HANDELINGEN VAN DE APOSTELEN HOOFDSTUK 13 - Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 12,25 - 13,3 - Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,13-52 -- Hnd 13,22-26 .

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht van Handelingen van de apostelen : Hnd (Handelingen) : overzicht , Hnd : woordgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Hnd : commentaar ,
Hnd 1 , Hnd 2 , Hnd 3 , Hnd 4 , Hnd 5 , Hnd 6 , Hnd 7 , Hnd 8 , Hnd 9 , Hnd 10 , Hnd 11 , Hnd 12 , Hnd 13 , Hnd 14 , Hnd 15 , Hnd 16 , Hnd 17 , Hnd 18 , Hnd 19 , Hnd 20 , Hnd 21 , Hnd 22 , Hnd 23 , Hnd 24 , Hnd 25 , Hnd 26 , Hnd 27 , Hnd 28 ,
Uitleg per pericope - Hnd 12,25 - 13,3 - Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,13-52 -
- Hnd 12,25 - 13,3 : Terugkeer en uitzending van Barnabas en Saulus .
- Hnd 13,4-12 : Op Cyprus .
- Hnd 13,13-52 : In Antiochië in Pisidië .

Uitleg vers per vers : - Hnd 13,1 - Hnd 13,2 - Hnd 13,3 - Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 - Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,43 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
     
 
             
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel   liturgische lezing      

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts (Vlaams Blok) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
- Pafos (Pafos) , zie Hnd 13,13 .
- Pisidia (Pisidië) , Hnd 13,14 .
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik
- Hnd 13,22-26 : 24 juni : geboorte Johannes de Doper .
Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , Nieuwe Testament , Evangelies , Synoptici , Brieven van Paulus , Apostolische brieven .
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
De eerste zendingsreis van Barnabas en Saulus wordt gesitueerd rond 45-49 . De reis vertrok vanuit Antiochië (Hnd 13,1) , ging over Seleucië naar het eiland Cyprus (Hnd 13,4-12 : Salamis en Pafos) , over Perge in Pamfylië (Hnd 13,13) naar Antiochië van Pisidië (Hnd 13,13-52) , vervolgens naar Ikonium (Hnd 14,1-7) en Lystra (Hnd 14,8-19) en vandaar naar Antiochië vanwaar zij vertrokken waren (Hnd 14,19-28) . Zie website http://home.wanadoo.nl/johan.engelen/achtergrond.htm .

Hnd 12,25 - 13,3 : Terugkeer en uitzending van Barnabas en Saulus - Hnd 12,25 - 13,3 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,1 - Hnd 13,2 - Hnd 13,3

Hnd 13,1 - Hnd 13,1 : Terugkeer en uitzending van Barnabas en Saulus - Hnd 12,25 - 13,3 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,1 - Hnd 13,2 - Hnd 13,3
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1èsan de en antiocheia kata tèn ousan ekklèsian profètai kai didaskaloi o te barnabas kai sumeôn o kaloumenos niger, kai loukios o kurènaios, manaèn te èrôdou tou tetraarchou suntrofos kai saulos.  1 erant autem in ecclesia quae erat Antiochiae prophetae et doctores in quibus Barnabas et Symeon qui vocabatur Niger et Lucius Cyrenensis et Manaen qui erat Herodis tetrarchae conlactaneus et Saulus  1 En er waren te Antiochië, in de Gemeente, die daar was, enige profeten en leraars, namelijk Barnabas, en Simeon, genaamd Niger, en Lucius van Cyrene, en Manahen, die met Herodes den viervorst opgevoed was, en Saulus.  1 Es waren aber in Antiochia in der Gemeinde Propheten und Lehrer, nämlich Barnabas und Simeon, genannt Niger, und Luzius von Kyrene und Manaën, der mit dem Landesfürsten Herodes erzogen worden war, und Saulus.   [1] Er waren in de gemeente van Antiochië* profeten* en leraren: Barnabas, Simeon die Niger wordt genoemd, Lucius uit Cyrene, Manaën, een jeugdvriend van de tetrarch Herodes, en Saulus.   [1] Er waren in de gemeente van Antiochië profeten en leraren, onder wie Barnabas, Simeon die Niger werd genoemd, Lucius de Cyreneeër, Manaën, een jeugdvriend van de tetrarch Herodes, en Saulus.   1 ¶ Er zijn in Antiochië in de vergadering die daar is profeten en leermeesters: Barnabas en Simeon die Niger wordt genoemd, Lucius de Cyreneeër, Manaën, een zoogbroeder van Herodes, en Saulus.  1. Il y avait dans l'Église établie à Antioche des prophètes et des docteurs : Barnabé, Syméon appelé Niger, Lucius de Cyrène, Manaèn, ami d'enfance d'Hérode le tétrarque, et Saul.

King James Bible . [1] Now there were in the church that was at Antioch certain prophets and teachers; as Barnabas, and Simeon that was called Niger, and Lucius of Cyrene, and Manaen, which had been brought up with Herod the tetrarch, and Saul.

Tekstuitleg van Hnd 13,1 . Dit vers Hnd 13,1 telt 32 (2 X 2 X 2 X 2 X 2) woorden en 165 (3 X 5 X 11) letters . De getalwaarde van Hnd 13,1 is 17587 (43 X 409) . In Antiochië aan de Orontes zijn er vijf profeten en leraren . Er worden er vijf genoemd . Ofwel vormen zij de groep van profeten en leraren (ho te Barnabas = en Barnabas) .Ofwel vormen de vijf een deel van een groep profeten en leraren (en hois Barnabas = onder wie Barnabas) . In Hnd 1,13 wordt de groep van de elf apostelen opgesomd , in Hnd 6,5 een groep van zeven diakens en in Hnd 13,1 een groep van profeten en leraren . In Hnd 1,13 wordt de groep van elf apostelen opgesomd met het oog op de keuze van een twaalfde om de groep van twaalf apostelen volledig te maken . In Hnd 6,5 wordt een groep van diakens vermeld bij hun aanstelling . In Hnd 13,1 wordt een groep van profeten en leraren vermeld om uit hen een keuze te maken voor een zendingsreis . Aan de keuze of aanstelling gaat telkens gebed (en vasten : Hnd 13,3) vooraf . Behalve bij de aanduiding van Mattatias worden aan de kandidaten de handen opgelegd om de geest over hen te laten komen waardoor ze voor hun taak worden uitgerust . In de Paulijnse kerken van Lystra , Ikonium en Antiochië van Pisidië worden presbuteroi (ouderlingen) aangesteld , eveneens na bidden en bovendien vasten , met handoplegging (Hnd 14,23) .

4. antiocheia(i) (Antiochië) . Verwijzing : Antiocheia (Antiochië) , zie Hnd 11,19 . Nominatief of datief vrouwelijk enkelvoud . In de bijbel slechts de datief in combinatie met het voorzetsel en (in) . In vijf verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. . In vier verzen in het N.T. : (1) Hnd 11,26 . (2) Hnd 13,1 . (3) Hnd 15,35 . (4) 2 Tim 3,11 .
Er zijn meerdere steden die Antiochië heten , o.a. Antiochië aan de Orontes en Antiochië van Pisidië . Antiochië aan de Orontes was de hoofdstad van de Romeinse provincie Syrië en één van de grootste steden van het Romeinse Rijk . Antiochië van Pisidië lag zo'n 200 km landinwaarts, ten noorden van het Taurusgebergte, vlak bij of in de landstreek Pisidië, een deel van de Romeinse provincie Galatië . Het huidige Yalvaç of Yalobatch .
Onder verschillende vormen komt Antiochië in zeventien verzen in het N.T. voor : (1) Hnd 11,19 (genitief) . (2) Hnd 11,20 (accusatief) . (3) Hnd 11,22 (genitief) . (4) Hnd 11,26 (accusatief en datief) . (5) Hnd 11,27 (accusatief) . (6) Hnd 13,1 (datief) . (7) Hnd 13,14 (Antiochië van Pisidië ; accusatief) . (8) Hnd 14,19 (Antiochië van Pisidië ; genitief) . (9) Hnd 14,21 (Antiochië van Pisidië ; accusatief) . (10) Hnd 14,26 (accusatief) . (11) Hnd 15,22 (accusatief) . (12) Hnd 15,23 (accusatief) . (13) Hnd 15,30 (accusatief) . (14) Hnd 15,35 (datief) . (15) Hnd 18,22 (accusatief) . (16) Gal 2,11 . (17) 2 Tim 3,11 .

Hnd 13,2 - Hnd 13,2 : Terugkeer en uitzending van Barnabas en Saulus - Hnd 12,25 - 13,3 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,1 - Hnd 13,2 - Hnd 13,3
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2 leitourgountôn de autôn tô kuriô kai nèsteuontôn eipen to pneuma to agion, aforisate dè moi ton barnaban kai saulon eis to ergon o proskeklèmai autous.  2 ministrantibus autem illis Domino et ieiunantibus dixit Spiritus Sanctus separate mihi Barnaban et Saulum in opus quod adsumpsi eos  2 En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.  2 Als sie aber dem Herrn dienten und fasteten, sprach der Heilige Geist: Sondert mir aus Barnabas und Saulus zu dem Werk, zu dem ich sie berufen habe.  [2] Zij hielden een eredienst en een vasten toen de heilige Geest sprak: ‘Stel Mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak waarvoor Ik hen heb geroepen.’   [2] Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een gebedsdienst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die ik hun heb toebedeeld.’  2 Terwijl zij eredienst houden voor de Heer, en vasten, zegt de heilige Geest: zondert nu voor mij Barnabas en Saulus af voor het werk waartoe ik hen heb geroepen!  2. Or un jour, tandis qu'ils célébraient le culte du Seigneur et jeûnaient, l'Esprit Saint dit : « Mettez-moi donc à part Barnabé et Saul en vue de l'œuvre à laquelle je les ai appelés. » 

King James Bible . [2] As they ministered to the Lord, and fasted, the Holy Ghost said, Separate me Barnabas and Saul for the work whereunto I have called them.

Tekstuitleg van Hnd 13,2 .

Hnd 13,3 - Hnd 13,3 : Terugkeer en uitzending van Barnabas en Saulus - Hnd 12,25 - 13,3 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,1 - Hnd 13,2 - Hnd 13,3
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3 tote nèsteusantes kai proseuxamenoi kai epithentes tas cheiras autois apelusan.  3 tunc ieiunantes et orantes inponentesque eis manus dimiserunt illos  3 Toen vastten en baden zij, en hun de handen opgelegd hebbende, lieten zij hen gaan.  3 Da fasteten sie und beteten und legten die Hände auf sie und ließen sie ziehen.  [3] Toen legden ze hun na hun vasten en bidden de handen op en lieten hen gaan.  [3] Nadat ze gevast en gebeden hadden, legden ze hun de handen op en lieten hen vertrekken.  3 Dan vasten zij, bidden, leggen hun de handen op en laten hen los.  3. Alors, après avoir jeûné et prié, ils leur imposèrent les mains et les laissèrent à leur mission.   

King James Bible . [3] And when they had fasted and prayed, and laid their hands on them, they sent them away.

Tekstuitleg van Hnd 13,3 .

4. proseuchomai (bidden) . Verwijzing : proseuchomai (bidden) , zie Hnd 6,6 . Een vorm ervan . In vijftien verzen in Mt . In tien verzen in Mc . In negentien verzen in Lc . In zestien verzen in Hnd .
proseuxamenoi (gebeden) . Participium aorist nominatief mannelijk meervoud . Enkel in Hnd . In vijf verzen :
(1) Hnd 1,24 : kai proseuxamenoi (gebeden) . (bij de aanstelling van Mattatias) .
(2) Hnd 6,6 : kai proseuxamenoi epethèkan autois tas chieras = en gebeden legden zij - de apostelen - hen de handen op (bij de aanstelling van de zeven) .
(3) Hnd 13,3 : kai nèsteusantes kai proseuxamenoi kai epithentes tas cheiras utois = en nadat zij hadden gevast en gebeden en hun handen op hen gelegd (bij het uitsturen van missionarissen vanuit Antiochië) .
(4) Hnd 14,23 : chierotonèsantes de autois kat'ekklèsian presbuterous , proseuxamenoi meta nèsteiôn = (nadat zij echter over hen per kerk oudsten hadden aangesteld, nadat zij gebeden hadden met vasten ... (bij de aanstelling van oudsten per kerk in Lystra, Ikonium en Antiochië van Pisidië) .
(5) Hnd 21,5 .
In vier teksten handelt het over een aanstelling . Twee teksten sluiten nauw bij elkaar aan : Hnd 13,3 en Hnd 14,23 : bidden , vasten , aanstelling .

Hnd 13,4-12 : Op Cyprus : Hnd 13,4-12 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 -

Hnd 13,4 - Hnd 13,4 : Op Cyprus : Hnd 13,4-12 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4autoi men oun ekpemfthentes upo tou agiou pneumatos katèlthon eis seleukeian, ekeithen te apepleusan eis kupron,   4 et ipsi quidem missi ab Spiritu Sancto abierunt Seleuciam et inde navigaverunt Cyprum  4 Dezen dan, uitgezonden zijnde van den Heiligen Geest, kwamen af tot Seleucië, en van daar scheepten zij af naar Cyprus.   4 Nachdem sie nun ausgesandt waren vom Heiligen Geist, kamen sie nach Seleuzia und von da zu Schiff nach Zypern  [4] Zo vertrokken ze, uitgezonden door de heilige Geest, naar Seleucië* en gingen vandaar met een schip naar Cyprus, [4] Zo werden Barnabas en Saulus uitgezonden door de heilige Geest. Ze gingen eerst naar Seleucië en van daar per schip naar Cyprus,  4 ¶ Erop uitgestuurd dus door de heilige Geest dalen zij af naar Seleucië en daarvandaan varen zij weg naar Cyprus,   4. Eux donc, envoyés en mission par le Saint Esprit, descendirent à Séleucie, d'où ils firent voile pour Chypre. 

King James Bible . [4] So they, being sent forth by the Holy Ghost, departed unto Seleucia; and from thence they sailed to Cyprus.

Tekstuitleg van Hnd 13,4 .

Hnd 13,5 - Hnd 13,5 : Op Cyprus : Hnd 13,4-12 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5kai genomenoi en salamini katèggellon ton logon tou theou en tais sunagôgais tôn ioudaiôn: eichon de kai iôannèn upèretèn. 5 et cum venissent Salamina praedicabant verbum Dei in synagogis Iudaeorum habebant autem et Iohannem in ministerio  5 En gekomen zijnde te Salamis, verkondigden zij het woord Gods in de synagogen der Joden; en zij hadden ook Johannes tot een dienaar.  5 Und als sie in die Stadt Salamis kamen, verkündigten sie das Wort Gottes in den Synagogen der Juden; sie hatten aber auch Johannes als Gehilfen bei sich.  [5] waar ze in Salamis* het woord van God verkondigden in de Joodse synagogen. Ze hadden ook Johannes* bij zich om hen te helpen.  [5] waar ze aankwamen in Salamis. Daar verkondigden ze Gods boodschap in de synagogen van de Joden. Johannes was met hen meegegaan om hen te helpen.  5 en in Salamis gekomen verkondigen zij het woord van God in de synagoges van de Judeeërs. Ze hebben ook Johannes gehad om hen van dienst te zijn.  5. Arrivés à Salamine, ils se mirent à annoncer la parole de Dieu dans les synagogues des Juifs. Ils avaient avec eux Jean comme auxiliaire. 

