HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 20 - Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,1-6 -- Hnd 20,7-12 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd (Handelingen) : overzicht , Hnd : woordgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Hnd : commentaar ,
Hnd 1 , Hnd 2 , Hnd 3 , Hnd 4 , Hnd 5 , Hnd 6 , Hnd 7 , Hnd 8 , Hnd 9 , Hnd 10 , Hnd 11 , Hnd 12 , Hnd 13 , Hnd 14 , Hnd 15 , Hnd 16 , Hnd 17 , Hnd 18 , Hnd 19 , Hnd 20 , Hnd 21 , Hnd 22 , Hnd 23 , Hnd 24 , Hnd 25 , Hnd 26 , Hnd 27 , Hnd 28 ,
Uitleg per pericope -
- Hnd 20,1-6 : Reis door Macedonië en Griekenland .
- Hnd 20,7-12 : In Troas .
- Hnd 20,13-38 : Paulus' afscheid in Milete .
Uitleg vers per vers : - Hnd 20,1 - Hnd 20,2 - Hnd 20,3 - Hnd 20,4 - Hnd 20,5 - Hnd 20,6 - Hnd 20,7 - Hnd 20,8 - Hnd 20,9 - Hnd 20,10 - Hnd 20,11 - Hnd 20,12 - Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts (Vlaams Blok) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , Nieuwe Testament , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Hnd 20,1-6 . Reis door Macedonië en Griekenland . - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,1-6 -- Hnd 20,1 - Hnd 20,2 - Hnd 20,3 - Hnd 20,4 - Hnd 20,5 - Hnd 20,6 -

Hnd 20,1 - Hnd 20,1 : Reis door Macedonië en Griekenland . - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,1-6 -- Hnd 20,1 - Hnd 20,2 - Hnd 20,3 - Hnd 20,4 - Hnd 20,5 - Hnd 20,6 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
 1 meta de to pausasthai ton thorubon metapempsamenos o paulos tous mathètas kai parakalesas, aspasamenos exèlthen poreuesthai eis makedonian.  1 postquam autem cessavit tumultus vocatis Paulus discipulis et exhortatus eos valedixit et profectus est ut iret in Macedoniam  1 Nadat nu het oproer gestild was, Paulus, de discipelen tot zich geroepen en gegroet hebbende, ging uit om naar Macedonië te reizen.    
[1] Toen het tumult bedaard was, riep Paulus de leerlingen bij elkaar en bemoedigde hen; daarna nam hij afscheid en ging hij op weg naar Macedonië*. 
[1] Toen het tumult bedaard was, riep Paulus de leerlingen bij zich om hun moed in te spreken. Daarna nam hij afscheid en vertrok naar Macedonië.   1 ¶ Nadat het tumult is opgehouden, haalt Paulus de leerlingen bij elkaar en troost–en–vermaant hen; hij neemt afscheid en trekt uit om verder te reizen naar Macedonië.  1. Après que le tumulte eut pris fin, Paul convoqua les disciples, leur adressa une exhortation et, après avoir fait ses adieux, partit pour la Macédoine. 

King James Bible . [1] And after the uproar was ceased, Paul called unto him the disciples, and embraced them, and departed for to go into Macedonia.
Luther-Bibel . 1 Als nun das Getümmel aufgehört hatte, rief Paulus die Jünger zu sich und tröstete sie, nahm Abschied und brach auf, um nach Mazedonien zu reisen.

Tekstuitleg van Hnd 20,1 .

16. poreuesthai . Verwijzing : poreuomai (zich op weg begeven, op weg gaan) , zie Mt 2,9 . Zie ook poreuomai = zich op weg begeven (bij Marcus) , zie Mc 10,1 . Infintief praesens . In vierenzeventig verzen in de bijbel . In zestien verzen in het N.T. . Mt (0) . Mc (0) . Lc (7) . Joh (1) . Hnd (6) . 2 Kor (2) . In zeven verzen bij Lucas : (1) Lc 4,42 . (2) Lc 9,51 . (3) Lc 10,38 . (4) Lc 13,33 . (5) Lc 17,11 . (6) Lc 22,33 . (7) Lc 24,28 . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 14,16 . (3) Hnd 17,14 . (4) Hnd 19,21 . (5) Hnd 20,1 . (6) Hnd 25,20 .

Hnd 20,2 - Hnd 20,2 : Reis door Macedonië en Griekenland . - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,1-6 -- Hnd 20,1 - Hnd 20,2 - Hnd 20,3 - Hnd 20,4 - Hnd 20,5 - Hnd 20,6 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
2dielthôn de ta merè ekeina kai parakalesas autous logô pollô èlthen eis tèn ellada,  2 cum autem perambulasset partes illas et exhortatus eos fuisset multo sermone venit ad Graeciam  2 En als hij die delen doorgereisd, en hen met vele redenen vermaand had, kwam hij in Griekenland.    [2] Op zijn tocht door dat gebied bemoedigde hij hen met menige toespraak en zo kwam hij in Griekenland*.   [2] Op zijn reis door dat gebied bemoedigde hij de gelovigen op velerlei wijze. Ten slotte kwam hij in Griekenland aan,   2 Hij trekt door die gebiedsdelen, troost–en–vermaant hen met een lange toespraak en komt aan in Hellas.  2. Il traversa cette contrée, y exhorta longuement les fidèles et parvint en Grèce, 

King James Bible . [2] And when he had gone over those parts, and had given them much exhortation, he came into Greece,
Luther-Bibel . 2 Und als er diese Gegenden durchzogen und die Gemeinden mit vielen Worten ermahnt hatte, kam er nach Griechenland

Tekstuitleg van Hnd 20,2 .

Hnd 20,3 - Hnd 20,3 : Reis door Macedonië en Griekenland . - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,1-6 -- Hnd 20,1 - Hnd 20,2 - Hnd 20,3 - Hnd 20,4 - Hnd 20,5 - Hnd 20,6 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
3poièsas te mènas treis genomenès epiboulès autô upo tôn ioudaiôn mellonti anagesthai eis tèn surian egeneto gnômès tou upostrefein dia makedonias.  3 ubi cum fecisset menses tres factae sunt illi insidiae a Iudaeis navigaturo in Syriam habuitque consilium ut reverteretur per Macedoniam  3 En als hij aldaar drie maanden overgebracht had, en hem van de Joden lagen gelegd werden, als hij naar Syrië zoude varen, zo werd hij van zin weder te keren door Macedonië.     [3] Daar bleef hij drie maanden. Juist toen hij wilde afvaren naar Syrië, beraamden de Joden een aanslag op hem; daarom besloot hij terug te keren via Macedonië.   [3] waar hij drie maanden bleef. Kort voordat hij per schip naar Syrië wilde afreizen, bleek dat de Joden een aanslag op hem beraamden, zodat hij besloot terug te keren via Macedonië.  3 Als hij er drie maanden heeft doorgebracht en er tegen hem door de Judeeërs beraadslaagd wordt terwijl hij op het punt staat naar Syrië te varen, vat hij het plan op om door Macedonië heen terug te keren.  3. où il resta trois mois. Un complot fomenté par les Juifs contre lui au moment où il allait s'embarquer pour la Syrie le décida à s'en retourner par la Macédoine.  

King James Bible . [3] And there abode three months. And when the Jews laid wait for him, as he was about to sail into Syria, he purposed to return through Macedonia.
Luther-Bibel . 3 und blieb dort drei Monate. Da ihm aber die Juden nachstellten, als er zu Schiff nach Syrien fahren wollte, beschloss er, durch Mazedonien zurückzukehren.

Tekstuitleg van Hnd 20,3 .

Hnd 20,4 - Hnd 20,4 : Reis door Macedonië en Griekenland . - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,1-6 -- Hnd 20,1 - Hnd 20,2 - Hnd 20,3 - Hnd 20,4 - Hnd 20,5 - Hnd 20,6 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
4suneipeto de autô sôpatros purrou beroiaios, thessalonikeôn de aristarcos kai sekoundos, kai gaios derbaios kai timotheos, asianoi de tucikos kai trofimos.  4 comitatus est autem eum Sopater Pyrri Beroensis Thessalonicensium vero Aristarchus et Secundus et Gaius Derbeus et Timotheus Asiani vero Tychicus et Trophimus   4 En hem vergezelschapte tot in Azië Sopater van Berea; en van de Thessalonicensen Aristarchus en Sekundus; en Gajus van Derbe, en Timotheüs en van die van Azië Tychikus en Trofimus.    [4] Hij werd vergezeld door Sopatros*, de zoon van Pyrrus, uit Berea, Aristarchus* en Secundus* uit Tessalonica, Gajus* uit Derbe, Timoteüs*, en Tychikus* en Trofimus* uit Asia.  [4] Hij werd vergezeld door Sopatrus, de zoon van Pyrrhus uit Berea, door Aristarchus en Secundus uit Tessalonica, Gajus uit Derbe en Timoteüs, Tychikus en Trofimus uit Asia.   4 Met hem mee gereisd is Sopatros van Pyrrus uit Berea, van de Tessalonicenzen Aristarchus en Secundus, Gajus uit Derbe en Timoteüs, en uit Asia Tychikus en Trofimus.   4. Il avait pour compagnons Sopatros, fils de Pyrrhus, de Bérée ; Aristarque et Secundus, de Thessalonique ; Gaïus, de Dobérès, et Timothée, ainsi que les Asiates Tychique et Trophime. 

King James Bible . [4] And there accompanied him into Asia Sopater of Berea; and of the Thessalonians, Aristarchus and Secundus; and Gaius of Derbe, and Timotheus; and of Asia, Tychicus and Trophimus.
Luther-Bibel . 4 Es zogen aber mit ihm Sopater aus Beröa, der Sohn des Pyrrhus, aus Thessalonich aber Aristarch und Sekundus und Gajus aus Derbe und Timotheus, aus der Provinz Asien aber Tychikus und Trophimus.

Tekstuitleg van Hnd 20,4 .

Hnd 20,5 - Hnd 20,5 : Reis door Macedonië en Griekenland . - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,1-6 -- Hnd 20,1 - Hnd 20,2 - Hnd 20,3 - Hnd 20,4 - Hnd 20,5 - Hnd 20,6 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
5outoi de proelthontes emenon èmas en trôiadi: 5 hii cum praecessissent sustinebant nos Troade  5 Dezen, vooraf heengegaan zijnde, wachtten ons te Troas.    [5] Zij reisden vooruit en bleven in Troas* op ons* wachten;  [5] Zij reisden vooruit en bleven in Troas op ons wachten.   5 Zij gaan ons vooruit en blijven in Troas op ons wachten.  5. Ceux-ci prirent les devants et nous attendirent à Troas. 

King James Bible . [5] These going before tarried for us at Troas.
Luther-Bibel . 5 Diese reisten voraus und warteten auf uns in Troas.

Tekstuitleg van Hnd 20,5 .

