DE EERSTE BRIEF VAN JOHANNES 3 - 1 Joh 3 -
- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh (Johannes)
-- 1 Joh 3 -
- 1 Joh
2,28-3,10 -- 1
Joh 3,1-2 -- 1 Joh 3,1-3 -- 1
Joh 3,11-24 -- 1
Joh 3,18-24 -
- bijbeloverzicht
per pericope - bijbeloverzicht
per vers - bijbeloverzicht
: liturgisch gebruik - bijbeloverzicht
: woordgebruik -- A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z
-- bijbeloverzicht
: commentaar -
Overzicht van het N.T. : NT
: overzicht , NT
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y
- Z - ,
NT : commentaar
,
OVERZICHT
1 Joh - TAALGEBRUIK
1 Joh - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z --
COMMENTAAR
1 Joh .
Overzicht : 1
Joh 1 , 1 Joh
2 , 1 Joh 3
, 1 Joh 4 , 1
Joh 5
Uitleg per pericope :
- 1 Joh
2,28-3,10 : Kinderen van God .
- 1 Joh
3,11-24 : Het gebod van de liefde .
Uitleg vers per vers : - 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 - 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 -
WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE
VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email:
arseen.de.kesel@pandora.be
.
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/
en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ
DE HAND - NIEUW
- OVERZICHT
- TIJDSCHRIFTEN
-
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B
- C - D
- E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y - Z
HOOFDTHEMA'S :
allochtonen , armoede , bahá'í
, bezinningsteksten
, bijbel , bijbel en koran ,
boeddhisme ,
christendom ,
extreemrechts
(Vlaams Blok)
, fundamentalisme
, globalisering en antiglobalisering
, hindoeïsme
, interlevensbeschouwelijke
dialoog , interreligieuze
meditatie , islam , jodendom
, koran
, levensbeschouwing
, levensbeschouwing / godsdienst
en onderwijs , racisme , samenleving ,
sikhisme , spiritualiteit
, tewerkstelling
van allochtonen , vluchtelingen
en asielzoekers , vrijzinnigheid
, witte scholen , multiculturele
scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige
beschouwingen , Het
kleine of grote ongenoegen
|
Woordenschat
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik
- 1 Joh
3,1-2 : 4de
(vierde) paaszondag B .
- 1 Joh
3,1-3 : Allerheiligen
van de Heer ABC .
- 1 Joh 3,18-24
: 5de
(vijfde) paaszondag B .
Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht
, bijbelverwijzingen
- A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Oude Testament ,
Pentateuch
, Historische
boeken , Profeten
, Wijsheidsboeken
, NT : overzicht
, Evangelies
, Synoptici
, Brieven
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus) ,
Lv (Leviticus) ,
Nu (Numeri) , Dt
(Deuteronomium) , Joz
(Jozua) , Re (Rechters)
, Rt (Ruth) , 1
S (1 Samuël) , 2
S (2 Samuël) , 1
K (1 Koningen) , 2
K (2 Koningen) , 1
Kr ( 1 Kronieken) , 2
Kr (2 Kronieken) , Ezr
(Ezra) , Neh (Nehemia)
, Tob (Tobia) ,
Jdt (Judith) ,
Est (Esther) ,
1 Mak (1 Makkabeeën)
, 2 Mak (2 Makkabeeën)
, Job , Ps
(Psalmen ) , Spr
(Spreuken) , Pr
(Prediker) , Hl
(Hooglied) , W (Wijsheid)
, Sir (Sirach)
, Js (Jesaja) ,
Jr (Jeremia) , Kl
(Klaagliederen) , Bar
(Baruch) , Ez (Ezechiël)
, Da (Daniël)
, Hos (Hosea) ,
Jl (Joël) ,
Am (Amos) , Ob
(Obadja) , Jon
(Jona) , Mi (Micha)
, Nah (Nahum) ,
Hab (Habakuk) ,
Sef (Sefanja) ,
Hag (Haggai) ,
Zach (Zacharia)
, Mal (Maleachi)
.
- NT : Mt (Matteüs)
- Mc (Marcus)
- Lc (Lucas) -
Joh (Johannes)
- Hnd (Handelingen)
, Rom (Rome) ,
1 Kor (Korinte)
, 2 Kor (Korinte)
, Gal (Galatië)
, Ef (Efese) , Fil
(Filippi) , Kol
(Kolosse) , 1 Tes
(Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit
(Titus) , Film
(Filemon) , Heb
(Hebreeën) , Jak
(Jakobus) , 1 Pe
(Petrus) , 2 Pe
(Petrus) , 1 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , Jud
(Judas) , Apk (Apokalyps)
.
Overzicht van de
bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie
bijbel -
bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
Lezing op de 4de
(vierde) paaszondag B : 1 Johannes 3,1-2 . Verwijzing
: 1 Joh
3,1-2 .
Vrienden, hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft! Wij worden
kinderen van God genoemd en we zijn het ook. De wereld begrijpt ons niet en
ze kent ons niet omdat zij Hem niet heeft erkend. Vrienden, nu reeds zijn wij
kinderen van God en wat wij zullen zijn is nog niet geopenbaard; maar wij weten
dat wanneer het geopenbaard wordt wij aan Hem gelijk zullen zijn omdat wij Hem
zullen zien zoals Hij is.
Lezing op Allerheiligen
van de Heer ABC : 1 Johannes 3,1-3 . Verwijzing
: 1 Joh
3,1-3 .
Vrienden, hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft! Wij worden
kinderen van God genoemd en we zijn het ook. De wereld begrijpt ons niet en
ze kent ons niet omdat zij Hem niet heeft erkend. Vrienden, nu reeds zijn wij
kinderen van God en wat wij zullen zijn is nog niet geopenbaard; maar wij weten
dat wanneer het geopenbaard wordt wij aan Hem gelijk zullen zijn omdat wij Hem
zullen zien zoals Hij is. Wie zulk een heil van God verwacht, maakt zich rein
zoals Christus rein is.