King James Bible . [5] And when they were at Salamis, they preached the word of God in the synagogues of the Jews: and they had also John to their minister.

Tekstuitleg van Hnd 13,5 .

7. logon (woord , ver-woord-ing) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Accusatief mannelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logos (woord) . In 347 verzen in de bijbel . In 127 verzen in het N.T. . Mt (17) . Mc (18) . Lc (10) . Joh (14) . Hnd (31) : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 2,41 . (3) Hnd 4,4 . (4) Hnd 4,29 . (5) Hnd 4,31 . (6) Hnd 6,2 . (7) Hnd 8,4 . (8) Hnd 8,14 . (9) Hnd 8,25 . (10) Hnd 10,36 . (11) Hnd 10,44 . (12) Hnd 11,1 . (13) Hnd 11,19 . (14) Hnd 13,5 . (15) Hnd 13,7 . (16) Hnd 13,44 . (17) Hnd 13,46 . (18) Hnd 13,48 . (19) Hnd 14,25 . (20) Hnd 15,7 . (21) Hnd 15,35 . (22) Hnd 15,36 . (23) Hnd 16,6 . (24) Hnd 16,32 . (25) Hnd 17,11 . (26) Hnd 18,11 . (27) Hnd 18,14 . (28) Hnd 19,10 . (29) Hnd 19,38 . (30) Hnd 19,40 . (31) Hnd 20,7 .

Hnd 13,6 - Hnd 13,6 : Op Cyprus : Hnd 13,4-12 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
dielthontes de holèn tèn nèson achri Pafou 6dielthontes de olèn tèn nèson achri pafou euron andra tina magon pseudoprofètèn ioudaion ô onoma barièsou 6 et cum perambulassent universam insulam usque Paphum invenerunt quendam virum magum pseudoprophetam Iudaeum cui nomen erat Bariesu  6 En als zij het eiland doorgegaan waren tot Pafos toe, vonden zij een zekeren tovenaar, een valse profeet, een Jood, wiens naam was Bar-jezus;  6 Als sie die ganze Insel bis nach Paphos durchzogen hatten, trafen sie einen Zauberer und falschen Propheten, einen Juden, der hieß Barjesus;  [6] Ze trokken het hele eiland over tot aan Pafos; daar troffen ze een Joodse magiër en pseudoprofeet, een zekere Barjezus,  [6] Ze reisden het hele eiland rond tot ze in Pafos kwamen, waar ze een Joodse magiër aantroffen, een valse profeet die Barjesus heette   6 Als zij het hele eiland oversteken tot bij Pafos, vinden ze daar een man, een of andere magiër, een Judese pseudo–profeet wiens naam Barjezus is.  6. Ayant traversé toute l'île jusqu'à Paphos, ils trouvèrent là un magicien, faux prophète juif, nommé Bar-Jésus, 

King James Bible . [6] And when they had gone through the isle unto Paphos, they found a certain sorcerer, a false prophet, a Jew, whose name was Bar-jesus:

Tekstuitleg van Hnd 13,6

2. de (echter) , zie Hnd 13,6 . In 490 verzen in Hnd . In drieëntwintig verzen in Hnd 13 . In vier verzen in Hnd 13,4-12 : (1) Hnd 13,5 . (2) Hnd 13,6 . (3) Hnd 13,8 . (4) Hnd 13,9 .

7. Pafou (van Pafos) . Genitief vrouwelijk enkelvoud . In twee verzen in Hnd : (1) Hnd 13,6 . (2) Hnd 13,13 . In deze beide verzen gaat een participiumzin vooraf aan het hoofdwerkwoord en omsluiten het verblijf in Pafos : Hnd 13,6-13 . :
- Hnd 13,6 : dielthontes de holèn tèn nèson achri Pafou = doorgetrokken echter het hele eiland tot Pafos .
- Hnd 13,13 : anachthentes de apo tès Pafou = opgevaren echter van Pafos .
Tijdens de eerste zendingsreis trokken Barnabas en Paulus en Johannes Marcus van de stad Salamis in het zuidoosten van het eiland Cyprus naar het zuidwestelijk Pafos .In ¨Pafos resideerde de proconsul Sergius Paulus . Daar werd de magiër Elymas met blindheid geslagen . Pafos (Pafos) . Verwijzing : Pafos (Pafos) , zie Hnd 13,13 .
Bij de zinsconstructie van Hnd 13,13a : anachthentes de apo tès Pafou = opgevaren echter van Pafos , sluit aan :
- Hnd 16,11 = anachthentes de apo Trôadas : opgevaren echter van Troas . Evenals in Hnd 13,6-13 , omsluiten Hnd 16,8 - Hnd 16,11 elkaar . Hnd 16,8 : parelthontes de tèn Musian katebèsan eis Trôada = nadat zij echter Mysië waren langsgegaan , daalden zij af naar Troas .
- Aansluitend bij Hnd 13,6a : dielthontes de holèn tèn nèson achri Pafou = doorgetrokken echter het hele eiland tot Pafos , is Hnd 17,1 : diodeuxantes de tèn Amfipolin kai tèn Apollônian = nadat zij door Pamfipolis en Apollonia waren getrokken ; bij Hnd 16,8 : katebèsan eis Trôada , is : èlthon eis Thessalonikèn = gingen zij naar Thessalonika .
- Hnd 18,21b - Hnd 18,22 : anèchthè apo tès Efesou kai katelthôn eis Kaisareien ... katebè eis Antiocheian = hij vaarde op van Efese en neergegaan naar Caesarea daalde hij af naar Antiochië .

Hnd 13,7 - Hnd 13,7 : Op Cyprus : Hnd 13,4-12 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
, 7os èn sun tô anthupatô sergiô paulô, andri sunetô. outos proskalesamenos barnaban kai saulon epezètèsen akousai ton logon tou theou:  7 qui erat cum proconsule Sergio Paulo viro prudente hic accitis Barnaba et Saulo desiderabat audire verbum Dei   7 Welke was bij den stadhouder Sergius Paulus, een verstandigen man. Deze, Barnabas en Saulus tot zich geroepen hebbende, zocht zeer het Woord Gods te horen.  7 der war bei dem Statthalter Sergius Paulus, einem verständigen Mann. Dieser rief Barnabas und Saulus zu sich und begehrte, das Wort Gottes zu hören.   [7] die hoorde bij de proconsul* Sergius Paulus, een weldenkend man. Deze Sergius liet Barnabas en Saulus bij zich roepen en gaf te kennen dat hij het woord van God wilde horen.  [7] en tot het gevolg behoorde van Sergius Paulus, de proconsul. Sergius Paulus, een verstandig man, liet Barnabas en Saulus bij zich komen omdat hij meer wilde horen over het woord van God.   7 Hij is bij proconsul Sergius Paulus, een weldenkend man. Die roept Barnabas en Saulus bij zich en verzoekt het woord van God te mogen horen.  7. qui était de l'entourage du proconsul Sergius Paulus, homme avisé. Ce dernier fit appeler Barnabé et Saul, désireux d'entendre la parole de Dieu.  

King James Bible . [7] Which was with the deputy of the country, Sergius Paulus, a prudent man; who called for Barnabas and Saul, and desired to hear the word of God.

Tekstuitleg van Hnd 13,7 .

16. akousai . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Actief infinitief aorist . In eenenzestig verzen in de bijbel . In zeventien verzen in het N.T. . Mt (2) . Lc (3) . Hnd (11) . Jak 1,19 . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 10,22 . (2) Hnd 10,33 . (3) Hnd 13,7 . (4) Hnd 13,44 . (5) Hnd 15,7 . (6) Hnd 19,10 . (7) Hnd 22,14 . (8) Hnd 24,4 . (9) Hnd 25,22 . (10) Hnd 26,3 . (11) Hnd 28,22 .

18. logon (woord , ver-woord-ing) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Accusatief mannelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logos (woord) . In 347 verzen in de bijbel . In 127 verzen in het N.T. . Mt (17) . Mc (18) . Lc (10) . Joh (14) . Hnd (31) : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 2,41 . (3) Hnd 4,4 . (4) Hnd 4,29 . (5) Hnd 4,31 . (6) Hnd 6,2 . (7) Hnd 8,4 . (8) Hnd 8,14 . (9) Hnd 8,25 . (10) Hnd 10,36 . (11) Hnd 10,44 . (12) Hnd 11,1 . (13) Hnd 11,19 . (14) Hnd 13,5 . (15) Hnd 13,7 . (16) Hnd 13,44 . (17) Hnd 13,46 . (18) Hnd 13,48 . (19) Hnd 14,25 . (20) Hnd 15,7 . (21) Hnd 15,35 . (22) Hnd 15,36 . (23) Hnd 16,6 . (24) Hnd 16,32 . (25) Hnd 17,11 . (26) Hnd 18,11 . (27) Hnd 18,14 . (28) Hnd 19,10 . (29) Hnd 19,38 . (30) Hnd 19,40 . (31) Hnd 20,7 .

Hnd 13,8 - Hnd 13,8 : Op Cyprus : Hnd 13,4-12 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8anthistato de autois elumas o magos, outôs gar methermèneuetai to onoma autou, zètôn diastrepsai ton anthupaton apo tès pisteôs.  8 resistebat autem illis Elymas magus sic enim interpretatur nomen eius quaerens avertere proconsulem a fide  8 Maar Elymas, de tovenaar (want alzo wordt zijn naam overgezet), wederstond hen, zoekende den stadhouder van het geloof af te keren.  8 Da widerstand ihnen der Zauberer Elymas - denn so wird sein Name übersetzt - und versuchte, den Statthalter vom Glauben abzuhalten.  [8] Maar Elymas*, de Magiër – want dat betekent die naam – werkte hen tegen en wilde de proconsul van het geloof afhouden.  [8] Maar Elymas, zoals Barjesus ook wel werd genoemd – want Elymas betekent ‘magiër’ –, stelde zich tegen hen teweer en probeerde de proconsul van het geloof af te houden.  8 Maar dan staat de magiër Elymas, want zo wordt zijn naam vertaald, tegen hen op,– en zoekt hij ernaar om de proconsul van het geloof afkerig te maken.  8. Mais Élymas le magicien - ainsi se traduit son nom - leur faisait opposition, cherchant à détourner le proconsul de la foi.  

King James Bible . [8] But Elymas the sorcerer (for so is his name by interpretation) withstood them, seeking to turn away the deputy from the faith.

Tekstuitleg van Hnd 13,8 .

7. 3. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

Hnd 13,9 - Hnd 13,9 : Op Cyprus : Hnd 13,4-12 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9saulos de, o kai paulos, plèstheis pneumatos agiou atenisas eis auton   9 Saulus autem qui et Paulus repletus Spiritu Sancto intuens in eum   9 Doch Saulus (die ook Paulus genaamd is), vervuld met den Heiligen Geest, en de ogen op hem houdende, zeide:   9 Saulus aber, der auch Paulus heißt, voll Heiligen Geistes, sah ihn an   [9] Saulus, ook Paulus* genoemd, vol van heilige Geest, keek hem strak aan   [9] Daarop keek Saulus (die ook bekendstond als Paulus) hem strak aan, en vervuld van de heilige Geest   9 Maar Saulus, ook Paulus,– kleine, raakt vervuld van heilige Geest, staart hem aan en zegt:   9. Alors Saul - appelé aussi Paul -, rempli de l'Esprit Saint, le fixa du regard  

King James Bible . [9] Then Saul, (who also is called Paul,) filled with the Holy Ghost, set his eyes on him,

Tekstuitleg van Hnd 13,9 .

Hnd 13,10 - Hnd 13,10 : Op Cyprus : Hnd 13,4-12 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
plèstheis pneumatos hagiou 10eipen, ô plèrès pantos dolou kai pasès radiourgias, uie diabolou, echthre pasès dikaiosunès, ou pausè diastrefôn tas odous [tou] kuriou tas eutheias; 10 dixit o plene omni dolo et omni fallacia fili diaboli inimice omnis iustitiae non desinis subvertere vias Domini rectas  10 O gij kind des duivels, vol van alle bedrog, en van alle arglistigheid, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden te verkeren de rechte wegen des Heeren?  10 und sprach: Du Sohn des Teufels, voll aller List und aller Bosheit, du Feind aller Gerechtigkeit, hörst du nicht auf, krumm zu machen die geraden Wege des Herrn?   [10] en zei: ‘Duivelsjong*, vol listen en streken, vijand van alle gerechtigheid, wil je wel eens ophouden de rechte wegen van de Heer te doorkruisen!   [10] zei hij: ‘U bent een bedrieger, een gewetenloze oplichter, een kind van de duivel en een vijand van elke vorm van gerechtigheid. Hoe durft u de rechte wegen van de Heer te veranderen in kronkelpaden?   10 jij duivelsjong, vol van list en allerlei lichtzinnigheid, vijand van alle gerechtigheid, zou je niet eens ophouden de rechte wegen van de Heer te verdraaien?–  10. et lui dit : « Etre rempli de toutes les astuces et de toutes les scélératesses, fils du diable, ennemi de toute justice, ne cesseras-tu donc pas de rendre tortueuses les voies du Seigneur qui sont droites ? 

King James Bible . [10] And said, O full of all subtilty and all mischief, thou child of the devil, thou enemy of all righteousness, wilt thou not cease to pervert the right ways of the Lord?

Tekstanalyse van Hnd 13,10 .

6. plèstheis (vervuld) . Passief participium aorist . Verwijzing : pimplèmi (vervullen, vol maken) , zie Lc 4,1 . In twee verzen in Hnd : (1) Hnd 4,8 (Petrus - plèstheis pneumatos hagiou = vervuld van heilige geest) . (2) Hnd 13,9 (Paulus - plèstheis pneumatos hagiou = vervuld van heilige geest) .

Hnd 13,11 - Hnd 13,11 : Op Cyprus : Hnd 13,4-12 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11kai nun idou cheir kuriou epi se, kai esè tuflos mè blepôn ton èlion achri kairou. parachrèma te epesen ep auton achlus kai skotos, kai periagôn ezètei cheiragôgous.  11 et nunc ecce manus Domini super te et eris caecus non videns solem usque ad tempus et confestim cecidit in eum caligo et tenebrae et circumiens quaerebat qui ei manum daret   11 En nu zie, de hand des Heeren is tegen u, en gij zult blind zijn, en de zon niet zien voor een tijd. En van stonde aan viel op hem donkerheid en duisternis: en rondom gaande, zocht hij, die hem met de hand mochten leiden.  11 Und nun siehe, die Hand des Herrn kommt über dich, und du sollst blind sein und die Sonne eine Zeit lang nicht sehen! Auf der Stelle fiel Dunkelheit und Finsternis auf ihn, und er ging umher und suchte jemanden, der ihn an der Hand führte.  [11] Let op! Nu treft je de hand van de Heer; je zult blind zijn en een tijd lang het zonlicht niet zien.’ Terstond viel een dichte duisternis over hem; hij zocht om zich heen naar iemand die hem bij de hand kon nemen.  [11] Let op: de hand van de Heer zal u treffen, u zult blind zijn en voorlopig geen zonlicht meer zien.’ Onmiddellijk werd alles donker om hem heen, zodat hij tastend zijn weg moest zoeken en anderen moest vragen of ze hem wilden leiden.   11 en nu, ziehier de hand des Heren tegen jou: je zult blind zijn en voor een tijd de zon niet zien! Onmiddellijk valt over hem donkerheid en duisternis, zodat hij rondtastend mensen heeft moeten zoeken die hem bij de hand leidden.  11. Voici à présent que la main du Seigneur est sur toi. Tu vas devenir aveugle, et pour un temps tu ne verras plus le soleil. » A l'instant même, obscurité et ténèbres s'abattirent sur lui, et il tournait de tous côtés, cherchant quelqu'un pour le conduire. 