1. houtoi (deze) , zie Hnd 1,14 . Aanwijzend voornaamwoord nominatief mannelijk meervoud . In 382 verzen in de bijbel . In veertien verzen in Hnd : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,7 . (3) Hnd 2,15 . (4) Hnd 11,12 . (5) Hnd 16,17 . (6) Hnd 16,20 . (7) Hnd 17,6 . (8) Hnd 17,7 . (9) Hnd 17,11 . (10) Hnd 20,5 . (11) Hnd 24,15 . (12) Hnd 24,20 . (13) Hnd 25,11 . (14) Hnd 27,31 .

Hnd 20,6 - Hnd 20,6 : Reis door Macedonië en Griekenland . - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,1-6 -- Hnd 20,1 - Hnd 20,2 - Hnd 20,3 - Hnd 20,4 - Hnd 20,5 - Hnd 20,6 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
6 èmeis de exepleusamen meta tas èmeras tôn azumôn apo filippôn, kai èlthomen pros autous eis tèn trôada achri èmerôn pente, opou dietripsamen èmeras epta.  6 nos vero navigavimus post dies azymorum a Philippis et venimus ad eos Troadem in diebus quinque ubi demorati sumus diebus septem   6 Wij nu scheepten af van Filippi na de dagen der ongehevelde broden, en kwamen in vijf dagen bij hen te Troas, alwaar wij ons zeven dagen onthielden.    [6] maar wij voeren na de dagen* van de ongedesemde broden weg uit Filippi en voegden ons na vijf dagen bij hen in Troas, waar we zeven dagen doorbrachten.  [6] Wijzelf voeren na het feest van het Ongedesemde brood weg uit Filippi en kwamen vijf dagen later eveneens in Troas aan, waar we zeven dagen doorbrachten.  6 Wij varen na de dagen van de ongezuurde broden uit vanaf Filippi, en komen in vijf dagen bij hen in Troas aan,  6. Nous-mêmes, nous quittâmes Philippes par mer après les jours des Azymes et, au bout de cinq jours, les rejoignîmes à Troas, où nous passâmes sept jours. 

King James Bible . [6] And we sailed away from Philippi after the days of unleavened bread, and came unto them to Troas in five days; where we abode seven days.
Luther-Bibel . 6 Wir aber fuhren nach den Tagen der Ungesäuerten Brote mit dem Schiff von Philippi ab und kamen am fünften Tag zu ihnen nach Troas und blieben dort sieben Tage.

Tekstuitleg van Hnd 20,6 .

- Vermelding van een verblijf van enkele dagen , met een vorm van het werkwoord diatribô = doorbrengen ) .
Hnd 16,12 : èmen de en tautè tè polei diatribontes èmeras tinas (terwijl wij echter in die stad enkele dagen aan het doorbrengen waren) . (vervolg , zie Hnd 16,13) .
Hnd 20,6 : opou dietripsamen èmeras epta (waar wij enkele dagen doorbrachten) . (vervolg , zie Hnd 20,7) .

8. azumôn (ongedesemde broden) . Genitief onzijdig meervoud . In tweeëntwintig verzen in de bijbel . In zestien verzen in het O.T. : (1) Ex 23,15 . In zes verzen in het N.T. : (1) Mt 26,17 . (2) Mc 14,12 . (3) Lc 22,1 . (4) Lc 22,7 . (5) Hnd 12,3 . (6) Hnd 20,6 .

diatribontes (doorbrengend) . Verwijzing : diatribô (stuk wrijven, opslijten, tijd doorbrengen) , zie Hnd 14,28 . Actief participium nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . Hapax in de bijbel : Hnd 16,12 .

diatribô (de tijd doorbengen)   Joh Hnd  
part. pr. nom. mann. mv. diatribontes     1 : Hnd 16,12 .  
ind imperf.. 3de p. enk. dietriben 1 : Joh 3,22 . 1 : Hnd 12,19 .  
ind. imperf. . 3de p. mv. dietribon   3 : (1)   Hnd 14,28 . (2) Hnd 15,35 . (3) Hnd 25,14 .  
ind. aor. 3de p. enk. dietripsen   1 : Hnd 14,3 .  
ind. aor. 1ste p. mv. dietripsamen   1 : Hnd 20,6 .    
part. aor. nom. m. + vr. enk. diatripsas   1 : Hnd 25,6 .    
  1    

Een vorm van  diatribô (de tijd doorbengen) in Hnd 1:  (1) Hnd 12,19 . (2) Hnd 14,3 . (3) Hnd 14,28 . (4) Hnd 15,35 . (5) Hnd 16,12 . (6) Hnd 20,6 . (7) Hnd 25,6 . (8) Hnd 25,14 .  

Hnd 20,7-12 : In Troas - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,7-12 -- Hnd 20,7 - Hnd 20,8 - Hnd 20,9 - Hnd 20,10 - Hnd 20,11 - Hnd 20,12 -

Hnd 20,7 - Hnd 20,7 : In Troas - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,7-12 -- Hnd 20,7 - Hnd 20,8 - Hnd 20,9 - Hnd 20,10 - Hnd 20,11 - Hnd 20,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
7en de tè mia tôn sabbatôn sunègmenôn èmôn klasai arton o paulos dielegeto autois, mellôn exienai tè epaurion, pareteinen te ton logon mecri mesonuktiou. 7 in una autem sabbati cum convenissemus ad frangendum panem Paulus disputabat eis profecturus in crastinum protraxitque sermonem usque in mediam noctem  7 En op den eersten dag der week, als de discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, handelde Paulus met hen, zullende des anderen daags verreizen; en hij strekte zijne rede uit tot den middernacht.    
[7] Toen zij op de eerste* dag van de week waren samengekomen om het brood te breken, sprak Paulus, die de volgende dag zou vertrekken, hen toe en bleef tot midden in de nacht aan het woord.  
[7] Op de eerste dag van de week kwamen we bijeen voor het breken van het brood. Paulus, die van plan was om de volgende dag verder te reizen, hield een toespraak voor de leerlingen die tot midden in de nacht duurde.  7 ¶ waar we zeven dagen doorbrengen. Op de eerste dag van de week zijn wij samengekomen om brood te breken en heeft Paulus voor hen gepreekt, en omdat hij van plan was de volgende morgen te vertrekken heeft hij zijn toespraak laten duren tot middernacht.  7. Le premier jour de la semaine, nous étions réunis pour rompre le pain ; Paul, qui devait partir le lendemain, s'entretenait avec eux. Il prolongea son discours jusqu'au milieu de la nuit. 

King James Bible . [7] And upon the first day of the week, when the disciples came together to break bread, Paul preached unto them, ready to depart on the morrow; and continued his speech until midnight.
Luther-Bibel . 7 Am ersten Tag der Woche aber, als wir versammelt waren, das Brot zu brechen, predigte ihnen Paulus, und da er am nächsten Tag weiterreisen wollte, zog er die Rede hin bis Mitternacht.

tekstuitleg van Hnd 20,7

- Tijdsaanduiding met een liturgische draagwijdte
Hnd 16,13 : tè te èmera tôn sabbatôn exèlthomen exô tès pulès para potamon ou enomizomen proseuchèn einai, (op de dag evenwel van de week gingen we uit de stadspoort bij de rivier waar wij dachten dat het gebed zou plaats hebben) .
Hnd 20,7 : en de tè mia tôn sabbatôn sunègmenôn èmôn klasai arton (toen wij echter op de eerste dag van de week waren samengekomen voor het breken van het brood) .

1. en (op) . Aanduiding van tijdsbepaling .
- miai tôn sabbatôn (op de eerste van de week / wekenfeest) . In vier verzen in het N.T. : (1) Lc 24,1 . (2) Joh 20,1 . (3) Joh 20,19 . (4) Hnd 20,7 . In de vier teksten staat tèi miai tôn sabbatôn . In drie verzen (1) Lc 24,1 . (2) Joh 20,1 . (4) Hnd 20,7 . staat de uitdrukking aan het begin van de zin . In (4) Hnd 20,7 wordt de uitdrukking voorafgegaan door het voorzetsel en (op) . In de drie verzen staat het partikel de (echter) op de tweede plaats in de zin .

17. - 18. tèi (de = echter / oun = derhalve, bijgevolg) epaurion ('s anderendaags) . Verwijzing : tèi epaurion ('s anderendaags) , zie Joh 1,35 . ep (afkorting van epi : op , bij) - aurion (morgen) . In zeventien verzen in het N.T. . In tien verzen tèi epaurion (a) , in zes verzen tèi de epaurion (b) , in één vers tèi oun epaurion (c) . In tien verzen in Hnd : (1) Hnd 10,9 (b) . (2) Hnd 10,23 (b) . (3) Hnd 10,24 (b) . (4) Hnd 14,20 (a) . (5) Hnd 20,7 (a) . (6) Hnd 21,8 (b) . (7) Hnd 22,30 (b) . (8) Hnd 23,32 (b) . (9) Hnd 25,6 (a) . (10) Hnd 25,23 (c) .

22. logon (woord , ver-woord-ing) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Accusatief mannelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logos (woord) . In 347 verzen in de bijbel . In 127 verzen in het N.T. . Mt (17) . Mc (18) . Lc (10) . Joh (14) . Hnd (31) : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 2,41 . (3) Hnd 4,4 . (4) Hnd 4,29 . (5) Hnd 4,31 . (6) Hnd 6,2 . (7) Hnd 8,4 . (8) Hnd 8,14 . (9) Hnd 8,25 . (10) Hnd 10,36 . (11) Hnd 10,44 . (12) Hnd 11,1 . (13) Hnd 11,19 . (14) Hnd 13,5 . (15) Hnd 13,7 . (16) Hnd 13,44 . (17) Hnd 13,46 . (18) Hnd 13,48 . (19) Hnd 14,25 . (20) Hnd 15,7 . (21) Hnd 15,35 . (22) Hnd 15,36 . (23) Hnd 16,6 . (24) Hnd 16,32 . (25) Hnd 17,11 . (26) Hnd 18,11 . (27) Hnd 18,14 . (28) Hnd 19,10 . (29) Hnd 19,38 . (30) Hnd 19,40 . (31) Hnd 20,7 .

Hnd 20,8 - Hnd 20,8 : In Troas - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,7-12 -- Hnd 20,7 - Hnd 20,8 - Hnd 20,9 - Hnd 20,10 - Hnd 20,11 - Hnd 20,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
8èsan de lampades ikanai en tô uperôô ou èmen sunègmenoi:   8 erant autem lampades copiosae in cenaculo ubi eramus congregati  8 En er waren vele lichten in de opperzaal waar zij vergaderd waren.    [8] Er brandden veel lampen in de bovenzaal waar wij bijeen waren.  [8] We waren bijeengekomen in een bovenvertrek, waar veel olielampen brandden.   8 Nu zijn er vrij veel olielampen geweest in het bovenvertrek waar wij samengekomen waren.   8. Il y avait bon nombre de lampes dans la chambre haute où nous étions réunis. 

