MATTEÜSEVANGELIE : ZESTIENDE HOOFDSTUK , MT 16 -
- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 -
- Mt 16,21-27 -- Mt 16,13-19 -- Mt 16,1-4 - Mt 16,5-12 - Mt 16,13-20 - Mt 16,21 - Mt 16,22-23 - Mt 16,24-25 - Mt 16,26-27 - Mt 16,28 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

- bijbeloverzicht per pericope - bijbeloverzicht per vers - bijbeloverzicht : liturgisch gebruik - bijbeloverzicht : woordgebruik -- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -- bijbeloverzicht : commentaar -

Overzicht van Tenach : Tenach : overzicht , Tenach : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Tenach : commentaar ,
Overzicht van Septuaginta
: Septuaginta : overzicht , Septuaginta : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Septuaginta : commentaar ,

Overzicht van het Matteüsevangelie : Mt : overzicht , Mt : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Mt : commentaar ,
Overzicht van het N.T.
: NT : overzicht , NT : taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , NT : commentaar ,

Overzicht : Mt 1 , Mt 2 , Mt 3 , Mt 4 , Mt 5 , Mt 6 , Mt 7 , Mt 8 , Mt 9 , Mt 10 , Mt 11 , Mt 12 , Mt 13 , Mt 14 , Mt 15 , Mt 16 , Mt 17 , Mt 18 , Mt 19 , Mt 20 , Mt 21 , Mt 22 , Mt 23 , Mt 24 , Mt 25 , Mt 26 , Mt 27 , Mt 28 .
Bijbeluitleg pericopen
Bijbeluitleg, vers per vers - Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 - Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 - Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - Mt 16,21 - Mt 16,22 - Mt 16,23 - Mt 16,24 - Mt 16,25 - Mt 16,26 - Mt 16,27 - Mt 16,28 -
Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel        

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts (Vlaams Blok) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
- apokteinô (doden) , Mt 16,21 .
- deô (moeten), zie Mt 16,21 .
- deiknuô (tonen) , zie Mt 16,21 .
- paschô (lijden) , zie Mt 16,21 .
- tina (wie) , zie Mt 16,13 .
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik
- Mt 16,13-19 : 29 juni : Petrus en Paulus .
- Mt 16,13-20 : 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar .
- Mt 16,21-27 : 22ste (tweeentwintigste) zondag door het a-jaar .
Overzicht van de bijbelboeken - bijbeloverzicht , taalgebruik - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , NT : overzicht , Evangelies , Synoptici , Brieven

- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)


In hun synopsis van de eerste drie evangeliën (Leuven, Vlaamse Bijbelstichting, 1986; Turnhout, Brepols, ) onderscheiden Adelbert Denaux en Marc Vervenne volgende pericopen in het zestiende hoofdstuk van het Matteüsevangelie :
159. Vraag om een teken uit de hemel : Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42
160. Het zuurdeeg van de Farizeeën : Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12
162. Belijdenis van Petrus : Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21
163. Eerste lijdensvoorspelling : Mc 8,31-32 - Mt 16,21 - Lc 9,22
164. Berisping van Petrus : Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23
165. Zijn kruis opnemen. Zijn leven verliezen om het te winnen : Mc 8,34-35 - Mt 16,24-25 - Lc 9,23-24
166. Wat baat het een mens de hele wereld te winnen : Mc 8,36-38 - Mt 16,26-27 - Lc 9,25-26
167. Nabijheid van het Rijk Gods : Mc 9,1 - Mt 16,28 - Lc 9,27

159. Vraag om een teken uit de hemel : Mt 16,1-4 - Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 -- Mt 16 -

Mt 16,1 - Mt 16,1 : 159. Vraag om een teken uit de hemel - Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
Kai proselthontes hoi Farisaioi kai Saddoukaioi peirazontes epèrôtèsan auton sèmeion ek tou ouranou epideixai autois  et accesserunt ad eum Pharisaei et Sadducaei temptantes et rogaverunt eum ut signum de caelo ostenderet eis   En de Farizeeën en de Sadduceeën naderden om hem op de proef te stellen (en) vroegen hem hun een teken uit de hemel te tonen.   1 En de Farizeën en Sadduceën tot Hem gekomen zijnde, en Hem verzoekende, begeerden van Hem, dat Hij hun een teken uit den hemel zou tonen. De farizeeën en sadduceeën* kwamen naar Hem toe om Hem op de proef te stellen, en ze vroegen Hem om hun een teken uit de hemel te laten zien.   De Farizeeën en de Sadduceeën kwamen hem op de proef stellen met de vraag hun een teken uit de hemel te tonen.  De farizeeërs en de sadduceeërs  komen bij hem om hem op de proef te stellen en vragen hem hun een teken uit de hemel te tonen.  1. Les Pharisiens et les Sadducéens s'approchèrent alors et lui demandèrent, pour le mettre à l'épreuve, de leur faire voir un signe venant du ciel.

King James Bible . [1] The Pharisees also with the Sadducees came, and tempting desired him that he would shew them a sign from heaven.
Luther-Bibel . 1 Da traten die Pharisäer und Sadduzäer zu ihm; die versuchten ihn und forderten ihn auf, sie ein Zeichen vom Himmel sehen zu lassen.

Tekstuitleg van Mt 16,1 .

1. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .
In Mt 16 worden tweeëntwintig van de achtentwintig verzen ingeleid door kai = en (4) , de = echter (14) en tote = dan (4) .
- de (echter) . Verwijzing : de (echter) , zie Mt 1,2 . Partikel als tweede woord in de zin . Lichte tegenstelling . Om verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden . In 6210 verzen in de bijbel . In 3754 verzen in het O.T. . In 2456 verzen in het N..T. . Mt (421) . Mc (149) . Lc (478) . Joh (203) . Hnd (490) . Brieven (708) . Apk (7) . In veertien verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,2 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,6 . (4) Mt 16,7 . (5) Mt 16,8 . (6) Mt 16,11 . (7) Mt 16,13 . (8) Mt 16,14 . (9) Mt 16,15 . (10) Mt 16,16 . (11) Mt 16,17 . (12) Mt 16,18 . (13) Mt 16,23 . (14) Mt 16,26 .
- tote (< to - de : dat echter ; dan , daarop) . Verwijzing : tote (dan, daarop) , zie Mt 2,7 . Tote (dan) komt in de bijbel in 353 verzen voor . In 195 verzen in het O.T. . In 158 verzen in het N.T. . Mt (89) . Mc (6) . Lc (15) . Joh (10) . Hnd (21) . In vijf verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,12 . (2) Mt 16,20 . (3) Mt 16,21 . (4) Mt 16,24 . (5) Mt 16,27 . In Mt 16,27 staat het niet bij het begin van het vers , in de andere verzen wel . Het gebruik van tote (dan, daarop) duidt op een opeenvolging . Het staat meestal als eerste woord in de zin of na een voorzetsel . Het doet denken aan ho de (hij echter), hè de (zij echter) en to de (het echter) dat evenwel niet bestaat . Het zou een samentrekking kunnen zijn van to de (het echter).Het verklaart waarom er geen de (echter) na tote (dan) staat .
- In Mt 16 worden tweeëntwintig van de achtentwintig verzen worden ingeleid door kai = en (4) , de = echter (14) en tote = dan (4) .

2. proselthontes (naderbijgekomen) . Verwijzing : proselthôn (naderbijgekomen) , zie Mt 4,3 . Verleden deelvoud nominatief mannelijk meervoud van het werkwoord proserchomai (naderbijkomen) . In drieëntwintig verzen in de bijbel . O.T. (6) . N.T. (17) . Mt (11) . Mc (2) . Lc (3) . Hnd (1) . In elf verzen bij Matteüs .

1. 2. 3. 4. 5. 6.   7.
Mt 8,25 Mt 13,10 Mt 13,27 Mt 14,12 Mt 15,12 Mt 15,23 Mt 16,1
kai (en) kai (en)   kai (en) Tote (daarop) kai (en) kai (en)
proselthontes (naderbijgekomen) proselthontes (naderbijgekomen)   proselthontes (naderbijgekomen) proselthontes (naderbijgekomen) proselthontes (naderbijgekomen) proselthontes (naderbijgekomen)
  hoi mathètai (de leerlingen)   hoi mathètai autou (zijn leerlingen) hoi mathètai (de leerlingen) hoi mathètai autou (zijn leerlingen) hoi Pharisaioi kai hoi Saddoukaioi (de Farizeeën en de Sadduceeën)
            peirazontes(op de proef stellend - uitproberend)
ègeiran auton legontes (wekten hem zeggend)   eipan (zeiden)     legousin (zeggen zij) èrôtoun (vroegen zij) epèrôtèsan (vroegen zij)
  autôi (hem)     autôi (hem) auton (hem)  auton (hem)
  dia ti (waarom)         legontes (zeggende)   
65. Het bedaren van de storm : Mc 4,35-41 - Mt 8,23-27 - Lc 8,22-25  127. Waarom Jezus in gelijkenissen spreekt : Mc 4,10-12 - Mt 13,10-15 - Lc 8,9-10  133. Gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe : Mt 13,24-30  149. Onthoofding van Johannes de Doper : Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12  155. Rein en onrein : Mc 7,14-23 - Mt 15,10-20  156. Genezing van de dochter van een Kananeese / Syrofenicische vrouw : Mc 7,24-30 - Mt 15,21-28  159. Vraag om een teken uit de hemel : Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -

 

8. 9. 10. 11.
Mt 17,19 Mt 26,50 Mt 26,60 Mt 26,73
Tote (daarop) Tote (daarop)    
proselthontes (naderbijgekomen) proselthontes (naderbijgekomen)   proselthontes (naderbijgekomen) 
hoi mathètai (de leerlingen)     ... eipon (zij zeiden) tôi Petrôi (tot Petrus)  
... eipon (zij zeiden)        
170. Genezing van een bezeten kind : Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a  330. Gevangenneming van Jezus : Mc 14,43-52 - Mt 26,47-56 - Lc 22,47-53  332. Jezus voor het Sanhedrin : Mc 14,55-64 - Mt 26,59-66 - Lc 22,66-71  334. Verloochening van Petrus : Mc 14,66-72 - Mt 26,69-75 - Lc 22,56-62 

1. - 2. kai proselthontes (en naderbijgekomen) . In vier van de zes verzen van het O.T. . In zes van de zeventien verzen van het N.T. . In totaal dus in tien verzen in de bijbel . Mt (5) : (1) Mt 8,25 . (2) Mt 13,10 . (3) Mt 14,12 . (4) Mt 15,23 . (5) Mt 16,1 . Mc (1) : Mc 10,2 . In acht van de tien verzen volgt het onderwerp ; O.T. (3) . N.T. (5) .

5. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

- Pharisaioi (Farizeeën) zie Mt 9,11 .

- peirazô (uitproberen, uittesten, beproeven, op de proef stellen)

Mt 16,2 - Mt 16,2 : 159. Vraag om een teken uit de hemel - Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:2 o de apokritheis eipen autois opsias genomenès legete eudia purrazei gar o ouranos   2 at ille respondens ait eis facto vespere dicitis serenum erit rubicundum est enim caelum  

Hij echter antwoordde (en) zei hun : "Als het avond geworden is zegt u : goed weer , de hemel is immers vuurrood ;  

2 Maar Hij antwoordde, en zeide tot hen: Als het avond geworden is, zegt gij: Schoon weder; want de hemel is rood;  [2] Daarop gaf Hij hun ten antwoord: ‘’s Avonds zegt u: “Het wordt goed weer, want de hemel is vuurrood.”   [2] Hij gaf hun daarop dit antwoord: ‘Wanneer de avond valt, zegt u: “Morgen mooi weer, want de hemel kleurt rood.”  2 Maar hij zegt ten antwoord tot hen: als het laat wordt, zegt ge: het wordt een mooie dag, want de hemel is vuurrood!  2. Il leur répondit : « Au crépuscule vous dites : Il va faire beau temps, car le ciel est rouge feu ; 

King James Bible . He answered and said unto them, When it is evening, ye say, It will be fair weather: for the sky is red.
Luther-Bibel . 2 Aber er antwortete und sprach: Des Abends sprecht ihr: Es wird ein schöner Tag werden, denn der Himmel ist rot.