King James Bible . [11] And now, behold, the hand of the Lord is upon thee, and thou shalt be blind, not seeing the sun for a season. And immediately there fell on him a mist and a darkness; and he went about seeking some to lead him by the hand.

Tekstuitleg van Hnd 13,11 .

Hnd 13,12 - Hnd 13,12 : Op Cyprus : Hnd 13,4-12 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,4-12 -- Hnd 13,4 - Hnd 13,5 - Hnd 13,6 - Hnd 13,7 - Hnd 13,8 - Hnd 13,9 - Hnd 13,10 - Hnd 13,11 - Hnd 13,12 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12tote idôn o anthupatos to gegonos episteusen ekplèssomenos epi tè didachè tou kuriou.   12 tunc proconsul cum vidisset factum credidit admirans super doctrinam Domini   12 Als de stadhouder zag, hetgeen geschied was, toen geloofde hij, verslagen zijnde over de leer des Heeren.  12 Als der Statthalter sah, was geschehen war, wurde er gläubig und verwunderte sich über die Lehre des Herrn.  [12] De proconsul zag wat er gebeurde en kwam tot geloof, diep geraakt door wat hij van de Heer had geleerd.  [12] Toen de proconsul dit zag, aanvaardde hij het geloof, diep onder de indruk als hij was van wat hij over de Heer had geleerd.   12 Dan, als de proconsul ziet wat is geschied, komt hij tot geloof, uit het veld geslagen door het onderricht over de Heer.   12. Alors, voyant ce qui s'était passé, le proconsul embrassa la foi, vivement frappé par la doctrine du Seigneur.  

King James Bible . [12] Then the deputy, when he saw what was done, believed, being astonished at the doctrine of the Lord.

Tekstuitleg van Hnd 13,12 .

Hnd 13,13-52 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -

Citaat : Pisidië wordt genoemd in Hand. 13:14 en 14:24. Daar lag de stad Antiochië waar Paulus een lange preek heeft gehouden (Hand. 13:14)- zie daar - maar ook lag daar de stad Salagassos die de laatste jaren stilaan gaat lijken op een Turks Pompeï. De recente opgravingen geven ons een indruk van de hoge cultuur van die regio. In de tijd van Paulus behoorde Pisidië tot de Romeinse provincie Galatië. Aan de bewoners van Galatië schreef Paulus de bekende brief aan de Galaten. Salagassos is nu het grootste opgravingstraject van Turkije.Het is een archeologisch lusthof. Hier werken 124 onderzoekers van verschillende wetenschappelijke disciplines. Door de metersdikke laag sediment en de geisoleerde ligging van de streek zijn plunderingen voorkomen. De Pisidiërs waren een bergvolk met een eigen taal en eigen cultuur . De stad werd met veel moeite door Alexander de Grote veroverd en daardoor was er ook in de tijd van Paulus een grote invloed van het Hellenisme. Op een hoog punt in de stad is het beeld van een heroon (een held die vereerd werd) gevonden. De doelgroep van Paulus was allereerst de Joodse gemeenschap wat ook blijkt uit zijn brief aan de Galaten. Website : http://www.bijbelseplaatsen.nl/algemeen/Opgravingen.htm .

Pisidië is de streek ten noorden van Pamfylië. Om in Antiochië te komen moesten Paulus en Barnabas door het Taurusgebergte trekken. Het is nog steeds een ruig en onherbergzaam gebied. In de tijd van Paulus behoorde Pisidië tot de Romeinse provincie Galatië.

Citaat : Antioche de Pisidie (actuellement Yalvaç ou (Yalobatch), est une cité situé sur la face sud des montagnes d' Anatolie, à la limite séparant la province de Pisidie et de Phrygie. Fondée par Antiochos Ier en 280 av. J.C., qui lui donna son nom tout comme à la ville d'Antioche sur l'Orontes (Antakya). Selon Strabon elle est fondée par des citoyens de Magnésie sur le Méandre. Elle est refondée comme colonie romaine en 19 av. J.-C., dans le cadre de fondations de colonies de vétérans en Asie, en Grèce, Anatolie et Syrie notamment. Selon Pline l'Ancien, il s'âgit de la capitale de la province romaine de Pisidie, nommée "Antiochea Caesarea". À la veille de la bataille d'Actium en 31 av. J.-C., Octave constate que l'Orient romain est inégalement urbanisé, en particulier à l'intérieur de l' Anatolie où les cités sont rares. Il se consacre donc, sans creer de nouvelles poléis (en dehors de Nicopolis d'Epire), à la restauration et fondation de colonies romaines tels qu'Antioche. Cela s'explique par la nécessité de lôtir les nombreux vétérans démobilisés au lendemain d'Actium et, dans le but de devenir des foyers de romanisation autour de villes peuplées de citoyens romains. C'est ainsi qu'en installant des vétérans de la Vème Gallica et de la VIIème légion, Auguste créa le réseau de colonies en Pisidie, et à Antioche dès -25. Website : http://fr.wikipedia.org/wiki/Antioche_de_Pisidie .

Hnd 13,13 - Hnd 13,13 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
13 anachthentes de apo tès pafou oi peri paulon èlthon eis pergèn tès pamfulias: iôannès de apochôrèsas ap autôn upestrepsen eis ierosoluma. 13 et cum a Papho navigassent Paulus et qui cum eo venerunt Pergen Pamphiliae Iohannes autem discedens ab eis reversus est Hierosolymam   13 En Paulus, en die met hem waren, van Pafos afgevaren zijnde, kwamen te Perge, een stad in Pamfylië. Maar Johannes, van hen scheidende, keerde weder naar Jeruzalem.   13 Paulus aber und die um ihn waren, fuhren von Paphos ab und kamen nach Perge in Pamphylien. Johannes aber trennte sich von ihnen und kehrte zurück nach Jerusalem.   [13] Van Pafos voeren Paulus en zijn reisgenoten naar Perge in Pamfylië*; maar Johannes verliet hen en keerde terug naar Jeruzalem.   [13] Paulus en zijn reisgenoten scheepten zich in Pafos in om naar Perge in Pamfylië te reizen. Daar verliet Johannes de beide anderen en keerde terug naar Jeruzalem.  13 Die Paulus omgeven varen vanaf Pafos de zee op en komen aan in Perge in Pamfylië. Maar Johannes scheidt zich van hen af en keert terug naar Jeruzalem.   13. De Paphos, où ils s'embarquèrent, Paul et ses compagnons gagnèrent Pergé, en Pamphylie. Mais Jean les quitta pour retourner à Jérusalem. 

King James Bible . [13] Now when Paul and his company loosed from Paphos, they came to Perga in Pamphylia: and John departing from them returned to Jerusalem.

Tekstuitleg van Hnd 13,13 .

Er is een grote gelijkenis tussen Hnd 13,13 en Hnd 16,11 : anachthentes (opgevaren) de (echter) apo (van) (Hnd 16,11 : onderwerp) , werkwoord , eis (naar) .

1. anachthentes (opgevaren) . Verwijzing : agô (leiden) , zie Lc 23,1 . Passief aorist participium nominatief mannelijk en vrouwelijk meervoud van het werkwoord anagô (naar boven leiden / voeren, opvaren) . In drie verzen in de bijbel . Slechts in Hnd : (1) Hnd 13,13 . (2) Hnd 16,11 . (3) Hnd 27,4 .

5. Pafou (van Pafos) . Genitief vrouwelijk enkelvoud . In twee verzen in Hnd : (1) Hnd 13,6 . (2) Hnd 13,13 . In deze beide verzen gaat een participiumzin vooraf aan het hoofdwerkwoord en omsluiten het verblijf in Pafos : Hnd 13,6-13 :
- Hnd 13,6 : dielthontes de holèn tèn nèson achri Pafou = doorgetrokken echter het hele eiland tot Pafos .
- Hnd 13,13 : anachthentes de apo tès Pafou = opgevaren echter van Pafos .
Tijdens de eerste zendingsreis trokken Barnabas en Paulus en Johannes Marcus van de stad Salamis in het zuidoosten van het eiland Cyprus naar het zuidwestelijk Pafos .In ¨Pafos resideerde de proconsul Sergius Paulus . Daar werd de magiër Elymas met blindheid geslagen . Pafos (Pafos) . Verwijzing : Pafos (Pafos) , zie Hnd 13,13 .
Bij de zinsconstructie van Hnd 13,13a : anachthentes de apo tès Pafou = opgevaren echter van Pafos , sluit aan :
- Hnd 16,11 = anachthentes de apo apo Trôadas : opgevaren echter van Troas . Evenals in Hnd 13,6-13 , omsluiten Hnd 16,8 - Hnd 16,11 elkaar . Hnd 16,8 : parelthontes de tèn Musian katebèsan eis Trôada = nadat zij echter Mysië waren langsgegaan , daalden zij af naar Troas .
- Aansluitend bij Hnd 13,6a : dielthontes de holèn tèn nèson achri Pafou = doorgetrokken echter het hele eiland tot Pafos , is Hnd 17,1 : diodeuxantes de tèn Amfipolin kai tèn Apollônian = nadat zij door Pamfipolis en Apollonia waren getrokken ; bij Hnd 16,8 : katebèsan eis Trôada , is : èlthon eis Thessalonikèn = gingen zij naar Thessalonika .
- Hnd 18,21b - Hnd 18,22 : anèchthè apo tès Efesou kai katelthôn eis Kaisareien ... katebè eis Antiocheian = hij vaarde op van Efese en neergegaan naar Caesarea daalde hij af naar Antiochië .
Tijdens de eerste zendingsreis trokken Barnabas en Paulus en Johannes Marcus van de stad Salamis in het zuidoosten van het eiland Cyprus naar het zuidwestelijk Pafos .In ¨Pafos resideerde de proconsul Sergius Paulus . Daar werd de magiër Elymas met blindheid geslagen . Pafos (Pafos) . Verwijzing : Pafos (Pafos) , zie Hnd 13,13 .

Citaat : Pamphylië was in klassieke oudheid een gebied in zuidelijk Klein-Azië tussen Lycië and Cilicië, zich uitstrekkend tussen de Middellandse Zee en het Taurusgebergte. Aan de noordzijde grensde het aan Pisidië en het was derhalve niet erg groot (ca. 110 bij 45 km). Onder Romeins bestuur werd de naam Pamphylië gebruikt voor het gebied dat naast Pisidië ook een heel gebied tot aan de grenzen van Phrygië en Lycaonië omvatte, en in deze bredere betekenis wordt de streek aangeduid door Ptolemeus. Website : http://nl.wikipedia.org/wiki/Pamphyli%C3%AB . Perge, 24 km ten oosten van Antalya . Perge, one of the chief cities of Pamphylia, was situated between the Rivers Catarrhactes (Duden sou) and Cestrus (Ak sou), 60 stadia from the mouth of the latter; now the village of Murtana on the Suridjik sou, a tributary of the Cestrus, in the vilayet of Koniah.

Hnd 13,14 - Hnd 13,14 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
14 autoi de dielthontes apo tès pergès paregenonto eis antiocheian tèn pisidian, kai [eis]elthontes eis tèn sunagôgèn tè èmera tôn sabbatôn ekathisan.   14 illi vero pertranseuntes Pergen venerunt Antiochiam Pisidiae et ingressi synagogam die sabbatorum sederunt   14 En zij, van Perge het land doorgaande, kwamen te Antiochië, een stad in Pisidië; en gegaan zijnde in de synagoge op den dag des sabbats, zaten zij neder.   14 Sie aber zogen von Perge weiter und kamen nach Antiochia in Pisidien und gingen am Sabbat in die Synagoge und setzten sich.  [14] Van Perge reisden zij door naar Antiochië* in Pisidië. Op de sabbat gingen ze naar de synagoge, en namen daar plaats.  [14] Paulus en Barnabas trokken van Perge verder naar Antiochië in Pisidië. Daar aangekomen gingen ze op sabbat naar de synagoge en namen er plaats.   14 ¶ Zij steken vanaf Perge over en bereiken het Pisidische Antiochië. Op de dag van de sabbat komen ze de synagoge binnen en gaan daar zitten.  14. Quant à eux, poussant au-delà de Pergé, ils arrivèrent à Antioche de Pisidie. Le jour du sabbat, ils entrèrent à la synagogue et s'assirent.  

King James Bible . [14] But when they departed from Perga, they came to Antioch in Pisidia, and went into the synagogue on the sabbath day, and sat down.

Tekstuitleg van Hnd 13,14 .

9. antiocheia(i) (Antiochië) . Verwijzing : Antiocheia (Antiochië) , zie Hnd 11,19 . Nominatief of datief vrouwelijk enkelvoud . In de bijbel slechts de datief in combinatie met het voorzetsel en (in) . In vijf verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. . In vier verzen in het N.T. : (1) Hnd 11,26 . (2) Hnd 13,1 . (3) Hnd 15,35 . (4) 2 Tim 3,11 .
Er zijn meerdere steden die Antiochië heten , o.a. Antiochië aan de Orontes en Antiochië van Pisidië . Antiochië aan de Orontes was de hoofdstad van de Romeinse provincie Syrië en één van de grootste steden van het Romeinse Rijk . Antiochië van Pisidië lag zo'n 200 km landinwaarts, ten noorden van het Taurusgebergte, vlak bij of in de landstreek Pisidië, een deel van de Romeinse provincie Galatië . Het huidige Yalvaç of Yalobatch .
Onder verschillende vormen komt Antiochië in zeventien verzen in het N.T. voor : (1) Hnd 11,19 (genitief) . (2) Hnd 11,20 (accusatief) . (3) Hnd 11,22 (genitief) . (4) Hnd 11,26 (accusatief en datief) . (5) Hnd 11,27 (accusatief) . (6) Hnd 13,1 (datief) . (7) Hnd 13,14 (Antiochië van Pisidië ; accusatief) . (8) Hnd 14,19 (Antiochië van Pisidië ; genitief) . (9) Hnd 14,21 (Antiochië van Pisidië ; accusatief) . (10) Hnd 14,26 (accusatief) . (11) Hnd 15,22 (accusatief) . (12) Hnd 15,23 (accusatief) . (13) Hnd 15,30 (accusatief) . (14) Hnd 15,35 (datief) . (15) Hnd 18,22 (accusatief) . (16) Gal 2,11 . (17) 2 Tim 3,11 .

11. pisidian (Pisidië) is een ongewoon bijvoeglijk naamwoord . Hiermee wil Lucas dit Antiochië onderscheiden van dat aan de Orontes . Pisidië is een streek ten noorden van Pamfylië . Het is nog steeds een ruig en onherbergzaam gebied . Pisidië behoorde tot de Romeinse provincie Galatië . In twee verzen in Hnd : (1) Hnd 13,14 . (2) Hnd 14,24 . Pisidia (Pisidië) . Verwijzing : Pisidia (Pisidië) , Hnd 13,14 .