King James Bible . [8] And there were many lights in the upper chamber, where they were gathered together.
Luther-Bibel . 8 Und es waren viele Lampen in dem Obergemach, wo wir versammelt waren.

Tekstuitleg van Hnd 20,8 .

Hnd 20,9 - Hnd 20,9 : In Troas - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,7-12 -- Hnd 20,7 - Hnd 20,8 - Hnd 20,9 - Hnd 20,10 - Hnd 20,11 - Hnd 20,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
9kathezomenos de tis neanias onomati eutucos epi tès thuridos, kataferomenos upnô bathei dialegomenou tou paulou epi pleion, katenectheis apo tou upnou epesen apo tou tristegou katô kai èrthè nekros.   9 sedens autem quidam adulescens nomine Eutychus super fenestram cum mergeretur somno gravi disputante diu Paulo eductus somno cecidit de tertio cenaculo deorsum et sublatus est mortuus   9 En een zeker jongeling, met name Eutychus, zat in het venster en met een diepen slaap overvallen zijnde, alzo Paulus lang tot hen sprak, door den slaap nederstortende, viel van de derde zoldering nederwaarts, en werd dood opgenomen.     [9] Een jongeman, Eutychus* geheten, zat in de raamopening. Toen Paulus almaar doorging met zijn toespraak, raakte hij bevangen door een diepe slaap. Overmand door slaap viel hij van de derde verdieping naar beneden; toen men hem oppakte bleek hij dood te zijn.   [9] Een jongeman die Eutychus heette, zat in het venster en werd door slaap overmand toen Paulus maar doorging met zijn toespraak. Diep in slaap verzonken viel hij van de derde verdieping naar beneden; toen men hem optilde bleek hij dood te zijn.  9 Een of andere jongeman met de naam Eutychus, zit op de vensterbank en wordt, nu Paulus zo lang preekt, overvallen door een diepe slaap. Overvallen door die slaap valt hij van de derde verdieping naar beneden en wordt dood opgenomen.  9. Un adolescent, du nom d'Eutyque, qui était assis sur le bord de la fenêtre, se laissa gagner par un profond sommeil, pendant que Paul discourait toujours. Entraîné par le sommeil, il tomba du troisième étage en bas. On le releva mort. 

King James Bible . [9] And there sat in a window a certain young man named Eutychus, being fallen into a deep sleep: and as Paul was long preaching, he sunk down with sleep, and fell down from the third loft, and was taken up dead. hios; and the next day we arrived at Samos, and tarried at Trogyllium; and the next day we came to Miletus.
Luther-Bibel . 9 Es saß aber ein junger Mann mit Namen Eutychus in einem Fenster und sank in einen tiefen Schlaf, weil Paulus so lange redete; und vom Schlaf überwältigt fiel er hinunter vom dritten Stock und wurde tot aufgehoben.

Tekstuitleg van Hnd 20,9 .

Hnd 20,10 - Hnd 20,10 : In Troas - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,7-12 -- Hnd 20,7 - Hnd 20,8 - Hnd 20,9 - Hnd 20,10 - Hnd 20,11 - Hnd 20,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
10katabas de o paulos epepesen autô kai sumperilabôn eipen, mè thorubeisthe, è gar psucè autou en autô estin. 10 ad quem cum descendisset Paulus incubuit super eum et conplexus dixit nolite turbari anima enim ipsius in eo est   10 Doch Paulus, afgekomen zijnde, viel op hem, en hem omvangende, zeide hij: Weest niet beroerd; want zijn ziel is in hem.     [10] Paulus kwam naar beneden en ging op hem liggen. Hij sloeg zijn armen om hem heen en zei: ‘Wees maar niet ongerust. Hij leeft nog.’  [10] Paulus ging naar beneden, ging op hem liggen, sloeg zijn armen om hem heen en zei: ‘Houd op met dat misbaar, want hij leeft!’  10 Maar Paulus gaat naar beneden, valt over hem heen, neemt hem in zijn armen en zegt: niet zo’n misbaar, jullie, want zijn ziel is nog in hem!   10. Paul descendit, se pencha sur lui, le prit dans ses bras et dit : « Ne vous agitez donc pas : son âme est en lui. » 

King James Bible . [10] And Paul went down, and fell on him, and embracing him said, Trouble not yourselves; for his life is in him.
Luther-Bibel . 10 Paulus aber ging hinab und warf sich über ihn, umfing ihn und sprach: Macht kein Getümmel; denn es ist Leben in ihm.

Tekstuitleg van Hnd 20,10 .

Hnd 20,11 - Hnd 20,11 : In Troas - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,7-12 -- Hnd 20,7 - Hnd 20,8 - Hnd 20,9 - Hnd 20,10 - Hnd 20,11 - Hnd 20,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
11anabas de kai klasas ton arton kai geusamenos ef ikanon te omilèsas acri augès outôs exèlthen. 11 ascendens autem frangensque panem et gustans satisque adlocutus usque in lucem sic profectus est   11 En als hij weder boven gegaan was, en brood gebroken en wat gegeten had, en lang, tot den dageraad toe, met hen gesproken had, vertrok hij alzo.    [11] Hij ging weer naar boven, brak het brood en at en sprak nog langdurig, tot het dag werd, en toen vertrok hij.  [11] Hij ging weer naar boven, brak het brood en at. Daarna onderhield hij zich nog lange tijd met de leerlingen, tot het aanbreken van de ochtend. Toen vertrok hij.  11 Hij gaat naar boven, breekt het brood en laat het zich smaken, terwijl hij nog vrij lang, tot de dageraad, zich met hen onderhoudt; dán gaat hij weg.   11. Puis il remonta, rompit le pain et mangea ; longtemps encore il parla, jusqu'au point du jour. C'est alors qu'il partit. 

King James Bible . [11] When he therefore was come up again, and had broken bread, and eaten, and talked a long while, even till break of day, so he departed.
Luther-Bibel . 11 Dann ging er hinauf und brach das Brot und aß und redete viel mit ihnen, bis der Tag anbrach; und so zog er hinweg.

Tekstuitleg van Hnd 20,11 .

15. 3. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

Hnd 20,12 - Hnd 20,12 : In Troas - bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) - Hnd 20 -- bijbelverwijzingen -- Hnd 20,7-12 -- Hnd 20,7 - Hnd 20,8 - Hnd 20,9 - Hnd 20,10 - Hnd 20,11 - Hnd 20,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
12ègagon de ton paida zônta, kai pareklèthèsan ou metriôs. 12 adduxerunt autem puerum viventem et consolati sunt non minime   12 En zij brachten den knecht levende, en waren bovenmate vertroost.     [12] Ze brachten de jongen levend en wel weg en werden niet weinig bemoedigd.  [12] De leerlingen namen de jongeman, die weer tot leven was gekomen, met zich mee en voelden zich gesterkt door wat er was gebeurd.   12 De jongen brengen zij levend naar huis, bovenmate getroost–en–vermaand.  12. Quant au jeune garçon, on le ramena vivant, et ce ne fut pas une petite consolation.  

King James Bible . [12] And they brought the young man alive, and were not a little comforted.
Luther-Bibel . 12 Sie brachten aber den jungen Mann lebend herein und wurden nicht wenig getröstet.

Tekstuitleg van Hnd 20,12 .

1. ègagon (zij leidden) . Verwijzing : agô (leiden) , zie Lc 23,1 . Actief aorist derde persoon meervoud van het werkwoord agô (leiden , voeren) . In negenendertig verzen in de bijbel . In zesentwintig verzen in het O.T. . In dertien verzen in het N.T. : (1) Mt 21,7 . (2) Lc 4,29 . (3) Lc 4,40 . (4) Lc 19,35 . (5) Lc 22,54 : ègagon eis tèn oikian tou archiereôs = naar het huis van de hogepriester . (6) Lc 23,1 : ègagon auton epi ton Pilaton = zij leidden hem tot bij Pilatus . (7) Joh 18,13 : ègagon pros Annan = zij leidden (hem) naar Annas . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 6,12 : kai ègagon eis to sunedrion = en zij leidden (hem) naar het sanhedrin . (2) Hnd 17,15 . (3) Hnd 17,19 . (4) Hnd 18,12 : kai ègagon auton epi to bèma = en zij leidden hem tot de rechterstoel . (5) Hnd 20,12 . (6) Hnd 23,31 . Vaak in de betekenis van : iemand voor het gerecht brengen , voorleiden .

Paulus’ afscheid in Milete : Hnd 20,13-38 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -

Hnd 20,13 - Hnd 20,13 : Paulus' afscheid in Milete - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
13èmeis de proelthontes epi to ploion anècthèmen epi tèn asson, ekeithen mellontes analambanein ton paulon, outôs gar diatetagmenos èn mellôn autos pezeuein. 13 nos autem ascendentes navem enavigavimus in Asson inde suscepturi Paulum sic enim disposuerat ipse per terram iter facturus   13 Maar wij, vooruit naar het schip gegaan zijnde, voeren af naar Assus, waar wij Paulus zouden innemen; want hij had het alzo bevolen, en hij zelf zou te voet gaan.    
[13] Wij scheepten* ons in en voeren alvast naar Assus, waar we Paulus aan boord zouden nemen. Zo had hij het geregeld, omdat hij zelf te voet wilde gaan. 
[13] Wij scheepten ons in en voeren alvast naar Assus, waar we Paulus overeenkomstig zijn wens aan boord zouden nemen, want hij wilde het eerste stuk te voet afleggen.   13 ¶ Wij zijn eerder al bij het schip aangekomen en varen naar Assus, waarvandaan we, is het plan, Paulus zullen opnemen. Want zó heeft hij bevolen, omdat hij van plan is te voet te gaan.  13. Pour nous, prenant les devants par mer, nous fîmes voile vers Assos, où nous devions prendre Paul : ainsi en avait-il disposé. Lui-même viendrait par la route.  

King James Bible . [13] And we went before to ship, and sailed unto Assos, there intending to take in Paul: for so had he appointed, minding himself to go afoot.
Luther-Bibel . 13 Wir aber zogen voraus zum Schiff und fuhren nach Assos und wollten dort Paulus zu uns nehmen; denn er hatte es so befohlen, weil er selbst zu Fuß gehen wollte.

Tekstuitleg van Hnd 20,13 .

