- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -
- bijbeloverzicht per pericope - bijbeloverzicht per vers - bijbeloverzicht : liturgisch gebruik - bijbeloverzicht : woordgebruik -- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -- bijbeloverzicht : commentaar -
Overzicht van Tenach : Tenach
: overzicht , Tenach
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Tenach
: commentaar ,
Overzicht van Septuaginta : Septuaginta
: overzicht , Septuaginta
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z
- , Septuaginta
: commentaar ,
Overzicht van het Matteüsevangelie : Mt
: overzicht , Mt
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z
- , Mt
: commentaar ,
Overzicht van het N.T. : NT
: overzicht , NT
: taalgebruik - A
- B
- C
- D
- E
- F
- G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X
-Y
- Z - ,
NT : commentaar
,
![]() |
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE |
1. LXX , Griekse tekst N.T. | 2. Vulgata | 3. Synopsis Denaux - Vervenne | 4. Statenvertaling | 5. Willibrordvertaling | 6. Nieuwe Vertaling | 7. Naardense vertaling , zie |
8. Bible de Jérusalem | 9. Statenvertaling | 10. King James Bible - King James Bible | 11. Luther-Bibel |
Woordenschat
- apokteinô
(doden) , Mt
16,21 .
- deô
(moeten), zie Mt
16,21 .
- deiknuô
(tonen) , zie Mt
16,21 .
- paschô
(lijden) , zie Mt
16,21 .
- tina
(wie) , zie Mt
16,13 .
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik
- Mt
16,13-19 : 29
juni : Petrus en Paulus .
- Mt
16,13-20 : 21ste
(eenentwintigste) zondag door het a-jaar .
- Mt
16,21-27 : 22ste
(tweeentwintigste) zondag door het a-jaar .
Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht
, taalgebruik
- A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Oude Testament
, Pentateuch
, Historische
boeken , Profeten
, Wijsheidsboeken
, NT : overzicht
, Evangelies
, Synoptici
, Brieven
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus)
, Lv (Leviticus)
, Nu (Numeri)
, Dt (Deuteronomium)
, Joz (Jozua)
, Re (Rechters)
, Rt (Ruth) ,
1 S (1 Samuël)
, 2 S (2 Samuël)
, 1 K (1 Koningen)
, 2 K (2 Koningen)
, 1 Kr ( 1 Kronieken)
, 2 Kr (2 Kronieken)
, Ezr (Ezra)
, Neh (Nehemia)
, Tob (Tobia)
, Jdt (Judith)
, Est (Esther)
, 1 Mak (1 Makkabeeën)
, 2 Mak (2 Makkabeeën)
, Job , Ps
(Psalmen ) , Spr
(Spreuken) , Pr
(Prediker) , Hl
(Hooglied) , W
(Wijsheid) , Sir
(Sirach) , Js
(Jesaja) , Jr
(Jeremia) , Kl
(Klaagliederen) , Bar
(Baruch) , Ez
(Ezechiël) , Da
(Daniël) , Hos
(Hosea) , Jl (Joël)
, Am (Amos) ,
Ob (Obadja) ,
Jon (Jona) ,
Mi (Micha) , Nah
(Nahum) , Hab
(Habakuk) , Sef
(Sefanja) , Hag
(Haggai) , Zach
(Zacharia) , Mal
(Maleachi) .
- NT : Mt
(Matteüs) - Mc
(Marcus) - Lc
(Lucas) - Joh
(Johannes) - Hnd
(Handelingen) , Rom
(Rome) , 1 Kor
(Korinte) , 2 Kor
(Korinte) , Gal
(Galatië) , Ef
(Efese) , Fil
(Filippi) , Kol
(Kolosse) , 1 Tes
(Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit
(Titus) , Film
(Filemon) , Heb
(Hebreeën) , Jak
(Jakobus) , 1 Pe
(Petrus) , 2 Pe
(Petrus) , 1 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , Jud
(Judas) , Apk
(Apokalyps) .