1 Joh 3,1 - 1
Joh 3,1 : Kinderen van God - 1
Joh 2,28-3,10 -- 1
Joh 2,28 - 1
Joh 2,29 -- 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
4de
(vierde) paaszondag B - Allerheiligen
van de Heer ABC |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
1idete potapèn agapèn dedôken
èmin o patèr ina tekna theou klèthômen:
kai esmen. dia touto o kosmos ou ginôskei èmas oti ouk
egnô auton. |
1 videte qualem caritatem dedit nobis Pater ut filii
Dei nominemur et sumus propter hoc mundus non novit nos quia non novit
eum |
Vrienden, hoe groot is de liefde die de Vader ons
betoond heeft! Wij worden kinderen van God genoemd en we zijn het
ook. De wereld begrijpt ons niet en ze kent ons niet omdat zij Hem
niet heeft erkend. |
1 Ziet, hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft,
namelijk dat wij kinderen Gods genaamd zouden worden. Daarom kent
ons de wereld niet, omdat zij Hem niet kent. |
[29] Hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond
heeft! Wij worden kinderen van God genoemd, en we zijn het ook. De
wereld* kent ons niet, omdat zij Hem niet heeft erkend. |
[1] Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader
ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat
zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld hem
niet kent. |
1 ¶ Ziet welk een liefde de Vader ons heeft gegeven,
opdat wij werden uitgeroepen tot kinderen Gods,– wat we ook zijn!
Daarom erkent de wereld ons niet, omdat ze hem niet heeft leren kennen.
|
1. Voyez quelle manifestation d'amour le Père nous
a donnée pour que nous soyons appelés enfants de Dieu. Et nous le
sommes ! Si le monde ne nous connaît pas, c'est qu'il ne l'a pas connu.
|
|
King James Bible . [1] Behold, what manner of love the Father hath bestowed
upon us, that we should be called the sons of God: therefore the world knoweth
us not, because it knew him not.
Luther-Bibel . 3 1 Seht, welch eine Liebe hat uns der Vater erwiesen, dass wir
Gottes Kinder heißen sollen – und wir sind es auch! Darum kennt uns die Welt
nicht; denn sie kennt ihn nicht.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,1 .
1 Joh 3,2 - 1
Joh 3,2 : Kinderen van God - 1
Joh 2,28-3,10 -- 1
Joh 2,28 - 1
Joh 2,29 -- 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
4de
(vierde) paaszondag B - Allerheiligen
van de Heer ABC |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
2agapètoi, nun tekna theou esmen, kai oupô
efanerôthè ti esometha. oidamen oti ean fanerôthè
omoioi autô esometha, oti opsometha auton kathôs estin.
|
2 carissimi nunc filii Dei sumus et nondum apparuit
quid erimus scimus quoniam cum apparuerit similes ei erimus quoniam
videbimus eum sicuti est |
Vrienden, nu reeds zijn wij kinderen van God en
wat wij zullen zijn is nog niet geopenbaard; maar wij weten dat wanneer
het geopenbaard wordt wij aan Hem gelijk zullen zijn omdat wij Hem
zullen zien zoals Hij is. |
2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is
nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als
Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen
Hem zien, gelijk Hij is. |
[2] Geliefden, nu al zijn wij kinderen van God,
en wat wij zullen zijn is nog niet verschenen; maar wij weten dat,
wanneer Hij zal verschijnen, wij aan Hem gelijk zullen zijn; want
wij zullen Hem zien zoals Hij is. |
[2] Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al
kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar
we weten dat we aan hem gelijk zullen zijn wanneer hij zal verschijnen,
want dan zien we hem zoals hij is. |
2 Geliefden, nú zijn we al kinderen van God en dan
is nog niet eens verschenen wat wij zúllen zijn; maar we weten dat,
als hij verschijnt, wij op hem gelijkend zullen zijn,– dat we hem
zullen zien zoals hij is. |
2. Bien-aimés, dès maintenant, nous sommes enfants
de Dieu, et ce que nous serons n'a pas encore été manifesté. Nous
savons que lors de cette manifestation nous lui serons semblables,
parce que nous le verrons tel qu'il est. |
|
King James Bible . [2] Beloved, now are we the sons of God, and it doth not
yet appear what we shall be: but we know that, when he shall appear, we shall
be like him; for we shall see him as he is.
Luther-Bibel . 2 Meine Lieben, wir sind schon Gottes Kinder; es ist aber noch
nicht offenbar geworden, was wir sein werden. Wir wissen aber: wenn es offenbar
wird, werden wir ihm gleich sein; denn wir werden ihn sehen, wie er ist.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,2 .
1 Joh 3,3 - 1
Joh 3,3 : Kinderen van God - 1
Joh 2,28-3,10 -- 1
Joh 2,28 - 1
Joh 2,29 -- 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
Allerheiligen
van de Heer ABC |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
3kai pas o echôn tèn elpida tautèn
ep autô agnizei eauton kathôs ekeinos agnos estin. |
3 et omnis qui habet spem hanc in eo sanctificat
se sicut et ille sanctus est |
Wie zulk een heil van God verwacht, maakt zich rein
zoals Christus rein is. |
3 En een iegelijk, die deze hoop op Hem heeft, die
reinigt zichzelven, gelijk Hij rein is. |
[3] Wie dit van Hem verwacht, maakt zich rein, zoals
Jezus rein is. |
[3] Ieder die dit vol vertrouwen van hem verwacht
maakt zich rein, zoals ook Jezus rein is. |
3 Dus ieder die deze hoop op hem gevestigd heeft
zuivert zich zoals hij zuiver is; |
3. Quiconque a cette espérance en lui se rend pur
comme celui-là est pur. |
|
King James Bible . [3] And every man that hath this hope in him purifieth himself,
even as he is pure.
Luther-Bibel . 3 Und ein jeder, der solche Hoffnung auf ihn hat, der reinigt
sich, wie auch jener rein ist.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,3 .
1 Joh 3,4 - 1
Joh 3,4 : Kinderen van God - 1
Joh 2,28-3,10 -- 1
Joh 2,28 - 1
Joh 2,29 -- 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
4pas o poiôn tèn amartian kai tèn
anomian poiei, kai è amartia estin è anomia. |
4 omnis qui facit peccatum et iniquitatem facit
et peccatum est iniquitas |
|
4 Een iegelijk, die de zonde doet, die doet ook
de ongerechtigheid; want de zonde is de ongerechtigheid. |
[4] Wie zonde doet, overtreedt* Gods wet, want de
zonde ís Gods wet overtreden. |
[4] Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want
zondigen is Gods wet overtreden. |
4 ¶ ieder die de zonde doet doet ook of er geen
Wet is, ja, de zonde ís de wet–loosheid. |
4. Quiconque commet le péché commet aussi l'iniquité,
car le péché est l'iniquité. |
|
King James Bible . [4] Whosoever committeth sin transgresseth also the law:
for sin is the transgression of the law.