Tekstuitleg van Mt 16,2 . Dit vers Mt 16,2 telt 13 woorden en 68 (2 X 2 X 17) letters . De getalwaarde van Mt 16,2 is 5663 (7 X 809) .

2. de (echter) . Verwijzing : de (echter) , zie Mt 1,2 . Partikel als tweede woord in de zin . Lichte tegenstelling . Om verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden . In 6210 verzen in de bijbel . In 3754 verzen in het O.T. . In 2456 verzen in het N..T. . Mt (421) . Mc (149) . Lc (478) . Joh (203) . Hnd (490) . Brieven (708) . Apk (7) . In veertien verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,2 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,6 . (4) Mt 16,7 . (5) Mt 16,8 . (6) Mt 16,11 . (7) Mt 16,13 . (8) Mt 16,14 . (9) Mt 16,15 . (10) Mt 16,16 . (11) Mt 16,17 . (12) Mt 16,18 . (13) Mt 16,23 . (14) Mt 16,26 .

Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 - Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 - Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - Mt 16,21 - Mt 16,22 - Mt 16,23 - Mt 16,24 - Mt 16,25 - Mt 16,26 - Mt 16,27 - Mt 16,28 -

Mt 16,3 - Mt 16,3 : 159. Vraag om een teken uit de hemel - Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:3 kai prôi sèmeron cheimôn purrazei gar stugnazôn o ouranos to men prosôpon tou ouranou ginôskete diakrinein ta de sèmeia tôn kairôn ou | dunasthe]] | dunasthe*] |  3 et mane hodie tempestas rutilat enim triste caelum     3 En des morgens: Heden onweder; want de hemel is droevig rood. Gij geveinsden! het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet onderscheiden?  [3] En ’s morgens: “Vandaag komt er storm, want de hemel is donkerrood.” De verschijnselen van de hemel weet u te beoordelen, maar met de tekenen der tijden kunt u dat niet.   [3] En ’s ochtends: “Storm op til, want het rood aan de hemel is dreigend.” De aanblik van de hemel weet u wel te duiden, en de tekenen van de tijd niet?  3 en ‘s morgens vroeg: vandaag storm!, want het vuurrood van de hemel ziet er somber uit!– het aanschijn van de hemel weet ge wel te beoordelen, en met de tekenen der tijden kunt ge het niet?   3. et à l'aurore : Mauvais temps aujourd'hui, car le ciel est d'un rouge sombre. Ainsi, le visage du ciel, vous savez l'interpréter, et pour les signes des temps vous n'en êtes pas capables ! 

King James Bible . [3] And in the morning, It will be foul weather to day: for the sky is red and lowring. O ye hypocrites, ye can discern the face of the sky; but can ye not discern the signs of the times?
Luther-Bibel . 3 Und des Morgens sprecht ihr: Es wird heute ein Unwetter kommen, denn der Himmel ist rot und trübe. Über das Aussehen des Himmels könnt ihr urteilen; könnt ihr dann nicht auch über die Zeichen der Zeit urteilen?

Tekstuitleg van Mt 16,3 .

1. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

Mt 16,4 - Mt 16,4 : 159. Vraag om een teken uit de hemel - Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:4 genea ponèra kai moichalis sèmeion epizètei kai sèmeion ou dothèsetai autè ei mè to sèmeion iôna kai katalipôn autous apèlthen   4 faciem ergo caeli diiudicare nostis signa autem temporum non potestis generatio mala et adultera signum quaerit et signum non dabitur ei nisi signum Ionae et relictis illis abiit     4 Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jona, den profeet. En hen verlatende, ging Hij weg.  [4] Een verdorven en overspelige generatie verlangt een teken. Maar geen ander teken zal haar gegeven worden dan het teken van Jona.’ Hij liet hen staan en ging weg.  [4] Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van Jona.’ Zo liet hij hen staan en vertrok.  4 een generatie boos en overspelig speurt naar een teken: geen teken zal haar worden gegeven dan het teken van Jona! Zo laat hij ze achter en gaat weg.   4. Génération mauvaise et adultère ! elle réclame un signe, et de signe, il ne lui sera donné que le signe de Jonas. » Et les laissant, il s'en alla.  

King James Bible . [4] A wicked and adulterous generation seeketh after a sign; and there shall no sign be given unto it, but the sign of the prophet Jonas. And he left them, and departed.
Luther-Bibel . 4 Ein böses und abtrünniges Geschlecht fordert ein Zeichen; doch soll ihm kein Zeichen gegeben werden, es sei denn das Zeichen des Jona . Und er ließ sie stehen und ging davon.

Tekstuitleg van Mt 16,4 . De tekst van Mt 12,39 is ongeveer dezelfde als die van Mt 16,4 .

3. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

7. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

17. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

160. Het zuurdeeg van de Farizeeën : Mt 16,5-12 - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 -

Mt 16,5 - Mt 16,5 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:5 kai elthontes oi mathètai eis to peran epelathonto artous labein 5 et cum venissent discipuli eius trans fretum obliti sunt panes accipere    5 En als Zijn discipelen op de andere zijde gekomen waren, hadden zij vergeten broden mede te nemen. 
[5] De leerlingen gingen naar de overkant, maar ze hadden vergeten brood mee te nemen.  
[5] De leerlingen voeren naar de overkant, maar waren vergeten brood mee te nemen.   5 ¶ Als de leerlingen naar de overkant komen vergeten ze broden mee te nemen:  5. Comme ils passaient sur l'autre rive, les disciples avaient oublié de prendre des pains. 

King James Bible . [5] And when his disciples were come to the other side, they had forgotten to take bread.
Luther-Bibel . 5 Und als die Jünger ans andre Ufer gekommen waren, hatten sie vergessen, Brot mitzunehmen.

Tekstuitleg van Mt 16,5 .

1. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

- elthontes (gekomen) zie elthôn (gegaan, gekomen), Mt 8,14 .

Mt 16,6 - Mt 16,6 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:6 o de ièsous eipen autois orate kai prosechete apo tès zumès tôn farisaiôn kai saddoukaiôn   6 qui dixit illis intuemini et cavete a fermento Pharisaeorum et Sadducaeorum     6 En Jezus zeide tot hen: Ziet toe, en wacht u van den zuurdesem der Farizeën en Sadduceën.   [6] Jezus zei: ‘Kijk uit en pas op voor de zuurdesem van de farizeeën en sadduceeën.’  [6] Dus toen Jezus tegen hen zei: ‘Wees terdege op je hoede voor de zuurdesem van de Farizeeën en de Sadduceeën,’   6 en Jezus zegt tot hen: ziet toe en hoedt u voor het zuurdeeg van de farizeeërs en de sadduceeërs!  6. Or Jésus leur dit : « Ouvrez l'œil et méfiez-vous du levain des Pharisiens et des Sadducéens ! »  

King James Bible : Then Jesus said unto them, Take heed and beware of the leaven of the Pharisees and of the Sadducees.
Luther-Bibel . 6 Jesus aber sprach zu ihnen: Seht zu und hütet euch vor dem Sauerteig der Pharisäer und Sadduzäer!

Tekstuitleg van Mt 16,6 . Dit vers Mt 16,6 telt 15 (3 X 5) woorden en 74 (2 X 37) letters . De getalwaarde van Mt 16,6 is 9697 (priemgetal) . DE inleiding op het citaat telt 5 woorden , het citaat zelf 10 woorden .

1.- 5. ho de Ièsous eipen autois (Jezus echter zei hen) . Mt (6) : (1) Mt 13,57 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 16,6 . (4) Mt 17,20 . (5) Mt 19,28 . (6) Mt 24,2 .

4. eipen (hij zei) , zie Mt 4,6 . In 118 verzen bij Matteüs . In acht verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,2 . (2) Mt 16,6 (eipen de = hij zei echter) . (3) Mt 16,8 . (4) Mt 16,12 . (5) Mt 16,16 . (6) Mt 16,17 . (7) Mt 16,23 . (8) Mt 16,24 .

7. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

Mt 16,7 - Mt 16,7 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:7 oi de dielogizonto en eautois legontes oti artous ouk elabomen   7 at illi cogitabant inter se dicentes quia panes non accepimus   7 En zij overlegden bij zichzelven, zeggende: Het is omdat wij geen broden mede genomen hebben.  [7] Ze zeiden onder elkaar: ‘We hebben geen brood meegenomen.’   [7] begonnen ze er met elkaar over te praten dat ze geen brood hadden meegenomen.   7 Maar zij hebben woorden met elkaar gekregen en zeggen: omdat we geen broden hebben meegenomen!  7. Et eux de faire en eux-mêmes cette réflexion : « C'est que nous n'avons pas pris de pains. » 

King James Bible . [7] And they reasoned among themselves, saying, It is because we have taken no bread.
Luther-Bibel . 7 Da dachten sie bei sich selbst und sprachen: Das wird's sein, dass wir kein Brot mitgenommen haben.

Tekstuitleg van Mt 16,7 .

Mt 16,8 - Mt 16,8 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:8 gnous de o ièsous eipen ti dialogizesthe en eautois oligopistoi oti artous ouk echete  8 sciens autem Iesus dixit quid cogitatis inter vos modicae fidei quia panes non habetis    8 En Jezus, dat wetende, zeide tot hen: Wat overlegt gij bij uzelven, gij kleingelovigen! dat gij geen broden mede genomen hebt?  [8] Toen Jezus dat merkte, zei Hij: ‘Waarom, kleingelovigen, praten jullie er met elkaar over dat je geen brood hebt?   [8] Jezus merkte het en zei: ‘Kleingelovigen, waarom bespreken jullie met elkaar dat je geen brood bij je hebt?   8 Jezus merkt dat en zegt: waarom hebt ge woorden met elkaar gekregen, kleingelovigen!– omdat ge geen broden hebt?  8. Le sachant, Jésus dit : « Gens de peu de foi, pourquoi faire en vous-mêmes cette réflexion, que vous n'avez pas de pains ?  

King James Bible . [8] Which when Jesus perceived, he said unto them, O ye of little faith, why reason ye among yourselves, because ye have brought no bread?
Luther-Bibel . 8 Als das Jesus merkte, sprach er zu ihnen: Ihr Kleingläubigen, was bekümmert ihr euch doch, dass ihr kein Brot habt?

Tekstuitleg van Mt 16,8 .

Mt 16,9 - Mt 16,9 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:9 oupô noeite oude mnèmoneuete tous pente artous tôn pentakischiliôn kai posous kofinous elabete   9 nondum intellegitis neque recordamini quinque panum quinque milium hominum et quot cofinos sumpsistis     9 Verstaat gij nog niet? en gedenkt gij niet aan de vijf broden der vijf duizend mannen; en hoevele korven gij opnaamt?   [9] Besef je het nóg niet? En herinneren jullie je niet de vijf broden voor de vijfduizend en hoeveel korven je hebt opgehaald?   [9] Begrijpen jullie het dan nog niet, en herinneren jullie je ook de vijf broden voor de vijfduizend niet, en hoeveel manden jullie weer ophaalden? 9 beseft ge het nog niet?– herinnert ge u niet de vijf broden voor de vijfduizend en hoeveel korven ge hebt opgenomen?   9. Vous ne comprenez pas encore ? Vous ne vous rappelez pas les cinq pains pour les cinq mille hommes, et le nombre de couffins que vous en avez retirés ?  