Hnd 13,15 - Hnd 13,15 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
15meta de tèn anagnôsin tou nomou kai tôn profètôn apesteilan oi archisunagôgoi pros autous legontes, andres adelfoi, ei tis estin en umin logos paraklèseôs pros ton laon, legete. 15 post lectionem autem legis et prophetarum miserunt principes synagogae ad eos dicentes viri fratres si quis est in vobis sermo exhortationis ad plebem dicite  15 En na het lezen der wet en der profeten, zonden de oversten der synagogen tot hen, zeggende: Mannen broeders, indien er enig woord van vertroosting tot het volk in u is, zo spreekt.   15 Nach der Lesung des Gesetzes und der Propheten aber schickten die Vorsteher der Synagoge zu ihnen und ließen ihnen sagen: Liebe Brüder, wollt ihr etwas reden und das Volk ermahnen, so sagt es.   [15] Na de lezing uit de Wet en de Profeten liet het synagogebestuur tegen hen zeggen: ‘Broeders, als u een bemoedigend woord voor het volk hebt, spreek dan.’  [15] Na de voorlezing uit de Wet en de Profeten werd hun namens de leiders van de synagoge gezegd: ‘Broeders, als u voor de mensen een bemoedigend woord hebt, ga dan uw gang.’   15 Maar na de voorlezing van de Wet en de profeten zenden de oversten van de synagoge iemand tot hen en zeggen: mannen, broeders, als er in u een woord van bemoediging is voor de gemeente, spreekt dan.  15. Après la lecture de la Loi et des Prophètes, les chefs de la synagogue leur envoyèrent dire : « Frères, si vous avez quelque parole d'encouragement à dire au peuple, parlez. » 

King James Bible . [15] And after the reading of the law and the prophets the rulers of the synagogue sent unto them, saying, Ye men and brethren, if ye have any word of exhortation for the people, say on.

Tekstuitleg van Hnd 13,15 .

23. logos (woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Nominatief mannelijk enkelvoud . In 296 verzen in de bijbel . In vijfenzestig verzen in het N.T. . In negen verzen in Hnd : (1) Hnd 6,5 . (2) Hnd 6,7 . (3) Hnd 11,22 . (4) Hnd 12,24 . (5) Hnd 13,15 . (6) Hnd 13,26 . (7) Hnd 13,49 . (8) Hnd 17,13 . (9) Hnd 19,20 .
- ho logos (het woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Bepaald lidwoord nominatief mannelijk enkelvoud ho (de) en zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud logos (woord) . In tweeënzestig verzen in het N.T. . In acht van de negen verzen van hierboven ; niet in Hnd 13,15 .

Hnd 13,16 - Hnd 13,16 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16anastas de paulos kai kataseisas tè cheiri eipen: andres israèlitai kai oi foboumenoi ton theon, akousate.   16 surgens autem Paulus et manu silentium indicens ait viri israhelitae et qui timetis Deum audite  16 En Paulus stond op, en wenkte met de hand, en zeide: Gij Israëlietische mannen, en gij, die God vreest, hoort toe.  16 Da stand Paulus auf und winkte mit der Hand und sprach: Ihr Männer von Israel und ihr Gottesfürchtigen , hört zu!   [16] Paulus stond op, gaf een teken met zijn hand, en zei*: ‘Israëlieten en godvrezenden*, luister.   [16] Paulus stond op, gebaarde om stilte en zei: ‘Israëlieten en alle anderen die God vereren, luister naar wat ik u te zeggen heb.   16 Paulus staat op, gebaart met zijn hand en zegt: Israëlitische mannen en gij die God vreest, hoort!–  16. Paul alors se leva, fit signe de la main et dit : « Hommes d'Israël, et vous qui craignez Dieu, écoutez. 

King James Bible . [16] Then Paul stood up, and beckoning with his hand said, Men of Israel, and ye that fear God, give audience.

Tekstuitleg van Hnd 13,16 .

Hnd 13,17 - Hnd 13,17 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
17o theos tou laou toutou israèl exelexato tous pateras èmôn, kai ton laon upsôsen en tè paroikia en gè aiguptou, kai meta brachionos upsèlou exègagen autous ex autès,  17 Deus plebis Israhel elegit patres nostros et plebem exaltavit cum essent incolae in terra Aegypti et in brachio excelso eduxit eos ex ea  17 De God van dit volk Israël heeft onze vaderen uitverkoren, en het volk verhoogd, als zij vreemdelingen waren in het land Egypte, en heeft hen met een hogen arm daaruit geleid.  17 Der Gott dieses Volkes Israel hat unsre Väter erwählt und das Volk groß gemacht, als sie Fremdlinge waren im Lande Ägypten, und mit starkem Arm führte er sie von dort heraus.   [17] De God van dit volk Israël heeft onze vaderen uitgekozen en het volk sterk gemaakt tijdens zijn verblijf in den vreemde, in Egypte. Hij heeft hen met sterke arm het land uitgeleid  [17] De God van het volk van Israël heeft onze voorouders uitverkozen; hij heeft hen, toen ze als vreemdelingen in Egypte woonden, groot en machtig gemaakt. Met opgeheven arm heeft hij onze voorouders weggeleid uit Egypte,  17 de God van deze gemeente Israël heeft onze vaderen uitverkoren en de gemeente verhoogd tijdens het bijwonerschap in het land Egypte,– en met verheven arm heeft hij hen daaruit geleid,  17. Le Dieu de ce peuple, le Dieu d'Israël élut nos pères et fit grandir ce peuple durant son exil en terre d'Égypte. Puis, en déployant la force de son bras, il les en fit sortir 

King James Bible . [17] The God of this people of Israel chose our fathers, and exalted the people when they dwelt as strangers in the land of Egypt, and with an high arm brought he them out of it.

Tekstuitleg van Hnd 13,17 .

25. act. ind. aor. 3de pers. enk. εξηγαγεν = exègagen (hij leidde uit) van het werkw. εξαγω = exagô (uitleiden, naar buiten leiden) < ex (uit) + agô (leiden, voeren) . Taalgebruik in het NT : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in Lc : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in Hnd : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Taalgebruik in de LXX : exagô (uitleiden, naar buiten leiden) . Bijbel (67) . OT (62) . Pentateuch (30) . Gn (6) : (1) Gn 1,21 . (2) Gn 11,31 . (3) Gn 15,5 . (4) Gn 20,13 . (5) Gn 43,23 . (6) Gn 49,12 . Ex (12) : (1) Ex 12,51 . (2) Ex 13,3 . (3) Ex 13,9 . (4) Ex 13,14 . (5) Ex 13,16 . (6) Ex 16,6 . (7) Ex 16,32 . (8) Ex 18,1 . (9) Ex 19,17 . (10) Ex 32,1 . (11) Ex 32,12 . (12) Ex 32,23 . Nu (1) : Gn 49,12 . Dt (11) : (1) Dt 1,27 . (2) Dt 4,20 . (3) Dt 4,37 . (4) Dt 5,15 . (5) Dt 6,21 . (6) Dt 6,23 . (7) Dt 7,8 . (8) Dt 7,19 . (9) Dt 9,28 . (10) Dt 26,8 . (11) Dt 29,24 . NT (5) : (1) Lc 24,50 . (2) Hnd 7,36 . (3) Hnd 7,40 . (4) Hnd 12,17 . (5) Hnd 13,17 . Een vorm van exagô (uitleiden, naar buiten leiden) in de LXX (221) , in het NT (12) . Syn. (2) . Ev. (3) .

Hnd 13,18 - Hnd 13,18 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
18kai ôs tesserakontaetè chronon etropoforèsen autous en tè erèmô,  18 et per quadraginta annorum tempus mores eorum sustinuit in deserto  18 En heeft omtrent den tijd van veertig jaren hun zeden verdragen in de woestijn.  18 Und vierzig Jahre lang ertrug er sie in der Wüste  [18] en hun ongeveer veertig jaar lang in de woestijn te eten gegeven.  [18] en ongeveer veertig jaar lang heeft hij hen in de woestijn geduldig verdragen.  18 en een tijd van zo’n veertig jaren heeft hij hen in de woestijn gevoed;   18. et, durant quarante ans environ, il les entoura de soins au désert.  

King James Bible . [18] And about the time of forty years suffered he their manners in the wilderness.

Tekstuitleg van Hnd 13,18

- Dt 1,31 : kai en tè erèmô tautè ... etrofoforèsen se kurios o theos sou = en in deze woestijn ... voedde u de Heer uw God .
- Hnd 13,18 : kai ... etropoforèsen autous en tè erèmô = en ... Hij  voedde hen in de woestijn .

Hnd 13,19 - Hnd 13,19 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
19kai kathelôn ethnè epta en gè chanaan kateklèronomèsen tèn gèn autôn  19 et destruens gentes septem in terra Chanaan sorte distribuit eis terram eorum  19 En zeven volken uitgeroeid hebbende in het land Kanaän, heeft Hij hun door het lot het land derzelve uitgedeeld.   19 und vernichtete sieben Völker in dem Land Kanaan und gab ihnen deren Land zum Erbe;   [19] In Kanaän heeft Hij zeven volken uitgeroeid en dat land toen aan hen in bezit gegeven.  [19] In Kanaän onderwierp hij zeven volken, en hun land gaf hij in bezit aan onze voorouders.  19 zeven volkeren in het land Kanaän heeft hij weggerukt en hun land als erfgoed verdeeld,   19. Ensuite, après avoir exterminé sept nations dans la terre de Canaan, il les mit en possession de leur pays :  

King James Bible . [19] And when he had destroyed seven nations in the land of Chanaan, he divided their land to them by lot.

Tekstuitleg van Hnd 13,19 .

Hnd 13,20 - Hnd 13,20 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20ôs etesin tetrakosiois kai pentèkonta. kai meta tauta edôken kritas eôs samouèl [tou] profètou.   20 quasi post quadringentos et quinquaginta annos et post haec dedit iudices usque ad Samuhel prophetam  20 En daarna omtrent vierhonderd en vijftig jaren, gaf Hij hun rechters, tot op Samuël, den profeet.  20 das geschah in etwa vierhundertfünfzig Jahren. Danach gab er ihnen Richter bis zur Zeit des Propheten Samuel.   [20] Na ongeveer vierhonderdvijftig* jaar gaf Hij hun rechters, tot de tijd van de profeet Samuël.   [20] Dit alles vond plaats in ongeveer vierhonderdvijftig jaar. Vervolgens stelde hij rechters aan, die heersten tot de tijd van de profeet Samuël.   20 voor zo’n vierhonderd en vijftig jaren; daarna heeft hij richters gegeven, tot aan de profeet Samuël;  20. quatre cent cinquante ans environ. Après quoi, il leur donna des juges, jusqu'au prophète Samuel.

King James Bible . [20] And after that he gave unto them judges about the space of four hundred and fifty years, until Samuel the prophet.

Tekstuitleg van Hnd 13,20 .

7. - 8. meta (+ x +) tauta (letterlijk : na dat ; daarna : eerst aanwijzend voornaamwoord daar < dat en dan het 'voor'zetsel) . Verwijzing : tauta (die 'dingen') , zie Mt 1,20 . In dertig verzen in het N.T. . Mc (1) . Lc (5) . Joh (8) . Hnd (4) . ... Opb (9) . In vier verzen in Hnd : (1) Hnd 7,7 . (2) Hnd 13,20 . (3) Hnd 15,16 . (4) Hnd 18,1 .

Hnd 13,21 - Hnd 13,21 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21kakeithen ètèsanto basilea, kai edôken autois o theos ton saoul uion kis, andra ek fulès beniamin, etè tesserakonta.  21 et exinde postulaverunt regem et dedit illis Deus Saul filium Cis virum de tribu Beniamin annis quadraginta  21 En van toen aan begeerden zij een koning; en God gaf hun Saul, den zoon van Kis, een man uit den stam van Benjamin, veertig jaren.   21 Und von da an baten sie um einen König; und Gott gab ihnen Saul, den Sohn des Kisch, einen Mann aus dem Stamm Benjamin, für vierzig Jahre.   [21] Vervolgens wilden ze een koning, en God gaf hun Saul, de zoon van Kis, een man uit de stam Benjamin, die veertig jaar regeerde.   [21] Daarna vroeg het volk om een koning, en God gaf hun Saul, de zoon van Kis, een man uit de stam Benjamin, die veertig jaar regeerde.  21 van daaraf vroegen zij om een koning, en God gaf hun Saul, een zoon van Kies, een man uit de stam Benjamin, gedurende veertig jaren;  21. Par la suite, ils demandèrent un roi, et Dieu leur donna Saül, fils de Cis, de la tribu de Benjamin : quarante ans.  

King James Bible . [21] And afterward they desired a king: and God gave unto them Saul the son of Cis, a man of the tribe of Benjamin, by the space of forty years.

Tekstuitleg van Hnd 13,21 .

Tweede lezing 24 juni : geboorte Johannes de Doper : Handelingen 13,22-26 . Hnd 13,22-26

In die tijd zei Paulus: "Nadat God Saul verworpen had verhief Hij David tot koning van het volk Israël. Van deze gaf Hij het getuigenis: Ik heb David gevonden, de zoon van Isaï, een man naarmijn hart die mijn wil in alles zal volbrengen. Uit diens nakomelingschap heeft God volgens belofte voor Israël een Verlosser doen voortkomen, Jezus; nadat reeds Johannes voor zijn optreden een doopsel van bekering had gepredikt aan heel het volk van Israël. Toen Johannes aan het einde van zijn loopbaan was zei hij: Wat ge meent dat ik ben ik niet; maar na mij komt iemand wiens schoeisel ik niet waard ben los te maken. Mannen broeders, zonen uit Abrahams geslacht en godvrezenden onder u: tot ons is dit woord van verlossing gezonden."

Hnd 13,22 - Hnd 13,22 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat 24 juni : geboorte Johannes de Doper Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22kai metastèsas auton ègeiren ton dauid autois eis basilea, ô kai eipen marturèsas, euron dauid ton tou iessai, andra kata tèn kardian mou, os poièsei panta ta thelèmata mou. 22 et amoto illo suscitavit illis David regem cui et testimonium perhibens dixit inveni David filium Iesse virum secundum cor meum qui faciet omnes voluntates meas     22 En dezen afgezet hebbende, verwekte Hij hun David tot een koning; denwelken Hij ook getuigenis gaf, en zeide: Ik heb gevonden David, den zoon van Jesse; een man naar Mijn hart, die al Mijn wil zal doen.   22 Und als er diesen verstoßen hatte, erhob er David zu ihrem König, von dem er bezeugte (1.Samuel 13,14): »Ich habe David gefunden, den Sohn Isais, einen Mann nach meinem Herzen, der soll meinen ganzen Willen tun.«  [22] Toen liet Hij hem vallen en verhief Hij David tot koning over hen; van hem getuigde Hij: “In David, de zoon van Isaï, heb Ik een man naar mijn hart gevonden, die geheel naar mijn wil zal handelen.”  [22] Toen stootte God hem van de troon en maakte David koning, van wie hij getuigde: “In David, de zoon van Isaï, heb ik een man naar mijn hart gevonden, die geheel naar mijn wil zal handelen.”  22 toen hij hem terzijde stelde wekte hij voor hen David op tot koning; van hem heeft hij betuigd en gezegd: ‘ik vond in David, zoon van Jesse, een man van mijn hart, die al wat ik wil zal doen’;  22. Après l'avoir écarté, Dieu suscita pour eux David comme roi. C'est à lui qu'il a rendu ce témoignage : J'ai trouvé David, fils de Jessé, un homme selon mon cœur, qui accomplira toutes mes volontés. 