Luther-Bibel . 4 Wer Sünde tut, der tut auch Unrecht, und die Sünde ist das
Unrecht.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,4 .
1 Joh 3,5 - 1
Joh 3,5 : Kinderen van God - 1
Joh 2,28-3,10 -- 1
Joh 2,28 - 1
Joh 2,29 -- 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
5kai oidate oti ekeinos efanerôthè
ina tas amartias arè, kai amartia en autô ouk estin. |
5 et scitis quoniam ille apparuit ut peccata tolleret
et peccatum in eo non est |
|
5 En gij weet, dat Hij geopenbaard is, opdat Hij
onze zonden zou wegnemen; en geen zonde is in Hem. |
[5] En u weet dat Jezus verschenen is om de zonden
weg te nemen, en er is in Hem geen zonde. |
[5] U weet dat Jezus verschenen is om de zonden
weg te nemen; er is in hem geen zonde. |
5 Ge weet dat hij is verschenen om de zonden weg
te nemen, en in hem is geen zonde. |
5. Or vous savez que celui-là s'est manifesté pour
ôter les péchés et qu'il n'y a pas de péché en lui. |
|
King James Bible . [5] And ye know that he was manifested to take away our
sins; and in him is no sin.
Luther-Bibel . 5 Und ihr wisst, dass er erschienen ist, damit er die Sünden
wegnehme, und in ihm ist keine Sünde.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,5 .
1 Joh 3,6 - 1
Joh 3,6 : Kinderen van God - 1
Joh 2,28-3,10 -- 1
Joh 2,28 - 1
Joh 2,29 -- 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
6pas o en autô menôn ouch amartanei:
pas o amartanôn ouch eôraken auton oude egnôken
auton. |
6 omnis qui in eo manet non peccat omnis qui peccat
non vidit eum nec cognovit eum |
|
6 Een iegelijk, die in Hem blijft, die zondigt
niet; een iegelijk, die zondigt, die heeft Hem niet gezien, en heeft
Hem niet gekend. |
[6] Wie in Hem blijft, zondigt niet; de zondaar
heeft Hem niet gezien en kent Hem niet. |
[6] Ieder die in hem blijft, zondigt niet. Ieder
die zondigt, heeft hem nooit gezien en kent hem niet. |
6 Ieder die blijft in hem zondigt niet; ieder die
zondigt heeft hem niet gezien en hem niet leren kennen. |
6. Quiconque demeure en lui ne pèche pas. Quiconque
pèche ne l'a vu ni connu. |
|
King James Bible . [6] Whosoever abideth in him sinneth not: whosoever sinneth
hath not seen him, neither known him.
Luther-Bibel . 6 Wer in ihm bleibt, der sündigt nicht; wer sündigt, der hat
ihn nicht gesehen und nicht erkannt.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,6 .
1 Joh 3,7 - 1
Joh 3,7 : Kinderen van God - 1
Joh 2,28-3,10 -- 1
Joh 2,28 - 1
Joh 2,29 -- 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
7teknia, mèdeis planatô umas: o poiôn
tèn dikaiosunèn dikaios estin, kathôs ekeinos
dikaios estin: |
7 filioli nemo vos seducat qui facit iustitiam iustus
est sicut et ille iustus est |
|
7 Kinderkens, dat u niemand verleide. Die de rechtvaardigheid
doet, die is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is. |
[7] Kinderen, laat niemand u op een dwaalspoor brengen;
wie de gerechtigheid doet, is een rechtvaardige zoals Hij rechtvaardig
is; |
[7] Kinderen, laat niemand u misleiden: wie rechtvaardig
leeft is een rechtvaardige, zoals ook Jezus rechtvaardig is, |
7 Kinderen, laat niemand u misleiden: wie de gerechtigheid
doet is een gerechte, zoals híj de gerechte is. |
7. Petits enfants, que personne ne vous égare. Celui
qui pratique la justice est juste comme celui-là est juste. |
|
King James Bible . [7] Little children, let no man deceive you: he that doeth
righteousness is righteous, even as he is righteous.
Luther-Bibel . 7 Kinder, lasst euch von niemandem verführen! Wer recht tut,
der ist gerecht, wie auch jener gerecht ist.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,7 .
1 Joh 3,8 - 1
Joh 3,8 : Kinderen van God - 1
Joh 2,28-3,10 -- 1
Joh 2,28 - 1
Joh 2,29 -- 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
8o poiôn tèn amartian ek tou diabolou
estin, oti ap archès o diabolos amartanei. eis touto efanerôthè
o uios tou theou, ina lusè ta erga tou diabolou. |
8 qui facit peccatum ex diabolo est quoniam ab initio
diabolus peccat in hoc apparuit Filius Dei ut dissolvat opera diaboli |
|
8 Die de zonde doet, is uit den duivel; want de
duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard,
opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. |
[8] wie de zonde doet, is een kind van de duivel,
want de duivel zondigt vanaf het begin, en de Zoon van God is juist
verschenen om het werk van de duivel ongedaan te maken. |
[8] en wie zondigt komt uit de duivel voort, want
de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. De Zoon van God is dan
ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen. |
8 Wie de zonde doet is uit de duivel, want van het
begin af zondigt de duivel; daartoe is de Zoon van God geopenbaard:
om de werken van de duivel te ontbinden. |
8. Celui qui commet le péché est du diable, car
le diable est pécheur dès l'origine. C'est pour détruire les œuvres
du diable que le Fils de Dieu est apparu. |
|
King James Bible . [8] He that committeth sin is of the devil; for the devil
sinneth from the beginning. For this purpose the Son of God was manifested,
that he might destroy the works of the devil.
Luther-Bibel . 8 Wer Sünde tut, der ist vom Teufel; denn der Teufel sündigt
von Anfang an. Dazu ist erschienen der Sohn Gottes, dass er die Werke des Teufels
zerstöre.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,8 .
