Ungestüms des Volkes;
Tekstuitleg van Hnd
21,35 .
Hnd 21,36 - Hnd
21,36 : Paulus gearresteerd - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,27 - Hnd
21,28 - Hnd
21,29 - Hnd
21,30 - Hnd
21,31 - Hnd
21,32 - Hnd
21,33 - Hnd
21,34 - Hnd
21,35 - Hnd
21,36 |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
36èkolouthei gar to plèthos tou laou krazontes,
aire auton. |
36 sequebatur enim multitudo populi clamans tolle
eum |
36 Want de menigte des volks volgde, al roepende:
Weg met hem! |
|
[36] want de volksmassa liep achter hen aan en
schreeuwde: ‘Weg met hem!’ |
[36] want de mensen liepen achter hen aan en schreeuwden:
‘Weg met hem!’ |
36 Want het merendeel van de gemeenschap is gevolgd,
terwijl ze schreeuwen: weg met hem! |
36. Car le peuple suivait en masse, aux cris de
: « A mort ! » |
|
b
King James Bible . [36] For the multitude of the people followed after, crying,
Away with him.
Luther-Bibel .36 denn die Menge folgte und schrie: Weg mit ihm!
Tekstuitleg van Hnd
21,36 .
4. nom. + acc. onz. enk. plèthos (menigte, veelheid) . Taalgebruik in
het N.T. : plèthos
(menigte, veelheid) . Taalgebruik in Hnd : plèthos
(menigte, veelheid) . Hnd (12) : (1) Hnd
2,6 . (2) Hnd
5,16 . (3) Hnd
6,2 . (4) Hnd
14,1 . (5) Hnd
14,4 . (6) Hnd
15,12 . (7) Hnd
15,30 . (8) Hnd
17,4 . (9) Hnd
21,36 . (10) Hnd
23,7 . (11) Hnd
25,24 . (12) Hnd
28,3 . Een vorm van plèthos (menigte, veelheid) in Hnd in 17 verzen
: 12 + 5 : (1) Hnd
4,32 . (2) Hnd
5,14 . (3) Hnd
6,5 . (4) Hnd
19,9 . (5) Hnd
21,22 .
4. - 6. plèthos (...) tou laou (een menigte van het volk . In drie verzen
in het N.T. : (1) Lc
1,10 . (2) Lc
23,27 . (3) Hnd
21,36 .
Hnd 21,37-40
: Verdedigingsrede tegenover het volk - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd
21 -- Hnd
21,1-14 --
Hnd 21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,37-40 -- Hnd
21,37 - Hnd
21,38 - Hnd
21,39 - Hnd
21,40 -
Hnd 21,37 - Hnd
21,37 : Verdedigingsrede tegenover het volk - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,37-40 -- Hnd
21,37 - Hnd
21,38 - Hnd
21,39 - Hnd
21,40 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
37mellôn te eisagesthai eis tèn parembolèn o paulos
legei tô chiliarchô, ei exestin moi eipein ti pros se; o de efè, ellènisti
ginôskeis; |
37 et cum coepisset induci in castra Paulus dicit
tribuno si licet mihi loqui aliquid ad te qui dixit graece nosti |
37 En als Paulus nu in de legerplaats zou geleid
worden, zeide hij tot den overste: Is het mij geoorloofd tot u wat
te spreken? En hij zeide: Kent gij Grieks? |
|
[37] Toen hij de kazerne zou worden binnengebracht,
zei Paulus tegen de tribunus: ‘Mag ik u iets zeggen?’
‘Kent u Grieks?’ antwoordde hij. |
[37] Vlak voordat Paulus de kazerne binnengebracht
zou worden, zei hij tegen de tribuun: ‘Mag ik u iets vragen?’
De tribuun antwoordde: ‘Spreekt u Grieks? |
37 Als hij bijna de kazerne wordt binnengebracht
zegt Paulus tot de overste over duizend: is het mij ook toegestaan
iets tot u te zeggen? Hij brengt uit: je kent Helleens?– |
37. Sur le point d'être introduit dans la
forteresse, Paul dit au tribun : « Me serait-il permis de te
dire un mot ? » - « Tu sais le grec ? demanda celui-ci.
|
|
b
King James Bible . [37] And as Paul was to be led into the castle, he said
unto the chief captain, May I speak unto thee? Who said, Canst thou speak Greek?
Luther-Bibel . 37 Als nun Paulus in die Burg geführt werden sollte, fragte
er den Oberst: Darf ich mit dir reden? Er aber sprach: Kannst du Griechisch?