King James Bible . [22] And when he had removed him, he raised up unto them David to be their king; to whom also he gave testimony, and said, I have found David the son of Jesse, a man after mine own heart, which shall fulfil all my will.

Tekstuitleg van Hnd 13,22 .

- Hnd 13,22 : euron dauid ton tou iessai, andra = ik vond David , de zoon van Jesse , een man
- Ps 89,21 : euron dauid ton doulon mou = ik vond David , mijn dienaar .

- Hnd 13,22 : euron dauid ton tou iessai, andra kata tèn kardian mou, = ik vond David , de zoon van Jesse , een man naar mijn hart .
- 1 S 13,14 : kai zètèsei kurios heautô anthrôpon kata tèn kardian autou = en de Heer zal voor zichzelf zoeken een mens naar mijn hart .

Hnd 13,23 - Hnd 13,23 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat 24 juni : geboorte Johannes de Doper Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23toutou o theos apo tou spermatos kat epaggelian ègagen tô israèl sôtèra ièsoun,  23 huius Deus ex semine secundum promissionem eduxit Israhel salvatorem Iesum    23 Van het zaad dezes heeft God Israël, naar de belofte, verwekt den Zaligmaker Jezus;   23 Aus dessen Geschlecht hat Gott, wie er verheißen hat, Jesus kommen lassen als Heiland für das Volk Israel,   [23] Uit zijn nageslacht heeft God Israël zoals beloofd een redder gebracht, Jezus.  [23] En uit Davids nageslacht heeft God, overeenkomstig zijn belofte, een redder voor Israël voortgebracht, Jezus.   23 uit diens zaad heeft God, zoals aangekondigd, voor Israël een bevrijder gebracht: Jezus,  23. C'est de sa descendance que, suivant sa promesse, Dieu a suscité pour Israël Jésus comme Sauveur. 

King James Bible . [23] Of this man's seed hath God according to his promise raised unto Israel a Saviour, Jesus:

Tekstuitleg van Hnd 13,23 .

Hnd 13,24 - Hnd 13,24 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat 24 juni : geboorte Johannes de Doper Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24prokèruxantos iôannou pro prosôpou tès eisodou autou baptisma metanoias panti tô laô israèl.  24 praedicante Iohanne ante faciem adventus eius baptismum paenitentiae omni populo Israhel     24 Als Johannes eerst al den volke Israëls voor Zijn aankomst, gepredikt had den doop der bekering.   24 nachdem Johannes, bevor Jesus auftrat, dem ganzen Volk Israel die Taufe der Buße gepredigt hatte.  [24] Voorafgaand aan Jezus’ optreden had Johannes eerst een doop van bekering verkondigd aan heel het volk Israël.   [24] Voor zijn komst had Johannes het hele volk van Israël opgeroepen om zich te laten dopen en een nieuw leven te beginnen.   24 terwijl tevoren Johannes al, voor het aanschijn van zijn intocht uit, een doop van bekering preekte aan heel de gemeenschap van Israël;  24. Jean, le précurseur, avait préparé son arrivée en proclamant à l'adresse de tout le peuple d'Israël un baptême de repentance.  

King James Bible . [24] When John had first preached before his coming the baptism of repentance to all the people of Israel.

Tekstuitleg van Hnd 13,24 .

8. epaggelian (belofte , bij-engelschap , engelbewaarderschap) . Verwijzing : aggelos (engel) , zie Mt 13,41 . Accusatief vrouwelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord epaggelia . In achttien verzen in de bijbel . In twee verzen in het O.T. . In zestien verzen in het N.T. : (1) Lc 24,49 . (2) Hnd 1,4 . (3) Hnd 2,33 . (4) Hnd 13,23 . (5) Hnd 13,32 . (6) Hnd 23,21 .

Hnd 13,25 - Hnd 13,25 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat 24 juni : geboorte Johannes de Doper Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25ôs de eplèrou iôannès ton dromon, elegen, ti eme uponoeite einai; ouk eimi egô: all idou erchetai met eme ou ouk eimi axios to upodèma tôn podôn lusai. 25 cum impleret autem Iohannes cursum suum dicebat quem me arbitramini esse non sum ego sed ecce venit post me cuius non sum dignus calciamenta pedum solvere     25 Doch als Johannes den loop vervulde, zeide hij: Wien meent gijlieden, dat ik ben? Ik ben de Christus niet; maar ziet, Hij komt na mij, Wien ik niet waardig ben de schoenen Zijner voeten te ontbinden.   25 Als aber Johannes seinen Lauf vollendete, sprach er: Ich bin nicht der, für den ihr mich haltet; aber siehe, er kommt nach mir, dessen Schuhriemen zu lösen ich nicht wert bin.  [25] Toen Johannes zijn taak had volbracht, zei hij: “Wie u denkt dat ik ben, ben ik niet; maar, let op, na mij komt iemand wiens schoenen ik niet waard ben los te maken.”   [25] Toen zijn levenswerk ten einde liep, heeft Johannes gezegd: “Wie jullie denken dat ik ben, ben ik niet. Maar let op: na mij komt iemand anders, en ik ben het niet waard om zelfs maar zijn sandalen los te maken.”  25 zodra Johannes de loop volbracht had, heeft hij gezegd: wat ge veronderstelt dat ik ben, ben ik niet; nee, zie, na mij komt hij wiens sandaal aan de voeten ik niet waard ben los te maken!–  25. Au moment de terminer sa course, Jean disait : «Celui que vous croyez que je suis, je ne le suis pas ; mais voici venir après moi celui dont je ne suis pas digne de délier la sandale. »  

King James Bible . [25] And as John fulfilled his course, he said, Whom think ye that I am? I am not he. But, behold, there cometh one after me, whose shoes of his feet I am not worthy to loose.

Tekstuitleg van Hnd 13,25 .

Hnd 13,26 - Hnd 13,26 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat 24 juni : geboorte Johannes de Doper Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26andres adelfoi, uioi genous abraam kai oi en umin foboumenoi ton theon, hèmin o logos tès sôtèrias tautès exapestalè.   26 viri fratres filii generis Abraham et qui in vobis timent Deum vobis verbum salutis huius missum est    26 Mannen broeders, kinderen van het geslacht Abrahams, en die onder u God vrezen, tot u is het woord dezer zaligheid gezonden.  26 Ihr Männer, liebe Brüder, ihr Söhne aus dem Geschlecht Abrahams und ihr Gottesfürchtigen, uns ist das Wort dieses Heils gesandt.   [26] Broeders, afstammelingen van Abraham en ook u, godvrezenden, wij hebben de taak gekregen deze redding te verkondigen.  [26] Broeders en zusters, nakomelingen van Abraham en alle anderen die God vereren, ons werd het nieuws over deze redding bekendgemaakt.   26 mannen, broeders, zonen van het geslacht van Abraham en allen onder u die God vreest, tot ons het woord van deze bevrijding uitgezonden!–  26. « Frères, vous les enfants de la race d'Abraham, et vous ici présents qui craignez Dieu, c'est à vous que ce message de salut a été envoyé. 

King James Bible . [26] Men and brethren, children of the stock of Abraham, and whosoever among you feareth God, to you is the word of this salvation sent.

Tekstuitleg van Hnd 13,26 . Dit vers Hnd 13,26 telt 19 woorden en 94 (2 X 2 X 23) letters . De getalwaarde van Hnd 13,26 is 9684 (2 X 2 X 3 X 3 X 269) .

- Hnd 13,26 : hèmin o logos tès sôtèrias tautès exapestalè = aan ons werd het woord van deze redding gezonden .
- Hnd 28,28 : tois ethnesin apestalè touto to sôtèrion tou theou = aan de heidenen werd deze redding van God gezonden .
De eerste zin is uitgesproken tijdens de eerste redevoering van Paulus in Antiochië van Pisidië bij de aanvang van zijn zendingswerk . De laatste zin is gericht tot de joden in Jeruzalem en maakt deel uit van de laatste verzen van Hnd .

15. logos (woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Nominatief mannelijk enkelvoud . In 296 verzen in de bijbel . In vijfenzestig verzen in het N.T. . In negen verzen in Hnd : (1) Hnd 6,5 . (2) Hnd 6,7 . (3) Hnd 11,22 . (4) Hnd 12,24 . (5) Hnd 13,15 . (6) Hnd 13,26 . (7) Hnd 13,49 . (8) Hnd 17,13 . (9) Hnd 19,20 .

14. -15. ho logos (het woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Bepaald lidwoord nominatief mannelijk enkelvoud ho (de) en zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud logos (woord) . In tweeënzestig verzen in het N.T. . In acht van de negen verzen van hierboven ; niet in Hnd 13,15 .

17. sôtèrias (van de redding) . Genitief vrouwelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sôtèria (redding) . Verwijzing : jâsj`a (redden, bevrijden, verlossen) , zie Ps 38,22 . De genitief komt in eenenvijftig verzen in de bijbel voor . In drieëndertig verzen in het O.T. . In achttien verzen in het N.T. : (1) Lc 1,69 . (2) Lc 1,77 . (3) Hnd 13,26 . (4) Hnd 16,17 . (5) Hnd 27,34 .

13. exapestalè (hij werd uitgezonden) . Verwijzing : apostellô (wegsturen, zenden) , zie Joh 1,6 . Passief tweede aorist derde persoon enkelvoud . In één vers in de bijbel nl. Hnd 13,26 . apestalè (hij werd gezonden) . Passief aorist derde persoon enkelvoud . In twaalf verzen in de bijbel . In tien verzen in het O.T. : (1) Js 6,6 . (2) Js 20,1 . (3) Da 4,11 . (4) Da 4,21 . (5) . In twee verzen in het N.T. : (1) Lc 1,26 . (2) Hnd 28,28 .

Hnd 13,27 - Hnd 13,27 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27oi gar katoikountes en ierousalèm kai oi archontes autôn touton agnoèsantes kai tas fônas tôn profètôn tas kata pan sabbaton anaginôskomenas krinantes eplèrôsan,  27 qui enim habitabant Hierusalem et principes eius hunc ignorantes et voces prophetarum quae per omne sabbatum leguntur iudicantes impleverunt  27 Want die te Jeruzalem wonen, en hun oversten, Dezen niet kennende, hebben ook de stemmen der profeten, die op elken sabbat dag gelezen worden, Hem veroordelende, vervuld;   27 Denn die Einwohner von Jerusalem und ihre Oberen haben, weil sie Jesus nicht erkannten, die Worte der Propheten, die an jedem Sabbat vorgelesen werden, mit ihrem Urteilsspruch erfüllt.  [27] Want de inwoners van Jeruzalem en hun leiders erkenden Hem niet en door hun vonnis hebben zij de uitspraken van de profeten, die elke sabbat worden voorgelezen, in vervulling doen gaan.   [27] De inwoners van Jeruzalem en hun leiders hebben niet alleen Jezus miskend, maar ook de uitspraken van de profeten die elke sabbat worden voorgelezen. Door Jezus te veroordelen hebben ze deze uitspraken in vervulling doen gaan.  27 want die in Jeruzalem wonen en hun oversten hebben hem miskend, en de stemmen der profeten die elke sabbat worden opgelezen hebben zij, door hem te veroordelen, vervuld,   27. En effet, les habitants de Jérusalem et leurs chefs ont accompli sans le savoir les paroles des prophètes qu'on lit chaque sabbat.

King James Bible . [27] For they that dwell at Jerusalem, and their rulers, because they knew him not, nor yet the voices of the prophets which are read every sabbath day, they have fulfilled them in condemning him.

Tekstuitleg van Hnd 13,27 .

Hnd 13,28 - Hnd 13,28 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 - Hnd 13 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28kai mèdemian aitian thanatou eurontes ètèsanto pilaton anairethènai auton:   28 et nullam causam mortis invenientes in eum petierunt a Pilato ut interficerent eum   28 En geen oorzaak des doods vindende, hebben zij van Pilatus begeerd, dat Hij zou gedood worden.  28 Und obwohl sie nichts an ihm fanden, das den Tod verdient hätte, baten sie doch Pilatus, ihn zu töten.  [28] Hoewel ze geen enkele grond voor een doodvonnis konden vinden, eisten ze van Pilatus zijn terechtstelling.   [28] Ofschoon ze geen enkele grond voor een doodvonnis konden vinden, drongen ze er bij Pilatus op aan hem terecht te stellen.  28 en toen zij niets vonden dat de doodstraf vroeg, hebben zij Pilatus gevraagd hem weg te nemen;   28. Sans trouver en lui aucun motif de mort, ils l'ont condamné et ont demandé à Pilate de le faire périr. 

King James Bible . [28] And though they found no cause of death in him, yet desired they Pilate that he should be slain.

Tekstuitleg van Hnd 13,28 .

Hnd 13,29 - Hnd 13,29 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29ôs de etelesan panta ta peri autou gegrammena, kathelontes apo tou xulou ethèkan eis mnèmeion.  29 cumque consummassent omnia quae de eo scripta erant deponentes eum de ligno posuerunt in monumento   29 En als zij alles volbracht hadden, wat van Hem geschreven was, namen zij Hem af van het hout, en legden Hem in het graf.  29 Und als sie alles vollendet hatten, was von ihm geschrieben steht, nahmen sie ihn von dem Holz und legten ihn in ein Grab.  [29] Toen ze alles ten uitvoer hadden gebracht wat over Hem geschreven staat, namen ze Hem van het kruis en legden Hem in een graf.  [29] Toen ze alles ten uitvoer hadden gebracht wat er over hem geschreven staat, haalden ze hem van het kruishout en legden hem in een graf.   29 zodra zij alles hadden volbracht wat over hem geschreven is, hebben ze hem van het hout afgenomen en in een graf gelegd;   29. Et lorsqu'ils eurent accompli tout ce qui était écrit de lui, ils le descendirent du gibet et le mirent au tombeau.  

King James Bible . [29] And when they had fulfilled all that was written of him, they took him down from the tree, and laid him in a sepulchre.

Tekstuitleg van Hnd 13,29 .

Hnd 13,30 - Hnd 13,30 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30o de theos ègeiren auton ek nekrôn:   30 Deus vero suscitavit eum a mortuis qui visus est per dies multos his  30 Maar God heeft Hem uit de doden opgewekt;   30 Aber Gott hat ihn auferweckt von den Toten;  [30] Maar God wekte Hem op uit de doden   [30] Maar God heeft hem opgewekt uit de dood;  30 maar God heeft hem uit de doden opgewekt;  30. Mais Dieu l'a ressuscité ;  

King James Bible . [30] But God raised him from the dead:

Tekstuitleg van Hnd 13,30 .

Hnd 13,31 - Hnd 13,31 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
31os ôfthè epi èmeras pleious tois sunanabasin autô apo tès galilaias eis ierousalèm, oitines [nun] eisin martures autou pros ton laon. 31 qui simul ascenderant cum eo de Galilaea in Hierusalem qui usque nunc sunt testes eius ad plebem  31 Welke gezien is geweest, vele dagen lang, van degenen, die met Hem opgekomen waren van Galilea tot Jeruzalem, die Zijn getuigen zijn bij het volk.   31 und er ist an vielen Tagen denen erschienen, die mit ihm von Galiläa hinauf nach Jerusalem gegangen waren; die sind jetzt seine Zeugen vor dem Volk.   [31] en Hij verscheen gedurende vele dagen aan hen die met Hem van Galilea naar Jeruzalem waren getrokken, en die nu zijn getuigen zijn voor het volk.  [31] gedurende ettelijke dagen is hij verschenen aan degenen die met hem van Galilea naar Jeruzalem waren getrokken en die nu onder het volk van hem getuigen.   31 gedurende vele dagen heeft hij zich laten zien aan wie met hem waren opgetrokken uit Galilea naar Jeruzalem, en die nu getuigen van hem zijn bij de gemeenschap;  31. pendant de nombreux jours, il est apparu à ceux qui étaient montés avec lui de Galilée à Jérusalem, ceux-là mêmes qui sont maintenant ses témoins auprès du peuple. 