1 Joh 3,9 - 1
Joh 3,9 : Kinderen van God - 1
Joh 2,28-3,10 -- 1
Joh 2,28 - 1
Joh 2,29 -- 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
9pas o gegennèmenos ek tou theou amartian
ou poiei, oti sperma autou en autô menei: kai ou dunatai amartanein,
oti ek tou theou gegennètai. |
9 omnis qui natus est ex Deo peccatum non facit
quoniam semen ipsius in eo manet et non potest peccare quoniam ex
Deo natus est |
|
9 Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet
de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen,
want hij is uit God geboren. |
[9] Wie uit God geboren is, zondigt niet, want de
goddelijke* levenskiem blijft werkzaam in hem; hij kan* zelfs niet
zondigen, want hij is uit God geboren. |
[9] Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods
zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen, want hij is
uit God geboren. |
9 Ieder die uit God geboren is doet geen zonde,
omdat hij zijn zaaigoed blijft: hij kán niet zondigen, omdat hij uit
God geboren is. |
9. Quiconque est né de Dieu ne commet pas le péché
parce que sa semence demeure en lui ; il ne peut pécher, étant né
de Dieu. |
|
King James Bible . [9] Whosoever is born of God doth not commit sin; for his
seed remaineth in him: and he cannot sin, because he is born of God.
Luther-Bibel . 9 Wer aus Gott geboren ist, der tut keine Sünde; denn Gottes
Kinder bleiben in ihm und können nicht sündigen; denn sie sind von Gott geboren.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,9 .
1 Joh 3,10 - 1
Joh 3,10 : Kinderen van God - 1
Joh 2,28-3,10 -- 1
Joh 2,28 - 1
Joh 2,29 -- 1
Joh 3,1 - 1
Joh 3,2 - 1
Joh 3,3 - 1
Joh 3,4 - 1
Joh 3,5 - 1
Joh 3,6 - 1
Joh 3,7 - 1
Joh 3,8 - 1
Joh 3,9 - 1
Joh 3,10 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
10en toutô fanera estin ta tekna tou theou
kai ta tekna tou diabolou: pas o mè poiôn dikaiosunèn
ouk estin ek tou theou, kai o mè agapôn ton adelfon autou.
|
10 in hoc manifesti sunt filii Dei et filii diaboli
omnis qui non est iustus non est de Deo et qui non diligit fratrem
suum |
|
10 Hierin zijn de kinderen Gods en de kinderen des
duivels openbaar. Een iegelijk, die de rechtvaardigheid niet doet,
die is niet uit God, en die zijn broeder niet liefheeft, |
[10] Hieraan kan men de kinderen van God en de kinderen
van de duivel onderscheiden: wie de gerechtigheid niet doet, is niet
uit God, evenmin als hij die zijn broeder niet liefheeft. |
[10] Hieraan is te zien wie kinderen van God en
wie kinderen van de duivel zijn: wie niet rechtvaardig leeft, komt
niet uit God voort. Hetzelfde geldt voor wie zijn broeder of zuster
niet liefheeft. |
10 Hierin zijn ze verschenen,– de kinderen van God
en de kinderen des duivels: ieder die geen gerechtigheid doet is niet
uit God, evenmin wie niet liefheeft zijn broeder–of–zuster. |
10. A ceci sont reconnaissables les enfants de Dieu
et les enfants du diable : quiconque ne pratique pas la justice n'est
pas de Dieu, ni celui qui n'aime pas son frère. |
|
King James Bible . [10] In this the children of God are manifest, and the children
of the devil: whosoever doeth not righteousness is not of God, neither he that
loveth not his brother.
Luther-Bibel . 10 Daran wird offenbar, welche die Kinder Gottes und welche die
Kinder des Teufels sind: Wer nicht recht tut, der ist nicht von Gott, und wer
nicht seinen Bruder lieb hat.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,10 .
1 Joh 3,11-24 : Het gebod van de liefde
- 1 Joh
3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh (Johannes)
-- 1 Joh 3 --
1 Joh
3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 -
1 Joh 3,11 - 1
Joh 3,11 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
11oti autè estin è aggelia èn
èkousate ap archès, ina agapômen allèlous:
|
11 quoniam haec est adnuntiatio quam audistis ab
initio ut diligamus alterutrum |
|
11 Want dit is de verkondiging, die gij van den
beginne gehoord hebt, dat wij elkander zouden liefhebben. |
[11] Want dit is de boodschap* die u vanaf het begin
gehoord hebt: dat wij elkaar moeten liefhebben. |
[11] Dit is immers wat u vanaf het begin hebt horen
verkondigen: dat we elkaar moeten liefhebben |
11 ¶ Omdat dit de verkondiging is die ge gehoord
hebt sinds het begin: dat we elkander zouden liefhebben,– |
11. Car tel est le message que vous avez entendu
dès le début : nous devons nous aimer les uns les autres, |
|
King James Bible . [11] For this is the message that ye heard from the beginning,
that we should love one another.
Luther-Bibel . 11 Denn das ist die Botschaft, die ihr gehört habt von Anfang
an, dass wir uns untereinander lieben sollen,
Tekstuitleg van 1
Joh 3,11 .
1 Joh 3,12 - 1
Joh 3,12 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
12ou kathôs kain ek tou ponèrou èn
kai esfaxen ton adelfon autou: kai charin tinos esfaxen auton; oti
ta erga autou ponèra èn, ta de tou adelfou autou dikaia.
|
12 non sicut Cain ex maligno erat et occidit fratrem
suum et propter quid occidit eum quoniam opera eius maligna erant
fratris autem eius iusta |
|
12 Niet gelijk Kaïn, die uit den boze was, en zijn
broeder doodsloeg; en om wat oorzaak sloeg hij hem dood? Omdat zijn
werken boos waren, en van zijn broeder rechtvaardig. |
[12] Wij mogen niet zijn zoals Kaïn, die een kind
van de boze was en zijn broer vermoordde. En waarom vermoordde hij
hem? Omdat zijn eigen daden slecht waren en die van zijn broer goed.
|
[12] en niet moeten doen zoals Kaïn, die voortkwam
uit hem die het kwaad zelf is, en zijn broer doodsloeg. En waarom
sloeg hij hem dood? Omdat zijn eigen daden slecht waren en die van
zijn broer rechtvaardig. |
12 niet zoals Kaïn uit den boze was en zijn broeder
afslachtte; en dankzij wát slachtte hij hem af?– omdat zijn werken
boos waren en die van zijn broeder rechtvaardig. |
12. loin d'imiter Caïn, qui, étant du Mauvais, égorgea
son frère. Et pourquoi l'égorgea-t-il ? Parce que ses œuvres étaient
mauvaises, tandis que celles de son frère étaient justes. |
|
King James Bible . [12] Not as Cain, who was of that wicked one, and slew his
brother. And wherefore slew he him? Because his own works were evil, and his
brother's righteous.