7. Assos . Stad aan de Egeïsche zee , in de golf van Edremit .
"Als het hele gezelschap in Troas is aangekomen, wil Paulus per se alleen te voet naar Assus. De afstand bedraagt ongeveer 40 km. Met het schip is de afstand groter. Het landschap tussen Troas en Assus vind ik nog altijd een schitterend wandelgebied. Lichtglooiende heuvelruggen afgewisseld met uitgestrekte vruchtbare vlakten zoals in Limburg. Lopend langs de kustlijn zie je telkens de zee rechts beneden je. Paulus zal na die drukke dagen in Troas eens een tijdje alleen willen zijn. Ik denk ook dat hij zich wilde voorbereiden op wat hem in Jeruzalem te wachten stond. Ik loop een gedeelte van de weg die Paulus ook is gegaan. Wat heeft Paulus gezien? Als hij een dag gelopen heeft ziet hij op grote afstand boven op de acropolis van Assus de beroemde tempel van Athene liggen. Deze is van 530 vóór Chr. Wandelend door Assus vond ik enkele zuilen van deze tempel terug in de nieuwbouw. De acropolis lag op een terrasvormige trachietkegel van 234 km. hoogte. Boven op deze acropolis heb je een schitterend uitzicht op de Egeïsche zee. Van hieruit kon Paulus ook het reisgezelschap uit Troas zien aankomen." Website : http://www.bijbelseplaatsen.nl/plaatsen/Assus.htm .

16. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

Hnd 20,14 - Hnd 20,14 : Paulus' afscheid in Milete - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
14ôs de suneballen èmin eis tèn asson, analabontes auton èlthomen eis mitulènèn, 14 cum autem convenisset nos in Asson adsumpto eo venimus Mytilenen   14 En als hij zich te Assus bij ons gevoegd had, namen wij hem in, en kwamen te Mitylene.     [14] Toen hij ons weer trof in Assus, namen we hem aan boord en gingen naar Mitylene.  [14] Toen hij zich in Assus weer bij ons had gevoegd aan boord van het schip, voeren we verder naar Mitylene,  14 Zodra hij ons in Assus aantreft nemen wij hem op en komen aan in Mitylene.   14. Lorsqu'il nous eut rejoints à Assos, nous le prîmes à bord et gagnâmes Mitylène.  

King James Bible . [14] And when he met with us at Assos, we took him in, and came to Mitylene.
Luther-Bibel . 14 Als er uns nun traf in Assos, nahmen wir ihn zu uns und kamen nach Mitylene.

Tekstuitleg van Hnd 20,14 .

Men reist dan per schip verder naar Mitylene, een eiland in de Egeïsche Zee, dichtbij Assus. Dat eiland heet nu Lesbos en is 1750 km² groot. De stad Mitylene is nu Castro, hoofdstad van Lesbos .

Hnd 20,15 - Hnd 20,15 : Paulus' afscheid in Milete - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
15kakeithen apopleusantes tè epiousè katèntèsamen antikrus ciou, tè de etera parebalomen eis samon, tè de ecomenè èlthomen eis milèton: 15 et inde navigantes sequenti die venimus contra Chium et alia adplicuimus Samum et sequenti venimus Miletum  15 En van daar afgescheept zijnde, kwamen wij den volgenden dag tegen Chios over, en des anderen daags legden wij aan te Samos, en bleven te Trogyllion, en den dag daaraan kwamen wij te Milete.     [15] Vandaar voeren we de volgende dag weer weg en kwamen we ter hoogte van Chios; weer een dag later bereikten we Samos en na nog een dag kwamen we in Milete aan.  [15] vanwaar we de volgende dag vertrokken om bij Chios voor anker te gaan. De dag daarna staken we over naar Samos en weer een dag later kwamen we aan in Milete.  15 Daarvandaan zeilen we weg en komen de volgende dag ter hoogte van Chios terecht; de daaropvolgende leggen we aan bij Samos, en de dááropvolgende komen wij aan in Milete.  15. De là, nous repartîmes le lendemain et parvînmes devant Chio. Le jour suivant, nous touchions à Samos, et, après nous être arrêtés à Trogyllion, nous arrivions le jour d'après à Milet.  

King James Bible . [15] And we sailed thence, and came the next day over against Chios; and the next day we arrived at Samos, and tarried at Trogyllium; and the next day we came to Miletus.
Luther-Bibel . 15 Und von dort fuhren wir weiter und kamen am nächsten Tag auf die Höhe von Chios; am folgenden Tag gelangten wir nach Samos und am nächsten Tag kamen wir nach Milet.

Tekstuitleg van  Hnd 20,15 .

Chios is een Grieks eiland en departement (nomos) in de oostelijke Egeïsche Zee en onderdeel van de regio Noord-Egeïsche Eilanden. De hoofdstad is de stad Chios en Chios heeft 53.408 inwoners (2001). Het eiland ligt acht kilometer van de Turkse kust en zo'n vijf kilometer van de tot Turkije behorende Paspargos eilanden. Het eiland zelf heeft een omtrek van 213 km en werd door Homerus "klippenrijk" genoemd.

Samos is na Lesbos en Chios het grootste van de Noord Egeïsche eilanden. Het heeft een oppervlakte van 475 vierkante kilometers en het ligt in het oosten van de Egeïsche Zee, vlak voor de kust van Klein-Azië. Vathy (of Samos stad) is de hoofdstad van het eiland. Het is een havenstad in het noordoosten van het eiland. Het eiland heeft hoge bergen, zoals de Kerketefs berg in het westen die met 1.437 meter een van de hoogste bergen van de Egeïsche Zee is, en de Ampelos berg in het midden van het eiland die 1.150 meter hoog is.

Milete (Grieks ????t??, Miletos of Milatos, Latijn Miletus, in de Middeleeuwen Palatia en tot voor kort Balat genoemd) was een stad aan de westkust van Klein-Azië die zou zijn gesticht door de mythologische figuur Miletus. Tot de zware aardbeving van 1955 bevond in het Miletische gebied nog een dorp genaamd Balat. Hierna werd de nederzetting naar het zuiden verplaatst en is de plaats waar het oude Milete lag onbewoond.
Milete, bij Söke, behoorde tot de Ionische Confederatie van 12 steden en ligt bij de Büyük Menderes. Dank zij haar vier havens was het een bloeiende handelsstad, die gekend was voor wollen kledij en textiel. Milete werd gesticht voor of in de 11de eeuw voor onze tijdrekening De bloeitijd viel in de 7de tot 6de eeuw. Toen was het cultureel de meest vooraanstaande stad in de gehele Griekse wereld. Hier ontstonden de Griekse filosofie en de eerste wetenschapsbeoefening (Hecataeus). De invloed en rijkdom worden weerspiegeld door een enorme kolonisatiepolitiek. Ook Naucratis in Egypte was een kolonie van Milete.
In het totaal zou Milete negentig kolonies hebben geteld.
De bevolking richtte ook noordelijke kolonies op bij de Dardanellen, de Zee van Marmara en de Zwarte Zee. De koopvaardijvloten van Milete gingen zelfs tot aan de Atlantische Oceaan.
Milete kreeg veel aanvallen te verduren van de Lydiërs, maar zij hielden onder leiding van tiran Thrasybulus stand tot in de 6de eeuw voor Christus. Toen wist Cresus deze Ioniërs eindelijk te onderwerpen. Nadat Cyrus de Grote Lydia overwon, werd Milete Perzisch.
De stad kwam echter tussen 500 en 494 met de overige Ioniërs in opstand en werd met de grond gelijk gemaakt door Darius I.
Na 479 werd de stad herbouwd. Milete was lid van de Delisch-Attische Zeebond, maar haar oude glorie heeft de stad nooit meer teruggewonnen. De nieuwe stad had een regelmatig grondplan met een functionele indeling, zoals door Hippodamos van Milete ook elders zou worden toegepast.
Tussen 300 en 600 begonnen de havens bovendien te verzanden. Milete ligt nu acht kilometer van de zee.

Hnd 20,16 - Hnd 20,16 : Paulus' afscheid in Milete - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
16kekrikei gar o paulos parapleusai tèn efeson, opôs mè genètai autô cronotribèsai en tè asia, espeuden gar ei dunaton eiè autô tèn èmeran tès pentèkostès genesthai eis ierosoluma. 16 proposuerat enim Paulus transnavigare Ephesum ne qua mora illi fieret in Asia festinabat enim si possibile sibi esset ut diem pentecosten faceret Hierosolymis  16 Want Paulus had voorgenomen Efeze voorbij te varen, opdat hij niet den tijd in Azië zou verslijten; want hij spoedde zich, om (zo het hem mogelijk ware) op den pinksterdag te Jeruzalem te zijn.    [16] Want Paulus had besloten Efeze voorbij te varen om geen tijd in Asia te verliezen. Hij had haast omdat hij zo mogelijk met Pinksteren in Jeruzalem wilde zijn.  [16] Paulus had namelijk besloten Efeze voorbij te varen om te voorkomen dat hij in Asia zou worden opgehouden. Hij wilde als het maar enigszins mogelijk was op het Pinksterfeest in Jeruzalem zijn.   16 Want Paulus heeft besloten Efeze voorbij te zeilen, opdat het hem niet overkomt dat hij tijd verliest in Asia. Want hij heeft zich gehaast om, als het hem mogelijk zal zijn, op de Pinksterdag in Jeruzalem te wezen.   16. Paul avait en effet décidé de passer au large d'Éphèse, pour ne pas avoir à s'attarder en Asie. Il se hâtait afin d'être, si possible, le jour de la Pentecôte à Jérusalem.  

King James Bible . [16] For Paul had determined to sail by Ephesus, because he would not spend the time in Asia: for he hasted, if it were possible for him, to be at Jerusalem the day of Pentecost.
Luther-Bibel . 16 Denn Paulus hatte beschlossen, an Ephesus vorüberzufahren, um in der Provinz Asien keine Zeit zu verlieren; denn er eilte, am Pfingsttag in Jerusalem zu sein, wenn es ihm möglich wäre.

Tekstuitleg van Hnd 20,16 .

Hnd 20,17 - Hnd 20,17 : Paulus' afscheid in Milete - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
17apo de tès milètou pempsas eis efeson metekalesato tous presbuterous tès ekklèsias. 17 a Mileto autem mittens Ephesum vocavit maiores natu ecclesiae  17 Maar hij zond van Milete naar Efeze, en hij ontbood de ouderlingen der Gemeente.    
[17] Van Milete uit stuurde hij een bode naar Efeze om de oudsten van de gemeente bijeen te roepen.  
[17] Vanuit Milete stuurde hij iemand naar Efeze met het verzoek aan de oudsten van de gemeente om bij hem te komen.   17 ¶ Maar vanuit Milete stuurt hij bericht naar Efeze en roept de oudsten van de vergadering bij zich.  17. De Milet, il envoya chercher à Éphèse les anciens de cette Église. 

King James Bible . [17] And from Miletus he sent to Ephesus, and called the elders of the church.
Luther-Bibel . 17 Aber von Milet sandte er nach Ephesus und ließ die Ältesten der Gemeinde rufen.

Tekstuitleg van Hnd 20,17 .