Tekstuitleg van Hnd
21,37 .
Hnd 21,38 - Hnd
21,38 : Verdedigingsrede tegenover het volk - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,37-40 -- Hnd
21,37 - Hnd
21,38 - Hnd
21,39 - Hnd
21,40 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
38ouk ara su ei o aiguptios o pro toutôn tôn èmerôn
anastatôsas kai exagagôn eis tèn erèmon tous tetrakischilious andras
tôn sikariôn; |
38 nonne tu es Aegyptius qui ante hos dies tumultum
concitasti et eduxisti in desertum quattuor milia virorum sicariorum |
38 Zijt gij dan niet de Egyptenaar, die voor deze
dagen oproer verwekte, en de vier duizend moordenaars naar de woestijn
uitleidde? |
|
[38] ‘Bent u dan niet die Egyptenaar* die
enige tijd geleden een opstand heeft ontketend en met vierduizend
sicariërs* naar de woestijn is getrokken?’ |
[38] Bent u dan niet die Egyptenaar die onlangs
in opstand kwam en met vierduizend oproerkraaiers de woestijn is ingetrokken?’ |
38 ben jij dan niet die Egyptenaar die net vóór
deze dagen een opstand heeft ontketend en die vierduizend mannen van
die dolkdragers heeft uitgeleid naar de woestijn? |
38. Tu n'es donc pas l'Égyptien qui, ces
temps derniers, a soulevé quatre mille bandits et les a entraînés
au désert ? » - |
|
b
King James Bible . [38] Art not thou that Egyptian, which before these days
madest an uproar, and leddest out into the wilderness four thousand men that
were murderers?
Luther-Bibel . 38 Bist du nicht der Ägypter, der vor diesen Tagen einen
Aufruhr gemacht und viertausend von den Aufrührern in die Wüste hinausgeführt
hat?
Tekstuitleg van Hnd
21,38 .
Hnd 21,39 - Hnd
21,39 : Verdedigingsrede tegenover het volk - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,37-40 -- Hnd
21,37 - Hnd
21,38 - Hnd
21,39 - Hnd
21,40 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
39eipen de o paulos, egô anthrôpos men eimi ioudaios,
tarseus tès kilikias, ouk asèmou poleôs politès: deomai de sou, epitrepson
moi lalèsai pros ton laon. |
39 et dixit ad eum Paulus ego homo sum quidem iudaeus
a Tarso Ciliciae non ignotae civitatis municeps rogo autem te permitte
mihi loqui ad populum |
39 Maar Paulus zeide: Ik ben een Joods man van
Tarsen, een burger van geen onvermaarde stad in Cilicië, en ik
bid u, laat mij toe tot het volk te spreken. |
|
[39] Daarop zei Paulus: ‘Ik ben een Jood uit
Tarsus in Cilicië, burger van een niet onbelangrijke stad. Ik
verzoek u, sta mij toe het volk toe te spreken.’ |
[39] Paulus zei: ‘Ik ben een Jood uit Tarsus
in Cilicië, burger van een niet onbelangrijke stad. Ik zou graag
willen dat u me toestemming geeft om het volk toe te spreken.’
|
39 Maar Paulus zegt: ik ben een Judese mens uit
Tarsus, stedeling in een niet onbelangrijke stad van Cilicië;
maar ik verzoek u, sta mij toe tot de gemeenschap te spreken. |
39. « Moi, reprit Paul, je suis Juif, de Tarse
en Cilicie, citoyen d'une ville qui n'est pas sans renom. Je t'en
prie, permets-moi de parler au peuple. » |
|
b
King James Bible . [39] But Paul said, I am a man which am a Jew of Tarsus,
a city in Cilicia, a citizen of no mean city: and, I beseech thee, suffer me
to speak unto the people.
Luther-Bibel . 39 Paulus aber sprach: Ich bin ein jüdischer Mann aus Tarsus
in Zilizien, Bürger einer namhaften Stadt. Ich bitte dich, erlaube mir,
zu dem Volk zu reden.
Tekstuitleg van Hnd
21,39 .