King James Bible . [9] Do ye not yet understand, neither remember the five loaves of the five thousand, and how many baskets ye took up?
Luther-Bibel . 9 Versteht ihr noch nicht? Denkt ihr nicht an die fünf Brote für die fünftausend und wie viel Körbe voll ihr da aufgesammelt habt?

Tekstuitleg van Mt 16,9 .

Mt 16,10 - Mt 16,10 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:10 oude tous epta artous tôn tetrakischiliôn kai posas spuridas elabete  10 neque septem panum quattuor milium hominum et quot sportas sumpsistis     10 Noch aan de zeven broden der vier duizend mannen, en hoevele manden gij opnaamt?  [10] En de zeven broden voor de vierduizend en hoeveel manden je hebt opgehaald?  [10] En ook niet de zeven broden voor de vierduizend en hoeveel manden jullie toen weer ophaalden? 10 en niet de zeven broden voor de vierduizend en hoeveel manden ge toen hebt opgenomen?   10. ni les sept pains pour les quatre mille hommes, et le nombre de corbeilles que vous en avez retirées ?  

King James Bible . [10] Neither the seven loaves of the four thousand, and how many baskets ye took up?
Luther-Bibel . 10 Auch nicht an die sieben Brote für die viertausend und wie viel Körbe voll ihr da aufgesammelt habt?

Tekstuitleg van Mt 16,10 .

4. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

Mt 16,11 - Mt 16,11 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:11 pôs ou noeite oti ou peri artôn eipon umin prosechete de apo tès zumès tôn farisaiôn kai saddoukaiôn   11 quare non intellegitis quia non de pane dixi vobis cavete a fermento Pharisaeorum et Sadducaeorum     11 Hoe verstaat gij niet, dat Ik u van geen brood gesproken heb, als Ik zeide, dat gij u wachten zoudt van den zuurdesem der Farizeën en Sadduceën.   [11] Hoe is het mogelijk? Beseffen jullie niet dat Ik niet over brood praatte met jullie? Maar pas wel op voor de zuurdesem van de farizeeën en sadduceeën.’  [11] Hoe is het mogelijk dat jullie niet begrijpen dat ik het niet over brood had? Wees op je hoede voor de zuurdesem van de Farizeeën en de Sadduceeën!’   11 hoe kunt ge dan niet beseffen dat ik dat niet over de broden tegen u zei?– hoedt u voor het zuurdeeg van de farizeeërs en sadduceeërs!   11. Comment ne comprenez-vous pas que ma parole ne visait pas des pains ? Méfiez-vous, dis-je, du levain des Pharisiens et des Sadducéens ! » 

King James Bible : How is it that ye do not understand that I spake it not to you concerning bread, that ye should beware of the leaven of the Pharisees and of the Sadducees?
Luther-Bibel . 11 Wieso versteht ihr denn nicht, dass ich nicht vom Brot zu euch geredet habe? Hütet euch vielmehr vor dem Sauerteig der Pharisäer und Sadduzäer!

Tekstuitleg van Mt 16,11 . Dit vers Mt 16,11 telt 17 woorden en 80 (2 X 2 X 2 X 2 X 5) letters . De getalwaarde van Mt 16,11 is 11468 (2 X 2 X 47 X 61) .

17. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

Mt 16,12 - Mt 16,12 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:12 tote sunèkan oti ouk eipen prosechein apo tès zumès | [tôn artôn*] | tôn artôn | alla apo tès didachès tôn farisaiôn kai saddoukaiôn   12 tunc intellexerunt quia non dixerit cavendum a fermento panum sed a doctrina Pharisaeorum et Sadducaeorum     12 Toen verstonden zij, dat Hij niet gezegd had, dat zij zich wachten zouden van den zuurdesem des broods, maar van de leer der Farizeën en Sadduceën?   [12] Toen begrepen ze dat Hij niet bedoelde dat ze moesten oppassen voor de zuurdesem in het brood, maar voor het onderricht van de farizeeën en sadduceeën. [12] Toen begrepen ze dat hij niet bedoelde dat ze op hun hoede moesten zijn voor de zuurdesem in het brood, maar voor het onderricht van de Farizeeën en de Sadduceeën. Wie is Jezus?  12 Dan begrijpen ze dat hij niet zegt dat men zich moet hoeden voor zuurdeeg in broden, maar: voor het onderricht van de farizeeërs en sadduceeërs.   12. Alors ils comprirent qu'il avait dit de se méfier, non du levain dont on fait le pain, mais de l'enseignement des Pharisiens et des Sadducéens. 

King James Bible . [12] Then understood they how that he bade them not beware of the leaven of bread, but of the doctrine of the Pharisees and of the Sadducees.
Luther-Bibel . 12 Da verstanden sie, dass er nicht gesagt hatte, sie sollten sich hüten vor dem Sauerteig des Brotes, sondern vor der Lehre der Pharisäer und Sadduzäer.

Tekstuitleg van Mt 16,12 .

162. Belijdenis van Petrus : Mt 16,13-20 - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 -

- http://www.jerusalemperspective.com/Default.aspx?tabid=27&ArticleID=1677 .

- http://upetd.up.ac.za/thesis/available/etd-10052001-080849/unrestricted/07chapter6.pdf .

Evangelie op het feest van 29 juni : Petrus en Paulus : Mt 16,13-19 . Verwijzing : Mt 16,13-19 . Evangelie op de 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar : Mt 16,13-20 .

In die tijd toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was stelde Hij zijn leerlingen deze vraag: "Wie is volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon?" Zij antwoordden: "Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten." "Maar gij – sprak Hij tot hen – wie zegt gij dat Ik ben?" Simon Petrus antwoordde: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God." Jezus hernam: "Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is. Op mijn beurt zeg Ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn." 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar : Daarop verbood Hij zijn leerlingen nadrukkelijk iemand te zeggen, dat Hij de Christus was.

De pericope bestaat uit acht verzen. Het partikel de (echter) komt achtmaal voor , het nevenschikkend voegwoord viermaal . In vijf verzen staat het partikel de (echter) op de tweede plaats van het vers . Mt 16,20 begint met het bijwoord tote (dan, daarop). We staan hier dus voor een de (echter) tekst. De versindeler heeft zich door het gebruik van het partikel de (echter) laten inspireren.
We staan hiet voor een zeer belangrijke pericope. In Mt 15,21 was Jezus uitgeweken naar het gebied van Tyrus en Sidon. Een Kananese vrouw deed een beroep op hem en Jezus genas haar dochtertje. In Mt 16,13 gaat Jezus naar Caeserea Filippi. Daar belijdt Petrus zijn geloof in Jezus. Niet voor niets gebeurt het daar. Caesarea is de voorafbeelding van Rome. Caesar (KRS) en Chris-tos (KRS) kunnen woordspelingen zijn, evenals Caesar (KRS) en Kurios (KRS - wisseling van letters geeft KSR). Caesarea is een Griekse stad. In deze pericope wordt de Griekse naam Petros (steenrots) gebruikt en de woordspelingen gebeuren op basis van het Grieks. De Aramese naam Bar Jona kan naar de profeet Jona verwijzen die naar het heidense Ninive werd gestuurd. Zo zal Petrus naar het heidense Rome worden gestuurd.
Het leek alsof Jezus'boodschap op niets ging uitlopen, want hij had zich naar de bergen van Tyrus en Sidon willen terugtrekken. Daar slaat onverwachts zijn boodschap aan. Er staat een nieuwe uitdaging voor de deur. Ook de heidenen willen de boodschap van Jezus horen. Petrus bevestigt Jezus in die nieuwe uitdaging.
De belijdenis van Petrus neemt een cruciale plaats in het evangelie van Marcus en Matteüs in. Hierbij valt op : de belangrijke rol van Petrus en de geloofsbelijdenis van Petrus. Het komt me voor dat de evangelist Marcus het primaatschap (gezag en macht) van het hoofd van de gemeente van Rome (opvolger van Petrus, bisschop van Rome, een gemeente van vroegere heidenen) heeft willen funderen. Daarenboven betreft het een gezag wat geloof betreft. Op deze wijze wordt de traditie van het gezag en de leer aangegeven. Het geloof steunt niet op de eerste plaats op een persoonlijke ervaring, maar op het gezag en de macht die het langs de traditio / overlevering wordt doorgegeven.
De evangelist Marcus (en Matteüs) zou wel eens zijn evangelie kunnen geschreven hebben, niet in de eerste plaats om te zeggen wie Jezus is, maar wel wie Petrus (en het Petrusambt) is.

Mt 16,13 - Mt 16,13 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 -
Griekse tekst Vulgaat 29 juni : Petrus en Paulus 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar Synopsis Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
Elthôn de ho Ièsous eis ta merè Kaisaraias tou Philippou èrôta tous mathètas autou legôn Tína legousin hoi anthrôpoi einai ton huion tou anthrôpou; 13 venit autem Iesus in partes Caesareae Philippi et interrogabat discipulos suos dicens quem dicunt homines esse Filium hominis   In die tijd toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was stelde Hij zijn leerlingen deze vraag: "Wie is volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon?"    [13] Jezus kwam in de streek van Caesarea van Filippus* en vroeg zijn leerlingen: ‘Wie is de Mensenzoon volgens de mensen?’   [13] Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’   13 ¶ Als Jezus aankomt in het gebied van Caesarea–van–Filippus stelt hij zijn leerlingen de vraag en zegt: wie zeggen de mensen dat de mensenzoon is?  13. Arrivé dans la région de Césarée de Philippe, Jésus posa à ses disciples cette question : « Au dire des gens, qu'est le Fils de l'homme ? »

Statenvertaling . 13 Als nu Jezus gekomen was in de delen van Cesarea Filippi, vraagde Hij Zijn discipelen, zeggende: Wie zeggen de mensen, dat Ik, de Zoon des mensen, ben?
King James Bible . [13] When Jesus came into the coasts of Caesarea Philippi, he asked his disciples, saying, Whom do men say that I the Son of man am?
Luther-Bibel . 13 Da kam Jesus in die Gegend von Cäsarea Philippi und fragte seine Jünger und sprach: Wer sagen die Leute, dass der Menschensohn sei?

Tekstuitleg van Mt 16,13 .