Luther-Bibel . 12 nicht wie Kain, der von dem Bösen stammte und seinen Bruder
umbrachte. Und warum brachte er ihn um? Weil seine Werke böse waren und die
seines Bruders gerecht.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,12 .
1 Joh 3,13 - 1
Joh 3,13 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
13[kai] mè thaumazete, adelfoi, ei misei
umas o kosmos. |
13 nolite mirari fratres si odit vos mundus |
|
13 Verwondert u niet, mijn broeders, zo u de wereld
haat. |
[13] Broeders en zusters, wees niet verwonderd als
de wereld* u haat. |
[13] Wees niet verbaasd, broeders en zusters, als
de wereld u haat. |
13 Dus: weest niet verbaasd, broeders–en–zusters,
als de wereld u haat; |
13. Ne vous étonnez pas, frères, si le monde vous
hait. |
|
King James Bible . [13] Marvel not, my brethren, if the world hate you.
Luther-Bibel . 13 Wundert euch nicht, meine Brüder, wenn euch die Welt hasst.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,13 .
1 Joh 3,14 - 1
Joh 3,14 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
14èmeis oidamen oti metabebèkamen
ek tou thanatou eis tèn zôèn, oti agapômen
tous adelfous: o mè agapôn menei en tô thanatô. |
14 nos scimus quoniam translati sumus de morte in
vitam quoniam diligimus fratres qui non diligit manet in morte |
|
14 Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit den dood
in het leven, dewijl wij de broeders liefhebben; die zijn broeder
niet liefheeft, blijft in den dood. |
[14] Wij zijn overgegaan van de dood naar het leven;
wij weten het, omdat wij onze broeders liefhebben. De mens zonder
liefde is nog in het gebied van de dood. |
[14] Wij weten dat we van de dood zijn overgegaan
naar het leven omdat we elkaar liefhebben. Wie niet liefheeft blijft
in de dood. |
14 ¶ wij weten dat we zijn overgegaan uit de dood
in het leven,– omdat we de broeders–en–zusters liefhebben; wie die
niet liefheeft, blijft in de dood; |
14. Nous savons, nous, que nous sommes passés de
la mort à la vie, parce que nous aimons nos frères. Celui qui n'aime
pas demeure dans la mort. |
|
King James Bible . [14] We know that we have passed from death unto life, because
we love the brethren. He that loveth not his brother abideth in death.
Luther-Bibel . 14 Wir wissen, dass wir aus dem Tod in das Leben gekommen sind;
denn wir lieben die Brüder. Wer nicht liebt, der bleibt im Tod.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,14 .
1 Joh 3,15 - 1
Joh 3,15 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
15pas o misôn ton adelfon autou anthrôpoktonos
estin, kai oidate oti pas anthrôpoktonos ouk echei zôèn
aiônion en autô menousan. |
15 omnis qui odit fratrem suum homicida est et scitis
quoniam omnis homicida non habet vitam aeternam in se manentem |
|
15 Een iegelijk, die zijn broeder haat, is een doodslager;
en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende. |
[15] Ieder die zijn broeder haat, is een moordenaar,
en u weet dat een moordenaar het eeuwig leven niet blijvend in zich
heeft. |
[15] Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is
een moordenaar, en u weet dat een moordenaar het eeuwige leven niet
blijvend in zich heeft. |
15 ieder die zijn broeder–of–zuster háát is een
mensenmoorder, en ge weet dat elke mensenmoorder geen eeuwig leven
heeft dat in hem blijft. |
15. Quiconque hait son frère est un homicide ; or
vous savez qu'aucun homicide n'a la vie éternelle demeurant en lui.
|
|
King James Bible . [15] Whosoever hateth his brother is a murderer: and ye
know that no murderer hath eternal life abiding in him.
Luther-Bibel . 15 Wer seinen Bruder hasst, der ist ein Totschläger, und ihr
wisst, dass kein Totschläger das ewige Leben bleibend in sich hat.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,15 .
1 Joh 3,16 - 1
Joh 3,16 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
16en toutô egnôkamen tèn agapèn,
oti ekeinos uper èmôn tèn psuchèn autou
ethèken: kai èmeis ofeilomen uper tôn adelfôn
tas psuchas theinai. |
16 in hoc cognovimus caritatem quoniam ille pro
nobis animam suam posuit et nos debemus pro fratribus animas ponere |
|
16 Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij
Zijn leven voor ons gesteld heeft; en wij zijn schuldig voor de broeders
het leven te stellen. |
[16] Wat liefde is, hebben wij geleerd van Jezus:
Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Dus zijn ook wij verplicht
ons leven te geven voor onze broeders. |
[16] Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die
zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven
te geven voor onze broeders en zusters. |
16 Hieraan hebben zij de liefde leren kennen, dat
hij voor ons lijf–en–ziel heeft ingezet; ook wíj moeten voor onze
broeders–en–zusters lijf–en–ziel inzetten; |
16. A ceci nous avons connu l'Amour : celui-là a
donné sa vie pour nous. Et nous devons, nous aussi, donner notre vie
pour nos frères. |
|
King James Bible . [16] Hereby perceive we the love of God, because he laid
down his life for us: and we ought to lay down our lives for the brethren.
Luther-Bibel . 16 Daran haben wir die Liebe erkannt, dass er sein Leben für
uns gelassen hat; und wir sollen auch das Leben für die Brüder lassen.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,16 .
1 Joh 3,17 - 1
Joh 3,17 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
|
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
17os d an echè ton bion tou kosmou kai theôrè
ton adelfon autou chreian echonta kai kleisè ta splagchna autou
ap autou, pôs è agapè tou theou menei en autô; |
17 qui habuerit substantiam mundi et viderit fratrem
suum necesse habere et clauserit viscera sua ab eo quomodo caritas
Dei manet in eo |
|
17 Zo wie nu het goed der wereld heeft, en ziet
zijn broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft
de liefde Gods in hem? |
[17] Hoe kan de goddelijke liefde blijven in een
mens die geld genoeg heeft, en toch zijn hart sluit voor de nood van
zijn broeder? |
[17] Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer
dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een
broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden? |
17 wie in de wereld z’n bezit heeft en toekijkt
terwijl zijn broeder–of–zuster gebrek heeft en zijn binnenste voor
hem–of–haar sluit, hoe kan de liefde Gods in zo iemand blijven? |
17. Si quelqu'un, jouissant des biens de ce monde,
voit son frère dans la nécessité et lui ferme ses entrailles, comment
l'amour de Dieu demeurerait-il en lui ? |
|
King James Bible . [17] But whoso hath this world's good, and seeth his brother
have need, and shutteth up his bowels of compassion from him, how dwelleth the
love of God in him?
