HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 19 - Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19 -- Hnd 19,1-20 - Hnd 19,21-22 - Hnd 19,23-40 -
Deze websitepagina is een onderdeel van de website van Arseen De Kesel : http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.html.

Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd (Handelingen) : overzicht , Hnd : woordgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Hnd : commentaar ,
Hnd 1 , Hnd 2 , Hnd 3 , Hnd 4 , Hnd 5 , Hnd 6 , Hnd 7 , Hnd 8 , Hnd 9 , Hnd 10 , Hnd 11 , Hnd 12 , Hnd 13 , Hnd 14 , Hnd 15 , Hnd 16 , Hnd 17 , Hnd 18 , Hnd 19 , Hnd 20 , Hnd 21 , Hnd 22 , Hnd 23 , Hnd 24 , Hnd 25 , Hnd 26 , Hnd 27 , Hnd 28 ,
Uitleg per pericope - Hnd 19,1-20 - Hnd 19,21-22 - Hnd 19,23-40 -
- Hnd 19,1-20 : Paulus in Efeze .
- Hnd 19,21-22 : Paulus wil naar Jeruzalem en naar Rome .
- Hnd 19,23-40 : Opschudding in Efeze .
Uitleg vers per vers : - Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 - Hnd 19,21 - Hnd 19,22 - Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -

Hnd 19,1-20 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -

Hnd 19,1 - Hnd 19,1 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1egeneto de en tô ton apollô einai en korinthô paulon dielthonta ta anôterika merè [kat]elthein eis efeson kai eurein tinas mathètas,   1 factum est autem cum Apollo esset Corinthi ut Paulus peragratis superioribus partibus veniret Ephesum et inveniret quosdam discipulos  1 En het geschiedde, terwijl Apollos te Korinthe was, dat Paulus, de bovenste delen des lands doorreisd hebbende, te Efeze kwam; en enige discipelen aldaar vindende,   
[1] Terwijl Apollos in Korinte* vertoefde, reisde Paulus door het binnenland naar Efeze. Hij ontmoette er enkele leerlingen*  
[1] Terwijl Apollos in Korinte verbleef, kwam Paulus na zijn reis door het binnenland in Efeze aan. Hij ontmoette daar enkele leerlingen,  1 ¶ En het geschiedt terwijl Apollos in Korinte is, dat Paulus de bovenlanden oversteekt en aankomt in Efeze. Hij vindt daar enkele leerlingen   1. Tandis qu'Apollos était à Corinthe, Paul, après avoir traversé le haut-pays, arriva à Éphèse. Il y trouva quelques disciples 

King James Bible . [1] And it came to pass, that, while Apollos was at Corinth, Paul having passed through the upper coasts came to Ephesus: and finding certain disciples,
Luther-Bibel . 1 Es geschah aber, als Apollos in Korinth war, dass Paulus durch das Hochland zog und nach Ephesus kam und einige Jünger fand.

Tekstuitleg van Hnd 19,1 .

Hnd 19,2 - Hnd 19,2 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2eipen te pros autous, ei pneuma agion elabete pisteusantes; oi de pros auton, all oud ei pneuma agion estin èkousamen.  2 dixitque ad eos si Spiritum Sanctum accepistis credentes at illi ad eum sed neque si Spiritus Sanctus est audivimus  2 Zeide hij tot hen: Hebt gij den Heiligen Geest ontvangen, als gij geloofd hebt? En zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, of er een Heiligen Geest is.    [2] en zei tegen hen: ‘Hebt u heilige Geest ontvangen toen u gelovig werd?’ Zij antwoordden hem: ‘Maar* wij hebben nog nooit van het bestaan van een heilige Geest gehoord.’   [2] aan wie hij vroeg: ‘Hebben jullie de heilige Geest ontvangen toen jullie het geloof aanvaardden?’ Ze antwoordden: ‘Nee, we hebben zelfs niet gehoord van het bestaan van een heilige Geest.’  2 en zegt tot hen: hebt u heilige Geest mogen aannemen toen u gelovig werd? Maar zij tot hem: nee, wij hebben niet eens gehoord of er een heilige Geest is!   2. et leur dit : « Avez-vous reçu l'Esprit Saint quand vous avez embrassé la foi ? » Ils lui répondirent : « Mais nous n'avons même pas entendu dire qu'il y a un Esprit Saint. » 

King James Bible . [2] He said unto them, Have ye received the Holy Ghost since ye believed? And they said unto him, We have not so much as heard whether there be any Holy Ghost.
Luther-Bibel . 2 Zu denen sprach er: Habt ihr den Heiligen Geist empfangen, als ihr gläubig wurdet? Sie sprachen zu ihm: Wir haben noch nie gehört, dass es einen Heiligen Geist gibt.

Tekstuitleg van Hnd 19,2 .

Hnd 19,3 - Hnd 19,3 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3eipen te, eis ti oun ebaptisthète; oi de eipan, eis to iôannou baptisma.  3 ille vero ait in quo ergo baptizati estis qui dixerunt in Iohannis baptismate  3 En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In den doop van Johannes.     [3] Hij vroeg: ‘Wat voor doop hebt u dan gekregen?’ Zij zeiden: ‘De doop van Johannes.’   [3] Hij vroeg: ‘Hoe zijn jullie dan gedoopt?’ ‘Met de doop van Johannes,’ antwoordden ze.   3 En hij zegt: waarin zijt ge dan ondergedompeld? Zij zeggen: in de doop van Johannes!   3. Et lui : « Quel baptême avez-vous donc reçu ? » - « Le baptême de Jean », répondirent-ils.  

King James Bible . [3] And he said unto them, Unto what then were ye baptized? And they said, Unto John's baptism.
Luther-Bibel . 3 Und er fragte sie: Worauf seid ihr denn getauft? Sie antworteten: Auf die Taufe des Johannes.

Tekstuitleg van Hnd 19,3 .

Hnd 19,4 - Hnd 19,4 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4eipen de paulos, iôannès ebaptisen baptisma metanoias, tô laô legôn eis ton erchomenon met auton ina pisteusôsin, tout estin eis ton ièsoun.   4 dixit autem Paulus Iohannes baptizavit baptisma paenitentiae populum dicens in eum qui venturus esset post ipsum ut crederent hoc est in Iesum  4 Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop der bekering, zeggende tot het volk, dat zij geloven zouden in Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus Jezus.     [4] Daarop zei Paulus: ‘Johannes doopte een doop van bekering en wees het volk erop dat ze moesten geloven in degene die na hem zou komen, dat wil zeggen in Jezus.’  [4] Daarop zei Paulus: ‘Johannes doopte de mensen om hen een nieuw leven te laten beginnen en zei tegen hen dat ze moesten geloven in degene die na hem kwam, in Jezus.’  4 Maar Paulus zegt: Johannes doopte een doop van bekering en zei tot de gemeenschap dat ze moesten geloven in hem die na hem kwam, dat is in Jezus!  4. Paul dit alors : « Jean a baptisé d'un baptême de repentance, en disant au peuple de croire en celui qui viendrait après lui, c'est-à-dire en Jésus. »  

King James Bible . [4] Then said Paul, John verily baptized with the baptism of repentance, saying unto the people, that they should believe on him which should come after him, that is, on Christ Jesus.
Luther-Bibel . 4 Paulus aber sprach: Johannes hat getauft mit der Taufe der Buße und dem Volk gesagt, sie sollten an den glauben, der nach ihm kommen werde, nämlich an Jesus.

Tekstuitleg van Hnd 19,4

5. ebaptisen (hij doopte) . Verwijzing : baptizô (dopen) , zie Mt 3,13 . Zie ook : baptizô (dopen) , zie Mc 1,8 . In vier verzen in de bijbel . Slechts in het N.T. : (1) Hnd 1,5 . (2) Hnd 8,38 . (3) Hnd 11,16 . (4) Hnd 19,4 .

Mc 1,8 egô (ik)       ebaptisa (doopte) humas (jullie) hudati (met water)  
  autos (hij) de (echter)     baptisei (zal dopen) humas (jullie) pneumati hagiôi (met heilige geest)  
Mt 3,11 egô (ik) men (enerzijds) humas (jullie)   baptizô (doop)   en hudati (met water) eis metanoian (tot bekering)
  autos (hij)   humas (jullie)   baptisei (zal dopen)   en pneumati hagiôi kai puri (met heilige geest en vuur)  
Lc 3,16 egô (ik) men  (enerzijds)   hudati (met water) baptizô (doop) humas (jullie)    
  autos (hij)   humas (jullie)   baptisei (zal dopen)   en pneumati hagiôi kai puri (met heilige geest en vuur)  
Joh 1,26 egô (ik)       baptizô (doop)   en hudati (met water)  
Hnd 1,5 (hoti) Iôannès (want) (Johannes) men (enerzijds)     ebaptisen (doopte)   hudati (met water)  
  humeis (jullie) de (echter)   en pneumati (met geest) baptisthèsesthe (zullen gedoopt worden)   hagiôi (heilige)  
Hnd 8,38 (kai) (en)       ebaptisen (doopte) auton (hem)    
Hnd 11,16 Iôannès (Johannes) men (enerzijds)     ebaptisen(doopte)   hudati (met water)  
  humeis (jullie) de (echter)     baptisthèsesthe (zullen gedoopt worden)   en pneumati hagiôi (met heilige geest)  
Hnd 19,4 Iôannès (Johannes)       ebaptisen baptisma (doopte een doopsel)     metanoias (van bekering)

 

Hnd 19,5 - Hnd 19,5 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5akousantes de ebaptisthèsan eis to onoma tou kuriou ièsou:  5 his auditis baptizati sunt in nomine Domini Iesu 5 En die hem hoorden werden gedoopt in den Naam van den Heere Jezus.    [5] Na die woorden lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus.   [5] Toen ze dat gehoord hadden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus,   5 Als ze dat horen laten ze zich onderdompelen in de naam van de Heer Jezus.  5. A ces mots, ils se firent baptiser au nom du Seigneur Jésus ;  

King James Bible . [5] When they heard this, they were baptized in the name of the Lord Jesus.
Luther-Bibel . 5 Als sie das hörten, ließen sie sich taufen auf den Namen des Herrn Jesus.

Tekstuitleg van Hnd 19,5 . Dit vers telt x woorden en x letters . De getalwaarde van Hnd 19,5 is x .

1. akousantes (gehoord) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Participium aorist nominatief mannelijk meervoud . In zevenenzestig verzen in de bijbel . In vijftien verzen in het O.T. . In tweeënvijftig verzen in het N.T. . Mt (13) . Mc (7) . Lc (7) . Joh (5) . Hnd (16) . In zestien verzen in Handelingen : (1) Hnd 2,37 . (2) Hnd 4,24 . (3) Hnd 5,21 . (4) Hnd 5,33 . (5) Hnd 8,14 . (6) Hnd 9,38 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (9) Hnd 16,38 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (14) Hnd 21,20 . (15) Hnd 22,2 . (16) Hnd 28,15 .

1. - 2. akousantes de (gehoord echter) . In twaalf verzen in het N.T. . Mt (1) . Lc (1) . Hnd (10) : (1) Hnd 2,37 . (3) Hnd 5,21 . (5) Hnd 8,14 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (15) Hnd 22,2 . In deze tien verzen in Hnd staat dit telkens bij het begin van een zin . In negen verzen in het begin van een vers , niet in Hnd 18,26 .

3. ebaptisthèsan (zij werden gedoopt) . Verwijzing : baptizô (dopen) , zie Mt 3,13 . Zie ook : baptizô (dopen) , zie Mc 1,8 . In drie verzen in de bijbel . Slechts in het N.T. : (1) Hnd 2,41 . (2) Hnd 19,5 . (3) 1 Kor 10,2 .