1. elthôn (gekomen) . Verwijzing : elthôn (gegaan, gekomen) , zie Mt 8,14 . Participium aorist nominatief mannelijk enkelvoud van het werkwoord erchomai (gaan, komen) . In zesenzestig verzen in de bijbel . In zeventien verzen in het O.T. . In negenenveertig verzen in het N.T. . Mt (14) . Mc (7) . Lc (11) . Joh (7) . Hnd (2) . Brieven (8) . Elthôn (gegaan , gekomen) is vaak de vertaling van een vorm van het Hebreeuwse werkwoord b´â (gaan , komen) dat gevolgd wordt door een ander vervoegd werkwoord en met elkaar verbonden is met het nevenschikkend voegwoord waw . In veertien verzen bij Matteüs : (1) Mt 2,8 . (2) Mt 2,9 . (3) Mt 2,23 . (4) Mt 4,13 . (5) Mt 5,24 . (6) Mt 8,7 . (7) Mt 8,14 . (8) Mt 9,18 . (9) Mt 9,23 . (10) Mt 13,54 . (11) Mt 16,13 . (12) Mt 24,46 . (13) Mt 25,27 . (14) Mt 26,43 .

elthôn 1. Herodes elthôn 2. de ster elthôn 3. .Jozef elthôn . 4. Jezus elthôn 5. bergrede elthôn 6. Jezus 8. een overste 12. eschatologische rede 13. 14. Jezus
Mt 2,8 Mt 2,9 Mt 2,23 Mt 4,13 Mt 5,24 Mt 8,7 Mt 9,18 Mt 24,46 Mt 25,27 Mt 26,43
hopôs kagô (opdat ook ik) heôs (totdat) kai (en) kai (en) ... kai tote (en dan)   idou archôn heis (zie een bepaalde overste) hon (die) kai (en) kai elthôn (en gekomen)
elthôn proskunèsô autôi (hem zal gaan aanbidden) elthôn estathè epanô hou (zij kwam staan boven op de plaats waar elthôn katôikèsen (en hij ging wonen) elthôn katôikèsen (en hij ging wonen) elthôn prosfere (kom offeren) egô elthôn therapeusô auton (ik zal hem komen genezen) elthôn prosekunei autôi (hij kwam bij hem neerknielen) elthôn  ho kurios autou heurèsei (de heer zal gaan vinden) elthôn egô ekomisamèn (ik kwam ontvangen)  heuren autous katheudontas (vond hij hen slapend)
11. Huldiging van de magiërs : Mt 2,1-12 - 11. Huldiging van de magiërs : Mt 2,1-12 - 12. Vlucht naar Egypte en terugkeer : Mt 2,13-23 - 21. Begin van Jezus'optreden in Galilea : Mc 1,14-15 - Mt 4,12-17 - Lc 4,14-15 12. 30. Verzoening en offer : Mt 5,23-24 - Mc 11,20-25 - 57. De honderdman van Kafarnaüm : Mt 8,5-13 - Lc 7,1-10 - 71. Genezing van een vrouw met bloedvloeiïng. Opwekking van Jaïrus'dochter : Mc 5,21-43 - Mt 9,18-26 - Lc 8,40-56 312. De trouwe en verstandige dienaar : Mt 24,45-51 - Lc 12,41-46 - 314. Gelijkenis van de talenten : Mt 25,14-30 - 329. Jezus in Getsemane : Mc 14,32-42 - Mt 26,36-46 - Lc 22,40-46 -


7. Jezus 9. Jezus 10. Jezus 11. Jezus 1. elthontes . de Wijzen 4. elthontes 8. elthontes èlthon  
Mt 8,14 Mt 9,23 Mt 13,54 Mt 16,13 Mt 2,11 Mt 16,5 Mt 27,33  Mt 14,35 Mt 21,1b
kai (en) kai (en) kai (en)    kai (en) kai (en) kai (en)   kai (en)
elthôn (gegaan) elthôn (gegaan) elthôn (gegaan) elthôn de (gegaan echter) elthontes (gegaan / gekomen) elthontes (gekomen) elthontes (gekomen)  èlthon (zij kwamen) èlthon (zij kwamen)
ho Ièsous (Jezus) ho Ièsous (Jezus)   ho Ièsous (Jezus)   hoi mathètai (de leerlingen)     eis Bètfagè eis to horos tôn elaiôn (bij Betfage bij de Olijvenberg)
eis tèn oikian Petrou (naar het huis van Petrus) eis tèn oikian tou archontos (naar het huis van de overste) eis tèn patrida autou (naar zijn vaderstad) eis ta merè Kaisareias tou Philippou (naar de gebieden van Caesarea van Filippus) eis tèn oikian (naar / bij het huis) eis to peran (naar de overkant) eis topon legomenon Golgotha, ho estin Kraniou topos legomenos (naar de plaats Golgotha, die Calvarie wordt genoemd)  epi tèn gèn eis Gennèsaret (bij land bij Genesaret)  
eiden (zag hij) kai idôn (en gezien) edidasken (onderrichtte hij) èrôta (vroeg hij) eidon (zagen zij) epelathonto (vergaten zij) edôkan (gaven zij)    
58. Genezing van Petrus'schoonmoeder : Mc 1,29-31 - Mt 8,14-15 - Lc 4,38-39 - 71. Genezing van een vrouw met bloedvloeiïng. Opwekking van Jaïrus'dochter : Mc 5,21-43 - Mt 9,18-26 - Lc 8,40-56 - 145. Prediking te Nazaret en verwerping : Mc 6,1-6a - Mt 13,53-58 - Lc 4,16-30 -  162. Belijdenis van Petrus : Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 - 11. Huldiging van de magiërs : Mt 2,1-12 - 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën : Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 - 345. Kruisiging : Mc 15,22-26 - Mt 27,33-37 - Lc 23,33-34  153. Mc 6,53-56 // Mt 14,34-36 : genezingen te Gennesaret - Mc 6,53-56 - Mt 14,34-36 -  281. Jezus gaat Jeruzalem binnen : Mc 11,11 // Mt 21,1-11 - Mc 11,11 - Mt 21,1-11 -

2. de (echter) . Verwijzing : de (echter) , zie Mt 1,2 . Partikel als tweede woord in de zin . Lichte tegenstelling . Om verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden . In 6210 verzen in de bijbel . In 3754 verzen in het O.T. . In 2456 verzen in het N..T. . Mt (421) . Mc (149) . Lc (478) . Joh (203) . Hnd (490) . Brieven (708) . Apk (7) . In veertien verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,2 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,6 . (4) Mt 16,7 . (5) Mt 16,8 . (6) Mt 16,11 . (7) Mt 16,13 . (8) Mt 16,14 . (9) Mt 16,15 . (10) Mt 16,16 . (11) Mt 16,17 . (12) Mt 16,18 . (13) Mt 16,23 . (14) Mt 16,26 .

1. - 2. elthôn de (gekomen echter) . Slechts in twee verzen in het N.T. : (1) Mt 16,13 . (2) 2 Kor 2,12 .
- kai elthôn (en gegaan , en gekomen) . In veertien verzen in het N.T. . Mt (6) . Mc (3) . Lc (2) . Joh (1) . Hnd (1) . Brieven (1) .

- Ièsous (Jezus), zie Mt 1,1 . In 110 verzen bij Matteüs .

- Elthôn (gegaan) Het wordt in het vervolg van de zin gevolgd door het voorzetsel van plaats eis (naar). Het staat op de eerste plaats in de pericope en de zin. Het wordt onmiddellijk gevolgd door het partikel de (echter) terwijl we bij vergelijking van het gebruik van elthôn vaak het nevenschikkend voegwoord kai (en) tegenkomen. Jezus is op terugweg uit het gebied van Tyrus en Sidon. Er heeft reeds een ommekeer plaats. Niet voor niets stelt Jezus de vraag in Caesarea Filippi. Voor Jezus wordt het duidelijk dat zijn joodse boodschap ook voor de heidenen bestemd is.
- tina (wie?) . Verwijzing : - tina (wie) , zie Mt 16,13 . Accusatief enkelvoud van het vragend of onbepaald voornaamwoord tis (wie, iemand). Het kan zelfstandig of bijvoeglijk gebruikt worden. Het komt in 123 verzen in de bijbel voor; in 55 verzen in het O.T, in 68 verzen in het N.T. In 6 verzen bij Matteüs. Als vragend voornaamdwoord, zelfstandig gebruikt : (1) Mt 16,13 . (2) Mt 16,15 .

Mt 16,14 - Mt 16,14 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis 29 juni : Petrus en Paulus . 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:14 oi de eipan oi men iôannèn ton baptistèn alloi de èlian eteroi de ieremian è ena tôn profètôn   14 at illi dixerunt alii Iohannem Baptistam alii autem Heliam alii vero Hieremiam aut unum ex prophetis     Zij antwoordden: "Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten."   [14] Ze zeiden: ‘Volgens sommigen Johannes de Doper, volgens anderen Elia, volgens weer anderen Jeremia of een van de profeten.’   [14] Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’  14 Zij zeggen: sommigen ‘Johannes de Doper’ anderen ‘Elia’, de overigen ‘Jeremia of één van de profeten’   14. Ils dirent : « Pour les uns, Jean le Baptiste ; pour d'autres, Élie ; pour d'autres encore, Jérémie ou quelqu'un des prophètes. » -  

Statenvertaling . 14 En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen: Jeremia of een van de profeten.
King James Bible . [14] And they said, Some say that thou art John the Baptist: some, Elias; and others, Jeremias, or one of the prophets.
Luther-Bibel . 14 Sie sprachen: Einige sagen, du seist Johannes der Täufer, andere, du seist Elia, wieder andere, du seist Jeremia oder einer der Propheten.

Tekstuitleg van Mt 16,14 .

Mt 16,15 - Mt 16,15 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis 29 juni : Petrus en Paulus . 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:15 legei autois umeis de tina me legete einai 15 dicit illis vos autem quem me esse dicitis     "Maar gij – sprak Hij tot hen – wie zegt gij dat Ik ben?"  [15] Hij zei hun: ‘En jullie, wie ben Ik volgens jullie?’   [15] Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’   15 Hij zegt tot hen: maar gij, wie zegt gij dat ik ben?   15. « Mais pour vous, leur dit-il, qui suis-je ? »  

Statenvertaling . 15 Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?
King James Bible . [15] He saith unto them, But whom say ye that I am?
Luther-Bibel . 15 Er fragte sie: Wer sagt denn ihr, dass ich sei?

Tekstuitleg van Mt 16,15 .

Mt 16,16Mt 16,16 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis 29 juni : Petrus en Paulus . 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
apokritheis de Simôn Petros eipen  Su ei ho christos ho huios tou theou zôntos 16 respondens Simon Petrus dixit tu es Christus Filius Dei vivi     Simon Petrus antwoordde: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God." 

[16] Simon Petrus antwoordde hem: ‘U bent de Messias*, de Zoon van de levende God.’

[16] ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus.   16 Ten antwoord zegt Simon Petrus: u bent de Christus de zoon van de levende God!   16. Simon-Pierre répondit : « Tu es le Christ, le Fils du Dieu vivant. »

Statenvertaling . 16 En Simon Petrus, antwoordende, zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods.
King James Bible . [16] And Simon Peter answered and said, Thou art the Christ, the Son of the living God.
Luther-Bibel . 16 Da antwortete Simon Petrus und sprach: Du bist Christus, des lebendigen Gottes Sohn!

Tekstuitleg van Mt 16,16 . Dit vers Mt 16,16 telt 15 (3 X 5) woorden en 60 (2 X 2 X 3 X 5) letters . De getalwaarde van Mt 16,16 is 8835 (3 X 5 X 19 X 31) . Gemeenschappelijk getal is 15 . In Mt 16,15 stelt Jezus de vraag wie Hij volgens hem (Petrus) is .

Mt 16,17 - Mt 16,17 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis 29 juni : Petrus en Paulus  . 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:17 apokritheis de o ièsous eipen autô makarios ei simôn bariôna oti sarx kai aima ouk apekaluyen soi all o patèr mou o en | [tois] | tois | ouranois   17 respondens autem Iesus dixit ei beatus es Simon Bar Iona quia caro et sanguis non revelavit tibi sed Pater meus qui in caelis est    Jezus hernam: "Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is.  

[17] Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Gelukkig ben jij, Simon Barjona; niet vlees en bloed hebben jou dat onthuld, maar mijn Vader in de hemel.

[17] Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel.   17 Ten antwoord zegt Jezus tot hem: zalig ben je, Simon Barjona!, omdat niet vlees of bloed je dat heeft onthuld maar mijn Vader in de hemelen!   17. En réponse, Jésus lui dit : « Tu es heureux, Simon fils de Jonas, car cette révélation t'est venue, non de la chair et du sang, mais de mon Père qui est dans les cieux.  

Statenvertaling . 17 En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.
King James Bible . [17] And Jesus answered and said unto him, Blessed art thou, Simon Barjona: for flesh and blood hath not revealed it unto thee, but my Father which is in heaven.
Luther-Bibel . 17 Und Jesus antwortete und sprach zu ihm: Selig bist du, Simon, Jonas Sohn; denn Fleisch und Blut haben dir das nicht offenbart, sondern mein Vater im Himmel.