Hnd 20,18 - Hnd 20,18 : Paulus' afscheid in Milete - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
18ôs de paregenonto pros auton eipen autois, umeis epistasthe apo prôtès èmeras af ès epebèn eis tèn asian pôs meth umôn ton panta cronon egenomèn, 18 qui cum venissent ad eum et simul essent dixit eis vos scitis a prima die qua ingressus sum in Asiam qualiter vobiscum per omne tempus fuerim   18 En als zij tot hem gekomen waren, zeide hij tot hen: Gijlieden weet, van den eersten dag af, dat ik in Azië ben aangekomen, hoe ik bij u den gansen tijd geweest ben;    [18] Toen die bij hem gekomen waren, zei* hij tegen hen: ‘U weet hoe ik mij heb gedragen vanaf de eerste dag dat ik in Asia kwam, de hele tijd dat ik bij u was:   [18] Toen ze waren gearriveerd, sprak hij hen als volgt toe: ‘U weet hoe ik te midden van u geleefd heb, vanaf de eerste dag dat ik in Asia was:   18 Zodra zij bij hem aangekomen zijn, zegt hij tot hen: gij weet, hoe ik vanaf de eerste dag dat ik in Asia belandde, heel de tijd bij u ben geweest:   18. Quand ils furent arrivés auprès de lui, il leur dit : « Vous savez vous-mêmes de quelle façon, depuis le premier jour où j'ai mis le pied en Asie, je n'ai cessé de me comporter avec vous, 

King James Bible . [18] And when they were come to him, he said unto them, Ye know, from the first day that I came into Asia, after what manner I have been with you at all seasons,
Luther-Bibel . 18 Als aber die zu ihm kamen, sprach er zu ihnen: Ihr wisst, wie ich mich vom ersten Tag an, als ich in die Provinz Asien gekommen bin, die ganze Zeit bei euch verhalten habe,

Tekstuitleg van Hnd 20,18 .

Hnd 20,19 - Hnd 20,19 : Paulus' afscheid in Milete - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
19douleuôn tô kuriô meta pasès tapeinofrosunès kai dakruôn kai peirasmôn tôn sumbantôn moi en tais epiboulais tôn ioudaiôn:   19 serviens Domino cum omni humilitate et lacrimis et temptationibus quae mihi acciderunt ex insidiis Iudaeorum   19 Dienende den Heere met alle ootmoedigheid, en vele tranen, en verzoekingen, die mij overkomen zijn door de lagen der Joden;    [19] ik heb de Heer in alle nederigheid gediend, onder tranen en beproevingen die de Joden mij door hun aanslagen hebben bezorgd.   [19] ik heb de Heer in alle nederigheid gediend en heb al het verdriet en de beproevingen als gevolg van de samenzweringen van de Joden doorstaan.  19 ik heb de Heer gediend in alle ootmoed, in tranen en onder beproevingen die mij overkwamen door de beraadslagingen van de Judeeërs;   19. servant le Seigneur en toute humilité, dans les larmes et au milieu des épreuves que m'ont occasionnées les machinations des Juifs.  

King James Bible . [19] Serving the Lord with all humility of mind, and with many tears, and temptations, which befell me by the lying in wait of the Jews:
Luther-Bibel . 19 wie ich dem Herrn gedient habe in aller Demut und mit Tränen und unter Anfechtungen, die mir durch die Nachstellungen der Juden widerfahren sind.

Tekstuitleg van Hnd 20,19 .

Hnd 20,20 - Hnd 20,20 : Paulus' afscheid in Milete - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
20ôs ouden upesteilamèn tôn sumferontôn tou mè anaggeilai umin kai didaxai umas dèmosia kai kat oikous, 20 quomodo nihil subtraxerim utilium quo minus adnuntiarem vobis et docerem vos publice et per domos  20 Hoe ik niets achtergehouden heb van hetgeen nuttig was, dat ik u niet zou verkondigd en u geleerd hebben, in het openbaar en bij de huizen;    [20] U weet ook dat ik niets wat nuttig kon zijn heb nagelaten u te verkondigen en te leren, in het openbaar en bij u aan huis:   [20] U weet ook dat ik alles bekend heb gemaakt wat uw welzijn ten goede komt en dat ik u daarover in het openbaar en thuis heb onderricht.   20 en hoe ik niets van wat kon bijdragen heb nagelaten aan u te verkondigen en u te onderrichten, publiekelijk en in de huizen;  20. Vous savez comment, en rien de ce qui vous était avantageux, je ne me suis dérobé quand il fallait vous prêcher et vous instruire, en public et en privé,  

King James Bible . [20] And how I kept back nothing that was profitable unto you, but have shewed you, and have taught you publickly, and from house to house,
Luther-Bibel . 20 Ich habe euch nichts vorenthalten, was nützlich ist, dass ich's euch nicht verkündigt und gelehrt hätte, öffentlich und in den Häusern,

Tekstuitleg van Hnd 20,20 .

Hnd 20,21 - Hnd 20,21 : Paulus' afscheid in Milete - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
21diamarturomenos ioudaiois te kai ellèsin tèn eis theon metanoian kai pistin eis ton kurion èmôn ièsoun. 21 testificans Iudaeis atque gentilibus in Deum paenitentiam et fidem in Dominum nostrum Iesum Christum   21 Betuigende, beiden Joden en Grieken, de bekering tot God en het geloof in onzen Heere Jezus Christus.     [21] tegenover Joden en Grieken heb ik getuigd van de bekering tot God en van het geloof in onze Heer Jezus.  [21] Zowel Joden als Grieken heb ik opgeroepen zich te bekeren tot God en te geloven in Jezus, onze Heer.  21 zowel aan de Judeeërs als aan de Hellenen heb ik de bekering tot God betuigd en geloof in onze Heer, Jezus;  21. adjurant Juifs et Grecs de se repentir envers Dieu et de croire en Jésus, notre Seigneur. 

King James Bible . [21] Testifying both to the Jews, and also to the Greeks, repentance toward God, and faith toward our Lord Jesus Christ.
Luther-Bibel . 21 und habe Juden und Griechen bezeugt die Umkehr zu Gott und den Glauben an unsern Herrn Jesus.

Tekstuitleg van Hnd 20,21 .

1. diamarturomenos (getuigend) . Verwijzing : martureô (getuigen) , zie Joh 1,7 . (martus - mart-elaar) . Passief participium nominatief mannelijk enkelvoud van het werkwoord diamarturomai (getuigen) . In vijf verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. . In vier verzen in het N.T. : (1) Hnd 18,5 . (2) Hnd 20,21 . (3) Hnd 28,23 . (4) 2 Tim 2,14 .

Hnd 20,22 - Hnd 20,22 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
22kai nun idou dedemenos egô tô pneumati poreuomai eis ierousalèm, ta en autè sunantèsonta moi mè eidôs, 22 et nunc ecce alligatus ego Spiritu vado in Hierusalem quae in ea eventura sint mihi ignorans  22 En nu ziet, ik, gebonden zijnde door den Geest, reis naar Jeruzalem, niet wetende, wat mij daar ontmoeten zal;     [22] Welnu, thans ben ik, gebonden door de Geest, op weg naar Jeruzalem, zonder te weten wat mij daar zal overkomen;  [22] Nu ben ik op weg naar Jeruzalem, gedreven door de Geest, zonder te weten wat me daar te wachten staat,  22 en zie, nu reis ik geboeid door de Geest naar Jeruzalem, zonder te weten wat mij daarin tegemoet komt,  22. « Et maintenant voici qu'enchaîné par l'Esprit je me rends à Jérusalem, sans savoir ce qui m'y adviendra, 

King James Bible . [22] And now, behold, I go bound in the spirit unto Jerusalem, not knowing the things that shall befall me there:
Luther-Bibel . 22 Und nun siehe, durch den Geist gebunden, fahre ich nach Jerusalem und weiß nicht, was mir dort begegnen wird,

Tekstuitleg van Hnd 20,22 .

Hnd 20,23 - Hnd 20,23 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
23plèn oti to pneuma to agion kata polin diamarturetai moi legon oti desma kai thlipseis me menousin. 23 nisi quod Spiritus Sanctus per omnes civitates protestatur mihi dicens quoniam vincula et tribulationes me manent   23 Dan dat de Heilige Geest van stad tot stad betuigt, zeggende, dat mij banden en verdrukkingen aanstaande zijn.     [23] alleen verzekert de heilige Geest mij van stad tot stad dat mij boeien en ellende te wachten staan.  [23] behalve dan dat de heilige Geest me in iedere stad verzekert dat gevangenschap en vervolging mijn deel zullen zijn.  23 behalve dat de heilige Geest mij in elke stad betuigt en zegt dat boeien en verdrukkingen mij wachten;   23. sinon que, de ville en ville, l'Esprit Saint m'avertit que chaînes et tribulations m'attendent. 

King James Bible . [23] Save that the Holy Ghost witnesseth in every city, saying that bonds and afflictions abide me.
Luther-Bibel . 23 nur dass der Heilige Geist in allen Städten mir bezeugt, dass Fesseln und Bedrängnisse auf mich warten.

Tekstuitleg van Hnd 20,23 .

Hnd 20,24 - Hnd 20,24 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
24all oudenos logou poioumai tèn psucèn timian emautô ôs teleiôsai ton dromon mou kai tèn diakonian èn elabon para tou kuriou ièsou, diamarturasthai to euaggelion tès caritos tou theou. 24 sed nihil horum vereor nec facio animam pretiosiorem quam me dummodo consummem cursum meum et ministerium quod accepi a Domino Iesu testificari evangelium gratiae Dei 24 Maar ik acht op geen ding, noch houde mijn leven dierbaar voor mijzelven, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, en den dienst, welken ik, van den Heere Jezus ontvangen heb, om te betuigen het Evangelie der genade Gods.     [24] Maar aan mijn leven hecht ik voor mijzelf niet de minste waarde, als ik mijn loopbaan maar kan voltooien en de taak kan vervullen die ik van de Heer Jezus ontvangen heb: de verkondiging van de goede boodschap van Gods genade.  [24] Ik hecht echter niet de minste waarde aan het behoud van mijn leven, als ik mijn levenstaak maar kan voltooien en de opdracht uitvoeren die ik van de Heer Jezus ontvangen heb: getuigen van het evangelie van Gods genade.   24 maar met geen woord acht ik lijf–en–ziel voor mijzelf kostbaar, zolang ik mijn loopbaan kan voleindigen, en het dienstwerk dat ik heb aangenomen van de Heer Jezus: getuigen van de verkondiging van de genade van God;   24. Mais je n'attache aucun prix à ma propre vie, pourvu que je mène à bonne fin ma course et le ministère que j'ai reçu du Seigneur Jésus : rendre témoignage à l'Évangile de la grâce de Dieu.  

King James Bible . [24] But none of these things move me, neither count I my life dear unto myself, so that I might finish my course with joy, and the ministry, which I have received of the Lord Jesus, to testify the gospel of the grace of God.
Luther-Bibel . 24 Aber ich achte mein Leben nicht der Rede wert, wenn ich nur meinen Lauf vollende und das Amt ausrichte, das ich von dem Herrn Jesus empfangen habe, zu bezeugen das Evangelium von der Gnade Gottes.