Hnd 21,40 - Hnd
21,40 : Verdedigingsrede tegenover het volk - bijbeloverzicht
-- Hnd (Handelingen)
-- bijbelverwijzingen
-- Hnd 21 --
Hnd 21,1-14
-- Hnd
21,15-26 -- Hnd
21,27-36 -- Hnd
21,37-40 -- Hnd
21,37 - Hnd
21,38 - Hnd
21,39 - Hnd
21,40 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Statenvertaling |
|
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
40epitrepsantos de autou o paulos estôs epi tôn
anabathmôn kateseisen tè cheiri tô laô: pollès de sigès genomenès
prosefônèsen tè ebraidi dialektô legôn, |
40 et cum ille permisisset Paulus stans in gradibus
annuit manu ad plebem et magno silentio facto adlocutus est hebraea
lingua dicens |
40 En als hij het toegelaten had, Paulus, staande
op de trappen, wenkte met de hand tot het volk; en als er grote stilte
geworden was, sprak hij hen aan in de Hebreeuwse taal, zeggende: |
|
[40] Hij stond het toe. En Paulus gaf bovenaan
de trappen het volk een teken met de hand. Toen het rustig geworden
was, sprak hij hen als volgt in het Hebreeuws toe: |
[40] Zodra de tribuun dit had toegestaan, maande
Paulus, die boven aan de trappen stond, de mensen met een handgebaar
tot stilte. Daarna sprak hij hen in het Hebreeuws als volgt toe: |
40 Als hij dat toestaat gaat Paulus op de trappen
staan en wenkt met de hand tot de gemeenschap. Er ontstaat een groot
zwijgen en in de Hebreeuwse spreektaal roept hij hen toe en zegt:
|
40. La permission accordée, Paul, debout
sur les degrés, fit de la main signe au peuple. Il se fit un
grand silence. Alors il leur adressa la parole en langue hébraïque. |
|
King James Bible . [40] And when he had given him licence, Paul stood on the
stairs, and beckoned with the hand unto the people. And when there was made
a great silence, he spake unto them in the Hebrew tongue, saying,
Luther-Bibel .40 Als er es ihm aber erlaubte, trat Paulus auf die Stufen und
winkte dem Volk mit der Hand. Da entstand eine große Stille und er redete
zu ihnen auf Hebräisch und sprach:
Tekstuitleg van Hnd
21,40 .
Griekse tekst
1ôs de egeneto anachthènai èmas apospasthentas ap autôn, euthudromèsantes èlthomen
eis tèn kô, tè de exès eis tèn rodon, kakeithen eis patara: 2kai eurontes ploion
diaperôn eis foinikèn epibantes anèchthèmen. 3anafanantes de tèn kupron kai
katalipontes autèn euônumon epleomen eis surian, kai katèlthomen eis turon,
ekeise gar to ploion èn apofortizomenon ton gomon. 4aneurontes de tous mathètas
epemeinamen autou èmeras epta, oitines tô paulô elegon dia tou pneumatos mè
epibainein eis ierosoluma. 5ote de egeneto èmas exartisai tas èmeras, exelthontes
eporeuometha propempontôn èmas pantôn sun gunaixi kai teknois eôs exô tès poleôs,
kai thentes ta gonata epi ton aigialon proseuxamenoi 6apèspasametha allèlous,
kai anebèmen eis to ploion, ekeinoi de upestrepsan eis ta idia. 7èmeis de ton
ploun dianusantes apo turou katèntèsamen eis ptolemaida, kai aspasamenoi tous
adelfous emeinamen èmeran mian par autois. 8tè de epaurion exelthontes èlthomen
eis kaisareian, kai eiselthontes eis ton oikon filippou tou euaggelistou ontos
ek tôn epta emeinamen par autô. 9toutô de èsan thugateres tessares parthenoi
profèteuousai. 10epimenontôn de èmeras pleious katèlthen tis apo tès ioudaias
profètès onomati agabos, 11kai elthôn pros èmas kai aras tèn zônèn tou paulou
dèsas eautou tous podas kai tas cheiras eipen, tade legei to pneuma to agion,
ton andra ou estin è zônè autè outôs dèsousin en ierousalèm oi ioudaioi kai
paradôsousin eis cheiras ethnôn. 12ôs de èkousamen tauta, parekaloumen èmeis
te kai oi entopioi tou mè anabainein auton eis ierousalèm. 13tote apekrithè
o paulos, ti poieite klaiontes kai sunthruptontes mou tèn kardian; egô gar ou