Mc 1,8 egô (ik)       ebaptisa (doopte) humas (jullie) hudati (met water)  
  autos (hij) de (echter)     baptisei (zal dopen) humas (jullie) pneumati hagiôi (met heilige geest)  
Mt 3,11 egô (ik) men (enerzijds) humas (jullie)   baptizô (doop)   en hudati (met water) eis metanoian (tot bekering)
  autos (hij)   humas (jullie)   baptisei (zal dopen)   en pneumati hagiôi kai puri (met heilige geest en vuur)  
Lc 3,16 egô (ik) men  (enerzijds)   hudati (met water) baptizô (doop) humas (jullie)    
  autos (hij)   humas (jullie)   baptisei (zal dopen)   en pneumati hagiôi kai puri (met heilige geest en vuur)  
Joh 1,26 egô (ik)       baptizô (doop)   en hudati (met water)  
Hnd 1,5 (hoti) Iôannès (want) (Johannes) men (enerzijds)     ebaptisen (doopte)   hudati (met water)  
  humeis (jullie) de (echter)   en pneumati (met geest) baptisthèsesthe (zullen gedoopt worden)   hagiôi (heilige)  
Hnd 8,38 (kai) (en)       ebaptisen (doopte) auton (hem)    
Hnd 11,16 Iôannès (Johannes) men (enerzijds)     ebaptisen(doopte)   hudati (met water)  
  humeis (jullie) de (echter)     baptisthèsesthe (zullen gedoopt worden)   en pneumati hagiôi (met heilige geest)  
Hnd 19,4 Iôannès (Johannes)       ebaptisen baptisma (doopte een doopsel)     metanoias (van bekering)

Hnd 19,6 - Hnd 19,6 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -

Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6kai epithentos autois tou paulou [tas] cheiras èlthe to pneuma to agion ep autous, elaloun te glôssais kai eprofèteuon.   6 et cum inposuisset illis manum Paulus venit Spiritus Sanctus super eos et loquebantur linguis et prophetabant 6 En als Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen; en zij spraken met vreemde talen, en profeteerden.    [6] Paulus legde hun de handen op en de heilige Geest kwam op hen, en zij spraken in talen en profeteerden.  [6] en toen Paulus hun de handen had opgelegd daalde de heilige Geest op hen neer, zodat ze in klanktaal gingen spreken en profeteerden.  6 En als Paulus hun de handen oplegt, komt de heilige Geest over hen. Ook hebben zij gesproken in andere talen en geprofeteerd.  6. et quand Paul leur eut imposé les mains, l'Esprit Saint vint sur eux, et ils se mirent à parler en langues et à prophétiser.  

King James Bible . [6] And when Paul had laid his hands upon them, the Holy Ghost came on them; and they spake with tongues, and prophesied.
Luther-Bibel . 6 Und als Paulus die Hände auf sie legte, kam der Heilige Geist auf sie und sie redeten in Zungen und weissagten.

Tekstuitleg van Hnd 19,6 .

Er is een grote overeenkomst tussen Hnd 2,6 , Hnd 2,11 en Hnd 10,45 :
- Hnd 2,6 : èkouon heis hekastos tèi idiai dialektôi lalountôn autôn = eenieder hoorde hen spreken in de eigen taal .
- Hnd 2,11 : akouomen lalountôn autôn tais hèmeterais glôssais = wij horen hen spreken in onze talen .
- Hnd 10,46 : èkouon gar autôn lalountôn glôssais = zij hoorden hen spreken in talen . Het Pinksterenwonder voltrekt zich niet alleen in Jeruzalem over de apostelen en de aanwezige joden maar ook over de volken (heidenen) in Caesarea .
- Hnd 19,6 : elaloun te glôssais = en zij spraken in talen . Na de handoplegging door Paulus ontvingen de gelovigen van Efeze en spraken ze in talen .

Hnd 19,7 - Hnd 19,7 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -

Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7èsan de oi pantes andres ôsei dôdeka.   7 erant autem omnes viri fere duodecim  7 En alle dezen waren omtrent twaalf mannen.     [7] Het waren in totaal zo’n twaalf man.  [7] De voltallige groep bestond uit ongeveer twaalf mensen.  7 De mannen allen, dat zijn er ongeveer twaalf geweest.  7. Ces hommes étaient en tout une douzaine. 

King James Bible . [7] And all the men were about twelve.
Luther-Bibel . 7 Es waren aber zusammen etwa zwölf Männer.

Tekstuitleg van Hnd 19,7 .

4. pantes (allen) . Verwijzing : pas (ieder, elk) , zie Mc 2,13 . Nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud . In 724 verzen in de bijbel . In 166 verzen in het N.T. In drieëndertig verzen in Hnd , zie Hnd 1,14 : (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,1 . (3) Hnd 2,4 . (4) Hnd 2,12 . (5) Hnd 2,14 . (6) Hnd 2,32 . (7) Hnd 2,44 . (8) Hnd 3,24 . (9) Hnd 4,21 . (10) Hnd 5,17 . (11) Hnd 5,36 . (12) Hnd 5,37 . (13) Hnd 6,15 . (14) Hnd 8,1 . (15) Hnd 8,10 . (16) Hnd 9,21 . (17) Hnd 9,26 . (18) Hnd 9,35 . (19) Hnd 10,33 . (20) Hnd 10,43 . (21) Hnd 16,33 . (22) Hnd 17,7 . (23) Hnd 17,21 . (24) Hnd 18,17 . (25) Hnd 19,7 . (26) Hnd 20,25 . (27) Hnd 21,18 . (28) Hnd 21,20 . (29) Hnd 21,24 . (30) Hnd 22,3 . (31) Hnd 25,24 . (32) Hnd 26,4 . (33) Hnd 27,36 .
- hapantes (allen) . In zes verzen in Hnd : (Hnd 2,1) . (1) Hnd 2,7 . (2) Hnd 4,31 . (3) Hnd 5,12 . (4) Hnd 5,16 . (5) Hnd 16,3 . (6) Hnd 16,28 .

Hnd 19,8 - Hnd 19,8 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8eiselthôn de eis tèn sunagôgèn eparrèsiazeto epi mènas treis dialegomenos kai peithôn [ta] peri tès basileias tou theou.  8 introgressus autem synagogam cum fiducia loquebatur per tres menses disputans et suadens de regno Dei  8 En hij ging in de synagoge, en sprak vrijmoediglijk, drie maanden lang met hen handelende, en hun aanradende de zaken van het Koninkrijk Gods    [8] Drie maanden lang trad hij vrijmoedig in de synagoge op. Hij sprak met hen over het koninkrijk van God en probeerde hen ervoor te winnen.  [8] De volgende drie maanden ging hij regelmatig naar de synagoge, waar hij vrijmoedig met de bezoekers sprak over het koninkrijk van God en hen met zijn uiteenzettingen trachtte te overtuigen.  8 ¶ Na binnenkomst in de synagoge heeft hij daar gedurende drie maanden vrijuit gesproken, met overredingskracht het gesprek voerend over het koninkrijk van God.  8. Paul se rendit à la synagogue et, pendant trois mois, y parla avec assurance. Il entretenait ses auditeurs du Royaume de Dieu et cherchait à les persuader. 

King James Bible . [8] And he went into the synagogue, and spake boldly for the space of three months, disputing and persuading the things concerning the kingdom of God.
Luther-Bibel . 8 Er ging aber in die Synagoge und predigte frei und offen drei Monate lang, lehrte und überzeugte sie von dem Reich Gottes.

Tekstuitleg van Hnd 19,8 .

3. - 5. eis tèn sunagôgèn (naar de synagoge) . Verwijzing : sunagô (bijeendrijven, verzamelen) , zie Mc 2,2 . In elf verzen in het N.T. : (1) Mt 12,9 . (2) Mc 1,21 . (3) Mc 3,1 . (4) Lc 4,16 : kai eisèlthen ... eis tèn sunagôgèn = en hij ging naar de synagoge . (5) Lc 6,6 : eiselthein auton eis tèn synagôgèn kai didaskein = hij zelf ging naar de synagoge en onderrichtte . (6) Hnd 13,14 : (eis) elthontes eis tèn synagôgèn = gegaan naar de synagoge (Antiochië van Pisidië) . (7) Hnd 14,1 : eiselthein autous eis tèn synagôgèn tôn Ioudaiôn = zij gingen naar de synagoge van de joden . (8) Hnd 17,10 : eis tèn sunagôgèn tôn Ioudaiôn = naar de synagoge van de joden (Bera) . . (9) Hnd 18,19 : eiselthôn eis tèn sunagôgèn : gegaan naar de synagoge (Efese) . (10) Hnd 19,8 : eiselthôn de eis tèn sunagôgèn : gegaan echter naar de synagoge (Efese) . (11) Jak 2,2 . In negen van de elf verzen staat een vorm van het werkwoord eiserchomai (gaan naar, binnengaan) bij de bepaling eis tèn sunagôgèn (naar de synagoge) .

13. - 18. ta peri tès basileias tou theou (dat over het koninkrijk van God) . In drie verzen in het N.T. : (3) Hnd 1,3 . (4) Hnd 8,12 (ta) . (7) Hnd 19,8 .

Hnd 19,9 - Hnd 19,9 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9ôs de tines esklèrunonto kai èpeithoun kakologountes tèn odon enôpion tou plèthous, apostas ap autôn afôrisen tous mathètas, kath èmeran dialegomenos en tè scholè turannou.   9 cum autem quidam indurarentur et non crederent maledicentes viam coram multitudine discedens ab eis segregavit discipulos cotidie disputans in scola Tyranni   . 9 Maar als sommigen verhard werden, en ongehoorzaam waren, kwaadsprekende van den weg des Heeren voor de menigte, week hij van hen, en scheidde de discipelen af, dagelijks handelende in de school van zekeren Tyrannus.     [9] Maar toen sommigen halsstarrig weigerden te gehoorzamen en tegenover de aanwezigen de spot dreven met de weg*, brak hij met hen en hield hij de leerlingen daar vandaan. Dagelijks sprak hij nu in de school van Tyrannus*.  [9] Maar toen sommigen zijn boodschap halsstarrig bleven afwijzen en de Weg bij iedereen belachelijk maakten, vertrok hij en nam de leerlingen met zich mee. Voortaan sprak hij dagelijks in de school van Tyrannus,  9 Maar sommigen hebben zich verhard en lieten zich niet overreden. Als zij tegenover de menigte blijven kwaadspreken van ‘de Weg’, neemt hij afstand van hen en zondert hij de leerlingen af, terwijl hij dagelijks het gesprek voert in de school van Tyrannus.   9. Certains cependant, endurcis et incrédules, décriaient la Voie devant l'assistance. Il rompit alors avec eux et prit à part les disciples. Chaque jour, il les entretenait dans l'école de Tyrannos.  

King James Bible . [9] But when divers were hardened, and believed not, but spake evil of that way before the multitude, he departed from them, and separated the disciples, disputing daily in the school of one Tyrannus.
Luther-Bibel . 9 Als aber einige verstockt waren und nicht glaubten und vor der Menge übel redeten von der Lehre, trennte er sich von ihnen und sonderte auch die Jünger ab und redete täglich in der Schule des Tyrannus.

Tekstuitleg van Hnd 19,9 .

19. - 20. kath' hèmeran (dagelijks) . NT (17) : (1) Mt 26,55 . (2) Mc 14,49 . (3) Lc 9,23 . (4) Lc 11,3 . (5) Lc 16,19 . (6) Lc 19,47 . (7) Lc 22,53 . (8) Hnd 2,46 . (9) Hnd 2,47 . (10) Hnd 3,2 . (11) Hnd 16,5 . (12) Hnd 17,11 . () Hnd 17,17 (kata pasan hèmeran = gedurende elke dag) . (13) Hnd 19,9 . In vier verzen in de andere boeken van het NT . pasan te hèmeran (ook iedere dag) . NT (1) : Hnd 5,42 . pasan hèmeran (elke dag) . NT (2) : (1) Hnd 17,17 . (2) Rom 14,5 .