Tekstuitleg van Mt 16,17 . Mt 16,17-19 bestaat uit een tekst, eigen aan Matteüs. Hij bestaat uit tien zinnen . (1) De inleiding op het citaat. (2)(3) verduidelijking van de belijdenis van Petrus door Jezus (4) ik zeg je + 3 nevenschikkende zinnen (5) (6) (7) Ik geef

13. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

Mt 16,18 - Mt 16,18 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis 29 juni : Petrus en Paulus . 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:18 kagô de soi legô oti su ei petros kai epi tautè tè petra oikodomèsô mou tèn ekklèsian kai pulai adou ou katischusousin autès   18 et ego dico tibi quia tu es Petrus et super hanc petram aedificabo ecclesiam meam et portae inferi non praevalebunt adversum eam     Op mijn beurt zeg Ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.  

[18] Ik zeg jou: jij bent Petrus*; op die steenrots zal Ik mijn kerk* bouwen*, en de poorten van het dodenrijk zullen haar er niet onder krijgen.  
[18] En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen,* en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen.   18 en ik op mijn beurt zeg jou dat jij een Petrus,– rotsman, bent: op deze petra,– rots, zal ik mijn vergadering bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen;   18. Eh bien ! moi je te dis : Tu es Pierre, et sur cette pierre je bâtirai mon Église, et les Portes de l'Hadès ne tiendront pas contre elle.  

Statenvertaling . 18 En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen.
King James Bible . [18] And I say also unto thee, That thou art Peter, and upon this rock I will build my church; and the gates of hell shall not prevail against it.
Luther-Bibel . 18 Und ich sage dir auch: Du bist Petrus, und auf diesen Felsen will ich meine Gemeinde bauen, und die Pforten der Hölle sollen sie nicht überwältigen.

Tekstuitleg van Mt 16,18 . In drie nevenschikkende zinnen zegt Jezus wat hij tot Petrus zegt. Deze zijn met het nevenschikkend voegwoord kai (en) met elkaar verbonden.

9. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

18. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

Mt 16,19 - Mt 16,19 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis 29 juni : Petrus en Paulus . 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:19 dôsô soi tas kleidas tès basileias tôn ouranôn kai o ean dèsès epi tès gès estai dedemenon en tois ouranois kai o ean lusès epi tès gès estai lelumenon en tois ouranois   19 et tibi dabo claves regni caelorum et quodcumque ligaveris super terram erit ligatum in caelis et quodcumque solveris super terram erit solutum in caelis     Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn." 
[19] Ik zal je de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen, en wat je op aarde bindt zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’  
[19] Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’   19 jou zal ik geven de sleutels van het koninkrijk der hemelen en wat je zult binden op de aarde zal gebonden zijn in de hemelen en wat je losmaakt op de aarde zal losgemaakt zijn in de hemelen!   19. Je te donnerai les clefs du Royaume des Cieux : quoi que tu lies sur la terre, ce sera tenu dans les cieux pour lié, et quoi que tu délies sur la terre, ce sera tenu dans les cieux pour délié. »  

Statenvertaling . 19 En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen; en zo wat gij zult binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en zo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.
King James Bible . [19] And I will give unto thee the keys of the kingdom of heaven: and whatsoever thou shalt bind on earth shall be bound in heaven: and whatsoever thou shalt loose on earth shall be loosed in heaven.
Luther-Bibel . 19 Ich will dir die Schlüssel des Himmelreichs geben: Alles, was du auf Erden binden wirst, soll auch im Himmel gebunden sein, und alles, was du auf Erden lösen wirst, soll auch im Himmel gelöst sein.

Tekstuitleg van Mt 16,19 . Mt 16,19 bestaat (zoals Mt 16,18) eveneens uit drie nevenschikkende zinnen, die met elkaar verbonden zijn met het nevenschikkend voegwoord kai (en).

9. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

21. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

Mt 16,20 - Mt 16,20 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling   Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:20 tote | epetimèsen | diesteilato | tois mathètais ina mèdeni eipôsin oti autos estin o christos 20 tunc praecepit discipulis suis ut nemini dicerent quia ipse esset Iesus Christus   20 Toen verbood Hij Zijn discipelen, dat zij iemand zeggen zouden, dat Hij was Jezus, de Christus.  
[20] Toen verbood* Hij de leerlingen om iemand te zeggen dat Hij de Messias was. 
[20] Daarop verbood hij de leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat hij de messias was. 20 Dan onderhoudt hij zijn leerlingen ernstig om aan niemand te zeggen dat hij de Christus is. 20. Alors il ordonna aux disciples de ne dire à personne qu'il était le Christ.  

King James Bible . [20] Then charged he his disciples that they should tell no man that he was Jesus the Christ.
Luther-Bibel . 20 Da gebot er seinen Jüngern, niemandem zu sagen, dass er der Christus sei.
21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar . Daarop verbood Hij zijn leerlingen nadrukkelijk iemand te zeggen, dat Hij de Christus was.

Tekstuitleg van Mt 16,20 .

 gebod met epetimèsen (hij droeg op, beval): - mèdeni (aan niemand) 3X bij Matteüs  - eipèis (je zegge) 2X bij Matteüs -

163. Eerste lijdensvoorspelling : Mt 16,21 - Mc 8,31-32 - Mt 16,21 - Lc 9,22 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,21 -- Mt 16 -

Evangelielezing op de 22ste (tweeentwintigste) zondag door het a-jaar : Mt 16,21-27 . Verwijzing : Mt 16,21-27 .
In die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan; dat Hij daar veel zou moeten lijden van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, maar dat Hij na ter dood gebracht te zijn op de derde dag zou verrijzen. Toen nam Petrus Jezus ter zijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden: "Dat verhoede God, Heer! Zo iets mag U nooit overkomen!" Maar Hij keerde zich om en zei tot Petrus: "Ga weg, satan, terug! Gij zijt Mij een aanstoot, want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil." En daarna tot zijn leerlingen: "Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden. Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld te winnen, als dit ten koste gaat van eigen leven? Of wat zal een mens kunnen geven in ruil voor zijn eigen leven? Want de Mensenzoon zal komen in de heerlijkheid van zijn Vader, vergezeld van zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden."

Een belangrijk moment in het leven van Jezus is aangebroken . Het is een keerpunt . Sinds Mt 4,12 ging Jezus naar Galilea en trok hij zich verder terug in die streek , in Mt 16,21 vatte Jezus het plan op om naar Jeruzalem te gaan . Hij ging de tegengestelde richting uit . Het is me nog niet duidelijk waarom Jezus per sé naar Jeruzalem wou gaan . Het is als 't ware dat hij koos voor de dood . Dat op zijn dood de verrijzenis volgde , is wel mooi , maar verrijzenisverhalen willen toch vertellen dat Jezus bij God verder leeft na zijn dood . Met behulp van apocalyptische beelden tracht men dat verblijf van Jezus bij God wat in te vullen .

Mt 16,21 - Mt 16,21 : 163. Eerste lijdensvoorspelling : Mc 8,31-32 - Mt 16,21 - Lc 9,22 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,21 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
Apo tote èrxato ho Ièsous deiknuein tois mathètais autou hoti dei auton eis Hierosoluma apelthein kai polla pathein apo tôn presbuterôn kai archierôn kai grammateôn kai apoktanthènai kai tèi tritèi hèmerai egerthènai 21 exinde coepit Iesus ostendere discipulis suis quia oporteret eum ire Hierosolymam et multa pati a senioribus et scribis et principibus sacerdotum et occidi et tertia die resurgere   21 Van toen af begon Jezus zijn leerlingen te tonen dat hij naar Jeruzalem moest heengaan en veel lijden van de oudsten en hogepriesters en schriftgeleerden, en gedood worden en op de derde dag opgewekt worden . 21 Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesteren, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden.   [21] Vanaf toen begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel moest lijden van de oudsten*, hogepriesters en schriftgeleerden, dat Hij ter dood gebracht zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt.  [21] Vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, en dat hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt.  21 ¶ Van dan af begint Jezus aan zijn leerlingen duidelijk te maken dat hij een andere weg moet gaan: op Jeruzalem aan; dat hij daar veel te lijden zal krijgen van de oudsten, overpriesters en schriftgeleerden, ja gedood zal worden,– en ‘ten derden dage’ zal worden opgewekt. 21. A dater de ce jour, Jésus commença de montrer à ses disciples qu'il lui fallait s'en aller à Jérusalem, y souffrir beaucoup de la part des anciens, des grands prêtres et des scribes, être tué et, le troisième jour, ressusciter.

King James Bible . [21] From that time forth began Jesus to shew unto his disciples, how that he must go unto Jerusalem, and suffer many things of the elders and chief priests and scribes, and be killed, and be raised again the third day.
Luther-Bibel . 21 Seit der Zeit fing Jesus an, seinen Jüngern zu zeigen, wie er nach Jerusalem gehen und viel leiden müsse von den Ältesten und Hohenpriestern und Schriftgelehrten und getötet werden und am dritten Tage auferstehen.
- 22ste (tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . In die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan; dat Hij daar veel zou moeten lijden van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, maar dat Hij na ter dood gebracht te zijn op de derde dag zou verrijzen.

Tekstuitleg van Mt 16,21 . Dit vers Mt 16,21 telt 32 woorden (2 X 2 X 2 X 2 X 2) en 176 (2 X 2 X 2 X 2 X 11) letters . De getalwaarde van Mt 16,21 is 16624 (2 X 2 X 2 X 2 X 1039) . Het gemeenschappelijk getal is 16 (2 X 2 X 2 X 2) . We zijn in het zestiende hoofdstuk van Matteüs . Mt 16 telt 28 verzen .

1. apo (van, vanaf) . Verwijzing : apo (van, vanaf) , zie Mt 1,17 . Voorzetsel . In 2984 verzen in de bijbel . In 2238 in het O.T. . In 440 in het N.T. . Mt (82) . Mc (33) . Lc (73) . Joh (19) . Hnd (93) . Andere van het N.T. (140) . In tweeëntachtig verzen bij Mt . In vier verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,6 . (2) Mt 16,11 . (3) Mt 16,12 . (4) Mt 16,21 .

2. tote (< to - de : dat echter ; dan , daarop) . Verwijzing : tote (dan, daarop) , zie Mt 2,7 . Bijwoord van tijd . Tote (dan) komt in de bijbel in 353 verzen voor . In 195 verzen in het O.T. . In 158 verzen in het N.T. . Mt (89) . Mc (6) . Lc (15) . Joh (10) . Hnd (21) . In negenentachtig verzen bij Matteüs . In vijf verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,12 . (2) Mt 16,20 . (3) Mt 16,21 . (4) Mt 16,24 . (5) Mt 16,27 . Het is duidelijk dat dit een woord is dat Matteüs zeer graag gebruikt .
Het gebruik van tote (dan, daarop) duidt op een opeenvolging . Het staat meestal als eerste woord in de zin of na een voorzetsel . Het doet denken aan ho de (hij echter), hè de (zij echter) en to de (het echter) dat evenwel niet bestaat . Het zou een samentrekking kunnen zijn van to de (het echter) . Het verklaart waarom er geen de (echter) na tote (dan) staat .
In Mt 16 worden tweeëntwintig van de achtentwintig verzen ingeleid door kai = en (4) , de = echter (14) en tote = dan (4) .