King James Bible . [31] And he was seen many days of them which came up with him from Galilee to Jerusalem, who are his witnesses unto the people.

Tekstuitleg van Hnd 13,31 .

11. Galilaias (van Galilea) . Verwijzing : Galilea , zie Mc 1,14 . Genitief vrouwelijk enkelvoud . In veertig verzen in de bijbel . In zesendertig verzen in het N.T. . In acht verzen bij Mt . In zeven verzen bij Mc . In tien verzen bij Lc . In acht verzen bij Joh . In drie verzen in Hnd : (1) Hnd 9,31 (kath' holès ... Galilaias = over geheel ... Galilea) . (2) Hnd 10,37 (apo tès Galilaias = vanaf Galilea) . (3) Hnd 13,31 (apo tès Galilaias = vanaf Galilea) .

17. martures (getuigen). Verwijzing : martureô (getuigen) , zie Joh 1,7 . Nominatief meervoud mannelijk . In twintig verzen in de bijbel . In tien verzen in het O.T. . In tien verzen in het N.T. . Niet bij Matteüs en Marcus. In twee verzen bij Lucas : (1) Lc 11,48 . (2) Lc 24,48 . In zeven verzen in Hnd : (1) Hnd 1,8 . (2) Hnd 2,32 . (3) Hnd 3,15 . (4) Hnd 5,32 . (5) Hnd 7,58 . (6) Hnd 10,39 . (7) Hnd 13,31 . Tenslotte 1 Tes 2,10 .
Het getuigenis van de apostelen is één van de elementen die Lc 24,48 - Lc 24,49 en Hnd 1,4 / Hnd 1,8 gemeenschappelijk hebben :
- Lc 24,48 : humeis martures toutôn = jullie zijn getuigen van deze 'dingen' .
- Hnd 1,8 : esesthe mou martures = jullie zullen mijn getuigen zijn .
Getuigen zijn wijst op opvolging maar ook op de aard van de opvolging . Na het heengaan van Elia werd de leerling Elisa leraar . Op deze wijze gebeurt het niet met de leerlingen van Jezus . Zij blijven leerlingen . Ze zijn en blijven getuigen . In de meeste teksten van Hnd kan dat getuigenis onder verschillende aspecten bekeken worden : tijd , plaats en inhoud . Naar tijd : vanaf het doopsel van Johannes tot ... Naar plaats : te beginnen vanaf Jeruzalem ... Naar inhoud : het leven van Jezus , zijn lijden , dood , opstanding , geestesgave enz....

Hnd 13,32 - Hnd 13,32 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
32kai èmeis umas euaggelizometha tèn pros tous pateras epaggelian genomenèn,  32 et nos vobis adnuntiamus ea quae ad patres nostros repromissio facta est  32 En wij verkondigen u de belofte, die tot de vaderen geschied is, dat namelijk God dezelve vervuld heeft aan ons, hun kinderen, als Hij Jezus verwekt heeft.  32 Und wir verkündigen euch die Verheißung, die an die Väter ergangen ist,  [32] En wij brengen u de goede boodschap   [32] Wij verkondigen u het goede nieuws dat God zijn belofte aan onze voorouders  32 en zij verkondigen aan u van de aankondiging die aan de vaderen is geschied,  32. « Et nous, nous vous annonçons la Bonne Nouvelle : la promesse faite à nos pères, 

King James Bible . [32] And we declare unto you glad tidings, how that the promise which was made unto the fathers,

Tekstuitleg van Hnd 13,32 .

Hnd 13,33 - Hnd 13,33 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
33oti tautèn o theos ekpeplèrôken tois teknois [autôn] èmin anastèsas ièsoun, ôs kai en tô psalmô gegraptai tô deuterô, uios mou ei su, egô sèmeron gegennèka se.  33 quoniam hanc Deus adimplevit filiis nostris resuscitans Iesum sicut et in psalmo secundo scriptum est Filius meus es tu ego hodie genui te   33 Gelijk ook in den tweeden psalm geschreven staat: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.   33 dass Gott sie uns, ihren Kindern, erfüllt hat, indem er Jesus auferweckte; wie denn im zweiten Psalm geschrieben steht (Psalm 2,7): »Du bist mein Sohn, heute habe ich dich gezeugt.«   [33] dat God de belofte aan de vaderen voor hun kinderen, voor ons, in vervulling heeft laten gaan door Jezus te laten opstaan. Zo staat het in psalm twee: Mijn Zoon ben jij,
Ik heb je vandaag verwekt.  
[33] in vervulling heeft doen gaan ten behoeve van hun kinderen – ten behoeve van ons – doordat hij Jezus tot leven heeft gewekt. Daarover staat in de tweede psalm geschreven: “Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt.” 33 dat God die aan de kinderen, aan ons, vervuld heeft door Jezus te doen opstaan zoals ook in de psalm geschreven is, in de tweede: ‘mijn zoon ben jij, ikzelf heb heden jou gegenereerd’;   33. Dieu l'a accomplie en notre faveur à nous, leurs enfants : il a ressuscité Jésus. Ainsi est-il écrit dans les psaumes : Tu es mon fils, moi-même aujourd'hui je t'ai engendré.  

King James Bible . [33] God hath fulfilled the same unto us their children, in that he hath raised up Jesus again; as it is also written in the second psalm, Thou art my Son, this day have I begotten thee.

Tekstuitleg van Hnd 13,33 .

Hnd 13,34 - Hnd 13,34 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
34oti de anestèsen auton ek nekrôn mèketi mellonta upostrefein eis diafthoran, outôs eirèken oti dôsô umin ta osia dauid ta pista.  34 quod autem suscitaverit eum a mortuis amplius iam non reversurum in corruptionem ita dixit quia dabo vobis sancta David fidelia  34 En dat Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, alzo dat Hij niet meer zal tot verderving keren, heeft Hij aldus gezegd: Ik zal ulieden de weldadigheden Davids geven, die getrouw zijn;  34 Dass er ihn aber von den Toten auferweckt hat und ihn nicht der Verwesung überlassen wollte, hat er so gesagt (Jesaja 55,3): »Ich will euch die Gnade, die David verheißen ist, treu bewahren.«  [34] Dat Hij Hem uit de doden heeft opgewekt zonder dat Hij ooit weer zou terugkeren tot bederf, heeft Hij aldus gezegd: U zal Ik het ware heil van David geven.  [34] Dat hij Jezus uit de dood heeft doen opstaan en hem niet weer aan de ontbinding zal prijsgeven, heeft hij aangekondigd met deze woorden: “Ik zal jullie schenken wat ik David plechtig beloofd heb.”  34 dat hij uit de doden zou doen opstaan hem die niet meer mocht terugkeren naar bederf, heeft hij zó gezegd: ‘geven zal ik u allen de betrouwbare vroomheid van David!’;   34. Que Dieu l'ait ressuscité des morts et qu'il ne doive plus retourner à la corruption, c'est bien ce qu'il avait déclaré : Je vous donnerai les choses saintes de David, celles qui sont dignes de foi.  

King James Bible . [34] And as concerning that he raised him up from the dead, now no more to return to corruption, he said on this wise, I will give you the sure mercies of David.

Tekstuitleg van Hnd 13,34 .

12. 3. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

Hnd 13,35 - Hnd 13,35 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
35dioti kai en eterô legei, ou dôseis ton osion sou idein diafthoran. 35 ideoque et alias dicit non dabis Sanctum tuum videre corruptionem   35 Waarom hij ook in een anderen psalm zegt: Gij zult Uw Heilige niet over geven, om verderving te zien.  35 Darum sagt er auch an einer andern Stelle (Psalm 16,10): »Du wirst nicht zugeben, dass dein Heiliger die Verwesung sehe.«  
[35] Daarom ook zegt Hij in een andere psalm: U zult uw heilige geen bederf laten zien. 
[35] In verband hiermee wordt in een andere psalm gezegd: “Het lichaam van uw trouwe dienaar zal niet tot ontbinding overgaan.”  35 daarom zegt hij ook ergens anders: ‘gij zult geen bederf te zien geven aan uw vrome’;   35. C'est pourquoi il dit ailleurs encore : Tu ne laisseras pas ton saint voir la corruption. 

King James Bible . [35] Wherefore he saith also in another psalm, Thou shalt not suffer thine Holy One to see corruption.

Tekstuitleg van Hnd 13,35 .

Hnd 13,36 - Hnd 13,36 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
36dauid men gar idia genea upèretèsas tè tou theou boulè ekoimèthè kai prosetethè pros tous pateras autou kai eiden diafthoran,  36 David enim sua generatione cum administrasset voluntati Dei dormivit et adpositus est ad patres suos et vidit corruptionem  36 Want David, als hij in zijn tijd den raad Gods gediend had, is ontslapen, en is bij zijn vaderen gelegd; en heeft wel verderving gezien;  36 Denn nachdem David zu seiner Zeit dem Willen Gottes gedient hatte, ist er entschlafen und zu seinen Vätern versammelt worden und hat die Verwesung gesehen. 
[36] Na een leven in dienst van Gods plan is David immers gestorven, is hij bij de vaderen bijgezet en heeft hij het bederf gezien; 
[36] Wat David betreft, hij is, nadat hij de mensen uit zijn eigen tijd had gediend, overeenkomstig Gods wil gestorven en met zijn voorouders verenigd; hij is tot ontbinding overgegaan,  36 want nadat David voor zijn generatie de raad Gods gediend heeft, is hij ontslapen, bij zijn vaderen gelegd en heeft hij bederf gezien;  36. Or David, après avoir en son temps servi les desseins de Dieu, est mort, a été réuni à ses pères et a vu la corruption. 

King James Bible . [36] For David, after he had served his own generation by the will of God, fell on sleep, and was laid unto his fathers, and saw corruption:

Tekstuitleg van Hnd 13,36 .

Hnd 13,37 - Hnd 13,37 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
37on de o theos ègeiren ouk eiden diafthoran.  37 quem vero Deus suscitavit non vidit corruptionem  37 Maar Hij, Dien God opgewekt heeft, heeft geen verderving gezien.   37 Der aber, den Gott auferweckt hat, der hat die Verwesung nicht gesehen.  [37] maar Hij die God heeft opgewekt, heeft het bederf niet gezien.  [37] maar hij die door God tot leven is gewekt, is niet tot ontbinding overgegaan.   37 maar hij die door God is opgewekt, heeft geen bederf gezien;  37. Celui que Dieu a ressuscité, lui, n'a pas vu la corruption.  

King James Bible . [37] But he, whom God raised again, saw no corruption.

Tekstuitleg van Hnd 13,37 .

Hnd 13,38 - Hnd 13,38 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
38gnôston oun estô umin, andres adelfoi, oti dia toutou umin afesis amartiôn kataggelletai [,kai] apo pantôn ôn ouk èdunèthète en nomô môuseôs dikaiôthènai 38 notum igitur sit vobis viri fratres quia per hunc vobis remissio peccatorum adnuntiatur ab omnibus quibus non potuistis in lege Mosi iustificari in hoc   38 Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Dezen u vergeving der zonden verkondigd wordt;   38 So sei euch nun kundgetan, liebe Brüder, dass euch durch ihn Vergebung der Sünden verkündigt wird; und in all dem, worin ihr durch das Gesetz des Mose nicht gerecht werden konntet,   [38] U moet dus weten, broeders: wij verkondigen dat u door Hem vergeving van zonden kunt krijgen; van alles waarvan de wet van Mozes u geen vrijspraak kon geven,  [38] U moet dus weten, broeders en zusters, dat het dankzij hem is dat aan u de vergeving van de zonden verkondigd wordt; iedereen die op grond van de wet van Mozes geen vrijspraak kon krijgen,  38 laat dan aan u bekend zijn, mannen broeders, dat door hém aan u vergeving van zonden wordt verkondigd;   38. « Sachez-le donc, frères, c'est par lui que la rémission des péchés vous est annoncée. L'entière justification que vous n'avez pu obtenir par la Loi de Moïse, 

King James Bible . [38] Be it known unto you therefore, men and brethren, that through this man is preached unto you the forgiveness of sins:

Tekstuitleg van Hnd 13,38 .

- Hnd 13,38 : gnôston oun estô humin, andres adelfoi, oti = mannen broeders , derhalve weze het bekend aan jullie dat
- Hnd 28,28 : gnôston oun estô humin oti = derhalve weze het bekend aan jullie dat

12. hamartiôn (van de zonden) . Verwijzing: hamartia (zonde) , zie Lc 11,4 . Genitief meervoud van het zelfstandig naamwoord hamartia (zonde) . In vijfentachtig verzen in de bijbel . In tweeënvijftig verzen in het O.T. . In tweeëndertig verzen in het N.T. (1) Mt 1,21 . (2) Mt 26,28 . (3) Mc 1,4 . (4) Lc 1,77 . (5) Lc 3,3 . (6) Lc 24,47 . (7) Hnd 2,38 . (8) Hnd 5,31 . (9) Hnd 10,43 . (10) Hnd 13,38 . (11) Hnd 26,18 . In eenentwintig verzen in de andere boeken van het N.T. .

Hnd 13,39 - Hnd 13,39 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
39en toutô pas o pisteuôn dikaioutai.   omnis qui credit iustificatur   39 En dat van alles, waarvan gij niet kondet gerechtvaardigd worden door de wet van Mozes, door Dezen een iegelijk, die gelooft, gerechtvaardigd wordt.   39 ist der gerecht gemacht, der an ihn glaubt.   [39] wordt ieder die gelooft vrijgesproken door Hem.   [39] wordt door hem geheel vrijgesproken, mits hij gelooft.   39 en ook van alles waarvan ge door de Wet van Mozes niet gerechtvaardigd hebt kunnen worden, wordt in hem ieder die gelooft gerechtvaardigd;   39. c'est par lui que quiconque croit l'obtient.  

King James Bible . [39] And by him all that believe are justified from all things, from which ye could not be justified by the law of Moses.

Tekstuitleg van Hnd 13,39 .

Hnd 13,40 - Hnd 13,40 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
40blepete oun mè epelthè to eirèmenon en tois profètais,  40 videte ergo ne superveniat quod dictum est in prophetis   40 Ziet dan toe, dat over ulieden niet kome, hetgeen gezegd is in de profeten:   40 Seht nun zu, dass nicht über euch komme, was in den Propheten gesagt ist (Habakuk 1,5):   [40] Zorg er daarom voor dat op u niet van toepassing wordt wat er in de profeten is gezegd:   [40] Zorg daarom dat op u niet van toepassing wordt wat door de profeten is gezegd:   40 kijkt dan uit dat over u niet kome wat is gezegd in de profeten:  40. « Prenez donc garde que n'arrive ce qui est dit dans les Prophètes : 

King James Bible . [40] Beware therefore, lest that come upon you, which is spoken of in the prophets;

Tekstuitleg van Hnd 13,40 .