Hnd 19,10 - Hnd 19,10 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10touto de egeneto epi etè duo, ôste pantas tous katoikountas tèn asian akousai ton logon tou kuriou, ioudaious te kai ellènas.  10 hoc autem factum est per biennium ita ut omnes qui habitabant in Asia audirent verbum Domini Iudaei atque gentiles  10 En dit geschiedde twee jaren lang, alzo dat allen, die in Azië woonden, het Woord van den Heere Jezus hoorden, beiden Joden en Grieken.    [10] Dit duurde twee jaar, zodat alle inwoners van Asia het woord van de Heer hoorden, zowel Joden als Grieken*.  [10] iets dat hij twee jaar bleef doen, zodat alle inwoners van Asia kennismaakten met de boodschap van de Heer, Joden zowel als Grieken.  10 Dit geschiedt gedurende twee jaren, zodat allen die in Asia wonen het woord des Heren horen, én Judeeërs én Hellenen.  10. Il en fut ainsi deux années durant, en sorte que tous les habitants de l'Asie, Juifs et Grecs, purent entendre la parole du Seigneur.

King James Bible . [10] And this continued by the space of two years; so that all they which dwelt in Asia heard the word of the Lord Jesus, both Jews and Greeks.
Luther-Bibel . 10 Und das geschah zwei Jahre lang, sodass alle, die in der Provinz Asien wohnten, das Wort des Herrn hörten, Juden und Griechen.

Tekstuitleg van Hnd 19,10 .

13. akousai . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Actief infinitief aorist . In eenenzestig verzen in de bijbel . In zeventien verzen in het N.T. . Mt (2) . Lc (3) . Hnd (11) . Jak 1,19 . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 10,22 . (2) Hnd 10,33 . (3) Hnd 13,7 . (4) Hnd 13,44 . (5) Hnd 15,7 . (6) Hnd 19,10 . (7) Hnd 22,14 . (8) Hnd 24,4 . (9) Hnd 25,22 . (10) Hnd 26,3 . (11) Hnd 28,22 .

15. logon (woord , ver-woord-ing) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Accusatief mannelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logos (woord) . In 347 verzen in de bijbel . In 127 verzen in het N.T. . Mt (17) . Mc (18) . Lc (10) . Joh (14) . Hnd (31) : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 2,41 . (3) Hnd 4,4 . (4) Hnd 4,29 . (5) Hnd 4,31 . (6) Hnd 6,2 . (7) Hnd 8,4 . (8) Hnd 8,14 . (9) Hnd 8,25 . (10) Hnd 10,36 . (11) Hnd 10,44 . (12) Hnd 11,1 . (13) Hnd 11,19 . (14) Hnd 13,5 . (15) Hnd 13,7 . (16) Hnd 13,44 . (17) Hnd 13,46 . (18) Hnd 13,48 . (19) Hnd 14,25 . (20) Hnd 15,7 . (21) Hnd 15,35 . (22) Hnd 15,36 . (23) Hnd 16,6 . (24) Hnd 16,32 . (25) Hnd 17,11 . (26) Hnd 18,11 . (27) Hnd 18,14 . (28) Hnd 19,10 . (29) Hnd 19,38 . (30) Hnd 19,40 . (31) Hnd 20,7 .

14. - 17. ton logon tou kuriou (het woord van de Heer) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . In het N.T. enkel in Hnd : (1) Hnd 8,25 . (2) Hnd 13,48 . (3) Hnd 15,35 . (4) Hnd 15,36 . (5) Hnd 16,32 . (6) Hnd 19,10 .

Hnd 19,11 - Hnd 19,11 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11dunameis te ou tas tuchousas o theos epoiei dia tôn cheirôn paulou,   11 virtutesque non quaslibet Deus faciebat per manus Pauli   11 En God deed ongewone krachten door de handen van Paulus;    [11] God* deed door de handen van Paulus ongewoon grote wonderen;   [11] Door Gods toedoen verrichtte Paulus buitengewoon grote wonderen:   11 Niet de toevalligste daden van kracht ook heeft God door Paulus’ handen gedaan,  11. Dieu opérait par les mains de Paul des miracles peu banals,  

King James Bible . [11] And God wrought special miracles by the hands of Paul:
Luther-Bibel . 11 Und Gott wirkte nicht geringe Taten durch die Hände des Paulus.

Tekstuitleg van Hnd 19,11 .

Hnd 19,12 - Hnd 19,12 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12ôste kai epi tous asthenountas apoferesthai apo tou chrôtos autou soudaria è simikinthia kai apallassesthai ap autôn tas nosous, ta te pneumata ta ponèra ekporeuesthai.   12 ita ut etiam super languidos deferrentur a corpore eius sudaria vel semicintia et recedebant ab eis languores et spiritus nequam egrediebantur   12 Alzo dat ook van zijn lijf op de kranken gedragen werden de zweetdoeken of gordeldoeken, en dat de ziekten van hen weken, en de boze geesten van hen uitvoeren.     [12] dat ging zo ver dat zweetdoeken en ander linnengoed dat hij gebruikte naar de zieken werd gebracht; dan verdwenen hun kwalen en verlieten de boze geesten hen.  [12] zelfs de doeken en de werkkleren die hij gedragen had werden naar de zieken gebracht, zodat ze genazen en de boze geesten hen verlieten.  12 zodat ook zo van zijn lijf af zweetdoeken of schorten werden weggedragen voor op de zieken, en die bevrijd werden van hun kwalen en de boze geesten uit hen weggingen.  12. à tel point qu'il suffisait d'appliquer sur les malades des mouchoirs ou des linges qui avaient touché son corps : alors les maladies les quittaient et les esprits mauvais s'en allaient. 

King James Bible . [12] So that from his body were brought unto the sick handkerchiefs or aprons, and the diseases departed from them, and the evil spirits went out of them.
Luther-Bibel . 12 So hielten sie auch die Schweißtücher und andere Tücher, die er auf seiner Haut getragen hatte, über die Kranken, und die Krankheiten wichen von ihnen und die bösen Geister fuhren aus.

Tekstuitleg van Hnd 19,12 .

Hnd 19,13 - Hnd 19,13 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13epecheirèsan de tines kai tôn perierchomenôn ioudaiôn exorkistôn onomazein epi tous echontas ta pneumata ta ponèra to onoma tou kuriou ièsou legontes, orkizô umas ton ièsoun on paulos kèrussei.  13 temptaverunt autem quidam et de circumeuntibus iudaeis exorcistis invocare super eos qui habebant spiritus malos nomen Domini Iesu dicentes adiuro vos per Iesum quem Paulus praedicat   13 En sommigen van de omzwervende Joden, zijnde duivel bezweerders, hebben zich onderwonden den Naam van den Heere Jezus te noemen over degenen, die boze geesten hadden, zeggende: Wij bezweren u bij Jezus, Dien Paulus predikt!     [13] Ook enkele rondtrekkende Joodse exorcisten probeerden de naam van de Heer Jezus af te roepen over mensen die in de macht waren van boze geesten; ze zeiden dan: ‘Ik bezweer u bij Jezus die door Paulus wordt verkondigd.’  
[13] Ook enkele rondtrekkende Joodse geestenbezweerders probeerden boze geesten uit te drijven door het uitspreken van de naam van de Heer Jezus. Ze zeiden: ‘Ik bezweer jullie bij Jezus, die door Paulus wordt verkondigd!’ 
13 ¶ Maar dan nemen ook enkelen van de rondtrekkende Judese bezweerders het ter hand om over hen die boze geesten hebben de naam van de Heer Jezus te noemen; ze zeggen: ik bezweer u bij de Jezus die Paulus predikt…!   13. Or quelques exorcistes juifs ambulants s'essayèrent à prononcer, eux aussi, le nom du Seigneur Jésus sur ceux qui avaient des esprits mauvais. Ils disaient : « Je vous adjure par ce Jésus que Paul proclame. »  

King James Bible . [13] Then certain of the vagabond Jews, exorcists, took upon them to call over them which had evil spirits the name of the Lord Jesus, saying, We adjure you by Jesus whom Paul preacheth.
Luther-Bibel . 13 Es unterstanden sich aber einige von den Juden, die als Beschwörer umherzogen, den Namen des Herrn Jesus zu nennen über denen, die böse Geister hatten, und sprachen: Ich beschwöre euch bei dem Jesus, den Paulus predigt.

Tekstuitleg van Hnd 19,13 .

Hnd 19,14 - Hnd 19,14 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -

Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14èsan de tinos skeua ioudaiou archiereôs epta uioi touto poiountes.   14 erant autem quidam Scevae Iudaei principis sacerdotum septem filii qui hoc faciebant  14 Dezen nu waren zekere zeven zonen van Sceva, een Joodsen overpriester, die dit deden.     [14] De zeven zonen van de Joodse hogepriester Skevas* gingen zo te werk.  [14] Het waren de zeven zonen van Skevas, een Joodse hogepriester, die dit deden.   14 Het zijn zeven zonen van Skevas, een Judese hogepriester, die dit doen.  14. Il y avait sept fils de Scéva, un grand prêtre juif, qui agissaient de la sorte.  

King James Bible . [14] And there were seven sons of one Sceva, a Jew, and chief of the priests, which did so.
Luther-Bibel . 14 Es waren aber sieben Söhne eines jüdischen Hohenpriesters mit Namen Skevas, die dies taten.

Tekstuitleg van Hnd 19,14 .

Hnd 19,15 - Hnd 19,15 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15apokrithen de to pneuma to ponèron eipen autois, ton [men] ièsoun ginôskô kai ton paulon epistamai, umeis de tines este; 15 respondens autem spiritus nequam dixit eis Iesum novi et Paulum scio vos autem qui estis  15 Maar de boze geest, antwoordende, zeide: Jezus ken ik, en Paulus weet ik; maar gijlieden, wie zijt gij?     [15] Maar de boze geest antwoordde hun: ‘Jezus ken ik, en wie Paulus is weet ik ook, maar wie zijn jullie?’  [15] Maar de boze geest gaf hun ten antwoord: ‘Jezus ken ik, en Paulus ook, maar wie zijn jullie?’   15 Maar ten antwoord zegt de boze geest tot hen: Jezus ken ik en van Paulus weet ik, maar gij, wie zijt gij?  15. Mais l'esprit mauvais leur répliqua : « Jésus, je le connais, et Paul, je sais qui c'est. Mais vous autres, qui êtes-vous ? »  

King James Bible . [15] And the evil spirit answered and said, Jesus I know, and Paul I know; but who are ye?
Luther-Bibel . 15 Aber der böse Geist antwortete und sprach zu ihnen: Jesus kenne ich wohl und von Paulus weiß ich wohl; aber wer seid ihr?

Tekstuitleg van Hnd 19,15 .

Hnd 19,16 - Hnd 19,16 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16kai efalomenos o anthrôpos ep autous en ô èn to pneuma to ponèron katakurieusas amfoterôn ischusen kat autôn, ôste gumnous kai tetraumatismenous ekfugein ek tou oikou ekeinou.  16 et insiliens homo in eos in quo erat daemonium pessimum et dominatus amborum invaluit contra eos ita ut nudi et vulnerati effugerent de domo illa  16 En de mens, in welken de boze geest was, sprong op hen, en hen meester geworden zijnde, kreeg de overhand tegen hen, alzo dat zij naakt en gewond uit dat huis ontvloden.    [16] Daarop sprong degene in wie de boze geest huisde op hen af, overweldigde de een na de ander en takelde hen zo toe dat ze naakt en gewond dat huis uitvluchtten.  [16] De man die door de boze geest bezeten was, sprong op hen af en ging hen met zo veel geweld te lijf dat ze naakt en gewond uit het huis wegvluchtten.  16 En de mens in wie de boze geest is, springt bovenop hen, overmeestert hen allebei en is zoveel sterker dan zij dat zij naakt en gewond wegvluchten uit dat huis.  16. Et se jetant sur eux, l'homme possédé de l'esprit mauvais les maîtrisa les uns et les autres et les malmena si bien que c'est nus et couverts de blessures qu'ils s'échappèrent de cette maison.  