monon dethènai alla kai apothanein eis ierousalèm etoimôs echô uper tou onomatos
tou kuriou ièsou. 14mè peithomenou de autou èsuchasamen eipontes, tou kuriou
to thelèma ginesthô. 15meta de tas èmeras tautas episkeuasamenoi anebainomen
eis ierosoluma: 16sunèlthon de kai tôn mathètôn apo kaisareias sun èmin, agontes
par ô xenisthômen mnasôni tini kupriô, archaiô mathètè. 17genomenôn de èmôn
eis ierosoluma asmenôs apedexanto èmas oi adelfoi. 18tè de epiousè eisèei o
paulos sun èmin pros iakôbon, pantes te paregenonto oi presbuteroi. 19kai aspasamenos
autous exègeito kath en ekaston ôn epoièsen o theos en tois ethnesin dia tès
diakonias autou. 20oi de akousantes edoxazon ton theon, eipon te autô, theôreis,
adelfe, posai muriades eisin en tois ioudaiois tôn pepisteukotôn, kai pantes
zèlôtai tou nomou uparchousin: 21katèchèthèsan de peri sou oti apostasian didaskeis
apo môuseôs tous kata ta ethnè pantas ioudaious, legôn mè peritemnein autous
ta tekna mède tois ethesin peripatein. 22ti oun estin; pantôs akousontai oti
elèluthas. 23touto oun poièson o soi legomen: eisin èmin andres tessares euchèn
echontes ef eautôn. 24toutous paralabôn agnisthèti sun autois kai dapanèson
ep autois ina xurèsontai tèn kefalèn, kai gnôsontai pantes oti ôn katèchèntai
peri sou ouden estin, alla stoicheis kai autos fulassôn ton nomon. 25peri de
tôn pepisteukotôn ethnôn èmeis epesteilamen krinantes fulassesthai autous to
te eidôlothuton kai aima kai pnikton kai porneian. 26tote o paulos paralabôn
tous andras, tè echomenè èmera sun autois agnistheis eisèei eis to ieron, diaggellôn
tèn ekplèrôsin tôn èmerôn tou agnismou eôs ou prosènechthè uper enos ekastou
autôn è prosfora. 27ôs de emellon ai epta èmerai sunteleisthai, oi apo tès asias
ioudaioi theasamenoi auton en tô ierô sunecheon panta ton ochlon kai epebalon
ep auton tas cheiras, 28krazontes, andres israèlitai, boètheite: outos estin
o anthrôpos o kata tou laou kai tou nomou kai tou topou toutou pantas pantachè
didaskôn, eti te kai ellènas eisègagen eis to ieron kai kekoinôken ton agion
topon touton. 29èsan gar proeôrakotes trofimon ton efesion en tè polei sun autô,
on enomizon oti eis to ieron eisègagen o paulos. 30ekinèthè te è polis olè kai
egeneto sundromè tou laou, kai epilabomenoi tou paulou eilkon auton exô tou
ierou, kai eutheôs ekleisthèsan ai thurai. 31zètountôn te auton apokteinai anebè
fasis tô chiliarchô tès speirès oti olè sugchunnetai ierousalèm, 32os exautès
paralabôn stratiôtas kai ekatontarchas katedramen ep autous: oi de idontes ton
chiliarchon kai tous stratiôtas epausanto tuptontes ton paulon. 33tote eggisas
o chiliarchos epelabeto autou kai ekeleusen dethènai alusesi dusi, kai epunthaneto
tis eiè kai ti estin pepoièkôs. 34alloi de allo ti epefônoun en tô ochlô: mè
dunamenou de autou gnônai to asfales dia ton thorubon ekeleusen agesthai auton
eis tèn parembolèn. 35ote de egeneto epi tous anabathmous, sunebè bastazesthai
auton upo tôn stratiôtôn dia tèn bian tou ochlou, 36èkolouthei gar to plèthos
tou laou krazontes, aire auton. 37mellôn te eisagesthai eis tèn parembolèn o
paulos legei tô chiliarchô, ei exestin moi eipein ti pros se; o de efè, ellènisti
ginôskeis; 38ouk ara su ei o aiguptios o pro toutôn tôn èmerôn anastatôsas kai
exagagôn eis tèn erèmon tous tetrakischilious andras tôn sikariôn; 39eipen de
o paulos, egô anthrôpos men eimi ioudaios, tarseus tès kilikias, ouk asèmou
poleôs politès: deomai de sou, epitrepson moi lalèsai pros ton laon. 40epitrepsantos
de autou o paulos estôs epi tôn anabathmôn kateseisen tè cheiri tô laô: pollès
de sigès genomenès prosefônèsen tè ebraidi dialektô legôn,