Tekstuitleg van Hnd 20,24 .

Hnd 20,25 - Hnd 20,25 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -- bijbelverwijzingen -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling  Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem 
25 kai nun idou egô oida oti ouketi opsesthe to prosôpon mou umeis pantes en ois dièlthon kèrussôn tèn basileian: 25 et nunc ecce ego scio quia amplius non videbitis faciem meam vos omnes per quos transivi praedicans regnum Dei   25 En nu ziet, ik weet, dat gij allen, waar ik doorgegaan ben, predikende het Koninkrijk Gods, mijn aangezicht niet meer zien zult.  [25] Welnu, ik weet dat niemand van u die ik op mijn reizen het koninkrijk gepredikt heb, mij terug zal zien.  [25] Ik weet dat niemand van u, aan wie ik op mijn reizen het koninkrijk heb verkondigd, mij terug zal zien.   25 en zie, ik weet nu zelf dat ge mijn aanschijn niet meer zult zien, gij allen bij wie ik ben rondgetrokken met de prediking van het koninkrijk;   25. « Et maintenant voici que, je le sais, vous ne reverrez plus mon visage, vous tous au milieu de qui j'ai passé en proclamant le Royaume. 

King James Bible . And when they agreed not among themselves, they departed, after that Paul had spoken one word, Well spake the Holy Ghost by Esaias the prophet unto our fathers,
Luther-Bibel . 25 Und nun siehe, ich weiß, dass ihr mein Angesicht nicht mehr sehen werdet, ihr alle, zu denen ich hingekommen bin und das Reich gepredigt habe.

Tekstuitleg van Hnd 20,25 . Dit vers Hnd 20,25 telt 26 (2 X 13) woorden en 129 letters . De getalwaarde van Hnd 20,25 is 16837 (113 X 149) .

13. pantes (allen) . Verwijzing : pas (ieder, elk) , zie Mc 2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie Hnd 1,14 : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,4 . (4) Hnd 2,12 . (5) Hnd 2,14 . (6) Hnd 2,32 . (7) Hnd 2,44 . (8) Hnd 3,24 . (9) Hnd 4,21 . (10) Hnd 5,17 . (11) Hnd 5,36 . (12) Hnd 5,37 . (13) Hnd 6,15 . (14) Hnd 8,1 . (15) Hnd 8,10 . (16) Hnd 9,21 . (17) Hnd 9,26 . (18) Hnd 9,35 . (19) Hnd 10,33 . (20) Hnd 10,43 . (21) Hnd 16,33 . (22) Hnd 17,7 . (23) Hnd 17,21 . (24) Hnd 18,17 . (25) Hnd 19,7 . (26) Hnd 20,25 . (27) Hnd 21,18 . (28) Hnd 21,20 . (29) Hnd 21,24 . (30) Hnd 22,3 . (31) Hnd 25,24 . (32) Hnd 26,4 . (33) Hnd 27,36 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd 2,1) . (1) Hnd 2,7 . (2) Hnd 4,31 . (3) Hnd 5,12 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 16,3 . (6) Hnd 16,28 .

17. - 19. (20. 21.) kèrussôn (verkondigend) . Verwijzing : kèrussô (verkondigen) , Mc 1,45 . In dertien verzen in de bijbel . Slechts in het N.T. . In vier verzen bij Lucas : (7) Lc 3,3 : baptisma metanoias (een doopsel van bekering) . (8) Lc 4,44 . (9) Lc 8,1 . (10) Lc 8,39 . In twee verzen in Hnd : (11) Hnd 20,25 (Paulus' afscheid in Milete) . (12) Hnd 28,31 . In deze twee verzen staat de formulering kèrussôn tèn basileian tou theou (verkondigend het koninkrijk van God) . In sommige handschriften zonder tou theou (van God) .

Hnd 20,26 - Hnd 20,26 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
26dioti marturomai umin en tè sèmeron èmera oti katharos eimi apo tou aimatos pantôn, 26 quapropter contestor vos hodierna die quia mundus sum a sanguine omnium   26 Daarom betuig ik ulieden op dezen huidigen dag, dat ik rein ben van het bloed van u allen.     [26] Daarom betuig ik vandaag tegenover u dat ik geen schuld heb aan het bloed* van wie dan ook;  [26] Daarom verklaar ik hier op deze dag dat ik voor niemands ondergang verantwoordelijk ben;  26 daarom betuig ik u op de dag van heden dat ik rein ben van aller bloed;  26. C'est pourquoi je l'atteste aujourd'hui devant vous : je suis pur du sang de tous. 

King James Bible . [26] Wherefore I take you to record this day, that I am pure from the blood of all men.
Luther-Bibel . 26 Darum bezeuge ich euch am heutigen Tage, dass ich rein bin vom Blut aller;

Tekstuitleg van Hnd 20,26 .

Hnd 20,27 - Hnd 20,27 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
27ou gar upesteilamèn tou mè anaggeilai pasan tèn boulèn tou theou umin. 27 non enim subterfugi quo minus adnuntiarem omne consilium Dei vobis  27 Want ik heb niet achtergehouden, dat ik u niet zou verkondigd hebben al den raad Gods.    [27] want ik heb niet nagelaten u het plan van God in zijn geheel te verkondigen.   [27] ik heb immers mijn uiterste best gedaan om u vertrouwd te maken met Gods wil.   27 want ik heb niet nagelaten heel de raad van God aan u te verkondigen;   27. Car je ne me suis pas dérobé quand il fallait vous annoncer toute la volonté de Dieu. 

King James Bible . [27] For I have not shunned to declare unto you all the counsel of God.
Luther-Bibel . 27 denn ich habe nicht unterlassen, euch den ganzen Ratschluss Gottes zu verkündigen.

Tekstuitleg van Hnd 20,27 .

7. acc. vr. enk. pasan van het bijvoegl. naamw. pas (ieder, elk, alles) . Taalgebruik in het N.T. : pas (ieder, elk, alles) . Taalgebruik in Lc : pas (ieder, elk, alles) . Hebr. kol . kl (al) . Taalgebruik in Tenakh : kl (al) . Lat. omnis . Fr. tout . Ned. elk , ieder . Hnd (8) : (1) Hnd 2,17 . (2) Hnd 5,21 . (3) Hnd 5,42 . (4) Hnd 7,14 . (5) Hnd 15,36 . (6) Hnd 17,17 . (7) Hnd 20,27 . (8) Hnd 26,20 .

  pas (al) bijbel  O.T.  N.T.  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk  syn. ev.
9 acc. vr. enk. pasan  380  329  51  26  13  14 
Hnd 20,28 - Hnd 20,28 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
28prosecete eautois kai panti tô poimniô, en ô umas to pneuma to agion etheto episkopous, poimainein tèn ekklèsian tou theou, èn periepoièsato dia tou aimatos tou idiou. 28 adtendite vobis et universo gregi in quo vos Spiritus Sanctus posuit episcopos regere ecclesiam Dei quam adquisivit sanguine suo  28 Zo hebt dan acht op uzelven, en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.     [28] Zorg goed voor uzelf en voor heel de kudde waarover de heilige Geest u als leiders heeft aangesteld om de kerk* van God te weiden, die Hij door het bloed van zijn eigen Zoon heeft verworven.   [28] Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de heilige Geest u als herder heeft aangesteld; u bent de opzieners van Gods gemeente, die hij verworven heeft door het bloed van zijn eigen Zoon.   28 hebt dan zorg voor uzelf en voor heel de kudde waarin de heilige Geest u gesteld heeft als opzieners, om de vergadering van God te weiden die hij zich heeft verworven door zijn eigen bloed;  28. « Soyez attentifs à vous-mêmes, et à tout le troupeau dont l'Esprit Saint vous a établis gardiens pour paître l'Église de Dieu, qu'il s'est acquise par le sang de son propre fils. 

King James Bible . [28] Take heed therefore unto yourselves, and to all the flock, over the which the Holy Ghost hath made you overseers, to feed the church of God, which he hath purchased with his own blood.
Luther-Bibel . 28 So habt nun Acht auf euch selbst und auf die ganze Herde, in der euch der Heilige Geist eingesetzt hat zu Bischöfen , zu weiden die Gemeinde Gottes, die er durch sein eigenes Blut erworben hat.

Tekstuitleg van Hnd 20,28 .

Hnd 20,29 - Hnd 20,29 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
29egô oida oti eiseleusontai meta tèn afixin mou lukoi bareis eis umas mè feidomenoi tou poimniou, 29 ego scio quoniam intrabunt post discessionem meam lupi graves in vos non parcentes gregi   29 Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen.     [29] Ik weet dat na mijn vertrek gevaarlijke wolven bij u zullen binnendringen die de kudde niet sparen;   [29] Ik weet dat er na mijn vertrek woeste wolven bij u zullen binnendringen, die de kudde niet zullen ontzien.   29 ik weet dat na mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet ontzien,  29. « Je sais, moi, qu'après mon départ il s'introduira parmi vous des loups redoutables qui ne ménageront pas le troupeau, 

King James Bible . [29] For I know this, that after my departing shall grievous wolves enter in among you, not sparing the flock.
Luther-Bibel . 29 Denn das weiß ich, dass nach meinem Abschied reißende Wölfe zu euch kommen, die die Herde nicht verschonen werden.

Tekstuitleg van Hnd 20,29 .

Hnd 20,30 - Hnd 20,30 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
30kai ex umôn autôn anastèsontai andres lalountes diestrammena tou apospan tous mathètas opisô autôn. 30 et ex vobis ipsis exsurgent viri loquentes perversa ut abducant discipulos post se  30 En uit uzelven zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken achter zich.    [30] zelfs mensen uit uw eigen kring zullen de waarheid gaan verdraaien om de leerlingen achter zich aan te krijgen.  [30] Uit uw eigen kring zullen mensen voortkomen die de waarheid verdraaien om de leerlingen voor zich te winnen.   30 en uit uw eigen gelederen zullen mannen opstaan die verkeerde dingen zullen uitspreken om de leerlingen achter zich aan te trekken;  30. et que du milieu même de vous se lèveront des hommes tenant des discours pervers dans le but d'entraîner les disciples à leur suite. 

King James Bible . [30] Also of your own selves shall men arise, speaking perverse things, to draw away disciples after them.
Luther-Bibel . 30 Auch aus eurer Mitte werden Männer aufstehen, die Verkehrtes lehren, um die Jünger an sich zu ziehen.

Tekstuitleg van Hnd 20,30 .