King James Bible . [16] And the man in whom the evil spirit was leaped on them, and overcame them, and prevailed against them, so that they fled out of that house naked and wounded.
Luther-Bibel . 16 Und der Mensch, in dem der böse Geist war, stürzte sich auf sie und überwältigte sie alle und richtete sie so zu, dass sie nackt und verwundet aus dem Haus flohen.

Tekstuitleg van Hnd 19,16 .

Hnd 19,17 - Hnd 19,17 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17touto de egeneto gnôston pasin ioudaiois te kai ellèsin tois katoikousin tèn efeson, kai epepesen fobos epi pantas autous, kai emegaluneto to onoma tou kuriou ièsou.   17 hoc autem notum factum est omnibus Iudaeis atque gentilibus qui habitabant Ephesi et cecidit timor super omnes illos et magnificabatur nomen Domini Iesu  17 En dit werd allen bekend, beiden Joden en Grieken, die te Efeze woonden; en er viel een vreze over hen allen, en de Naam van den Heere Jezus werd groot gemaakt.    [17] Dit werd bekend bij alle Joden en Grieken in Efeze; vrees overviel hen allen en de naam van de Heer Jezus werd hoog geprezen.   [17] Alle Joodse en Griekse inwoners van Efeze hoorden van dit voorval, dat hen met diep ontzag vervulde; allen prezen en eerden de naam van de Heer Jezus.   17 Maar dit wordt bekend aan alle Judeeërs en Grieken die in Efeze wonen, en ontzag valt over hen allen en de naam van de Heer Jezus wordt grootgemaakt.  17. Tous les habitants d'Éphèse, Juifs et Grecs, surent la chose. La crainte alors s'empara de tous et le nom du Seigneur Jésus fut glorifié. 

King James Bible . [17] And this was known to all the Jews and Greeks also dwelling at Ephesus; and fear fell on them all, and the name of the Lord Jesus was magnified.
Luther-Bibel . 17 Das aber wurde allen bekannt, die in Ephesus wohnten, Juden und Griechen; und Furcht befiel sie alle und der Name des Herrn Jesus wurde hoch gelobt.

Tekstuitleg van Hnd 19,17 .

16. nom. mann. enk. zelfst. naamw. fobos (vrees, fobie) . Taalgebruik in het N.T. : fobos (vrees, fobie) . Taalgebruik in Lc : fobos (vrees, fobie) . Taalgebruik in Hnd : fobos (vrees, fobie) . Hnd (4) : (1) Hnd 2,43 . (2) Hnd 5,5 . (3) Hnd 5,11 . (4) Hnd 19,17 . In Hnd : 2 vormen van fobos (vrees, fobie) in 4 hoofdstukken en in 5 verzen : (1) Hnd 2,43 . (2) Hnd 5,5 . (3) Hnd 5,11 . (4) Hnd 9,31 .  (5) Hnd 19,17 .

Hnd 19,18 - Hnd 19,18 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18polloi te tôn pepisteukotôn èrchonto exomologoumenoi kai anaggellontes tas praxeis autôn.   18 multique credentium veniebant confitentes et adnuntiantes actus suos   18 En velen dergenen, die geloofden, kwamen, belijdende en verkondigende hun daden.     [18] Veel gelovigen kwamen openlijk hun praktijken opbiechten.  [18] Veel nieuwe gelovigen kwamen in het openbaar hun praktijken opbiechten.  18 Velen van hen die tot geloof gekomen zijn belijden om te beginnen wat zij bedreven hebben en verkondigen dat.  18. Beaucoup de ceux qui étaient devenus croyants venaient faire leurs aveux et dévoiler leurs pratiques.  

King James Bible . [18] And many that believed came, and confessed, and shewed their deeds.
Luther-Bibel . 18 Es kamen auch viele von denen, die gläubig geworden waren, und bekannten und verkündeten, was sie getan hatten.

Tekstuitleg van Hnd 19,18 .

Hnd 19,19 - Hnd 19,19 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19ikanoi de tôn ta perierga praxantôn sunenegkantes tas biblous katekaion enôpion pantôn: kai sunepsèfisan tas timas autôn kai euron arguriou muriadas pente.  19 multi autem ex his qui fuerant curiosa sectati contulerunt libros et conbuserunt coram omnibus et conputatis pretiis illorum invenerunt pecuniam denariorum quinquaginta milium   19 Velen ook dergenen, die ijdele kunsten gepleegd hadden, brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid; en berekenden de waarde derzelve, en bevonden vijftig duizend zilveren penningen.     [19] Nogal wat mensen die magie* hadden bedreven, brachten hun boeken bijeen en verbrandden ze in het openbaar; men berekende de waarde ervan en kwam op vijftigduizend zilverstukken.  [19] Onder hen waren ook velen die magie hadden bedreven, maar die nu hun boekrollen verzamelden en publiekelijk verbrandden. Toen de waarde ervan werd berekend, kwam men uit op een bedrag van vijftigduizend zilverstukken.   19 Vrij veel van hen die overbodigheden bedreven brengen de boeken bijeen en hebben die voor aller aanschijn in brand gestoken. Ze berekenen de waarde daarvan en hun bevinding is: vijftigduizend stuks zilver.  19. Bon nombre de ceux qui s'étaient adonnés à la magie apportaient leurs livres et les brûlaient en présence de tous. On en estima la valeur : cela faisait cinquante mille pièces d'argent. 

King James Bible . [19] Many of them also which used curious arts brought their books together, and burned them before all men: and they counted the price of them, and found it fifty thousand pieces of silver.
Luther-Bibel . 19 Viele aber, die Zauberei getrieben hatten, brachten die Bücher zusammen und verbrannten sie öffentlich und berechneten, was sie wert waren, und kamen auf fünfzigtausend Silbergroschen.

Tekstuitleg van Hnd 19,19 .

Hnd 19,20 - Hnd 19,20 : Paulus in Efeze : Hnd 19,1-20 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,1 - Hnd 19,2 - Hnd 19,3 - Hnd 19,4 - Hnd 19,5 - Hnd 19,6 - Hnd 19,7 - Hnd 19,8 - Hnd 19,9 - Hnd 19,10 - Hnd 19,11 - Hnd 19,12 - Hnd 19,13 - Hnd 19,14 - Hnd 19,15 - Hnd 19,16 - Hnd 19,17 - Hnd 19,18 - Hnd 19,19 - Hnd 19,20 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20outôs kata kratos tou kuriou o logos èuxanen kai ischuen.   20 ita fortiter verbum Dei crescebat et confirmabatur  20 Alzo wies het Woord des Heeren met macht, en nam de overhand.     [20] Zo werd door de kracht van de Heer het woord steeds groter en sterker.  [20] Zo zegevierde het woord van de Heer en vond het steeds meer gehoor.  20 Zó neemt door kracht van de Heer het woord toe en is het sterk gebleken.   20. Ainsi la parole du Seigneur croissait et s'affermissait puissamment.  

King James Bible . [20] So mightily grew the word of God and prevailed.
Luther-Bibel . 20 So breitete sich das Wort aus durch die Kraft des Herrn und wurde mächtig.

Tekstuitleg van Hnd 19,20 .

Bibliografie

- Kodell Jerome , “‘the Word of God Grew,’: The Ecclesial Tendency of logos" in Acts 6,7; 12,24; 19,20’ Biblica 55 (1974): 505-519.

7. logos (woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Nominatief mannelijk enkelvoud . In 296 verzen in de bijbel . In vijfenzestig verzen in het N.T. . In negen verzen in Hnd : (1) Hnd 6,5 . (2) Hnd 6,7 . (3) Hnd 11,22 . (4) Hnd 12,24 . (5) Hnd 13,15 . (6) Hnd 13,26 . (7) Hnd 13,49 . (8) Hnd 17,13 . (9) Hnd 19,20 .

6. - 7. ho logos (het woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Bepaald lidwoord nominatief mannelijk enkelvoud ho (de) en zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud logos (woord) . In tweeënzestig verzen in het N.T. . In acht van de negen verzen van hierboven ; niet in Hnd 13,15 .

8. èuxanen (groeide op) . Verwijzing : auxanô (doen groeien, vermeerderen) , zie Lc 2,40 . Actief imperfectum derde persoon enkelvoud van het werkwoord auxanô (doen groeien, vermeerderen) . In zes verzen in de bijbel , slechts in het N.T. : (1) Lc 1,80 . (2) Lc 2,40 . (3) Hnd 6,7 . (4) Hnd 12,24 . (5) Hnd 19,20 . (6) 1 Kor 3,6 . Onderwerp van deze groei is to paidion (het kind) : (1) Lc 1,80 . (2) Lc 2,40 , het woord van God : (3) Hnd 6,7 . (4) Hnd 12,24 , het woord van de Heer : (5) Hnd 19,20 , God zelf (6) (1 Kor 3,6) . In vijf van de zes zinnen volgt een nevenschikkende zin , die de eerste zin aanvult : to de paidion èuxanen kai ekrataiouto : (1) Lc 1,80 (Johannes de Doper) . (2) Lc 2,40 (Jezus) .

4. - 8. Drie teksten met enkele varianten :
(1) Hnd 6,7 : kai ho logos tou theou (het woord van God) èuxanen (groeide) .
(2) Hnd 12,24 : ho de logos tou theou (het woord van God echter) èuxanen (groeide) .
(3) Hnd 19,20 : tou kuriou ho logos (het woord van de Heer) èuxanen (groeide)

20. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

Hnd 19,21-22 : Paulus wil naar Jeruzalem en naar Rome : Hnd 19,21-22 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,20 - Hnd 19,21 -

Hnd 19,21 - Hnd 19,21 : Paulus wil naar Jeruzalem en naar Rome : Hnd 19,21-22 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,20 - Hnd 19,21 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21ôs de eplèrôthè tauta, etheto o paulos en tô pneumati dielthôn tèn makedonian kai achaian poreuesthai eis ierosoluma, eipôn oti meta to genesthai me ekei dei me kai rômèn idein.  21 his autem expletis posuit Paulus in Spiritu transita Macedonia et Achaia ire Hierosolymam dicens quoniam postquam fuero ibi oportet me et Romam videre   21 En als deze dingen volbracht waren, nam Paulus voor in den Geest, Macedonië en Achaje doorgegaan hebbende, naar Jeruzalem te reizen, zeggende: Nadat ik aldaar zal geweest zijn, moet ik ook Rome zien.    
[21] Na deze gebeurtenissen vatte Paulus het plan op om via Macedonië en Achaje naar Jeruzalem te reizen. ‘Als ik daar geweest ben,’ zei hij, ‘moet ik ook Rome zien.’  
[21] Na deze gebeurtenissen vatte Paulus het plan op om eerst nog naar Macedonië en Achaje te reizen en vervolgens naar Jeruzalem te gaan. Hij verklaarde: ‘Als ik daar ben geweest, moet ik ook een bezoek aan Rome brengen.’   21 ¶ Zodra deze dingen zijn vervuld, zet Paulus het zich in de geest om door Macedonië en Achaje te trekken en verder te reizen naar Jeruzalem; hij zegt erbij: als ik dáár geweest ben moet ik ook Rome zien!  21. Après ces événements, Paul forma le projet de traverser la Macédoine et l'Achaïe pour gagner Jérusalem. » Après avoir été là, disait-il, il me faut voir également Rome. »  

King James Bible . [21] After these things were ended, Paul purposed in the spirit, when he had passed through Macedonia and Achaia, to go to Jerusalem, saying, After I have been there, I must also see Rome.
Luther-Bibel . 21 Als das geschehen war, nahm sich Paulus im Geist vor, durch Mazedonien und Achaja zu ziehen und nach Jerusalem zu reisen, und sprach: Wenn ich dort gewesen bin, muss ich auch Rom sehen.