Luther-Bibel . 17 Wenn aber jemand dieser Welt Güter hat und sieht seinen Bruder
darben und schließt sein Herz vor ihm zu, wie bleibt dann die Liebe Gottes in
ihm?
Tekstuitleg van 1
Joh 3,17 .
Lezing op de 5de
(vijfde) paaszondag B : 1 Joh 3,18-24 . Verwijzing
: 1 Joh
3,18-24 .
Vrienden, wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen maar met concrete
daden. Dat is onze maatstaf; daardoor krijgen wij de zekerheid dat wij thuishoren
bij de waarachtige God. Dan mogen wij ook voor zijn aanschijn ons geweten geruststellen
ook als het ons veroordeelt, want God is groter dan ons hart en Hij weet alles.
Dierbare vrienden, daar ons geweten ons dus niet hoeft te veroordelen mogen
wij vrijmoedig met God omgaan; wij krijgen van Hem alles wat wij vragen omdat
wij zijn geboden onderhouden en doen wat Hem aangenaam is. En dit is zijn gebod:
van harte geloven in zijn Zoon Christus en elkaar liefhebben zoals Hij ons bevolen
heeft. Wie zijn geboden onderhoudt blijft in God en God blijft in hem. En dat
Hij in ons woont weten we door de Geest die Hij ons gegeven heeft.
1 Joh 3,18 - 1
Joh 3,18 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
5de
(vijfde) paaszondag B |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
18teknia, mè agapômen logô mède
tè glôssè alla en ergô kai alètheia.
|
18 filioli non diligamus verbo nec lingua sed opere
et veritate |
Vrienden, wij moeten niet liefhebben met woorden
en leuzen maar met concrete daden. |
18 Mijn kinderkens, laat ons niet liefhebben met
den woorde, noch met de tong, maar met de daad en waarheid. |
[18] Kinderen, wij moeten niet liefhebben met woorden
en leuzen, maar met daden die waarachtig zijn. |
[18] Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden,
maar waarachtig, met daden. |
18 Kinderen, laten we niet liefhebben met woorden
of met de tong, maar metterdaad en in waarheid! |
18. Petits enfants, n'aimons ni de mots ni de langue,
mais en actes et en vérité. |
|
King James Bible . [18] My little children, let us not love in word, neither
in tongue; but in deed and in truth.
Luther-Bibel . 18 Meine Kinder, lasst uns nicht lieben mit Worten noch mit der
Zunge, sondern mit der Tat und mit der Wahrheit.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,18 .
1 Joh 3,19 - 1
Joh 3,19 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
5de
(vijfde) paaszondag B |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
19[kai] en toutô gnôsometha oti ek tès
alètheias esmen, kai emprosthen autou peisomen tèn kardian
èmôn |
19 in hoc cognoscimus quoniam ex veritate sumus
et in conspectu eius suadeamus corda nostra |
Dat is onze maatstaf; daardoor krijgen wij de zekerheid
dat wij thuishoren bij de waarachtige God. Dan mogen wij ook voor
zijn aanschijn ons geweten geruststellen |
19 En hieraan kennen wij, dat wij uit de waarheid
zijn, en wij zullen onze harten verzekeren voor Hem. |
[19] Daardoor* komen we aan de weet dat wij uit
de waarheid zijn en dat wij voor Hem kunnen staan met een gerust hart,
|
[19] Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid
en kunnen we met een gerust hart voor God staan. |
19 Hieraan zullen wij herkennen dat we ‘uit de waarheid’
zijn, en staande voor hem ons hart kunnen overtuigen; |
19. A cela nous saurons que nous sommes de la vérité,
et devant lui nous apaiserons notre cœur |
|
King James Bible . [19] And hereby we know that we are of the truth, and shall
assure our hearts before him.
Luther-Bibel . 19 Daran erkennen wir, dass wir aus der Wahrheit sind, und können
unser Herz vor ihm damit zum Schweigen bringen,
Tekstuitleg van 1
Joh 3,19 .
1 Joh 3,20 - 1
Joh 3,20 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
5de
(vijfde) paaszondag B |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
20oti ean kataginôskè èmôn
è kardia, oti meizôn estin o theos tès kardias
èmôn kai ginôskei panta. |
20 quoniam si reprehenderit nos cor maior est Deus
corde nostro et novit omnia |
ook als het ons veroordeelt, want God is groter
dan ons hart en Hij weet alles. |
20 Want indien ons hart ons veroordeelt, God is
meerder dan ons hart, en Hij kent alle dingen. |
[20] ook als het ons veroordeelt, want God is groter
dan ons hart en Hij weet alles. |
[20] En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is
groter dan ons hart, hij weet alles. |
20 ¶ en als ons hart ons niet meer wil kennen,
dat God groter is dan ons hart en kennis heeft van alle dingen. |
20. si notre cœur venait à nous condamner, car Dieu
est plus grand que notre cœur et il connaît tout. |
|
King James Bible . [20] For if our heart condemn us, God is greater than our
heart, and knoweth all things.
Luther-Bibel . 20 dass, wenn uns unser Herz verdammt, Gott größer ist als unser
Herz und erkennt alle Dinge.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,20 .
1 Joh 3,21 - 1
Joh 3,21 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
5de
(vijfde) paaszondag B |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
21agapètoi, ean è kardia [èmôn]
mè kataginôskè, parrèsian echomen pros
ton theon, |
21 carissimi si cor non reprehenderit nos fiduciam
habemus ad Deum |
Dierbare vrienden, daar ons geweten ons dus niet
hoeft te veroordelen mogen wij vrijmoedig met God omgaan; |
21 Geliefden! Indien ons hart ons niet veroordeelt,
zo hebben wij vrijmoedigheid tot God; |
[21] Geliefden, wanneer ons hart ons niet veroordeelt,
mogen wij vrijmoedig met God omgaan; |
[21] Geliefde broeders en zusters, als ons hart
ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden |
21 Geliefden, als ons hart ons niet miskent, hebben
wij vrijheid van spreken bij God; |
21. Bien-aimés, si notre cœur ne nous condamne pas,
nous avons pleine assurance devant Dieu : |
|
King James Bible . [21] Beloved, if our heart condemn us not, then have we
confidence toward God.