Hnd 13,41 - Hnd 13,41 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
41idete, oi katafronètai, kai thaumasate kai afanisthète, oti ergon ergazomai egô en tais èmerais umôn, ergon o ou mè pisteusète ean tis ekdiègètai umin.   41 videte contemptores et admiramini et disperdimini quia opus operor ego in diebus vestris opus quod non credetis si quis enarraverit vobis  41 Ziet, gij verachters, en verwondert u, en verdwijnt; want Ik werk een werk in uw dagen, een werk, hetwelk gij niet zult geloven, zo het u iemand verhaalt.   41 »Seht, ihr Verächter, und wundert euch und werdet zunichte! Denn ich tue ein Werk zu euren Zeiten, das ihr nicht glauben werdet, wenn es euch jemand erzählt.«  [41] Kom kijken, spotters, verbaas u en verdwijn,
want in uw dagen breng Ik iets tot stand
dat u niet zou geloven als iemand het u vertelde.’ 
[41] “Kijk, spotters, sta verbaasd en ga te gronde, want ik zal in jullie tijd een daad stellen, iets dat je niet zult geloven als het je wordt verteld.”’   41 ‘ziet om, gij verachters, verbaast u en verdwijnt, want een werk bewerk ik in uw dagen, een werk dat ge niet zoudt geloven als iemand het u zou vertellen!’  41. Regardez, contempteurs, soyez dans la stupeur et disparaissez ! Parce que de vos jours je vais accomplir une œuvre que vous ne croiriez pas si on vous la racontait. » 

King James Bible . [41] Behold, ye despisers, and wonder, and perish: for I work a work in your days, a work which ye shall in no wise believe, though a man declare it unto you.

Tekstuitleg van Hnd 13,41 .

Hnd 13,42 - Hnd 13,42 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
eksiontôn de autôn  parekaloun eis to metaksu sabbaton 42exiontôn de autôn parekaloun eis to metaxu sabbaton lalèthènai autois ta rèmata tauta. 42 exeuntibus autem illis rogabant ut sequenti sabbato loquerentur sibi verba haec   42 En als de Joden uitgegaan waren uit de synagoge, baden de heidenen, dat tegen den naasten sabbat hun dezelfde woorden zouden gesproken worden.  42 Als sie aber aus der Synagoge hinausgingen, baten die Leute, dass sie am nächsten Sabbat noch einmal von diesen Dingen redeten.  
[42] Toen ze naar buiten gingen, nodigde men hen uit om de volgende sabbat opnieuw hierover te komen spreken. 
[42] Toen Paulus en Barnabas de synagoge verlieten, kregen ze het verzoek om de volgende sabbat opnieuw over dit onderwerp te spreken. 42 ¶ Toen ze buiten waren hebben ze erom geroepen dat tegen de volgende sabbat in dezelfde bewoordingen tot hen zou worden gesproken.  42. Et, à leur sortie, on les invitait à parler encore du même sujet le sabbat suivant.  

King James Bible . [42] And when the Jews were gone out of the synagogue, the Gentiles besought that these words might be preached to them the next sabbath.

Tekstuitleg van Hnd 13,42 .

Er is een soort parallelisme en inhoudelijke gelijkenis tussen Hnd 13,42 en Hnd 13,43 :
- Hnd 13,42 : eksiontôn de autôn  parekaloun = terwijl zij echter naar buiten gingen , drongen zij erop aan ... (losse genitief, gevolgd door het hoofdwerkwoord) . - Hnd 13,43 : lutheisès de tès sunagôgès èkolouthèsan polloi = nadat echter de synagogebijeenkomst ontbonden was , volgden velen ... (losse genitief, gevolgd door het hoofdwerkwoord) . We zouden eerder verwachten dat eerst de bijeenkomst ontbonden wordt en dat men daarna naar buiten gaat .

1. eksiontôn (terwijl zij naar buiten gaan) . Actief particpium praesens genitief mannelijk meervoud van het werkwoord eks-eimi (uitgaan, ten einde lopen) . In deze vorm is het een hapax .

2. de (echter) .

4. parekaloun (zij riepen bij, zij spoorden aan, zij drongen aan) . Verwijzing : parakalôn (te hulp roepend) , zie Mc 1,40 . Actief imperfectum derde persoon meervoud . In acht verzen in het N.T. : (6) Hnd 13,42 . (7) Hnd 19,31 . (8) Hnd 25,2 .

Hnd 13,43 - Hnd 13,43 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
43lutheisès de tès sunagôgès èkolouthèsan polloi tôn ioudaiôn kai tôn sebomenôn prosèlutôn tô paulô kai tô barnaba, oitines proslalountes autois epeithon autous prosmenein tè chariti tou theou.  43 cumque dimissa esset synagoga secuti sunt multi Iudaeorum et colentium advenarum Paulum et Barnaban qui loquentes suadebant eis ut permanerent in gratia Dei   43 En als de synagoge gescheiden was, volgden velen van de Joden en van de godsdienstige Jodengenoten Paulus en Barnabas; welke tot hen spraken, en hen vermaanden te blijven bij de genade Gods.   43 Und als die Gemeinde auseinander ging, folgten viele Juden und gottesfürchtige Judengenossen dem Paulus und Barnabas. Diese sprachen mit ihnen und ermahnten sie, dass sie bleiben sollten in der Gnade Gottes.  [43] Na afloop van de samenkomst liepen vele Joden en godvrezende* proselieten met Paulus en Barnabas mee; dezen spraken tot hen en drongen er bij hen op aan trouw te blijven aan Gods genade.  [43] Na afloop van de samenkomst liep een groot deel van de Joden en de vrome proselieten met Paulus en Barnabas mee, die hen toespraken en hen aanspoorden zich over te geven aan de goedgunstigheid van God.   43 Als de samenkomst is ontbonden volgen velen van de Judeeërs en de vrome nieuwkomers Paulus en Barnabas; en hebben hen aangesproken en getracht hen te overreden om te blijven bij dit genadebetoon van God.  43. Après que l'assemblée se fut séparée, nombre de Juifs et de prosélytes qui adoraient Dieu suivirent Paul et Barnabé, et ceux-ci, dans leurs entretiens, les engageaient à rester fidèles à la grâce de Dieu. 

King James Bible . [43] Now when the congregation was broken up, many of the Jews and religious proselytes followed Paul and Barnabas: who, speaking to them, persuaded them to continue in the grace of God.

Tekstuitleg van Hnd 13,43 .

Hnd 13,44 - Hnd 13,44 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
44tô de erchomenô sabbatô schedon pasa è polis sunèchthè akousai ton logon tou kuriou.   44 sequenti vero sabbato paene universa civitas convenit audire verbum Domini  44 En op den volgenden sabbat kwam bijna de gehele stad samen, om het Woord Gods te horen.  44 Am folgenden Sabbat aber kam fast die ganze Stadt zusammen, das Wort Gottes zu hören. [44] De volgende sabbat kwam vrijwel de hele stad bij elkaar om te luisteren naar het woord van de Heer.  [44] De volgende sabbat kwam bijna de hele stad bijeen om naar het woord van de Heer te luisteren. 44 Op de eerstkomende sabbat stroomt bijna heel de stad samen om dit spreken over God te horen.  44. Le sabbat suivant, presque toute la ville s'assembla pour entendre la parole de Dieu.

King James Bible . [44] And the next sabbath day came almost the whole city together to hear the word of God.

Tekstuitleg van Hnd 13,44 .

10. akousai . Verwijzing : akouô (horen, luisteren) , zie Mt 4,12 . Actief infinitief aorist . In eenenzestig verzen in de bijbel . In zeventien verzen in het N.T. . Mt (2) . Lc (3) . Hnd (11) . Jak 1,19 . In elf verzen in Hnd : (1) Hnd 10,22 . (2) Hnd 10,33 . (3) Hnd 13,7 . (4) Hnd 13,44 . (5) Hnd 15,7 . (6) Hnd 19,10 . (7) Hnd 22,14 . (8) Hnd 24,4 . (9) Hnd 25,22 . (10) Hnd 26,3 . (11) Hnd 28,22 .

12. logon (woord , ver-woord-ing) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Accusatief mannelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logos (woord) . In 347 verzen in de bijbel . In 127 verzen in het N.T. . Mt (17) . Mc (18) . Lc (10) . Joh (14) . Hnd (31) : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 2,41 . (3) Hnd 4,4 . (4) Hnd 4,29 . (5) Hnd 4,31 . (6) Hnd 6,2 . (7) Hnd 8,4 . (8) Hnd 8,14 . (9) Hnd 8,25 . (10) Hnd 10,36 . (11) Hnd 10,44 . (12) Hnd 11,1 . (13) Hnd 11,19 . (14) Hnd 13,5 . (15) Hnd 13,7 . (16) Hnd 13,44 . (17) Hnd 13,46 . (18) Hnd 13,48 . (19) Hnd 14,25 . (20) Hnd 15,7 . (21) Hnd 15,35 . (22) Hnd 15,36 . (23) Hnd 16,6 . (24) Hnd 16,32 . (25) Hnd 17,11 . (26) Hnd 18,11 . (27) Hnd 18,14 . (28) Hnd 19,10 . (29) Hnd 19,38 . (30) Hnd 19,40 . (31) Hnd 20,7 .

11. - 14. ton logon tou kuriou (het woord van de Heer) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . In het N.T. enkel in Hnd : (1) Hnd 8,25 . (2) Hnd 13,48 . (3) Hnd 15,35 . (4) Hnd 15,36 . (5) Hnd 16,32 . (6) Hnd 19,10 .

Hnd 13,45 - Hnd 13,45 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
45idontes de oi ioudaioi tous ochlous eplèsthèsan zèlou kai antelegon tois upo paulou laloumenois blasfèmountes. 45 videntes autem turbas Iudaei repleti sunt zelo et contradicebant his quae a Paulo dicebantur blasphemantes  45 Doch de Joden, de scharen ziende, werden met nijdigheid vervuld, en wederspraken, hetgeen van Paulus gezegd werd, wedersprekende en lasterende.  45 Als aber die Juden die Menge sahen, wurden sie neidisch und widersprachen dem, was Paulus sagte, und lästerten.  
[45] Maar bij het zien van zo’n massa volk werden de Joden vervuld met jaloezie en maakten ze allerlei godslasterlijke tegenwerpingen tegen de toespraak van Paulus.
 
[45] Bij het zien van de mensenmenigte werden de Joodse leiders jaloers en begonnen ze de woorden van Paulus op godslasterlijke wijze verdacht te maken.   45 Maar als de Judeeërs de scharen zien, worden ze vervuld van naijver, en zijn ze lasterlijk gaan tegenspreken al wat door Paulus wordt uitgeproken.  45. A la vue de cette foule, les Juifs furent remplis de jalousie, et ils répliquaient par des blasphèmes aux paroles de Paul. 

King James Bible . [45] But when the Jews saw the multitudes, they were filled with envy, and spake against those things which were spoken by Paul, contradicting and blaspheming.

Tekstuitleg van Hnd 13,45 .

De participiumzin : idontes de hoi Ioudaioi tous ochlous = toen de joden echter de menigten zagen (Hnd 13,45) staat vóór de hoofdzin . In Lc 4,28 staat de participiumzin : akouontes tauta = terwijl ze dit horen (Lc 4,28) .

7. eplèsthèsan (zij werden vervuld) . Passief aorist derde persoon meervoud . Verwijzing : pimplèmi (vervullen, vol maken) , zie Lc 4,1 . In twaalf verzen in het N.T. : (11) Hnd 5,17 : (eplèsthèsan zèlou : zij werden vervuld van ijver) . Het conflict tussen enerzijds de hogepriester en de Sadduceeën en anderzijds de apostelen) . (12) Hnd 13,45 : (eplèsthèsan zèlou : zij werden vervuld van ijver) . Het optreden van Paulus op de tweede sabbat in Antiochië van Pisidië .
Bij het optreden van Jezus in de synagoge van Nazaret (Lc 4,16-30) volgde op de positieve reactie een kritische (Lc 4,28) : eplèsthèsan pantes thumou = allen werden vervuld van woede . Zo staat bij het optreden van Paulus en Barnabas de positieve reactie van het volk (Hnd 13,44) tegenover de kritische reactie van de joden (Hnd 13,45) .

8. zèlou (van ijver) .

Hnd 13,46 - Hnd 13,46 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
46parrèsiasamenoi te o paulos kai o barnabas eipan, umin èn anagkaion prôton lalèthènai ton logon tou theou: epeidè apôtheisthe auton kai ouk axious krinete eautous tès aiôniou zôès, idou strefometha eis ta ethnè.  46 tunc constanter Paulus et Barnabas dixerunt vobis oportebat primum loqui verbum Dei sed quoniam repellitis illud et indignos vos iudicastis aeternae vitae ecce convertimur ad gentes  46 Maar Paulus en Barnabas, vrijmoedigheid gebruikende, zeiden: Het was nodig, dat eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden; doch nademaal gij hetzelve verstoot, en uzelven des eeuwigen levens niet waardig oordeelt, ziet, wij keren ons tot de heidenen.   46 Paulus und Barnabas aber sprachen frei und offen: Euch musste das Wort Gottes zuerst gesagt werden; da ihr es aber von euch stoßt und haltet euch selbst nicht für würdig des ewigen Lebens, siehe, so wenden wir uns zu den Heiden.  [46] In alle vrijmoedigheid zeiden Paulus en Barnabas: ‘Tot u moest het woord van God het eerst worden gesproken, maar omdat u het afwijst en uzelf het eeuwig leven niet waardig keurt, daarom keren wij ons tot de heidenen.  [46] Maar Paulus en Barnabas zeiden onomwonden: ‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen wenden.  46 Des te vrijmoediger zeggen Paulus en Barnabas: het was nodig dat eerst tot u het woord van God gesproken werd; maar nu gij het verstoot en uzelf het eeuwige leven niet waardig oordeelt, zie, keren wij ons naar de heidenen,  46. S'enhardissant alors, Paul et Barnabé déclarèrent : « C'était à vous d'abord qu'il fallait annoncer la parole de Dieu. Puisque vous la repoussez et ne vous jugez pas dignes de la vie éternelle, eh bien ! nous nous tournons vers les païens. 

King James Bible . [46] Then Paul and Barnabas waxed bold, and said, It was necessary that the word of God should first have been spoken to you: but seeing ye put it from you, and judge yourselves unworthy of everlasting life, lo, we turn to the Gentiles.

Tekstuitleg van Hnd 13,46 .

Hnd 13,47 - Hnd 13,47 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
47outôs gar entetaltai èmin o kurios, tetheika se eis fôs ethnôn tou einai se eis sôtèrian eôs eschatou tès gès. 47 sic enim praecepit nobis Dominus posui te in lumen gentibus ut sis in salutem usque ad extremum terrae  47 Want alzo heeft ons de Heere geboden, zeggende: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij zoudt zijn tot zaligheid, tot aan het uiterste der aarde.  47 Denn so hat uns der Herr geboten (Jesaja 49,6): »Ich habe dich zum Licht der Heiden gemacht, damit du das Heil seist bis an die Enden der Erde.«  [47] Want zo luidt de opdracht van de Heer aan ons: Ik heb u opgesteld als een licht voor de heidenen, om tot heil te zijn tot het uiteinde van de aarde.’  [47] Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.”’  47 want zo heeft ons de Heer geboden: ‘ik heb jou gesteld tot een licht der heidenen, opdat je tot heil–en–bevrijding zult zijn tot aan het uiterste der aarde!’   47. Car ainsi nous l'a ordonné le Seigneur : Je t'ai établi lumière des nations, pour que tu portes le salut jusqu'aux extrémités de la terre. » 

King James Bible . [47] For so hath the Lord commanded us, saying, I have set thee to be a light of the Gentiles, that thou shouldest be for salvation unto the ends of the earth.