Tekstuitleg van Hnd 19,21 .

16. poreuesthai . Verwijzing : poreuomai (zich op weg begeven, op weg gaan) , zie Mt 2,9 . Zie ook poreuomai = zich op weg begeven (bij Marcus) , zie Mc 10,1 . Infintief praesens . In vierenzeventig verzen in de bijbel . In zestien verzen in het N.T. . Mt (0) . Mc (0) . Lc (7) . Joh (1) . Hnd (6) . 2 Kor (2) . In zeven verzen bij Lucas : (1) Lc 4,42 . (2) Lc 9,51 . (3) Lc 10,38 . (4) Lc 13,33 . (5) Lc 17,11 . (6) Lc 22,33 . (7) Lc 24,28 . In zes verzen in Hnd : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 14,16 . (3) Hnd 17,14 . (4) Hnd 19,21 . (5) Hnd 20,1 . (6) Hnd 25,20 .

eipôn (gezegd) . Verwijzing : legô (zeggen) , zie Mt 4,6 . In tweeëndertig verzen in de bijbel . In drie verzen in het O.T. . In negenentwintig verzen in het N.T. . In vijf verzen bij Lucas : (1) Lc 9,22 (eerste lijdensvoorspelling) . (2) Lc 19,28 (kai eipôn tauta = en dit gezegd) . Jezus was op weg naar Jeruzalem . (3) Lc 22,8 . Bij de zending van Petrus en Johannes gaf Jezus hen een opdracht , die ingeleid wordt door eipôn (gezegd) . (4) Lc 23,46 ( touto de eipôn = dit echter gezegd) (5) Lc 24,40 (kai touto eipôn = en dit gezegd) . Daarop toonde Jezus zijn handen en zijn voeten . In elf verzen bij Johannes . In negen verzen in Hnd : (1) Hnd 1,9 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) . (2) Hnd 4,25 (hierop volgt een citaat) . (3) Hnd 7,26 (hierop volgt een citaat) . (4) Hnd 7,27 (hierop volgt een citaat) . (5) Hnd 7,60 . (6) Hnd 18,21 (hierop volgt een citaat) . (7) Hnd 19,21 . (8) Hnd 19,40 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) . (9) Hnd 20,36 (kai tauta eipôn = en dit gezegd) .
- In negen verzen in het N.T. : (1) Lc 23,46 . (7) (1) Hnd 1,9 . (8) (8) Hnd 19,40 . (9) (9) Hnd 20,36 . In het vers van Lc en in de drie verzen van Hnd wordt tauta eipôn (dit gezegd) voorfagegaan door het koppelwoord kai (en) .

26. dei (moet) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . Actief praesens derde persoon enkelvoud van het werkwoord deô (moeten) . In vierennegentig verzen in de bijbel . In achttien verzen in het O.T. . In zesenzeventig verzen in het N.T. . In vijftien verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,21 . (2) Hnd 3,21 . (3) Hnd 4,12 . (4) Hnd 5,29 . (5) Hnd 9,6 . (6) Hnd 9,16 . (7) Hnd 14,22 . (8) Hnd 15,5 . (9) Hnd 16,30 . (10) Hnd 19,21 . (11) Hnd 20,35 . (12) Hnd 23,11 . (13) Hnd 25,10 . (14) Hnd 27,24 . (15) Hnd 27,26 .

Hnd 19,22 - Hnd 19,22 : Paulus wil naar Jeruzalem en naar Rome : Hnd 19,21-22 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,20 - Hnd 19,21 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22aposteilas de eis tèn makedonian duo tôn diakonountôn autô, timotheon kai eraston, autos epeschen chronon eis tèn asian.   22 mittens autem in Macedoniam duos ex ministrantibus sibi Timotheum et Erastum ipse remansit ad tempus in Asia  22 En als hij naar Macedonië gezonden had twee van degenen, die hem dienden, namelijk Timotheüs en Erastus, bleef hij zelf een tijd lang in Azië.    [22] Hij stuurde twee van zijn helpers, Timoteüs* en Erastus, vooruit naar Macedonië en bleef zelf nog enige tijd in Asia.  [22] Hij zond twee van zijn medewerkers, Timoteüs en Erastus, naar Macedonië en bleef zelf nog enige tijd in Asia.  22 Hij zendt twee van wie hem ten dienste staan, Timoteüs en Erastus, uit naar Macedonië, en zelf houdt hij zich nog een tijd lang op in Asia.  22. Il envoya alors en Macédoine deux de ses auxiliaires, Timothée et Éraste ; pour lui, il resta quelque temps encore en Asie. 

King James Bible . [22] So he sent into Macedonia two of them that ministered unto him, Timotheus and Erastus; but he himself stayed in Asia for a season. [23] And the same time there arose no small stir about that way.
Luther-Bibel . 22 Und er sandte zwei, die ihm dienten, Timotheus und Erastus, nach Mazedonien; er aber blieb noch eine Weile in der Provinz Asien.

Tekstuitleg van Hnd 19,22 .

Hnd 19,23-40 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -

Hnd 19,23 - Hnd 19,23 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23egeneto de kata ton kairon ekeinon tarachos ouk oligos peri tès odou.   23 facta est autem in illo tempore turbatio non minima de via   23 Maar op dienzelfden tijd ontstond er geen kleine beroerte, vanwege den weg des Heeren.    
[23] Juist toen ontstond er naar aanleiding van de weg* grote opschudding.  
[23] Omstreeks die tijd ontstond er grote opschudding naar aanleiding van de Weg.   23 Maar er geschiedt omstreeks dat moment een niet geringe beroering over de ‘Weg’.   23. Vers ce temps-là, un tumulte assez grave se produisit à propos de la Voie.  

King James Bible . [23] And the same time there arose no small stir about that way.
Luther-Bibel . 23 Es erhob sich aber um diese Zeit eine nicht geringe Unruhe über den neuen Weg.

Tekstuitleg van Hnd 19,23 .

Hnd 19,24 - Hnd 19,24 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24dèmètrios gar tis onomati, argurokopos, poiôn naous argurous artemidos pareicheto tois technitais ouk oligèn ergasian,   24 Demetrius enim quidam nomine argentarius faciens aedes argenteas Dianae praestabat artificibus non modicum quaestum  24 Want een, met name Demetrius, een zilversmid, die kleine zilveren tempelen van Diana maakte, bracht dien van die kunst geen klein gewin toe;     [24] Want Demetrius, een zilversmid, die met de productie van zilveren Artemistempeltjes* de vaklui een flink inkomen verschafte,  [24] Dat kwam door een zekere Demetrius, een zilversmid die Artemistempeltjes vervaardigde en zo zijn ambachtslieden een ruim inkomen verschafte.   24 Want iemand met de naam Demetrius, een zilverslager die zilveren tempels van Artemis maakt, heeft de vaklui altijd niet weinig betaald werk verschaft.   24. Un certain Démétrius, qui était orfèvre et fabriquait des temples d'Artémis en argent, procurait ainsi aux artisans beaucoup de travail.  

King James Bible . [24] For a certain man named Demetrius, a silversmith, which made silver shrines for Diana, brought no small gain unto the craftsmen;
Luther-Bibel . 24 Denn einer mit Namen Demetrius, ein Goldschmied, machte silberne Tempel der Diana und verschaffte denen vom Handwerk nicht geringen Gewinn.

Tekstuitleg van Hnd 19,24 .

Hnd 19,25 - Hnd 19,25 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25ous sunathroisas kai tous peri ta toiauta ergatas eipen, andres, epistasthe oti ek tautès tès ergasias è euporia èmin estin, 25 quos convocans et eos qui eiusmodi erant opifices dixit viri scitis quia de hoc artificio adquisitio est nobis   25 Welke hij samenvergaderd hebbende, met de handwerkers van dergelijke dingen, zeide: Mannen, gij weet, dat wij uit dit gewin onze welvaart hebben;     [25] riep hen en alle betrokken arbeiders bij elkaar. ‘Vrienden,’ zei hij, ‘u weet dat van dit bedrijf onze welvaart afhangt.  [25] Hij riep hen en de arbeiders die bij de werkzaamheden betrokken waren bijeen en zei tegen hen: ‘Mannen, jullie weten dat onze welvaart afhankelijk is van dit werk.   25 Hen roept hij samen, en de handwerkers van dergelijke dingen, en zegt: mannen, ge wéét dat uit dit werk onze welvaart komt,   25. Il les réunit, ainsi que les ouvriers des métiers similaires, et leur dit : « Mes amis, c'est à cette industrie, vous le savez, que nous devons notre bien-être.  

King James Bible . [25] Whom he called together with the workmen of like occupation, and said, Sirs, ye know that by this craft we have our wealth.
Luther-Bibel . 25 Diese und die Zuarbeiter dieses Handwerks versammelte er und sprach: Liebe Männer, ihr wisst, dass wir großen Gewinn von diesem Gewerbe haben;

Tekstuitleg van  Hnd 19,25 .

Hnd 19,26 - Hnd 19,26 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -

Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26kai theôreite kai akouete oti ou monon efesou alla schedon pasès tès asias o paulos outos peisas metestèsen ikanon ochlon, legôn oti ouk eisin theoi oi dia cheirôn ginomenoi.   26 et videtis et auditis quia non solum Ephesi sed paene totius Asiae Paulus hic suadens avertit multam turbam dicens quoniam non sunt dii qui manibus fiunt   26 En gij ziet en hoort, dat deze Paulus veel volk, niet alleen van Efeze, maar ook bijna van geheel Azië, overreed en afgekeerd heeft, zeggende, dat het geen goden zijn, die met handen gemaakt worden.     [26] U ziet en hoort dat die Paulus niet alleen in Efeze, maar in bijna heel Asia veel mensen tot andere gedachten heeft gebracht; hij zegt dat door mensenhanden gemaakte goden geen goden zijn.   [26] Maar jullie hebben uiteraard ook gemerkt dat Paulus niet alleen in Efeze, maar in bijna heel Asia een grote groep mensen heeft weten te overtuigen van zijn opvatting dat goden die door mensenhanden worden gemaakt geen goden zijn.   26 en ge aanschouwt en hoort dat niet alleen van Efeze maar van bijna heel Asia deze Paulus een vrij grote schare heeft overreed en afkerig gemaakt, door te zeggen dat wie door mensenhanden ontstaan geen goden zijn;   26. Or, vous le voyez et l'entendez dire, non seulement à Éphèse, mais dans presque toute l'Asie, ce Paul, par ses raisons, a entraîné à sa suite une foule considérable, en affirmant qu'ils ne sont pas dieux, ceux qui sont sortis de la main des hommes.  

King James Bible . [26] Moreover ye see and hear, that not alone at Ephesus, but almost throughout all Asia, this Paul hath persuaded and turned away much people, saying that they be no gods, which are made with hands:
Luther-Bibel . 26 und ihr seht und hört, dass nicht allein in Ephesus, sondern auch fast in der ganzen Provinz Asien dieser Paulus viel Volk abspenstig macht, überredet und spricht: Was mit Händen gemacht ist, das sind keine Götter.

Tekstuitleg van Hnd 19,26 .