Luther-Bibel . 21 Ihr Lieben, wenn uns unser Herz nicht verdammt, so haben wir
Zuversicht zu Gott,
Tekstuitleg van 1
Joh 3,21 .
1 Joh 3,22 - 1
Joh 3,22 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
5de
(vijfde) paaszondag B |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
22kai o ean aitômen lambanomen ap autou,
oti tas entolas autou tèroumen kai ta aresta enôpion
autou poioumen. |
22 et quodcumque petierimus accipiemus ab eo quoniam
mandata eius custodimus et ea quae sunt placita coram eo facimus |
wij krijgen van Hem alles wat wij vragen omdat
wij zijn geboden onderhouden en doen wat Hem aangenaam is. |
22 En zo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem,
dewijl wij Zijn geboden bewaren, en doen, hetgeen behagelijk is voor
Hem. |
[22] wij krijgen van Hem alles wat wij vragen, omdat
we ons houden aan zijn geboden en doen wat Hem welgevallig is. |
[22] en ontvangen we van hem wat we maar vragen,
omdat we ons aan zijn geboden houden en doen wat hij wil. |
22 en al wat we vragen krijgen we van hem, omdat
we zijn geboden houden en doen wat welgevallig is voor zijn aanschijn.
|
22. quoi que nous lui demandions nous le recevons
de lui, parce que nous gardons ses commandements et que nous faisons
ce qui lui est agréable. |
|
King James Bible . [22] And whatsoever we ask, we receive of him, because we
keep his commandments, and do those things that are pleasing in his sight.
Luther-Bibel . 22 und was wir bitten, werden wir von ihm empfangen; denn wir
halten seine Gebote und tun, was vor ihm wohlgefällig ist.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,22 .
1 Joh 3,23 - 1
Joh 3,23 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
5de
(vijfde) paaszondag B |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
23kai autè estin è entolè
autou, ina pisteusômen tô onomati tou uiou autou ièsou
christou kai agapômen allèlous, kathôs edôken
entolèn èmin. |
23 et hoc est mandatum eius ut credamus in nomine
Filii eius Iesu Christi et diligamus alterutrum sicut dedit mandatum
nobis |
En dit is zijn gebod: van harte geloven in zijn
Zoon Christus en elkaar liefhebben zoals Hij ons bevolen heeft. |
23 En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den
Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk
Hij ons een gebod gegeven heeft. |
[23] En dit is zijn gebod*: van harte geloven in
de naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben zoals Hij
ons heeft bevolen. |
[23] Dit is zijn gebod: dat we geloven in de naam
van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben, zoals hij ons heeft
opgedragen. |
23 ¶ En dit is zijn gebod: dat wij zullen geloven
in de naam van zijn zoon Jezus Christus en elkander liefhebben, zoals
hij ons als gebod gegeven heeft. |
23. Or voici son commandement : croire au nom de
son Fils Jésus Christ et nous aimer les uns les autres comme il nous
en a donné le commandement. |
|
King James Bible . [23] And this is his commandment, That we should believe
on the name of his Son Jesus Christ, and love one another, as he gave us commandment.
Luther-Bibel . 23 Und das ist sein Gebot, dass wir glauben an den Namen seines
Sohnes Jesus Christus und lieben uns untereinander, wie er uns das Gebot gegeben
hat.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,23 .
1 Joh 3,24 - 1
Joh 3,24 : Het gebod van de liefde 1
Joh 3,11-24 -- bijbeloverzicht
-- bijbelverwijzingen
-- 1 Joh
(Johannes) -- 1
Joh 3 -- 1
Joh 3,11 - 1
Joh 3,12 - 1
Joh 3,13 - 1
Joh 3,14 - 1
Joh 3,15 - 1
Joh 3,16 - 1
Joh 3,17 - 1
Joh 3,18 - 1
Joh 3,19 - 1
Joh 3,20 - 1
Joh 3,21 - 1
Joh 3,22 - 1
Joh 3,23 - 1
Joh 3,24 - |
Griekse tekst |
Vulgaat |
5de
(vijfde) paaszondag B |
Statenvertaling |
Willibrordvertaling |
Nieuwe vertaling (2005) |
Naardense bijbel |
Bible de Jérusalem |
24kai o tèrôn tas entolas autou en
autô menei kai autos en autô: kai en toutô ginôskomen
oti menei en èmin, ek tou pneumatos ou èmin edôken.
|
24 et qui servat mandata eius in illo manet et ipse
in eo et in hoc scimus quoniam manet in nobis de Spiritu quem nobis
dedit |
Wie zijn geboden onderhoudt blijft in God en God
blijft in hem. En dat Hij in ons woont weten we door de Geest die
Hij ons gegeven heeft. |
24 En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en
Hij in denzelven. En hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk
uit den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft. |
[24] Wie zich houdt aan zijn geboden, blijft met
God verbonden en God met Hem. En dat Hij met ons verbonden blijft,
weten we door de Geest* die Hij ons heeft gegeven. |
[24] Wie zich aan zijn geboden houdt blijft in
God, en God blijft in hem. Dat hij in ons blijft, weten we door de
Geest die hij ons heeft gegeven. |
24 Wie zijn geboden houdt blijft in hem, en hij
in zo iemand; en hieraan herkennen wij dat hij in ons blijft: uit
de Geestesadem die hij ons gegeven heeft. |
24. Et celui qui garde ses commandements demeure
en Dieu et Dieu en lui ; à ceci nous savons qu'il demeure en nous
: à l'Esprit qu'il nous a donné. |
|
King James Bible . [24] And he that keepeth his commandments dwelleth in him,
and he in him. And hereby we know that he abideth in us, by the Spirit which
he hath given us.
Luther-Bibel . 24 Und wer seine Gebote hält, der bleibt in Gott und Gott in
ihm. Und daran erkennen wir, dass er in uns bleibt: an dem Geist, den er uns
gegeben hat.
Tekstuitleg van 1
Joh 3,24 .