1. - 2. apo tote (apo : voorzetsel + bijwoord van tijd) . Verwijzing : apo (van, vanaf) , zie Mt 1,17 . In vier verzen in het N.T. : (1) Mt 4,17 . (2) Mt 16,21 . (3) Mt 26,16 . (4) Lc 16,16 . tote verwijst naar de voorgaande pericope waarin Petrus belijdt dat Jezus de Christus is . Vanuit het perspectief van het verleden vertalen we 'vanaf dan' . Vanuit het oogpunt van het hier en u (verhaalkundig) zouden we kunnen vertalen : vanaf nu . Er heeft een keerpunt in het evangelie plaats . Vanaf nu kondigt Jezus aan dat hij naar Jeruzalem gaat .

3. èrxato (hij begon) . Verwijzing : èrxato (hij begon) , zie Mc 1,45 . Aorist derde persoon enkelvoud van het werkwoord archomai (beginnen) . Het komt in de bijbel in zesenzeventig verzen voor . O.T. (35) . N.T. (41) . Mt (7) . Mc (18) . Lc (11) . Joh (1) . Hnd (4) . In zeven verzen bij Matteüs : (1) Mt 4,17 . (2) Mt 11,7 . (3) Mt 11,20 . (4) Mt 16,21 . (5) Mt 16,22 . (6) Mt 26,37 . (7) Mt 26,74 . In vijf verzen is Jezus onderwerp : (1) Mt 4,17 . (2) Mt 11,7 . (3) Mt 11,20 . (4) Mt 16,21 . (6) Mt 26,37 . (7) Mt 26,74 , in twee verzen Petrus : (5) Mt 16,22 . (7) Mt 26,74 . In vier verzen wordt èrxato (hij begon) voorafgegaan door tote (dan ; apo tote : vanaf dan) : (1) Mt 4,17 . (3) Mt 11,20 . (4) Mt 16,21 . (7) Mt 26,74 . Slechts in deze vier verzen van Mt komt tote (dan) gevolgd door èrxato (hij begon) in het N.T. voor .
Zevenmaal gebruikt Matteüs de term èrxato (hij begon) . Op de vierde en middelste plaats staat Mt 16,21 : de beslissing van Jezus om naar Jeruzalem te gaan en daar te lijden en te sterven . Petrus is het hiermee niet eens , zie Mt 16,22 . Hij blijft het met Jezus oneens , wanneer hij Jezus als gevangene ziet . Hij ontkent Jezus te kennen , zie Mt 26,74 . Tussen het tweevoudig gebruik van èrxato bij het onderwerp Petrus , staat èrxato bij het onderwerp Jezus : Mt 26,37 . Jezus begint bedroefd te worden tot stervens toe . Waarschijnlijk beseft Jezus wel dat Petrus nog altijd van een andere Christus droomt . Petrus heeft een zwaard bij . Hij hoopt dat de Christus Jeruzalem zal bevrijden met geweld .
apo tote leidt een belangrijk moment van Jezus' leven in . Het komt bij Matteüs slechts tweemaal voor waarbij het op Jezus slaat . Een derde maal komt het voor in Mt 26,16 . Judas gaat naar de hogepriesters om Jezus over te leveren nadat Jezus bij het laatste avondmaal zich duidelijk uitspreekt over zijn lijden , dood en begrafenis . Ook Judas is het niet eens met Jezus .
Slechts in twee verzen in de bijbel vinden we : apo tote èrxato ho Ièsous : Mt 4,17 en Mt 16,21 . In Mt 4,17 verwijst apo tote naar de overlevering van Johannes de Doper . In Mt 16,21 wordt vooruitgewezen naar het lijden , de dood en de verrijzenis van Jezus . Alzo omvatten deze twee verzen het geheel van het optreden van Jezus , begin , midden en einde .

1. Jezus 2. Jezus 3. Jezus 4. Jezus 5. Petrus 6. Jezus 7. Petrus
Mt 4,17 Mt 11,7 Mt 11,20 Mt 16,21 Mt 16,22 Mt 26,37 Mt 26,74
apo tote (van dan af)   Tote (dan) apo tote (van dan af)     Tote (dan)
èrxato (begon) èrxato (begon) èrxato (begon hij ) èrxato (begon) èrxato (begon hij) èrxato (begon hij ) èrxato (begon hij )
ho Ièsous (Jezus) ho Ièsous (Jezus)   ho Ièsous (Jezus)      
kèrussein kai legein (te verkondigen en te zeggen) legein (te zeggen) oneidizein (te misprijzen) tas poleis (de steden) deiknuein (aan te duiden) epitiman autôi lupeisthai (bedroefd te worden) katathematizein (te negeren)
21. Begin van Jezus'optreden in Galilea : Mc 1,14-15 - Mt 4,12-17 - Lc 4,14-15 88. Jezus'getuigenis over Johannes de Doper : Lc 7,24-28 - Mt 11,7-11  91. Weespreuken over Chorazin, Betsaïda en Kafarnaüm :Mt 11,20-24 - Lc 10,13-15 163. Eerste lijdensvoorspelling : Mc 8,31-32 - Mt 16,21 - Lc 9,22 164. Berisping van Petrus : Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23 329. Jezus in Getsemane : Mc 14,32-42 - Mt 26,36-46 - Lc 22,40-46 334. Verloochening van Petrus : Mc 14,66-72 - Mt 26,69-75 - Lc 22,56-62

4. + / - ho + Ièsous . Bepaald lidwoord mannelijk enkelvoud + zelfstandig naamwoord , persoonsnaam . In 455 verzen in het N.T. . Het kan met (+) of zonder lidwoord (-) voorkomen . Mt (110) . Lc (57) . Lc (55) . Joh (194) . Hnd (10) . In zes verzen in Mt 16 :
(1) Mt 16,6 : ho de Ièsous eipen autois (Jezus echter zei hen) . In acht verzen in het N.T. : (1) Mt 13,57 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 16,6 . (4) Mt 17,20 . (5) Mt 19,28 . (6) Mt 24,2 . (7) Mc 10,38 . (8) Mc 10,39 .
(2) Mt 16,8 :

1. 2. 3. 4.
Mt 12,15 Mt 16,8 Mt 22,18 Mt 26,10
Ho de Ièsous (Jezus echter)      
gnous (gekend) gnous de (gekend echter) gnous de (gekend echter) gnous de (gekend echter)
  ho Ièsous (Jezus) ho Ièsous (Jezus) ho Ièsous (Jezus)
    tèn ponèrian autôn (hun slechtheid)  
anechôrèsen (week uit) eipen (zei) eipen (zei) eipen (zei)
ekeithen (daar vandaan)      autois (aan hen)
  Tí (wat) + vraag Tí (wat) + vraag Tí (wat) + vraag
96. Volkstoeloop en genezingen : Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën : Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 291. Vraag van de Farizeeën over de belasting aan de keizer : Mc 12,13-17 - Mt 22,15-22 - Lc 20,20-26 318. Zalving van Jezus te Betanië : Mc 14,3-9 - Mt 26,6-13 - Lc 7,36-50 -

(3) Mt 16,13 : elthôn de ho Ièsous (gekomen echter Jezus) . In het N.T. komt het slechts in Mt 16,13 voor .
(4) Mt 16,17 : apokritheis de ho Ièsous (geantwoord echter Jezus) .
(5) Mt 16,21 : apo tote èrxato ho Ièsous (vanaf dan begon Jezus) .
(6) Mt 16,24 : tote ho Ièsous eipen (daarop zei Jezus) .

6. deiknuein : actief infintief praesens . Hapax .
- deiknuô (tonen) . Verwijzing : deiknuô (tonen) , zie Mt 16,21 .

11. dei (moet) . In vierennegentig verzen in de bijbel . In achttien verzen in het O.T. . In zesenzeventig verzen in het N.T. .
In vier verzen bij Matteüs : (1) Mt 16,21 . (2) Mt 17,10 . (3) Mt 24,6 . (4) Mt 26,54 .
In vijf verzen bij Marcus : (1) Mc 8,31 . (2) Mc 9,11 . (3) Mc 13,7 . (4) Mc 13,10 . (5) Mc 13,14 .
In twaalf verzen bij Lucas :
(1) Lc 2,49 (Wist je niet dat ik in de dingen van mijn vader moet zijn.) .
(2) Lc 4,43 (Ook in de andere steden moet ik het koningrijk van God als blijde boodschap brengen) .
(3) Lc 9,22 : eipôn hoti dei ton huion tou anthrôpou polla pathein = zeggende dat de mensenzoon veel zal moeten lijden (eerste lijdensvoorspelling)
(4) Lc 12,12 (Wat je moet zeggen) .
(5) Lc 13,14 (Er zijn zes dagen waarop je moet werken) .
(6) Lc 13,33 (Maar ik moet me op weg begeven) .
(7) Lc 17,25 : prôton de dei auton polla pathein = eerst echter moet hij veel lijden (de mensenzoon) .
(8) Lc 19,5 (Want in jouw huis moet ik verblijven) .
(9) Lc 21,9 (Want dat moet eerst gebeuren) .
(10) Lc 22,37 (Want dit geschrevene moet door mij tot een einde gebracht worden) .
(11) Lc 24,7 : legôn ton huion tou anthrôpou hoti dei = zeggende dat de mensenzoon moet (de vrouwen bij het graf) .
(12) Lc 24,44 (Dat hij al het geschrevene in de wet van Mozes moest vervullen) .
In negen verzen bij Johannes : (1) Joh 3,7 . (2) Joh 3,14 . (3) Joh 3,30 . (4) Joh 4,20 . (5) Joh 4,24 . (6) Joh 9,4 . (7) Joh 10,16 . (8) Joh 12,34 . (9) Joh 20,9 .
In vijftien verzen in Handelingen : (1) Hnd 1,21 . (2) Hnd 3,21 . (3) Hnd 4,12 . (4) Hnd 5,29 . (5) Hnd 9,6 . (6) Hnd 9,16 . (7) Hnd 14,22 . (8) Hnd 15,5 . (9) Hnd 16,30 . (10) Hnd 19,21 . (11) Hnd 20,35 . (12) Hnd 23,11 . (13) Hnd 25,10 . (14) Hnd 27,24 . (15) Hnd 27,26 .
- deô (moeten) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 .
--- hoti dei (dat moet) . hoti leidt een voorwerpszin in . Het wordt voorafgegaan door allerlei werkwoordvormen van verschillende werkwoorden met de betekenis van zeggen . In acht verzen in het N.T. : (1) Mt 16,21 (// Mc 8,31 // Lc 9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (2) Mc 8,31 (// Mt 16,21 // Lc 9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (3) Lc 9,22 ( // Mc 8,31 // Mt 16,21) (eerste lijdensvoorspelling) . (4) Lc 24,7 . (5) Lc 24,44 . (6) Joh 12,34 . (7) Joh 20,9 . (8) Hnd 15,5 . In vier van de acht teksten wordt de mensenzoon (ton huion tou anthrôpou) uitdrukkelijk vermeld : (2) Mc 8,31 . (3) Lc 9,22 . (4) Lc 24,7 . (6) Joh 12,34 .
--- edei (het moest) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . In tweeëntwintig verzen in de bijbel . In zes verzen in het O.T. . In zestien verzen in het N.T. : (1) Mt 18,33 . (2) Mt 23,23 . (3) Mt 25,27 . (4) Lc 11,42 . (5) Lc 13,16 . (6) Lc 15,32 . (7) Lc 22,7 . (8) Lc 24,26 . (9) Joh 4,4 . (10) Hnd 1,16 . (11) Hnd 17,3 . (12) Hnd 24,19 . (13) Hnd 27,21 . (14) Rom 1,27 . (15) 2 Cor 2,3 . (16) Heb 9,26 .
- edei pathein (hij moest lijden) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . In drie verzen in het N.T. : (1) Lc 24,26 : edei pathein ton Christon = dat Christus moest lijden . {(2) Lc 24,46 : ' edei ' pathein ton Christon = dat Christus moest lijden.} (3) Hnd 17,3 (hoti ton Christon. edei pathein = dat Christus moest lijden) .