Hnd 19,27 - Hnd 19,27 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27ou monon de touto kinduneuei èmin to meros eis apelegmon elthein, alla kai to tès megalès theas artemidos ieron eis outhen logisthènai, mellein te kai kathaireisthai tès megaleiotètos autès, èn olè è asia kai è oikoumenè sebetai.  27 non solum autem haec periclitabitur nobis pars in redargutionem venire sed et magnae deae Dianae templum in nihilum reputabitur sed et destrui incipiet maiestas eius quam tota Asia et orbis colit   27 En wij zijn niet alleen in gevaar, dat dit deel in verachting kome, maar dat ook de tempel van de grote godin Diana als niets geacht zal worden, en dat ook haar majesteit zal ten ondergaan, aan welke gans Azië en de gehele wereld godsdienst bewijst.     [27] Daarmee dreigt het gevaar, dat niet alleen ons bedrijf in diskrediet raakt, maar dat ook de tempel van de grote godin Artemis niet langer in tel zal zijn, en dat zij, die in heel Asia en overal ter wereld wordt vereerd, haar glorie zal verliezen.’  [27] Daardoor dreigt niet alleen ons beroep in diskrediet te raken, maar bestaat ook het gevaar dat de tempel van de grote godin Artemis in aanzien zal dalen en dat zijzelf, die in heel Asia en in de hele wereld wordt vereerd, van haar luister zal worden beroofd.’   27 maar niet alleen dreigt hierdoor voor ons dit onderdeel in kwaad gerucht te komen, maar kan het heiligdom van de grote godin Artemis als niets beschouwd gaan worden en kan het gebeuren dat zij van haar grootheid ontdaan wordt, zij die door heel Asia en de bewoonde wereld wordt vereerd!   27. Cela risque non seulement de jeter le discrédit sur notre profession, mais encore de faire compter pour rien le sanctuaire même de la grande déesse Artémis, pour finir par dépouiller de son prestige celle que révèrent toute l'Asie et le monde entier. »

King James Bible . [27] So that not only this our craft is in danger to be set at nought; but also that the temple of the great goddess Diana should be despised, and her magnificence should be destroyed, whom all Asia and the world worshippeth.
Luther-Bibel . 27 Aber es droht nicht nur unser Gewerbe in Verruf zu geraten, sondern auch der Tempel der großen Göttin Diana wird für nichts geachtet werden und zudem wird ihre göttliche Majestät untergehen, der doch die ganze Provinz Asien und der Weltkreis Verehrung erweist.

Tekstuitleg van Hnd 19,27 .

Hnd 19,28 - Hnd 19,28 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28akousantes de kai genomenoi plèreis thumou ekrazon legontes, megalè è artemis efesiôn.   28 his auditis repleti sunt ira et exclamaverunt dicentes magna Diana Ephesiorum  28 Als zij nu dit hoorden, werden zij vol van toornigheid, en riepen, zeggende: Groot is de Diana de Efezeren!    [28] Zijn woorden zweepten hen zo op dat ze begonnen te schreeuwen: ‘Groot is Artemis van Efeze.’  [28] Bij het horen van deze woorden ontstaken zijn toehoorders in hevige woede en barstten los in geschreeuw: ‘Groot is de Artemis van Efeze!’  28 Dit horend worden zij vol van woede en hebben het uitgeschreeuwd, zeggend: groot is de Artemis der Efeziërs!  28. A ces mots, remplis de colère, ils se mirent à crier : « Grande est l'Artémis des Éphésiens ! » 

King James Bible . [28] And when they heard these sayings, they were full of wrath, and cried out, saying, Great is Diana of the Ephesians.
Luther-Bibel . 28 Als sie das hörten, wurden sie von Zorn erfüllt und schrien: Groß ist die Diana der Epheser!

Tekstuitleg van Hnd 19,28 .

1. akousantes (gehoord) . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Participium aorist nominatief mannelijk meervoud . In zevenenzestig verzen in de bijbel . In vijftien verzen in het O.T. . In tweeënvijftig verzen in het N.T. . Mt (13) . Mc (7) . Lc (7) . Joh (5) . Hnd (16) . In zestien verzen in Handelingen : (1) Hnd 2,37 . (2) Hnd 4,24 . (3) Hnd 5,21 . (4) Hnd 5,33 . (5) Hnd 8,14 . (6) Hnd 9,38 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (9) Hnd 16,38 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (14) Hnd 21,20 . (15) Hnd 22,2 . (16) Hnd 28,15 .

1. - 2. akousantes de (gehoord echter) . In twaalf verzen in het N.T. . Mt (1) . Lc (1) . Hnd (10) : (1) Hnd 2,37 . (3) Hnd 5,21 . (5) Hnd 8,14 . (7) Hnd 11,18 . (8) Hnd 14,14 . (10) Hnd 17,32 . (11) Hnd 18,26 . (12) Hnd 19,5 . (13) Hnd 19,28 . (15) Hnd 22,2 . In deze tien verzen in Hnd staat dit telkens bij het begin van een zin . In negen verzen in het begin van een vers , niet in Hnd 18,26 .

5. plèreis (vol) . Verwijzing : pimplèmi (vervullen, vol maken) , zie Lc 4,1 . Nominatief meervoud . In vijfentwintig verzen in de bijbel . In twintig verzen in het O.T. . In vijf verzen in het N.T. : (1) Mt 14,20 . (2) Mt 15,37 . (3) Mc 8,19 . (4) Hnd 6,3 (zeven getuigen - plèreis pneumatos kai sofias = vol van geest en wijsheid) . (5) Hnd 19,28 .

Hnd 19,29 - Hnd 19,29 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
9. homothumadon (gelijkgezind) . Verwijzing : homothumadon (eensgezind , gelijkgezind) , zie Hnd 1,14 . homoios : gelijkend . thumos : opwelling , hardstocht . Bijwoord . In veertig verzen in de bijbel . In negenentwintig verzen in het O.T. . In elf verzen in het N.T. . In tien verzen in Hnd . In één vers in Rom . (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,46 . (3) Hnd 4,24 . (4) Hnd 5,12 . (5) Hnd 7,57 . (6) Hnd 8,6 . (7) Hnd 12,20 . (8) Hnd 15,25 . (9) Hnd 18,12 . (10) Hnd 19,29 .

Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29kai eplèsthè è polis tès sugchuseôs, ôrmèsan te omothumadon eis to theatron sunarpasantes gaion kai aristarchon makedonas, sunekdèmous paulou.   29 et impleta est civitas confusione et impetum fecerunt uno animo in theatrum rapto Gaio et Aristarcho Macedonibus comitibus Pauli   29 En de gehele stad werd vol verwarring; en zij liepen met een gedruis eendrachtelijk naar de schouwplaats, met zich trekkende Gajus en Aristarchus, Macedoniërs, metgezellen van Paulus op de reis.     [29] Heel de stad kwam in rep en roer; als één man stormden ze naar het theater, en Gajus* en Aristarchus, reisgenoten van Paulus uit Macedonië, sleurden ze met zich mee.   [29] De hele stad raakte in rep en roer. De menigte liep te hoop bij het theater en sleurde Gajus en Aristarchus mee, twee Macedonische reisgenoten van Paulus.   29 De stad raakt vervuld van chaos, en eendrachtig stormen ze naar het theater, waarbij ze Gajus en Aristarchus meesleuren, Macedonische reisgenoten van Paulus.   29. Le désordre gagna la ville entière. On se précipita en masse au théâtre, y entraînant les Macédoniens Gaïus et Aristarque, compagnons de voyage de Paul.  
Hnd 19,30 - Hnd 19,30 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  30 Paulo autem volente intrare in populum non permiserunt discipuli      [30] Paulus wilde naar de volksvergadering toe, maar de leerlingen hielden hem tegen.   [30] Paulus wilde zich onder de menigte begeven, maar de leerlingen weerhielden hem daarvan.   30 Paulus wil de volksvergadering binnengaan, maar de leerlingen hebben hem dat niet toegelaten.   

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Hnd 19,31 - Hnd 19,31 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  31 quidam autem et de Asiae principibus qui erant amici eius miserunt ad eum rogantes ne se daret in theatrum      [31] Ook enkele bevriende Asiarchen* lieten hem waarschuwen zich niet in het theater te vertonen.  [31] Bovendien stuurden enkele hoge functionarissen, die hem vriendschappelijk gezind waren, een boodschap naar hem met het dringende advies om niet naar het theater te gaan.  31 Enkelen ook van de Asia–oversten, met hem bevriend, hebben bericht naar hem gestuurd en hem opgeroepen zich niet in het theater te begeven.    

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Hnd 19,32 - Hnd 19,32 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  32 alii autem aliud clamabant erat enim ecclesia confusa et plures nesciebant qua ex causa convenissent      [32] Intussen schreeuwden ze allemaal door elkaar, want de volksbijeenkomst verliep in de grootste wanorde, en de meesten wisten niet eens waarom ze bij elkaar gekomen waren.  [32] Daar schreeuwde de menigte inmiddels van alles door elkaar, want er heerste grote verwarring en de meeste mensen wisten niet eens waarom ze bijeengekomen waren.  32 Telkens anderen hebben telkens iets anders uitgeschreeuwd, want de vergadering is chaotisch geworden, en de meesten wisten niet eens waarvoor ze waren samengekomen.  

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Hnd 19,33 - Hnd 19,33 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  33 de turba autem detraxerunt Alexandrum propellentibus eum Iudaeis Alexander ergo manu silentio postulato volebat rationem reddere populo       [33] In de menigte dacht men dat het om Alexander* ging, die door de Joden naar voren geschoven was; hij gebaarde dat hij de volksvergadering wilde toespreken om zich te verdedigen.   [33] De Joden duwden Alexander naar voren, die van sommigen uit de menigte tekst en uitleg kreeg; met een handgebaar gaf hij te kennen dat hij een verdedigingsrede wilde houden voor het volk.   33 Uit de schare halen ze ene Alexander te voorschijn; de Judeeërs schuiven hem naar voren. Alexander wenkt met de hand: hij heeft tegenover de volksvergadering zich willen verdedigen.   

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Hnd 19,34 - Hnd 19,34 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  34 quem ut cognoverunt Iudaeum esse vox facta est una omnium quasi per horas duas clamantium magna Diana Ephesiorum       [34] Maar toen men merkte dat hij een Jood was, klonk er één schreeuw uit aller mond, ongeveer twee uur lang: ‘Groot is Artemis van Efeze.’  [34] Maar toen men merkte dat hij een Jood was, hief de menigte de kreet aan: ‘Groot is de Artemis van Efeze!’ Dit geschreeuw hield wel twee uur aan.  34 Maar als zij er kennis van krijgen dat hij een Judeeër is ontstaat er uit die allen één stemgeluid en schreeuwen ze zo’n twee uren lang: groot is de Artemis der Efeziërs!   

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Hnd 19,35 - Hnd 19,35 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  35 et cum sedasset scriba turbas dixit viri ephesii quis enim est hominum qui nesciat Ephesiorum civitatem cultricem esse magnae Dianae Iovisque prolis       [35] De griffier bracht de menigte tot bedaren en zei: ‘Efeziërs, is er één mens die niet weet dat aan de stad Efeze de zorg is toevertrouwd voor de tempel van de grote Artemis en haar hemelsteen*?  
[35] Uiteindelijk bracht de stadssecretaris de menigte tot bedaren. Hij zei: ‘Efeziërs, er is toch geen mens die niet weet dat onze stad de zorg draagt voor de tempel van de grote Artemis en voor het beeld dat uit de hemel gekomen is? 
35 Maar de stadsschrijver kalmeert de schare en verklaart: mannen Efeziërs!– wie onder mensen is er die niet erkent dat de stad der Efeziërs tempelbewaarder is van de grote Artemis en van haar hemelsteen?–   

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Hnd 19,36 - Hnd 19,36 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  36 cum ergo his contradici non possit oportet vos sedatos esse et nihil temere agere      [36] Daar is geen discussie over mogelijk; maak u daarom niet druk en doe geen domme dingen.  [36] Niemand kan dat feit ontkennen; daarom moet u kalm blijven en niet onbezonnen te werk gaan.  36 als deze dingen dus onweersproken zijn moet gij u kalm houden en niets overijlds doen;   

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Hnd 19,37 - Hnd 19,37 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  37 adduxistis enim homines istos neque sacrilegos neque blasphemantes deam vestram       [37] U hebt deze mannen hiernaartoe gesleept, hoewel het geen tempelschenners zijn en ze onze godin niet hebben gelasterd.   [37] De mannen die u hierheen hebt gebracht, zijn immers geen tempelschenners en belasteren evenmin onze godin.   37 want ge hebt deze mannen opgebracht hoewel zij geen heiligdomsschenners zijn en onze godheid niet lasteren;   

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Hnd 19,38 - Hnd 19,38 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  38 quod si Demetrius et qui cum eo sunt artifices habent adversus aliquem causam conventus forenses aguntur et pro consulibus sunt accusent invicem      [38] Als Demetrius en zijn vakgenoten dus iemand iets te verwijten hebben, wel, er worden rechtszittingen gehouden en er bestaan proconsuls*; laten ze maar een aanklacht indienen.  [38] Mochten Demetrius en zijn ambachtslieden met iemand een geschil hebben, dan bestaan daar rechtszittingen en proconsuls voor, laten ze dan maar een aanklacht indienen.   38 dus als Demetrius en de vaklui die bij hem zijn een zaak tegen iemand hebben: er worden marktzittingen gehouden en er zijn gouverneurs: laten ze daar elkaar aanklagen!–   

King James Bible .
Luther-Bibel .