GRIEKSE TEKST
1idete potapèn agapèn dedôken èmin o patèr
ina tekna theou klèthômen: kai esmen. dia touto o kosmos ou ginôskei
èmas oti ouk egnô auton. 2agapètoi, nun tekna theou
esmen, kai oupô efanerôthè ti esometha. oidamen oti ean fanerôthè
omoioi autô esometha, oti opsometha auton kathôs estin. 3kai pas
o echôn tèn elpida tautèn ep autô agnizei eauton kathôs
ekeinos agnos estin. 4pas o poiôn tèn amartian kai tèn anomian
poiei, kai è amartia estin è anomia. 5kai oidate oti ekeinos efanerôthè
ina tas amartias arè, kai amartia en autô ouk estin. 6pas o en
autô menôn ouch amartanei: pas o amartanôn ouch eôraken
auton oude egnôken auton. 7teknia, mèdeis planatô umas: o
poiôn tèn dikaiosunèn dikaios estin, kathôs ekeinos
dikaios estin: 8o poiôn tèn amartian ek tou diabolou estin, oti
ap archès o diabolos amartanei. eis touto efanerôthè o uios
tou theou, ina lusè ta erga tou diabolou. 9pas o gegennèmenos
ek tou theou amartian ou poiei, oti sperma autou en autô menei: kai ou
dunatai amartanein, oti ek tou theou gegennètai. 10en toutô fanera
estin ta tekna tou theou kai ta tekna tou diabolou: pas o mè poiôn
dikaiosunèn ouk estin ek tou theou, kai o mè agapôn ton
adelfon autou. 11oti autè estin è aggelia èn èkousate
ap archès, ina agapômen allèlous: 12ou kathôs kain
ek tou ponèrou èn kai esfaxen ton adelfon autou: kai charin tinos
esfaxen auton; oti ta erga autou ponèra èn, ta de tou adelfou
autou dikaia. 13[kai] mè thaumazete, adelfoi, ei misei umas o kosmos.
14èmeis oidamen oti metabebèkamen ek tou thanatou eis tèn
zôèn, oti agapômen tous adelfous: o mè agapôn
menei en tô thanatô. 15pas o misôn ton adelfon autou anthrôpoktonos
estin, kai oidate oti pas anthrôpoktonos ouk echei zôèn aiônion
en autô menousan. 16en toutô egnôkamen tèn agapèn,
oti ekeinos uper èmôn tèn psuchèn autou ethèken:
kai èmeis ofeilomen uper tôn adelfôn tas psuchas theinai.
17os d an echè ton bion tou kosmou kai theôrè ton adelfon
autou chreian echonta kai kleisè ta splagchna autou ap autou, pôs
è agapè tou theou menei en autô; 18teknia, mè agapômen
logô mède tè glôssè alla en ergô kai
alètheia. 19[kai] en toutô gnôsometha oti ek tès alètheias
esmen, kai emprosthen autou peisomen tèn kardian èmôn 20oti
ean kataginôskè èmôn è kardia, oti meizôn
estin o theos tès kardias èmôn kai ginôskei panta.
21agapètoi, ean è kardia [èmôn] mè kataginôskè,
parrèsian echomen pros ton theon, 22kai o ean aitômen lambanomen
ap autou, oti tas entolas autou tèroumen kai ta aresta enôpion
autou poioumen. 23kai autè estin è entolè autou, ina pisteusômen
tô onomati tou uiou autou ièsou christou kai agapômen allèlous,
kathôs edôken entolèn èmin. 24kai o tèrôn
tas entolas autou en autô menei kai autos en autô: kai en toutô
ginôskomen oti menei en èmin, ek tou pneumatos ou èmin edôken.
VULGAAT
1 videte qualem caritatem dedit nobis Pater ut filii Dei nominemur et sumus
propter hoc mundus non novit nos quia non novit eum 2 carissimi nunc filii Dei
sumus et nondum apparuit quid erimus scimus quoniam cum apparuerit similes ei
erimus quoniam videbimus eum sicuti est 3 et omnis qui habet spem hanc in eo
sanctificat se sicut et ille sanctus est 4 omnis qui facit peccatum et iniquitatem
facit et peccatum est iniquitas 5 et scitis quoniam ille apparuit ut peccata
tolleret et peccatum in eo non est 6 omnis qui in eo manet non peccat omnis
qui peccat non vidit eum nec cognovit eum 7 filioli nemo vos seducat qui facit
iustitiam iustus est sicut et ille iustus est 8 qui facit peccatum ex diabolo
est quoniam ab initio diabolus peccat in hoc apparuit Filius Dei ut dissolvat
opera diaboli 9 omnis qui natus est ex Deo peccatum non facit quoniam semen
ipsius in eo manet et non potest peccare quoniam ex Deo natus est 10 in hoc
manifesti sunt filii Dei et filii diaboli omnis qui non est iustus non est de
Deo et qui non diligit fratrem suum 11 quoniam haec est adnuntiatio quam audistis
ab initio ut diligamus alterutrum 12 non sicut Cain ex maligno erat et occidit
fratrem suum et propter quid occidit eum quoniam opera eius maligna erant fratris
autem eius iusta 13 nolite mirari fratres si odit vos mundus 14 nos scimus quoniam
translati sumus de morte in vitam quoniam diligimus fratres qui non diligit
manet in morte 15 omnis qui odit fratrem suum homicida est et scitis quoniam
omnis homicida non habet vitam aeternam in se manentem 16 in hoc cognovimus
caritatem quoniam ille pro nobis animam suam posuit et nos debemus pro fratribus
animas ponere 17 qui habuerit substantiam mundi et viderit fratrem suum necesse
habere et clauserit viscera sua ab eo quomodo caritas Dei manet in eo 18 filioli
non diligamus verbo nec lingua sed opere et veritate 19 in hoc cognoscimus quoniam
ex veritate sumus et in conspectu eius suadeamus corda nostra 20 quoniam si
reprehenderit nos cor maior est Deus corde nostro et novit omnia 21 carissimi
si cor non reprehenderit nos fiduciam habemus ad Deum 22 et quodcumque petierimus
accipiemus ab eo quoniam mandata eius custodimus et ea quae sunt placita coram
eo facimus 23 et hoc est mandatum eius ut credamus in nomine Filii eius Iesu
Christi et diligamus alterutrum sicut dedit mandatum nobis 24 et qui servat
mandata eius in illo manet et ipse in eo et in hoc scimus quoniam manet in nobis
de Spiritu quem nobis dedit