14. Hierosoluma (Jeruzalem) , zie Mt 2,1 .

16. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

18. pathein (lijden) . Infinitief aorist . In dertien verzen in de bijbel . In (1) Ez 16,5 . (2) Mt 16,21 (// Mc 8,31 // Lc 9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (3) Mc 8,31 (// Mt 16,21 // Lc 9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (4) Lc 9,22 ( // Mc 8,31 // Mt 16,21) (eerste lijdensvoorspelling) . (5) Lc 17,25 . (6) Lc 22,15 (het laatste avondmaal) . (7) Lc 24,26 (verschijning van Jezus aan de Emmaüsgangers) . (8) Lc 24,46 (verschijning van Jezus aan de elf en hun metgezellen) . In vier verzen in Handelingen : (9) Hnd 1,3 (inleiding van Handelingen) . (10) Hnd 3,18 (toespraak van Petrus) . (11) Hnd 9,16 (Saulus in Damascus) . (12) Hnd 17,3 (Paulus in Tessalonica) . en in (13) Heb 9,26 . In elf verzen gaat het om het lijden van Christus . In de evangelies is er zevenmaal sprake van het lijden van de messias / mensenzoon ; de verhalen van de eerste lijdenvoorspelling , de mensenzoon , het laatste avondmaal , de vrouwen bij het graf , de verschijning aan de Emmaüsgangers , de verschijning aan de elf en hun metgezellen worden aan elkaar gelinkt .
--- polla pathein (veel lijden) . In vier verzen in het N.T. : (2) Mt 16,21 (// Mc 8,31 // Lc 9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (3) Mc 8,31 (// Mt 16,21 // Lc 9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (4) Lc 9,22 ( // Mc 8,31 // Mt 16,21) (eerste lijdensvoorspelling) . (5) Lc 17,25 .
- pathein ton Christon (dat Christus - moest - lijden) . Verwijzing : deô (moeten) , zie Mt 16,21 . In vier verzen in het N.T. : (1) Lc 24,26 : edei pathein ton Christon = dat Christus moest lijden . {(2) Lc 24,46 : ' edei ' pathein ton Christon = dat Christus moest lijden.} (3) Hnd 3,18 : pathein ton Christon = dat Christus (moest) lijden .(4) Hnd 17,3 (hoti ton Christon. edei pathein = dat Christus moest lijden) .
- paschô (lijden) . Verwijzing : paschô (lijden) , zie Mt 16,21 .
--- paschein . Infinitief praesens . In vier verzen in het N.T. .
- pascha (Pesach - Pasen) . Het komt in vijfenvijftig verzen in de bijbel voor . In achtenwintig verzen in het O.T. . In zevenentwintig verzen in het N.T. .
- Het Hebreeuwse woord p sh ch komt in vijfentwintig verzen in de bijbel voor .

22. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

24. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

26. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

27. apoktanthènai (gedood worden) . Passief infinitief aorist . In vijf verzen . In de parallelteksten Mt 16,21 , Mc 8,31 en Lc 9,22 en in twee verzen in Apk .
- apokteinô (doden) . Verwijzing : apokteinô (doden) , Mt 16,21 .

28. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

29. - 31. tèi tritèi hèmerai (op de derde dag) . Verwijzing : jôm (dag) , zie Ex 2,23 . In negen verzen in het N.T. :
(1) Mt 16,21 (// Mc 8,31 // Lc 9,22) (eerste lijdensvoorspelling) .
(2) Mt 17,23 (tweede lijdensvoorspelling) .
(3) Mt 20,17 (derde lijdensvoorspelling) .
(4) Mc 8,31 (// Mt 16,21 // Lc 9,22) (eerste lijdensvoorspelling) .
(5) Lc 9,22 ( // Mc 8,31 // Mt 16,21) (eerste lijdensvoorspelling) .
(6) Lc 24,7 (de vrouwen bij het graf) .
(7) Lc 24,46 (verschijning van Jezus aan de elf en hun metgezellen) .
(8) Hnd 10,40 (Paulus bij Cornelius in Caesarea) .
(9) 1 Kor 15,4 .

164. Berisping van Petrus : Mt 16,22-23 - Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16 -

Mt 16,22 - Mt 16,22 : 164. Berisping van Petrus - Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:22 kai proslabomenos auton o petros èrxato epitiman autô legôn ileôs soi kurie ou mè estai soi touto   22 et adsumens eum Petrus coepit increpare illum dicens absit a te Domine non erit tibi hoc    22 En Petrus, Hem tot zich genomen hebbende, begon Hem te bestraffen, zeggende: Heere, wees U genadig! dit zal U geenszins geschieden.  [22] Petrus nam Hem apart en begon Hem de les te lezen: ‘God beware U, Heer! Dat mag U niet overkomen.’   [22] Petrus nam hem ter zijde en begon hem fel terecht te wijzen: ‘God verhoede het, Heer! Dat zal u zeker niet gebeuren!’   22 Petrus neemt hem bij zich en begint hem ernstig te onderhouden, zeggend: zoek verzoening heer, dát mag uw lot niet wezen!   22. Pierre, le tirant à lui, se mit à le morigéner en disant : « Dieu t'en préserve, Seigneur ! Non, cela ne t'arrivera point ! »  

King James Bible . [22] Then Peter took him, and began to rebuke him, saying, Be it far from thee, Lord: this shall not be unto thee.
Luther-Bibel . 22 Und Petrus nahm ihn beiseite und fuhr ihn an und sprach: Gott bewahre dich, Herr! Das widerfahre dir nur nicht!
- 22ste (tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . Toen nam Petrus Jezus ter zijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden: "Dat verhoede God, Heer! Zo iets mag U nooit overkomen!"

Tekstuitleg van Mt 16,22 .

1. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

èrxato (hij begon) . Verwijzing : èrxato (hij begon) , zie Mc 1,45 . Aorist derde persoon enkelvoud van het werkwoord archomai (beginnen) . Het komt in de bijbel in zesenzeventig verzen voor . In vijfendertig verzen in het O.T. . In eenenveertig verzen in het N.T . In zeven verzen bij Matteüs : (1) Mt 4,17 . (2) Mt 11,7 . (3) Mt 11,20 . (4) Mt 16,21 . (5) Mt 16,22 . (6) Mt 26,37 . (7) Mt 26,74 . In vijf verzen is Jezus onderwerp , in twee verzen Petrus . In vier verzen wordt èrxato (hij begon) voorafgegaan door tote (dan ; apo tote : vanaf dan) .

1. Jezus 2. Jezus 3. Jezus 4. Jezus 5. Petrus 6. Jezus 7. Petrus
Mt 4,17 Mt 11,7 Mt 11,20 Mt 16,21 Mt 16,22 Mt 26,37 Mt 26,74
apo tote (van dan af)   Tote (dan) apo tote (van dan af)     Tote (dan)
èrxato (begon) èrxato (begon) èrxato (begon hij ) èrxato (begon) èrxato (begon hij ) èrxato (begon hij ) èrxato (begon hij )
ho Ièsous (Jezus) ho Ièsous (Jezus)   ho Ièsous (Jezus)      
kèrussein kai legein (te verkondigen en te zeggen) legein (te zeggen) oneidizein (te misprijzen) tas poleis (de steden) deiknuein (aan te duiden) epitiman autôi lupeisthai (bedroefd te worden) katathematizein (te negeren)
21. Begin van Jezus'optreden in Galilea : Mc 1,14-15 - Mt 4,12-17 - Lc 4,14-15 88. Jezus'getuigenis over Johannes de Doper : Lc 7,24-28 - Mt 11,7-11  91. Weespreuken over Chorazin, Betsaïda en Kafarnaüm :Mt 11,20-24 - Lc 10,13-15 163. Eerste lijdensvoorspelling : Mc 8,31-32 - Mt 16,21 - Lc 9,22 164. Berisping van Petrus : Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23 329. Jezus in Getsemane : Mc 14,32-42 - Mt 26,36-46 - Lc 22,40-46 334. Verloochening van Petrus : Mc 14,66-72 - Mt 26,69-75 - Lc 22,56-62

 

Mt 16,23 - Mt 16,23 : 164. Berisping van Petrus - Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:23 o de strafeis eipen tô petrô upage opisô mou satana skandalon ei emou oti ou froneis ta tou theou alla ta tôn anthrôpôn   23 qui conversus dixit Petro vade post me Satana scandalum es mihi quia non sapis ea quae Dei sunt sed ea quae hominum    23 Maar Hij, Zich omkerende, zeide tot Petrus: Ga weg achter Mij, satanas! gij zijt Mij een aanstoot, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn.  [23] Maar Hij van zijn kant zei tegen Petrus: ‘Weg daar, achter Mij, satan. Je bent een struikelblok voor Mij, want jouw gedachten zijn niet Gods gedachten, maar die van mensen.’  [23] Maar Jezus keerde hem de rug toe met de woorden: ‘Ga terug, achter mij, Satan! Je zou me nog van de goede weg afbrengen. Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’   23 Maar hij keert zich om en zegt tot Petrus: ga wég daar, achter mij, satan die je bent! je bent me een struikelblok, omdat je met je hart niet bent bij de zaken van God maar bij die van de mensen!  23. Mais lui, se retournant, dit à Pierre : « Passe derrière moi, Satan ! tu me fais obstacle, car tes pensées ne sont pas celles de Dieu, mais celles des hommes ! » 

King James Bible . [23] But he turned, and said unto Peter, Get thee behind me, Satan: thou art an offence unto me: for thou savourest not the things that be of God, but those that be of men.
Luther-Bibel . 23 Er aber wandte sich um und sprach zu Petrus: Geh weg von mir, Satan! Du bist mir ein Ärgernis; denn du meinst nicht, was göttlich, sondern was menschlich ist.
- 22ste (tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . Maar Hij keerde zich om en zei tot Petrus: "Ga weg, satan, terug! Gij zijt Mij een aanstoot, want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil."

Tekstuitleg van Mt 16,23 .

165. Zijn kruis opnemen. Zijn leven verliezen om het te winnen : Mt 16,24-25 - Mc 8,34-35 - Mt 16,24-25 - Lc 9,23-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,24 - Mt 16,25 -- Mt (Matteüs) - Mt 16 -

Mt 16,24 - Mt 16,24 : 165. Zijn kruis opnemen. Zijn leven verliezen om het te winnen : Mc 8,34-35 - Mt 16,24-25 - Lc 9,23-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,24 - Mt 16,25 -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:24 tote | [o] | o | ièsous eipen tois mathètais autou ei tis thelei opisô mou elthein aparnèsasthô eauton kai aratô ton stauron autou kai akoloutheitô moi  24 tunc Iesus dixit discipulis suis si quis vult post me venire abneget semet ipsum et tollat crucem suam et sequatur me     24 Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij.   [24] Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Als iemand achter Mij aan wil komen, laat hij dan met zichzelf breken, zijn kruis opnemen en Mij volgen.  [24] Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen.  24 ¶ Het is dán dat Jezus tot zijn leerlingen zegt: als iemand dat echt wil, achter mij aan komen, moet hij zichzelf verloochenen en zijn kruis dragen, en zó mij volgen!   24. Alors Jésus dit à ses disciples : « Si quelqu'un veut venir à ma suite, qu'il se renie lui-même, qu'il se charge de sa croix, et qu'il me suive. 

King James Bible . [24] Then said Jesus unto his disciples, If any man will come after me, let him deny himself, and take up his cross, and follow me.
Luther-Bibel . 24 Da sprach Jesus zu seinen Jüngern: Will mir jemand nachfolgen, der verleugne sich selbst und nehme sein Kreuz auf sich und folge mir.
- 22ste (tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . En daarna tot zijn leerlingen: "Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen.