Tekstuitleg van

Hnd 19,39 - Hnd 19,39 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
  si quid autem alterius rei quaeritis in legitima ecclesia poterit absolvi       [39] En als u nog meer wilt, zal dat in de wettige vergadering worden opgelost.  [39] Als er daarbuiten nog iets anders is dat u wenst, zal dat op een officiële volksvergadering behandeld worden.  39 en als ge nog iets anders wilt verzoeken, moet dat in de wettelijke vergadering worden opgelost;   

King James Bible . [29] And the whole city was filled with confusion: and having caught Gaius and Aristarchus, men of Macedonia, Paul's companions in travel, they rushed with one accord into the theatre.
Luther-Bibel . 29 Und die ganze Stadt wurde voll Getümmel; sie stürmten einmütig zum Theater und ergriffen Gajus und Aristarch aus Mazedonien, die Gefährten des Paulus.

Tekstuitleg van Hnd 19,29 .

9. homothumadon (gelijkgezind) . Verwijzing : homothumadon (eensgezind , gelijkgezind) , zie Hnd 1,14 . homoios : gelijkend . thumos : opwelling , hardstocht . Bijwoord . In veertig verzen in de bijbel . In negenentwintig verzen in het O.T. . In elf verzen in het N.T. . In tien verzen in Hnd . In één vers in Rom . (1) Hnd 1,14 . (2) Hnd 2,46 . (3) Hnd 4,24 . (4) Hnd 5,12 . (5) Hnd 7,57 . (6) Hnd 8,6 . (7) Hnd 12,20 . (8) Hnd 15,25 . (9) Hnd 18,12 . (10) Hnd 19,29 .

Hnd 19,30 - Hnd 19,30 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30paulou de boulomenou eiselthein eis ton dèmon ouk eiôn auton oi mathètai:  30 Paulo autem volente intrare in populum non permiserunt discipuli  30 En als Paulus tot het volk wilde ingaan, lieten het hem de discipelen niet toe.    [30] Paulus wilde naar de volksvergadering toe, maar de leerlingen hielden hem tegen.   [30] Paulus wilde zich onder de menigte begeven, maar de leerlingen weerhielden hem daarvan.   30 Paulus wil de volksvergadering binnengaan, maar de leerlingen hebben hem dat niet toegelaten.  30. Paul, lui, voulait se présenter devant l'assemblée du peuple, mais les disciples l'en empêchèrent. 

King James Bible . [30] And when Paul would have entered in unto the people, the disciples suffered him not.
Luther-Bibel . 30 Als aber Paulus unter das Volk gehen wollte, ließen's ihm die Jünger nicht zu.

Tekstuitleg van Hnd 19,30 .

Hnd 19,31 - Hnd 19,31 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
31tines de kai tôn asiarchôn, ontes autô filoi, pempsantes pros auton parekaloun mè dounai eauton eis to theatron.   31 quidam autem et de Asiae principibus qui erant amici eius miserunt ad eum rogantes ne se daret in theatrum  31 En sommigen ook der oversten van Azië, die hem vrienden waren, zonden tot hem, en baden, dat hij zichzelven op de schouwplaats niet zou begeven.    [31] Ook enkele bevriende Asiarchen* lieten hem waarschuwen zich niet in het theater te vertonen.  [31] Bovendien stuurden enkele hoge functionarissen, die hem vriendschappelijk gezind waren, een boodschap naar hem met het dringende advies om niet naar het theater te gaan.  31 Enkelen ook van de Asia–oversten, met hem bevriend, hebben bericht naar hem gestuurd en hem opgeroepen zich niet in het theater te begeven.   31. Quelques Asiarques même, qui l'avaient en amitié, le firent instamment prier de ne pas s'exposer en allant au théâtre. 

King James Bible . [31] And certain of the chief of Asia, which were his friends, sent unto him, desiring him that he would not adventure himself into the theatre.
Luther-Bibel . 31 Auch einige der Oberen der Provinz Asien, die ihm freundlich gesinnt waren, sandten zu ihm und ermahnten ihn, sich nicht zum Theater zu begeben.

Tekstuitleg van Hnd 19,31 .

Hnd 19,32 - Hnd 19,32 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
32alloi men oun allo ti ekrazon, èn gar è ekklèsia sugkechumenè, kai oi pleious ouk èdeisan tinos eneka sunelèlutheisan.  32 alii autem aliud clamabant erat enim ecclesia confusa et plures nesciebant qua ex causa convenissent  32 Zij riepen dan de ene dit, de andere wat anders; want de vergadering was verward en het meerder deel wist niet, om wat oorzaak zij samengekomen waren.    [32] Intussen schreeuwden ze allemaal door elkaar, want de volksbijeenkomst verliep in de grootste wanorde, en de meesten wisten niet eens waarom ze bij elkaar gekomen waren.  [32] Daar schreeuwde de menigte inmiddels van alles door elkaar, want er heerste grote verwarring en de meeste mensen wisten niet eens waarom ze bijeengekomen waren.  32 Telkens anderen hebben telkens iets anders uitgeschreeuwd, want de vergadering is chaotisch geworden, en de meesten wisten niet eens waarvoor ze waren samengekomen. 32. Les uns criaient une chose, les autres une autre. L'assemblée était en pleine confusion, et la plupart ne savaient même pas pourquoi on s'était réuni.  

King James Bible . [32] Some therefore cried one thing, and some another: for the assembly was confused; and the more part knew not wherefore they were come together.
Luther-Bibel . 32 Dort schrien die einen dies, die andern das, und die Versammlung war in Verwirrung, und die meisten wussten nicht, warum sie zusammengekommen waren.

Tekstuitleg van Hnd 19,32 . Dit vers Hnd 19,32 telt X woorden en X letters . De getalwaarde van Hnd 19,32 is X .

10. ekklèsia (kerk, gemeente, gemeenschap) . Verwijzing : kaleô (roepen) , zie Gal 5,13 . In vierentachtig verzen in de bijbel . In eenenvijftig verzen in het O.T. . In drieëndertig verzen in het N.T. . Mt (1) . Hond (6) : (1) Hnd 7,38 . (2) Hnd 9,31 . (3) Hnd 11,26 . (4) Hnd 15,22 . (5) Hnd 19,32 . (6) Hnd 19,39 . Brieven (26) .

Hnd 19,33 - Hnd 19,33 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
33ek de tou ochlou sunebibasan alexandron, probalontôn auton tôn ioudaiôn: o de alexandros kataseisas tèn cheira èthelen apologeisthai tô dèmô.  33 de turba autem detraxerunt Alexandrum propellentibus eum Iudaeis Alexander ergo manu silentio postulato volebat rationem reddere populo   33 En zij deden Alexander uit de schare voortkomen, alzo hem de Joden voortstieten. En Alexander gewenkt hebbende met de hand, wilde bij het volk verantwoording doen.     [33] In de menigte dacht men dat het om Alexander* ging, die door de Joden naar voren geschoven was; hij gebaarde dat hij de volksvergadering wilde toespreken om zich te verdedigen.   [33] De Joden duwden Alexander naar voren, die van sommigen uit de menigte tekst en uitleg kreeg; met een handgebaar gaf hij te kennen dat hij een verdedigingsrede wilde houden voor het volk.   33 Uit de schare halen ze ene Alexander te voorschijn; de Judeeërs schuiven hem naar voren. Alexander wenkt met de hand: hij heeft tegenover de volksvergadering zich willen verdedigen.  33. Des gens de la foule persuadèrent Alexandre, que les Juifs poussaient en avant. Alexandre, ayant fait signe de la main, voulait s'expliquer devant le peuple. 

King James Bible . [33] And they drew Alexander out of the multitude, the Jews putting him forward. And Alexander beckoned with the hand, and would have made his defence unto the people.
Luther-Bibel . 33 Einige aber aus der Menge unterrichteten den Alexander, den die Juden vorschickten. Alexander aber winkte mit der Hand und wollte sich vor dem Volk verantworten.

Tekstuitleg van Hnd 19,33 .

Hnd 19,34 - Hnd 19,34 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
34epignontes de oti ioudaios estin fônè egeneto mia ek pantôn ôs epi ôras duo krazontôn, megalè è artemis efesiôn.   34 quem ut cognoverunt Iudaeum esse vox facta est una omnium quasi per horas duas clamantium magna Diana Ephesiorum   34 Maar als zij verstonden, dat hij een Jood was, werd er een stem van allen, roepende omtrent twee uren lang: Groot is de Diana der Efezeren!     [34] Maar toen men merkte dat hij een Jood was, klonk er één schreeuw uit aller mond, ongeveer twee uur lang: ‘Groot is Artemis van Efeze.’  [34] Maar toen men merkte dat hij een Jood was, hief de menigte de kreet aan: ‘Groot is de Artemis van Efeze!’ Dit geschreeuw hield wel twee uur aan.  34 Maar als zij er kennis van krijgen dat hij een Judeeër is ontstaat er uit die allen één stemgeluid en schreeuwen ze zo’n twee uren lang: groot is de Artemis der Efeziërs!  34. Mais quand on eut reconnu que c'était un Juif, tous se mirent à crier d'une seule voix, pendant près de deux heures : « Grande est l'Artémis des Éphésiens ! » 

King James Bible . [34] But when they knew that he was a Jew, all with one voice about the space of two hours cried out, Great is Diana of the Ephesians.
Luther-Bibel . 34 Als sie aber innewurden, dass er ein Jude war, schrie alles wie aus einem Munde fast zwei Stunden lang: Groß ist die Diana der Epheser!

Tekstuitleg van Hnd 19,34 .

Hnd 19,35 - Hnd 19,35 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
35katasteilas de o grammateus ton ochlon fèsin, andres efesioi, tis gar estin anthrôpôn os ou ginôskei tèn efesiôn polin neôkoron ousan tès megalès artemidos kai tou diopetous; 35 et cum sedasset scriba turbas dixit viri ephesii quis enim est hominum qui nesciat Ephesiorum civitatem cultricem esse magnae Dianae Iovisque prolis   35 En als de stads schrijver de schare gestild had, zeide hij: Gij mannen van Efeze! wat mens is er toch, die niet weet, dat de stad der Efezeren de kerkbewaarster zij van de grote godin Diana, en van het beeld, dat uit den hemel gevallen is?     [35] De griffier bracht de menigte tot bedaren en zei: ‘Efeziërs, is er één mens die niet weet dat aan de stad Efeze de zorg is toevertrouwd voor de tempel van de grote Artemis en haar hemelsteen*?  
[35] Uiteindelijk bracht de stadssecretaris de menigte tot bedaren. Hij zei: ‘Efeziërs, er is toch geen mens die niet weet dat onze stad de zorg draagt voor de tempel van de grote Artemis en voor het beeld dat uit de hemel gekomen is? 
35 Maar de stadsschrijver kalmeert de schare en verklaart: mannen Efeziërs!– wie onder mensen is er die niet erkent dat de stad der Efeziërs tempelbewaarder is van de grote Artemis en van haar hemelsteen?–  35. Enfin le chancelier calma la foule et dit : « Éphésiens, quel homme au monde ignore que la ville d'Éphèse est la gardienne du temple de la grande Artémis et de sa statue tombée du ciel ?  