Hnd 20,31 - Hnd 20,31 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
31dio grègoreite, mnèmoneuontes oti trietian nukta kai èmeran ouk epausamèn meta dakruôn nouthetôn ena ekaston. 31 propter quod vigilate memoria retinentes quoniam per triennium nocte et die non cessavi cum lacrimis monens unumquemque vestrum   31 Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren lang nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen.    [31] Wees daarom op uw hoede en houd in gedachten dat ik drie jaar lang dag en nacht onophoudelijk iedereen onder tranen gewaarschuwd heb.  [31] Wees daarom waakzaam en vergeet niet hoe ik ieder van u drie jaar lang dag en nacht onder tranen steeds weer raad heb gegeven.  31 daarom, weest waakzaam,– indachtig dat ik drie jaar lang nacht en dag niet opgehouden ben onder tranen een ieder te waarschuwen;   31. C'est pourquoi soyez vigilants, vous souvenant que, trois années durant, nuit et jour, je n'ai cessé de reprendre avec larmes chacun d'entre vous.  

King James Bible . [31] Therefore watch, and remember, that by the space of three years I ceased not to warn every one night and day with tears.
Luther-Bibel . 31 Darum seid wachsam und denkt daran, dass ich drei Jahre lang Tag und Nacht nicht abgelassen habe, einen jeden unter Tränen zu ermahnen.

Tekstuitleg van Hnd 20,31 .

Hnd 20,32 - Hnd 20,32 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
32kai ta nun paratithemai umas tô theô kai tô logô tès caritos autou tô dunamenô oikodomèsai kai dounai tèn klèronomian en tois ègiasmenois pasin. 32 et nunc commendo vos Deo et verbo gratiae ipsius qui potens est aedificare et dare hereditatem in sanctificatis omnibus  32 En nu, broeders, ik bevele u Gode, en den woorde Zijner genade, Die machtig is u op te bouwen, en u een erfdeel te geven onder al de geheiligden.    [32] En nu draag ik u op aan God en aan het woord van zijn genade, dat bij machte is om op te bouwen en het erfdeel te geven, met alle geheiligden.  [32] Nu vertrouw ik u toe aan God en aan het evangelie van zijn genade, dat onze gemeenschap kan opbouwen en dat het beloofde erfdeel zal schenken aan allen die hem toebehoren.   32 en nu draag ik u op aan de Heer en aan het woord van zijn genade, dat de kracht heeft om een huis te bouwen en onder alle geheiligden het erfdeel weg te geven;  32. « Et à présent je vous confie à Dieu et à la parole de sa grâce, qui a le pouvoir de bâtir l'édifice et de procurer l'héritage parmi tous les sanctifiés. 

King James Bible . [32] And now, brethren, I commend you to God, and to the word of his grace, which is able to build you up, and to give you an inheritance among all them which are sanctified.
Luther-Bibel . 32 Und nun befehle ich euch Gott und dem Wort seiner Gnade, der da mächtig ist, euch zu erbauen und euch das Erbe zu geben mit allen, die geheiligt sind.

Tekstuitleg van Hnd 20,32 .

Hnd 20,33 - Hnd 20,33 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
33arguriou è crusiou è imatismou oudenos epethumèsa: 33 argentum aut aurum aut vestem nullius concupivi  33 Ik heb niemands zilver, of goud, of kleding begeerd.    [33] Zilver of goud of kleding heb ik van niemand verlangd;  [33] Geld of kleding heb ik van niemand verlangd;   33 ik heb niemands zilver, goud of kleding begeerd;  33. « Argent, or, vêtements, je n'en ai convoité de personne : 

King James Bible . [33] I have coveted no man's silver, or gold, or apparel.
Luther-Bibel . 33 Ich habe von niemandem Silber oder Gold oder Kleidung begehrt.

Tekstuitleg van Hnd 20,33 .

Hnd 20,34 - Hnd 20,34 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
34autoi ginôskete oti tais creiais mou kai tois ousin met emou upèretèsan ai ceires autai. 34 ipsi scitis quoniam ad ea quae mihi opus erant et his qui mecum sunt ministraverunt manus istae 34 En gijzelve weet, dat deze handen tot mijn nooddruft, en dergenen, die met mij waren, gediend hebben.   [34] u weet zelf dat deze handen in mijn eigen behoeften en die van mijn metgezellen hebben voorzien.   [34] u weet wel dat ik eigenhandig heb voorzien in mijn levensonderhoud en dat van mijn metgezellen. 34 zelf weet ge dat voor mijn behoeften en voor hen die met mij waren deze zelfde handen hebben geholpen; 34. vous savez vous-mêmes qu'à mes besoins et à ceux de mes compagnons ont pourvu les mains que voilà.

King James Bible . [34] Yea, ye yourselves know, that these hands have ministered unto my necessities, and to them that were with me.
Luther-Bibel . 34 Denn ihr wisst selber, dass mir diese Hände zum Unterhalt gedient haben für mich und die, die mit mir gewesen sind.

Tekstuitleg van Hnd 20,34 .

Hnd 20,35 - Hnd 20,35 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -- bijbelverwijzingen -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling  Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem 
35 panta upedeixa umin oti outôs kopiôntas dei antilambanesthai tôn asthenountôn, mnèmoneuein te tôn logôn tou kuriou ièsou oti autos eipen, makarion estin mallon didonai è lambanein. 35 omnia ostendi vobis quoniam sic laborantes oportet suscipere infirmos ac meminisse verbi Domini Iesu quoniam ipse dixit beatius est magis dare quam accipere   35 Ik heb u in alles getoond, dat men, alzo arbeidende, de zwakken moet opnemen, en gedenken aan de woorden van den Heere Jezus, dat Hij gezegd heeft: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen.  [35] In alles heb ik u laten zien dat men zo, door hard te werken, de zwakken moet helpen, gedachtig de woorden van de Heer Jezus, die zelf* heeft gezegd: “Het is zaliger te geven dan te ontvangen.” ’  [35] In alles heb ik u getoond dat u de zwakken zo, door hard te werken, moet steunen, indachtig de woorden van de Heer Jezus, die immers gezegd heeft: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.”’  35 in alles heb ik u getoond dat we ons door zó te zwoegen de zwakken moeten aantrekken en de woorden van de Heer Jezus gedenken, omdat hij gezegd heeft   De toutes manières je vous l'ai montré : c'est en peinant ainsi qu'il faut venir en aide aux faibles et se souvenir des paroles du Seigneur Jésus, qui a dit lui-même : Il y a plus de bonheur à donner qu'à recevoir. » 

King James Bible . And the earth was without form, and void; and darkness was upon the face of the deep. And the Spirit of God moved upon the face of the waters.
Luther-Bibel . 35 Ich habe euch in allem gezeigt, dass man so arbeiten und sich der Schwachen annehmen muss im Gedenken an das Wort des Herrn Jesus, der selbst gesagt hat: Geben ist seliger als nehmen.

Tekstuitleg van Hnd 20,35 . Dit vers Hnd 20,35 telt 14 (2 X 7) woorden en 52 (2 X 2 X 13) letters . De getalwaarde van Hnd 20,35 is 3546 (2 X 3 X 3 X 197) .

5. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

7. dei (moet) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . Actief praesens derde persoon enkelvoud van het werkwoord deô (moeten) . In vierennegentig verzen in de bijbel . In achttien verzen in het O.T. . In zesenzeventig verzen in het N.T. . In vijftien verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,21 . (2) Hnd 3,21 . (3) Hnd 4,12 . (4) Hnd 5,29 . (5) Hnd 9,6 . (6) Hnd 9,16 . (7) Hnd 14,22 . (8) Hnd 15,5 . (9) Hnd 16,30 . (10) Hnd 19,21 . (11) Hnd 20,35 . (12) Hnd 23,11 . (13) Hnd 25,10 . (14) Hnd 27,24 . (15) Hnd 27,26 .

Hnd 20,36 - Hnd 20,36 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
36kai tauta eipôn theis ta gonata autou sun pasin autois prosèuxato. 36 et cum haec dixisset positis genibus suis cum omnibus illis oravit  36 En als hij dit gezegd had, heeft hij nederknielende met hen allen gebeden.    [36] Na deze woorden knielde hij met hen allen neer en sprak een gebed.  [36] Toen hij uitgesproken was, knielde hij samen met de aanwezigen neer om te bidden.   36 ¶ Als hij dat gezegd heeft buigt hij zijn knieën en bidt hij met hen allen.  36. A ces mots, se mettant à genoux, avec eux tous il pria.  

King James Bible . [36] And when he had thus spoken, he kneeled down, and prayed with them all.
Luther-Bibel . 36 Und als er das gesagt hatte, kniete er nieder und betete mit ihnen allen.

Tekstuitleg van Hnd 20,36 .

Hnd 20,37 - Hnd 20,37 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
37ikanos de klauthmos egeneto pantôn, kai epipesontes epi ton tracèlon tou paulou katefiloun auton, 37 magnus autem fletus factus est omnium et procumbentes super collum Pauli osculabantur eum   37 En er werd een groot geween van hen allen; en zij, vallende om den hals van Paulus, kusten hem;     [37] Ze begonnen allen luid te snikken, vielen Paulus om de hals en kusten hem,  [37] Niemand kon zijn tranen bedwingen. Allen vielen ze Paulus om de hals en kusten hem.   37 Een heel geween ontstaat uit allen: ze zijn Paulus om de hals gevallen en hebben hem gekust,   37. Tous alors éclatèrent en sanglots, et, se jetant au cou de Paul, ils l'embrassaient, 

King James Bible . [37] And they all wept sore, and fell on Paul's neck, and kissed him, [38] Sorrowing most of all for the words which he spake, that they should see his face no more. And they accompanied him unto the ship.
Luther-Bibel . 37 Da begannen alle laut zu weinen und sie fielen Paulus um den Hals und küssten ihn,

Tekstuitleg van Hnd 20,37 .

Hnd 20,38 - Hnd 20,38 - Hnd 20,13-38 -- Hnd 20 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 28 -- Hnd 20,13 - Hnd 20,14 - Hnd 20,15 - Hnd 20,16 - Hnd 20,17 - Hnd 20,18 - Hnd 20,19 - Hnd 20,20 - Hnd 20,21 - Hnd 20,22 - Hnd 20,23 - Hnd 20,24 - Hnd 20,25 - Hnd 20,26 - Hnd 20,27 - Hnd 20,28 - Hnd 20,29 - Hnd 20,30 - Hnd 20,31 - Hnd 20,32 - Hnd 20,33 - Hnd 20,34 - Hnd 20,35 - Hnd 20,36 - Hnd 20,37 - Hnd 20,38 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling     Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel  
38odunômenoi malista epi tô logô ô eirèkei oti ouketi mellousin to prosôpon autou theôrein. proepempon de auton eis to ploion. 38 dolentes maxime in verbo quo dixerat quoniam amplius faciem eius non essent visuri et deducebant eum ad navem   38 Zeer bedroefd zijnde, allermeest over het woord, dat hij gezegd had, dat zij zijn aangezicht niet meer zien zouden; en zij geleidden hem naar het schip.    [38] vooral bedroefd omdat hij gezegd had dat ze hem niet meer terug zouden zien. Daarna deden ze hem uitgeleide naar het schip.  [38] Ze waren vooral zo ontdaan omdat hij gezegd had dat ze hem niet terug zouden zien. Toen deden ze hem uitgeleide naar het schip.  38 het meeste bedroefd over het woord dat hij heeft gezegd: dat ze zijn aanschijn niet meer zouden aanschouwen. Toen hebben ze hem uitgeleide gedaan naar het schip.   38. affligés surtout de la parole qu'il avait dite : qu'ils ne devaient plus revoir son visage. Puis ils l'accompagnèrent jusqu'au bateau.  