Tekstuitleg van Mt 16,24 .

1. tote . Verwijzing : tote (dan, daarop) , zie Mt 2,7 . In negenentachtig verzen bij Matteüs . In vijf verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,12 . (2) Mt 16,20 . (3) Mt 16,21 . (4) Mt 16,24 . (5) Mt 16,27 . Bij Mt 16,24 is er geen verandering van personage , maar wel verandering van bestemming (tot wie Jezus de woorden zegt) .

1. - 3. tote ho Ièsous (daarop Jezus) . In vier verzen in het N.T. en wel bij Mt : (1) Mt 4,1 . (2) Mt 16,24 . (3) Mt 21,1 . (4) Mt 23,1 . In drie verzen staat het aan het begin van een vers , van een pericope , behalve in Mt 21,1 .

16. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

21. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

Mt 16,25 - Mt 16,25 : 165. Zijn kruis opnemen. Zijn leven verliezen om het te winnen : Mc 8,34-35 - Mt 16,24-25 - Lc 9,23-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,24 - Mt 16,25 -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 --
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:25 os gar ean thelè tèn yuchèn autou sôsai apolesei autèn os d an apolesè tèn yuchèn autou eneken emou eurèsei autèn 25 qui enim voluerit animam suam salvam facere perdet eam qui autem perdiderit animam suam propter me inveniet eam     25 Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal hetzelve vinden.   [25] Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Wie zijn leven verliest vanwege Mij, zal het vinden.  [25] Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden.   25 want al wie zijn ziel wil redden zal haar verliezen maar al wie zijn ziel verliest vanwege mij, die zal haar vinden!   25. Qui veut en effet sauver sa vie la perdra, mais qui perdra sa vie à cause de moi la trouvera.  

King James Bible . [25] For whosoever will save his life shall lose it: and whosoever will lose his life for my sake shall find it.
Luther-Bibel . 25 Denn wer sein Leben erhalten will, der wird's verlieren; wer aber sein Leben verliert um meinetwillen, der wird's finden.
- 22ste (tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden.

Tekstuitleg van Mt 16,25 .

Doublette : http://biblio.domuni.org/parcours/parcours_sces_bibl/hermant_syn/syn241-01.pdf .

166. Wat baat het een mens de hele wereld te winnen : Mt 16,26-27 - Mc 8,36-38 - Mt 16,26-27 - Lc 9,25-26 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,26 - Mt 16,27 -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 -

Mt 16,26 - Mt 16,26 : 166. Wat baat het een mens de hele wereld te winnen - Mc 8,36-38 - Mt 16,26-27 - Lc 9,25-26 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,26 - Mt 16,27 -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:26 ti gar ôfelèthèsetai anthrôpos ean ton kosmon olon kerdèsè tèn de yuchèn autou zèmiôthè è ti dôsei anthrôpos antallagma tès yuchès autou   26 quid enim prodest homini si mundum universum lucretur animae vero suae detrimentum patiatur aut quam dabit homo commutationem pro anima sua     26 Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint, en lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel?   [26] Want wat zal het een mens baten als hij de hele wereld wint, maar zichzelf schade toebrengt? Of wat kan een mens geven in ruil voor zichzelf?  [26] Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als hij er het leven bij inschiet? Wat zou een mens niet overhebben voor zijn leven?   26 want wat zal het een mens baten als hij de hele wereld wint maar het bekoopt met zijn ziel?– en wat kan een mens geven in ruil voor zijn ziel?  26. Que servira-t-il donc à l'homme de gagner le monde entier, s'il ruine sa propre vie ? Ou que pourra donner l'homme en échange de sa propre vie ?  

King James Bible . [26] For what is a man profited, if he shall gain the whole world, and lose his own soul? or what shall a man give in exchange for his soul?
Luther-Bibel . 26 Was hülfe es dem Menschen, wenn er die ganze Welt gewönne und nähme doch Schaden an seiner Seele? Oder was kann der Mensch geben, womit er seine Seele auslöse?
- 22ste (tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld te winnen, als dit ten koste gaat van eigen leven? Of wat zal een mens kunnen geven in ruil voor zijn eigen leven?

Tekstuitleg van Mt 16,26 .

Mt 16,27 - Mt 16,27 : 166. Wat baat het een mens de hele wereld te winnen - Mc 8,36-38 - Mt 16,26-27 - Lc 9,25-26 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,26 - Mt 16,27 -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:27 mellei gar o uios tou anthrôpou erchesthai en tè doxè tou patros autou meta tôn aggelôn autou kai tote apodôsei ekastô kata tèn praxin autou   27 Filius enim hominis venturus est in gloria Patris sui cum angelis suis et tunc reddet unicuique secundum opus eius     27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid Zijns Vaders, met Zijn engelen, en alsdan zal Hij een iegelijk vergelden naar zijn doen.   [27] Want de Mensenzoon zal komen, bekleed met de heerlijkheid van zijn Vader, samen met zijn engelen, en dan zal Hij iedereen loon naar werken geven.   [27] Wanneer de Mensenzoon komt, in gezelschap van zijn engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader, dan zal hij iedereen naar zijn daden belonen.  27 want weldra zal de mensenzoon komen in de glorie van zijn Vader met zijn engelen, en dán zal hij een ieder teruggeven ‘naar hoe hij heeft gehandeld’;   27. « C'est qu'en effet le Fils de l'homme doit venir dans la gloire de son Père, avec ses anges, et alors il rendra à chacun selon sa conduite.  

King James Bible . [27] For the Son of man shall come in the glory of his Father with his angels; and then he shall reward every man according to his works.
Luther-Bibel . 27 Denn es wird geschehen, dass der Menschensohn kommt in der Herrlichkeit seines Vaters mit seinen Engeln, und dann wird er einem jeden vergelten nach seinem Tun.
- 22ste (tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . Want de Mensenzoon zal komen in de heerlijkheid van zijn Vader, vergezeld van zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden."

Tekstuitleg van Mt 16,27 .

18. kai (en) . Taalgebruik : kai (en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai (en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et . Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen in Mt 16 voor : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,4 . (4) Mt 16,5 . (5) Mt 16,6 . (6) Mt 16,9 . (7) Mt 16,10 . (8) Mt 16,11 . (9) Mt 16,12 . (10) Mt 16,17 . (11) Mt 16,18 . (12) Mt 16,19 . (13) Mt 16,21 . (14) Mt 16,22 . (15) Mt 16,24 . (16) Mt 16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt 16,1 . (2) Mt 16,3 . (4) Mt 16,5 . (14) Mt 16,22 .

167. Nabijheid van het Rijk Gods : Mt 16,28 - Mc 9,1 - Mt 16,28 - Lc 9,27 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,28 -

Mt 16,28 - Mt 16,28 : 167. Nabijheid van het Rijk Gods - Mc 9,1 - Mt 16,28 - Lc 9,27 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,28 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
16:28 amèn legô umin oti eisin tines tôn ôde estôtôn oitines ou mè geusôntai thanatou eôs an idôsin ton uion tou anthrôpou erchomenon en tè basileia autou   28 amen dico vobis sunt quidam de hic stantibus qui non gustabunt mortem donec videant Filium hominis venientem in regno suo     28 Voorwaar zeg Ik u: Er zijn sommigen van die hier staan, dewelke den dood niet smaken zullen, totdat zij den Zoon des mensen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk.   [28] Ik verzeker jullie, er zijn er hier die de dood niet zullen proeven voordat ze gezien hebben dat de Mensenzoon als koning komt.’  [28] Ik verzeker jullie: sommigen van de hier aanwezigen zullen niet sterven voor ze de komst van de Mensenzoon en zijn koninklijke heerschappij hebben meegemaakt.’  28 zeker is het, zeg ik u, er zijn er van wie hier staan die de dood niet zullen proeven totdat ze de mensenzoon hebben zien komen in zijn koninkrijk!  28. En vérité je vous le dis : il en est d'ici présents qui ne goûteront pas la mort avant d'avoir vu le Fils de l'homme venant avec son Royaume. 

King James Bible . [28] Verily I say unto you, There be some standing here, which shall not taste of death, till they see the Son of man coming in his kingdom.
Luther-Bibel . 28 Wahrlich, ich sage euch: Es stehen einige hier, die werden den Tod nicht schmecken, bis sie den Menschensohn kommen sehen in seinem Reich.

Tekstuitleg van Mt 16,28 .


1 et accesserunt ad eum Pharisaei et Sadducaei temptantes et rogaverunt eum ut signum de caelo ostenderet eis 2 at ille respondens ait eis facto vespere dicitis serenum erit rubicundum est enim caelum 3 et mane hodie tempestas rutilat enim triste caelum 4 faciem ergo caeli diiudicare nostis signa autem temporum non potestis generatio mala et adultera signum quaerit et signum non dabitur ei nisi signum Ionae et relictis illis abiit 5 et cum venissent discipuli eius trans fretum obliti sunt panes accipere 6 qui dixit illis intuemini et cavete a fermento Pharisaeorum et Sadducaeorum 7 at illi cogitabant inter se dicentes quia panes non accepimus 8 sciens autem Iesus dixit quid cogitatis inter vos modicae fidei quia panes non habetis 9 nondum intellegitis neque recordamini quinque panum quinque milium hominum et quot cofinos sumpsistis 10 neque septem panum quattuor milium hominum et quot sportas sumpsistis 11 quare non intellegitis quia non de pane dixi vobis cavete a fermento Pharisaeorum et Sadducaeorum 12 tunc intellexerunt quia non dixerit cavendum a fermento panum sed a doctrina Pharisaeorum et Sadducaeorum 13 venit autem Iesus in partes Caesareae Philippi et interrogabat discipulos suos dicens quem dicunt homines esse Filium hominis 14 at illi dixerunt alii Iohannem Baptistam alii autem Heliam alii vero Hieremiam aut unum ex prophetis 15 dicit illis vos autem quem me esse dicitis 16 respondens Simon Petrus dixit tu es Christus Filius Dei vivi 17 respondens autem Iesus dixit ei beatus es Simon Bar Iona quia caro et sanguis non revelavit tibi sed Pater meus qui in caelis est 18 et ego dico tibi quia tu es Petrus et super hanc petram aedificabo ecclesiam meam et portae inferi non praevalebunt adversum eam 19 et tibi dabo claves regni caelorum et quodcumque ligaveris super terram erit ligatum in caelis et quodcumque solveris super terram erit solutum in caelis 20 tunc praecepit discipulis suis ut nemini dicerent quia ipse esset Iesus Christus 21 exinde coepit Iesus ostendere discipulis suis quia oporteret eum ire Hierosolymam et multa pati a senioribus et scribis et principibus sacerdotum et occidi et tertia die resurgere 22 et adsumens eum Petrus coepit increpare illum dicens absit a te Domine non erit tibi hoc 23 qui conversus dixit Petro vade post me Satana scandalum es mihi quia non sapis ea quae Dei sunt sed ea quae hominum 24 tunc Iesus dixit discipulis suis si quis vult post me venire abneget semet ipsum et tollat crucem suam et sequatur me 25 qui enim voluerit animam suam salvam facere perdet eam qui autem perdiderit animam suam propter me inveniet eam 26 quid enim prodest homini si mundum universum lucretur animae vero suae detrimentum patiatur aut quam dabit homo commutationem pro anima sua 27 Filius enim hominis venturus est in gloria Patris sui cum angelis suis et tunc reddet unicuique secundum opus eius 28 amen dico vobis sunt quidam de hic stantibus qui non gustabunt mortem donec videant Filium hominis venientem in regno suo