King James Bible . [35] And when the townclerk had appeased the people, he said, Ye men of Ephesus, what man is there that knoweth not how that the city of the Ephesians is a worshipper of the great goddess Diana, and of the image which fell down from Jupiter?
Luther-Bibel . 35 Als aber der Kanzler das Volk beruhigt hatte, sprach er: Ihr Männer von Ephesus, wo ist ein Mensch, der nicht weiß, dass die Stadt Ephesus eine Hüterin der großen Diana ist und ihres Bildes, das vom Himmel gefallen ist?

Tekstuitleg van Hnd 19,35 .

Hnd 19,36 - Hnd 19,36 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
36anantirrètôn oun ontôn toutôn deon estin umas katestalmenous uparchein kai mèden propetes prassein.  36 cum ergo his contradici non possit oportet vos sedatos esse et nihil temere agere  36 Dewijl dan deze dingen onwedersprekelijk zijn, zo is het behoorlijk dat gij stil zijt, en niets onbedachts doet.    [36] Daar is geen discussie over mogelijk; maak u daarom niet druk en doe geen domme dingen.  [36] Niemand kan dat feit ontkennen; daarom moet u kalm blijven en niet onbezonnen te werk gaan.  36 als deze dingen dus onweersproken zijn moet gij u kalm houden en niets overijlds doen;  36. Cela étant donc sans conteste, il faut vous tenir tranquilles et ne rien faire d'inconsidéré.  

King James Bible . [36] Seeing then that these things cannot be spoken against, ye ought to be quiet, and to do nothing rashly.
Luther-Bibel . 36 Weil das nun unwidersprechlich ist, sollt ihr euch ruhig verhalten und nichts Unbedachtes tun.

Tekstuitleg van Hnd 19,36 .

Hnd 19,37 - Hnd 19,37 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
37ègagete gar tous andras toutous oute ierosulous oute blasfèmountas tèn theon èmôn.  37 adduxistis enim homines istos neque sacrilegos neque blasphemantes deam vestram   37 Want gij hebt deze mannen hier gebracht, die noch kerkrovers zijn, noch uw godin lasteren.     [37] U hebt deze mannen hiernaartoe gesleept, hoewel het geen tempelschenners zijn en ze onze godin niet hebben gelasterd.   [37] De mannen die u hierheen hebt gebracht, zijn immers geen tempelschenners en belasteren evenmin onze godin.   37 want ge hebt deze mannen opgebracht hoewel zij geen heiligdomsschenners zijn en onze godheid niet lasteren;  37. Vous avez amené ces hommes : ils ne sont coupables ni de sacrilège ni de blasphème envers notre déesse.  

King James Bible . [37] For ye have brought hither these men, which are neither robbers of churches, nor yet blasphemers of your goddess.
Luther-Bibel . 37 Ihr habt diese Menschen hergeführt, die weder Tempelräuber noch Lästerer unserer Göttin sind.

Tekstuitleg van Hnd 19,37 .

Hnd 19,38 - Hnd 19,38 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
38ei men oun dèmètrios kai oi sun autô technitai echousi pros tina logon, agoraioi agontai kai anthupatoi eisin: egkaleitôsan allèlois. 38 quod si Demetrius et qui cum eo sunt artifices habent adversus aliquem causam conventus forenses aguntur et pro consulibus sunt accusent invicem  38 Indien dan nu Demetrius, en die met hem van de kunst zijn, tegen iemand enige zaak hebben, de rechtsdagen worden gehouden, en er zijn stadhouders; laat hen elkander verklagen.    [38] Als Demetrius en zijn vakgenoten dus iemand iets te verwijten hebben, wel, er worden rechtszittingen gehouden en er bestaan proconsuls*; laten ze maar een aanklacht indienen.  [38] Mochten Demetrius en zijn ambachtslieden met iemand een geschil hebben, dan bestaan daar rechtszittingen en proconsuls voor, laten ze dan maar een aanklacht indienen.   38 dus als Demetrius en de vaklui die bij hem zijn een zaak tegen iemand hebben: er worden marktzittingen gehouden en er zijn gouverneurs: laten ze daar elkaar aanklagen!–  38. Que si Démétrius et les artisans qui sont avec lui ont des griefs contre quelqu'un, il y a des audiences, il y a des proconsuls : qu'ils portent plainte. 

King James Bible . [38] Wherefore if Demetrius, and the craftsmen which are with him, have a matter against any man, the law is open, and there are deputies: let them implead one another.
Luther-Bibel . 38 Haben aber Demetrius und die mit ihm vom Handwerk sind einen Anspruch an jemanden, so gibt es Gerichte und Statthalter; da lasst sie sich untereinander verklagen.

Tekstuitleg van Hnd 19,38 .

13. logon (woord , ver-woord-ing) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Accusatief mannelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logos (woord) . In 347 verzen in de bijbel . In 127 verzen in het N.T. . Mt (17) . Mc (18) . Lc (10) . Joh (14) . Hnd (31) : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 2,41 . (3) Hnd 4,4 . (4) Hnd 4,29 . (5) Hnd 4,31 . (6) Hnd 6,2 . (7) Hnd 8,4 . (8) Hnd 8,14 . (9) Hnd 8,25 . (10) Hnd 10,36 . (11) Hnd 10,44 . (12) Hnd 11,1 . (13) Hnd 11,19 . (14) Hnd 13,5 . (15) Hnd 13,7 . (16) Hnd 13,44 . (17) Hnd 13,46 . (18) Hnd 13,48 . (19) Hnd 14,25 . (20) Hnd 15,7 . (21) Hnd 15,35 . (22) Hnd 15,36 . (23) Hnd 16,6 . (24) Hnd 16,32 . (25) Hnd 17,11 . (26) Hnd 18,11 . (27) Hnd 18,14 . (28) Hnd 19,10 . (29) Hnd 19,38 . (30) Hnd 19,40 . (31) Hnd 20,7 .

Hnd 19,39 - Hnd 19,39 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
39ei de ti peraiterô epizèteite, en tè ennomô ekklèsia epiluthèsetai.  si quid autem alterius rei quaeritis in legitima ecclesia poterit absolvi   39 En indien gij iets van andere dingen verzoekt, dat zal in een wettelijke vergadering beslecht worden.     [39] En als u nog meer wilt, zal dat in de wettige vergadering worden opgelost.  [39] Als er daarbuiten nog iets anders is dat u wenst, zal dat op een officiële volksvergadering behandeld worden.  39 en als ge nog iets anders wilt verzoeken, moet dat in de wettelijke vergadering worden opgelost;  39. Et si vous avez quelque autre affaire à débattre, on la résoudra dans l'assemblée régulière. 

King James Bible . [39] But if ye inquire any thing concerning other matters, it shall be determined in a lawful assembly.
Luther-Bibel . 39 Wollt ihr aber darüber hinaus noch etwas, so kann man es in einer ordentlichen Versammlung entscheiden.

Tekstuitleg van Hnd 19,39 . Dit vers Hnd 19,39 telt X woorden en X letters . De getalwaarde van Hnd 19,39 is X .

9. ekklèsia (kerk, gemeente, gemeenschap) . Verwijzing : kaleô (roepen) , zie Gal 5,13 . In vierentachtig verzen in de bijbel . In eenenvijftig verzen in het O.T. . In drieëndertig verzen in het N.T. . Mt (1) . Hond (6) : (1) Hnd 7,38 . (2) Hnd 9,31 . (3) Hnd 11,26 . (4) Hnd 15,22 . (5) Hnd 19,32 . (6) Hnd 19,39 . Brieven (26) .

Hnd 19,40 - Hnd 19,40 : Opschudding in Efeze : Hnd 19,23-40 -- Hnd 19 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Hnd (Handelingen) -- Hnd 19,23 - Hnd 19,24 - Hnd 19,25 - Hnd 19,26 - Hnd 19,27 - Hnd 19,28 - Hnd 19,29 - Hnd 19,30 - Hnd 19,31 - Hnd 19,32 - Hnd 19,33 - Hnd 19,34 - Hnd 19,35 - Hnd 19,36 - Hnd 19,37 - Hnd 19,38 - Hnd 19,39 - Hnd 19,40 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
40kai gar kinduneuomen egkaleisthai staseôs peri tès sèmeron, mèdenos aitiou uparchontos, peri ou [ou] dunèsometha apodounai logon peri tès sustrofès tautès. kai tauta eipôn apelusen tèn ekklèsian.   40 nam et periclitamur argui seditionis hodiernae cum nullus obnoxius sit de quo non possimus reddere rationem concursus istius et cum haec dixisset dimisit ecclesiam   40 Want wij staan in gevaar, dat wij van oproer zullen verklaagd worden om den dag van heden, alzo er geen oorzaak is, waardoor wij reden zullen kunnen geven van dezen oploop. 41 En dit gezegd hebbende, liet hij de vergadering gaan.     [40] Wij lopen toch al het risico van oproer te worden beschuldigd vanwege de onrust van vandaag; die kunnen we immers op geen enkele manier rechtvaardigen.’ Na deze toespraak maakte hij een einde aan de bijeenkomst.  [40] We lopen toch al het gevaar dat we ter verantwoording worden geroepen voor het oproer van vandaag, daar we deze onlusten op geen enkele manier kunnen goedpraten.’ Na deze woorden maakte hij een einde aan de bijeenkomst.  40 want wij dreigen wegens opstand te worden aangeklaagd voor dit van vandaag, waarvoor geen enkele reden bestaat en waarvoor wij geen verantwoording zullen kunnen geven,– voor deze oproer! 41 (19:40) Dat gezegd hebbend ontbindt hij de vergadering.   40. Aussi bien risquons-nous d'être accusés de sédition pour ce qui s'est passé aujourd'hui, vu qu'il n'existe aucun motif qui nous permette de justifier cet attroupement. » 41. Et sur ces mots, il congédia l'assemblée. 

King James Bible . [40] For we are in danger to be called in question for this day's uproar, there being no cause whereby we may give an account of this concourse. [41] And when he had thus spoken, he dismissed the assembly.
Luther-Bibel . 40 Denn wir stehen in Gefahr, wegen der heutigen Empörung verklagt zu werden, ohne dass ein Grund vorhanden ist, mit dem wir diesen Aufruhr entschuldigen könnten. Und als er dies gesagt hatte, ließ er die Versammlung gehen.

Tekstuitleg van Hnd 19,40 .

17. logon (woord , ver-woord-ing) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Accusatief mannelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logos (woord) . In 347 verzen in de bijbel . In 127 verzen in het N.T. . Mt (17) . Mc (18) . Lc (10) . Joh (14) . Hnd (31) : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 2,41 . (3) Hnd 4,4 . (4) Hnd 4,29 . (5) Hnd 4,31 . (6) Hnd 6,2 . (7) Hnd 8,4 . (8) Hnd 8,14 . (9) Hnd 8,25 . (10) Hnd 10,36 . (11) Hnd 10,44 . (12) Hnd 11,1 . (13) Hnd 11,19 . (14) Hnd 13,5 . (15) Hnd 13,7 . (16) Hnd 13,44 . (17) Hnd 13,46 . (18) Hnd 13,48 . (19) Hnd 14,25 . (20) Hnd 15,7 . (21) Hnd 15,35 . (22) Hnd 15,36 . (23) Hnd 16,6 . (24) Hnd 16,32 . (25) Hnd 17,11 . (26) Hnd 18,11 . (27) Hnd 18,14 . (28) Hnd 19,10 . (29) Hnd 19,38 . (30) Hnd 19,40 . (31) Hnd 20,7 .