King James Bible . [38] Sorrowing most of all for the words which he spake, that they should see his face no more. And they accompanied him unto the ship.
Luther-Bibel . 38 am allermeisten betrübt über das Wort, das er gesagt hatte, sie würden sein Angesicht nicht mehr sehen. Und sie geleiteten ihn auf das Schiff.

Tekstuitleg van Hnd 20,38 .


1 meta de to pausasthai ton thorubon metapempsamenos o paulos tous mathètas kai parakalesas, aspasamenos exèlthen poreuesthai eis makedonian. 2dielthôn de ta merè ekeina kai parakalesas autous logô pollô èlthen eis tèn ellada, 3poièsas te mènas treis genomenès epiboulès autô upo tôn ioudaiôn mellonti anagesthai eis tèn surian egeneto gnômès tou upostrefein dia makedonias. 4suneipeto de autô sôpatros purrou beroiaios, thessalonikeôn de aristarcos kai sekoundos, kai gaios derbaios kai timotheos, asianoi de tucikos kai trofimos. 5outoi de proelthontes emenon èmas en trôadi: 6èmeis de exepleusamen meta tas èmeras tôn azumôn apo filippôn, kai èlthomen pros autous eis tèn trôada acri èmerôn pente, opou dietripsamen èmeras epta. 7en de tè mia tôn sabbatôn sunègmenôn èmôn klasai arton o paulos dielegeto autois, mellôn exienai tè epaurion, pareteinen te ton logon mecri mesonuktiou. 8èsan de lampades ikanai en tô uperôô ou èmen sunègmenoi: 9kathezomenos de tis neanias onomati eutucos epi tès thuridos, kataferomenos upnô bathei dialegomenou tou paulou epi pleion, katenectheis apo tou upnou epesen apo tou tristegou katô kai èrthè nekros. 10katabas de o paulos epepesen autô kai sumperilabôn eipen, mè thorubeisthe, è gar psucè autou en autô estin. 11anabas de kai klasas ton arton kai geusamenos ef ikanon te omilèsas acri augès outôs exèlthen. 12ègagon de ton paida zônta, kai pareklèthèsan ou metriôs. 13èmeis de proelthontes epi to ploion anècthèmen epi tèn asson, ekeithen mellontes analambanein ton paulon, outôs gar diatetagmenos èn mellôn autos pezeuein. 14ôs de suneballen èmin eis tèn asson, analabontes auton èlthomen eis mitulènèn, 15kakeithen apopleusantes tè epiousè katèntèsamen antikrus ciou, tè de etera parebalomen eis samon, tè de ecomenè èlthomen eis milèton: 16kekrikei gar o paulos parapleusai tèn efeson, opôs mè genètai autô cronotribèsai en tè asia, espeuden gar ei dunaton eiè autô tèn èmeran tès pentèkostès genesthai eis ierosoluma. 17apo de tès milètou pempsas eis efeson metekalesato tous presbuterous tès ekklèsias. 18ôs de paregenonto pros auton eipen autois, umeis epistasthe apo prôtès èmeras af ès epebèn eis tèn asian pôs meth umôn ton panta cronon egenomèn, 19douleuôn tô kuriô meta pasès tapeinofrosunès kai dakruôn kai peirasmôn tôn sumbantôn moi en tais epiboulais tôn ioudaiôn: 20ôs ouden upesteilamèn tôn sumferontôn tou mè anaggeilai umin kai didaxai umas dèmosia kai kat oikous, 21diamarturomenos ioudaiois te kai ellèsin tèn eis theon metanoian kai pistin eis ton kurion èmôn ièsoun. 22kai nun idou dedemenos egô tô pneumati poreuomai eis ierousalèm, ta en autè sunantèsonta moi mè eidôs, 23plèn oti to pneuma to agion kata polin diamarturetai moi legon oti desma kai thlipseis me menousin. 24all oudenos logou poioumai tèn psucèn timian emautô ôs teleiôsai ton dromon mou kai tèn diakonian èn elabon para tou kuriou ièsou, diamarturasthai to euaggelion tès caritos tou theou. 25kai nun idou egô oida oti ouketi opsesthe to prosôpon mou umeis pantes en ois dièlthon kèrussôn tèn basileian: 26dioti marturomai umin en tè sèmeron èmera oti katharos eimi apo tou aimatos pantôn, 27ou gar upesteilamèn tou mè anaggeilai pasan tèn boulèn tou theou umin. 28prosecete eautois kai panti tô poimniô, en ô umas to pneuma to agion etheto episkopous, poimainein tèn ekklèsian tou theou, èn periepoièsato dia tou aimatos tou idiou. 29egô oida oti eiseleusontai meta tèn afixin mou lukoi bareis eis umas mè feidomenoi tou poimniou, 30kai ex umôn autôn anastèsontai andres lalountes diestrammena tou apospan tous mathètas opisô autôn. 31dio grègoreite, mnèmoneuontes oti trietian nukta kai èmeran ouk epausamèn meta dakruôn nouthetôn ena ekaston. 32kai ta nun paratithemai umas tô theô kai tô logô tès caritos autou tô dunamenô oikodomèsai kai dounai tèn klèronomian en tois ègiasmenois pasin. 33arguriou è crusiou è imatismou oudenos epethumèsa: 34autoi ginôskete oti tais creiais mou kai tois ousin met emou upèretèsan ai ceires autai. 35panta upedeixa umin oti outôs kopiôntas dei antilambanesthai tôn asthenountôn, mnèmoneuein te tôn logôn tou kuriou ièsou oti autos eipen, makarion estin mallon didonai è lambanein. 36kai tauta eipôn theis ta gonata autou sun pasin autois prosèuxato. 37ikanos de klauthmos egeneto pantôn, kai epipesontes epi ton tracèlon tou paulou katefiloun auton, 38odunômenoi malista epi tô logô ô eirèkei oti ouketi mellousin to prosôpon autou theôrein. proepempon de auton eis to ploion.


20. 1 postquam autem cessavit tumultus vocatis Paulus discipulis et exhortatus eos valedixit et profectus est ut iret in Macedoniam 2 cum autem perambulasset partes illas et exhortatus eos fuisset multo sermone venit ad Graeciam 3 ubi cum fecisset menses tres factae sunt illi insidiae a Iudaeis navigaturo in Syriam habuitque consilium ut reverteretur per Macedoniam 4 comitatus est autem eum Sopater Pyrri Beroensis Thessalonicensium vero Aristarchus et Secundus et Gaius Derbeus et Timotheus Asiani vero Tychicus et Trophimus 5 hii cum praecessissent sustinebant nos Troade 6 nos vero navigavimus post dies azymorum a Philippis et venimus ad eos Troadem in diebus quinque ubi demorati sumus diebus septem 7 in una autem sabbati cum convenissemus ad frangendum panem Paulus disputabat eis profecturus in crastinum protraxitque sermonem usque in mediam noctem 8 erant autem lampades copiosae in cenaculo ubi eramus congregati 9 sedens autem quidam adulescens nomine Eutychus super fenestram cum mergeretur somno gravi disputante diu Paulo eductus somno cecidit de tertio cenaculo deorsum et sublatus est mortuus 10 ad quem cum descendisset Paulus incubuit super eum et conplexus dixit nolite turbari anima enim ipsius in eo est 11 ascendens autem frangensque panem et gustans satisque adlocutus usque in lucem sic profectus est 12 adduxerunt autem puerum viventem et consolati sunt non minime 13 nos autem ascendentes navem enavigavimus in Asson inde suscepturi Paulum sic enim disposuerat ipse per terram iter facturus 14 cum autem convenisset nos in Asson adsumpto eo venimus Mytilenen 15 et inde navigantes sequenti die venimus contra Chium et alia adplicuimus Samum et sequenti venimus Miletum 16 proposuerat enim Paulus transnavigare Ephesum ne qua mora illi fieret in Asia festinabat enim si possibile sibi esset ut diem pentecosten faceret Hierosolymis 17 a Mileto autem mittens Ephesum vocavit maiores natu ecclesiae 18 qui cum venissent ad eum et simul essent dixit eis vos scitis a prima die qua ingressus sum in Asiam qualiter vobiscum per omne tempus fuerim 19 serviens Domino cum omni humilitate et lacrimis et temptationibus quae mihi acciderunt ex insidiis Iudaeorum 20 quomodo nihil subtraxerim utilium quo minus adnuntiarem vobis et docerem vos publice et per domos 21 testificans Iudaeis atque gentilibus in Deum paenitentiam et fidem in Dominum nostrum Iesum Christum 22 et nunc ecce alligatus ego Spiritu vado in Hierusalem quae in ea eventura sint mihi ignorans 23 nisi quod Spiritus Sanctus per omnes civitates protestatur mihi dicens quoniam vincula et tribulationes me manent 24 sed nihil horum vereor nec facio animam pretiosiorem quam me dummodo consummem cursum meum et ministerium quod accepi a Domino Iesu testificari evangelium gratiae Dei 25 et nunc ecce ego scio quia amplius non videbitis faciem meam vos omnes per quos transivi praedicans regnum Dei 26 quapropter contestor vos hodierna die quia mundus sum a sanguine omnium 27 non enim subterfugi quo minus adnuntiarem omne consilium Dei vobis 28 adtendite vobis et universo gregi in quo vos Spiritus Sanctus posuit episcopos regere ecclesiam Dei quam adquisivit sanguine suo 29 ego scio quoniam intrabunt post discessionem meam lupi graves in vos non parcentes gregi 30 et ex vobis ipsis exsurgent viri loquentes perversa ut abducant discipulos post se 31 propter quod vigilate memoria retinentes quoniam per triennium nocte et die non cessavi cum lacrimis monens unumquemque vestrum 32 et nunc commendo vos Deo et verbo gratiae ipsius qui potens est aedificare et dare hereditatem in sanctificatis omnibus 33 argentum aut aurum aut vestem nullius concupivi 34 ipsi scitis quoniam ad ea quae mihi opus erant et his qui mecum sunt ministraverunt manus istae 35 omnia ostendi vobis quoniam sic laborantes oportet suscipere infirmos ac meminisse verbi Domini Iesu quoniam ipse dixit beatius est magis dare quam accipere 36 et cum haec dixisset positis genibus suis cum omnibus illis oravit 37 magnus autem fletus factus est omnium et procumbentes super collum Pauli osculabantur eum 38 dolentes maxime in verbo quo dixerat quoniam amplius faciem eius non essent visuri et deducebant eum ad navem