Tekstuitleg van Hnd 13,47 . Dit vers Hnd 13,47 telt 20 (2 X 2 X 5) woorden en 85 (3 X 17) letters . De getalwaarde van Hnd 13,47 is 12873 (3 X 7 X 613) .

- Js 49,6 : idou tetheika se ... eis fôs ethnôn tou einai se eis sôtèrion heôs eschatou tès gès = zie ik heb u gesteld tot licht voor de volkeren opdat je tot redding zoudt zijn tot het uiteinde van de aarde .
- Hnd 13,47 citeert Js 49,6 : idou tetheika se eis fôs ethnôn tou einai se eis sôtèrion heôs eschatou tès gès = zie ik heb u gesteld tot licht voor de volkeren opdat je tot redding zoudt zijn tot het uiteinde van de aarde .

1. 3. houtôs (zo) . Verwijzing : houtôs (zo, op deze wijze) , zie Mt 21,6 . In 907 verzen in de bijbel . In 708 verzen in het O.T. . In 199 verzen in het N.T. . In eenentwintig verzen bij Lucas . In zesentwintig verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,11 . (2) Hnd 3,18 . (3) Hnd 7,1 . (4) Hnd 7,6 . (5) Hnd 7,8 . (6) Hnd 8,32 . (7) Hnd 12,8 . (8) Hnd 12,15 . (9) Hnd 13,8 . (10) Hnd 13,34 . (11) Hnd 13,47 . (12) Hnd 14,1 . (13) Hnd 17,11 . (14) Hnd 17,33 . (15) Hnd 19,20 . (16) Hnd 20,11 . (17) Hnd 20,13 . (18) Hnd 20,35 . (19) Hnd 21,11 . (20) Hnd 22,24 . (21) Hnd 24,9 . (22) Hnd 24,14 . (23) Hnd 27,17 . (24) Hnd 27,25 . (25) Hnd 27,44 . (26) Hnd 28,14 .

1. - 6. - entetaltai (hij heeft opgedragen) . Verwijzing : entellô (bevelen, opdragen, vragen) , zie Mt 28,20 . Perfectum derde persoon enkelvoud . In 8 verzen in de bijbel . In 7 verzen in het O.T. : (4) 1 K 13,17 : hoti houtôs entetaltai moi en logôi kurios = want zo heeft de Heer met een woord mij opgedragen . De profeet laat zich toch door iemand verleiden om aan het woord van God te verzaken met een noodlottig gevolg . In één vers in het N.T. : Hnd 13,47 : houtôs gar entetaltai hèmin kurios = want zo heeft de Heer ons opgedragen . Men moet zich houden aan de opdracht die iemand van God heeft ontvangen .

7. tetheika (ik heb gesteld) . Verwijzing : nathan (geven) , zie Ps 111,6 . Actief perfectum eerste persoon enkelvoud van het werkwoord tithèmi (stellen) . In acht verzen in de bijbel .
In zes verzen in het O.T. : (1) Gn 17,5 . (2) Js 49,6 . (3) Jr 1,5 . (4) Jr 1,18 . (5) Ez 4,6 . (6) Ez 5,5 . (7) Hnd 13,47 . (8) Rom 4,17 .
(1) Gn 17,5 : hoti patera pollôn ethnôn tetheika se = want tot vader van vele volkeren heb ik u gesteld . Zie Rom 4,17 (citeert Gn 17,5) : patera pollôn ethnôn tetheika se = tot vader van vele volkeren heb ik u gesteld .
(2) Js 49,6 : idou tetheika se ... eis fôs ethnôn tou einai se eis sôtèrion heôs eschatou tès gès = zie ik heb u gesteld tot licht voor de volkeren opdat je tot redding zoudt zijn tot het uiteinde van de aarde . Zie Hnd 13,47 citeert Js 49,6 : idou tetheika se eis fôs ethnôn = zie ik heb u gesteld tot licht voor de volkeren .
(3) Jr 1,5 : profètèn eis ethnè tetheika se : tot profeet voor de volkeren heb ik u gesteld .
(7) Hnd 13,47 citeert Js 49,6 : eis fôs ethnôn tou einai se eis sôtèrion heôs eschatou tès gès = zie ik heb u gesteld tot licht voor de volkeren opdat je tot redding zoudt zijn tot het uiteinde van de aarde .
In Hnd 13,47 dat Js 49,6 citeert wordt licht voor de volkeren gecombineerd met tot redding zijn tot het uiteinde van de aarde . Hnd 13,47 = Js 49,6 : eis fôs ethnôn tou einai se eis sôtèrion heôs eschatou tès gès = zie ik heb u gesteld tot licht voor de volkeren opdat je tot redding zoudt zijn tot het uiteinde van de aarde . Zie Hnd 13,47 .

10. fôs (licht) . Verwijzing : fôs (licht) , zie Mt 5,14 . In acht verzen in Hnd : (1) Hnd 9,3 . (2) Hnd 12,7 . (3) Hnd 13,47 . (4) Hnd 22,6 . (5) Hnd 22,9 . (6) Hnd 26,13 . (7) Hnd 26,18 . (8) Hnd 26,23 .

Hnd 13,48 - Hnd 13,48 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
48akouonta de ta ethnè echairon kai edoxazon ton logon tou kuriou, kai episteusan osoi èsan tetagmenoi eis zôèn aiônion:  48 audientes autem gentes gavisae sunt et glorificabant verbum Domini et crediderunt quotquot erant praeordinati ad vitam aeternam  48 Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven.  48 Als das die Heiden hörten, wurden sie froh und priesen das Wort des Herrn, und alle wurden gläubig, die zum ewigen Leben bestimmt waren.  [48] De heidenen waren verheugd toen ze dat hoorden en verheerlijkten het woord van de Heer, en allen die bestemd waren voor het eeuwig leven namen het geloof aan.  [48] Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich en spraken ze vol lof over het woord van de Heer, en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof.  48 De heidenen die dat hoorden zijn verheugd geweest en hebben het woord van God verheerlijkt; allen die bestemd waren tot eeuwig leven zijn tot geloof gekomen,–  48. Tout joyeux à ces mots, les païens se mirent à glorifier la parole du Seigneur, et tous ceux-là embrassèrent la foi, qui étaient destinés à la vie éternelle. 

King James Bible . [48] And when the Gentiles heard this, they were glad, and glorified the word of the Lord: and as many as were ordained to eternal life believed.

Tekstuitleg van Hnd 13,48 .

9. logon (woord , ver-woord-ing) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr. leçon . Accusatief mannelijk enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logos (woord) . In 347 verzen in de bijbel . In 127 verzen in het N.T. . Mt (17) . Mc (18) . Lc (10) . Joh (14) . Hnd (31) : (1) Hnd 1,1 . (2) Hnd 2,41 . (3) Hnd 4,4 . (4) Hnd 4,29 . (5) Hnd 4,31 . (6) Hnd 6,2 . (7) Hnd 8,4 . (8) Hnd 8,14 . (9) Hnd 8,25 . (10) Hnd 10,36 . (11) Hnd 10,44 . (12) Hnd 11,1 . (13) Hnd 11,19 . (14) Hnd 13,5 . (15) Hnd 13,7 . (16) Hnd 13,44 . (17) Hnd 13,46 . (18) Hnd 13,48 . (19) Hnd 14,25 . (20) Hnd 15,7 . (21) Hnd 15,35 . (22) Hnd 15,36 . (23) Hnd 16,6 . (24) Hnd 16,32 . (25) Hnd 17,11 . (26) Hnd 18,11 . (27) Hnd 18,14 . (28) Hnd 19,10 . (29) Hnd 19,38 . (30) Hnd 19,40 . (31) Hnd 20,7 .

8. - 11. ton logon tou kuriou (het woord van de Heer) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . In het N.T. enkel in Hnd : (1) Hnd 8,25 . (2) Hnd 13,48 . (3) Hnd 15,35 . (4) Hnd 15,36 . (5) Hnd 16,32 . (6) Hnd 19,10 .

Hnd 13,49 - Hnd 13,49 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
49diefereto de o logos tou kuriou di olès tès chôras.   49 disseminabatur autem verbum Domini per universam regionem  49 En het Woord des Heeren werd door het gehele land uitgebreid.   49 Und das Wort des Herrn breitete sich aus in der ganzen Gegend.  
[49] Het woord van de Heer verbreidde zich door de hele streek.
[49] Het woord van de Heer verspreidde zich over de hele streek.   49 en het woord over de Heer is uitgedragen door heel de landstreek.  49. Ainsi la parole du Seigneur se répandait dans toute la région.  

King James Bible . [49] And the word of the Lord was published throughout all the region.

Tekstuitleg van Hnd 13,49 .

4. logos (woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Nominatief mannelijk enkelvoud . In 296 verzen in de bijbel . In vijfenzestig verzen in het N.T. . In negen verzen in Hnd : (1) Hnd 6,5 . (2) Hnd 6,7 . (3) Hnd 11,22 . (4) Hnd 12,24 . (5) Hnd 13,15 . (6) Hnd 13,26 . (7) Hnd 13,49 . (8) Hnd 17,13 . (9) Hnd 19,20 .

3. - 4. ho logos (het woord) . Verwijzing : logos (woord) , zie Mt 7,24 . Bepaald lidwoord nominatief mannelijk enkelvoud ho (de) en zelfstandig naamwoord nominatief mannelijk enkelvoud logos (woord) . In tweeënzestig verzen in het N.T. . In acht van de negen verzen van hierboven ; niet in Hnd 13,15 .

Hnd 13,50 - Hnd 13,50 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
50oi de ioudaioi parôtrunan tas sebomenas gunaikas tas euschèmonas kai tous prôtous tès poleôs kai epègeiran diôgmon epi ton paulon kai barnaban, kai exebalon autous apo tôn oriôn autôn.   50 Iudaei autem concitaverunt religiosas mulieres et honestas et primos civitatis et excitaverunt persecutionem in Paulum et Barnaban et eiecerunt eos de finibus suis  50 Maar de Joden maakten op de godsdienstige en eerlijke vrouwen, en de voornaamsten van de stad, en verwekten vervolging tegen Paulus en Barnabas, en wierpen ze uit hun landpalen.  50 Aber die Juden hetzten die gottesfürchtigen vornehmen Frauen und die angesehensten Männer der Stadt auf und stifteten eine Verfolgung an gegen Paulus und Barnabas und vertrieben sie aus ihrem Gebiet.   [50] Maar de Joden stookten de godvrezende vrouwen uit de hogere kringen en de notabelen uit de stad op, ze ontketenden een vervolging tegen Paulus en Barnabas, en ze verjoegen hen uit hun gebied.   [50] De Joden hitsten echter de vrome vrouwen uit de hogere kringen op, evenals de vooraanstaande burgers van de stad, en wisten hen zover te krijgen dat ze zich tegen Paulus en Barnabas keerden, zodat die uit het gebied werden verdreven.  50 Maar de Judeeërs stoken de vrome vrouwen van aanzien en de eersten van de stad óp. Ze wekken een vervolging op tegen Paulus en Barnabas en drijven hen uit hun gebied.  50. Mais les Juifs montèrent la tête aux dames de condition qui adoraient Dieu ainsi qu'aux notables de la ville ; il suscitèrent de la sorte une persécution contre Paul et Barnabé et les chassèrent de leur territoire.  

King James Bible . [50] But the Jews stirred up the devout and honourable women, and the chief men of the city, and raised persecution against Paul and Barnabas, and expelled them out of their coasts.

Tekstuitleg van Hnd 13,50 .

Hnd 13,51 - Hnd 13,51 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
51oi de ektinaxamenoi ton koniorton tôn podôn ep autous èlthon eis ikonion,   51 at illi excusso pulvere pedum in eos venerunt Iconium  51 Doch zij schudden het stof van hun voeten af tegen dezelve, en kwamen te Ikonium.  51 Sie aber schüttelten den Staub von ihren Füßen zum Zeugnis gegen sie und kamen nach Ikonion.  [51] Zij schudden* het stof van hun voeten af tegen hen en gingen naar Ikonium*;  [51] Maar zij schudden het stof van hun voeten omdat ze niets meer met hen te maken wilden hebben en vertrokken naar Ikonium.   51 Maar die schudden tegen hen het stof van de voeten en komen aan in Ikonium.   51. Ceux-ci, secouant contre eux la poussière de leur pieds, se rendirent à Iconium. 

King James Bible . [51] But they shook off the dust of their feet against them, and came unto Iconium.

Tekstuitleg van Hnd 13,51 .

Hnd 13,52 - Hnd 13,52 : In Antiochië in Pisidië : Hnd 13,13-52 -- Hnd 13 -- bijbeloverzicht -- Hnd (Handelingen) -- bijbelverwijzingen -- Hnd 13,13 - Hnd 13,14 - Hnd 13,15 - Hnd 13,16 - Hnd 13,17 - Hnd 13,18 - Hnd 13,19 - Hnd 13,20 - Hnd 13,21 - Hnd 13,22 - Hnd 13,23 - Hnd 13,24 - Hnd 13,25 - Hnd 13,26 - Hnd 13,27 - Hnd 13,28 - Hnd 13,29 - Hnd 13,30 - Hnd 13,31 - Hnd 13,32 - Hnd 13,33 - Hnd 13,34 - Hnd 13,35 - Hnd 13,36 - Hnd 13,37 - Hnd 13,38 - Hnd 13,39 - Hnd 13,40 - Hnd 13,41 - Hnd 13,42 - Hnd 13,430 - Hnd 13,44 - Hnd 13,45 - Hnd 13,46 - Hnd 13,47 - Hnd 13,48 - Hnd 13,49 - Hnd 13,50 - Hnd 13,51 - Hnd 13,52 -
Griekse tekst Vulgaat Statenvertaling Luther-Bibel Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
eplèrounto charas kai pneumatis hagiou  52oi te mathètai eplèrounto charas kai pneumatos agiou. 52 discipuli quoque replebantur gaudio et Spiritu Sancto   52 En de discipelen werden vervuld met blijdschap en met den Heiligen Geest.  52 Die Jünger aber wurden erfüllt von Freude und Heiligem Geist.   [52] maar de leerlingen waren vervuld van vreugde en heilige Geest.  [52] De achterblijvende leerlingen waren vervuld van vreugde en van de heilige Geest.   52 De leerlingen zijn vervuld gebleven van vreugde en heilige Geest.   52. Quant aux disciples, ils étaient remplis de joie et de l'Esprit Saint.  

King James Bible . [52] And the disciples were filled with joy, and with the Holy Ghost.

Tekstuitleg van Hnd 13,52 .

4. eplèrounto (zij vervulden) . Imperfectum derde persoon meervoud . Verwijzing : pimplèmi (vervullen, vol maken) , zie Lc 4,1 . In twee verzen in de bijbel : (1) Hnd 9,23 . (2) Hnd 13,52 (eplèrounto charas kai pneumatis hagiou = zij werden vervuld van genade en heilige geest) .