Overzicht van
de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie
bijbel -
bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
In hun synopsis van de eerste drie evangeliën (Leuven, Vlaamse
Bijbelstichting, 1986; Turnhout, Brepols, ) onderscheiden Adelbert Denaux en
Marc Vervenne volgende pericopen in het zestiende hoofdstuk van het Matteüsevangelie
:
159. Vraag om een teken uit de hemel : Mc
8,11-13 - Mt
16,1-4 - Mt
12,38-42
160. Het zuurdeeg van de Farizeeën : Mc
8,14-21 - Mt
16,5-12
162. Belijdenis van Petrus : Mc
8,27-30 - Mt
16,13-20 - Lc
9,18-21
163. Eerste lijdensvoorspelling : Mc
8,31-32 - Mt
16,21 - Lc
9,22
164. Berisping van Petrus : Mc
8,32-33 - Mt
16,22-23
165. Zijn kruis opnemen. Zijn leven verliezen om het te winnen : Mc
8,34-35 - Mt
16,24-25 - Lc
9,23-24
166. Wat baat het een mens de hele wereld te winnen : Mc
8,36-38 - Mt
16,26-27 - Lc
9,25-26
167. Nabijheid van het Rijk Gods : Mc
9,1 - Mt
16,28 - Lc
9,27
159. Vraag om een teken uit de hemel : Mt 16,1-4 - Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 -- Mt 16 -
Mt 16,1 - Mt 16,1 : 159. Vraag om een teken uit de hemel - Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [1] The Pharisees also with the Sadducees came, and tempting
desired him that he would shew them a sign from heaven.
Luther-Bibel . 1 Da traten die Pharisäer und Sadduzäer zu ihm; die versuchten
ihn und forderten ihn auf, sie ein Zeichen vom Himmel sehen zu lassen.
Tekstuitleg van Mt 16,1 .
1. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
In Mt 16 worden tweeëntwintig van de achtentwintig verzen ingeleid door
kai = en (4) , de = echter (14) en tote = dan (4) .
- de (echter) . Verwijzing : de
(echter) , zie Mt
1,2 . Partikel als tweede woord in de zin . Lichte tegenstelling . Om verandering
van personage of situatie in de zin aan te duiden . In 6210 verzen in de bijbel
. In 3754 verzen in het O.T. . In 2456 verzen in het N..T. . Mt (421) . Mc (149)
. Lc (478) . Joh (203) . Hnd (490) . Brieven (708) . Apk (7) . In veertien verzen
in Mt 16 : (1) Mt
16,2 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,6 . (4) Mt
16,7 . (5) Mt
16,8 . (6) Mt
16,11 . (7) Mt
16,13 . (8) Mt
16,14 . (9) Mt
16,15 . (10) Mt
16,16 . (11) Mt
16,17 . (12) Mt
16,18 . (13) Mt
16,23 . (14) Mt
16,26 .
- tote (< to - de : dat echter ; dan , daarop) . Verwijzing : tote
(dan, daarop) , zie Mt
2,7 . Tote (dan) komt in de bijbel in 353 verzen voor . In 195 verzen in
het O.T. . In 158 verzen in het N.T. . Mt (89) . Mc (6) . Lc (15) . Joh (10)
. Hnd (21) . In vijf verzen in Mt
16 : (1) Mt
16,12 . (2) Mt
16,20 . (3) Mt
16,21 . (4) Mt
16,24 . (5) Mt
16,27 . In Mt
16,27 staat het niet bij het begin van het vers , in de andere verzen wel
. Het gebruik van tote (dan, daarop) duidt op een opeenvolging
. Het staat meestal als eerste woord in de zin of na een voorzetsel . Het doet
denken aan ho de (hij echter), hè de (zij echter) en to de (het echter)
dat evenwel niet bestaat . Het zou een samentrekking kunnen zijn van to de (het
echter).Het verklaart waarom er geen de (echter) na tote (dan) staat .
- In Mt 16 worden tweeëntwintig van de achtentwintig verzen worden ingeleid
door kai = en (4) , de = echter (14) en tote = dan (4) .
2. proselthontes (naderbijgekomen) . Verwijzing : proselthôn (naderbijgekomen) , zie Mt 4,3 . Verleden deelvoud nominatief mannelijk meervoud van het werkwoord proserchomai (naderbijkomen) . In drieëntwintig verzen in de bijbel . O.T. (6) . N.T. (17) . Mt (11) . Mc (2) . Lc (3) . Hnd (1) . In elf verzen bij Matteüs .
1. | 2. | 3. | 4. | 5. | 6. | 7. |
Mt 8,25 | Mt 13,10 | Mt 13,27 | Mt 14,12 | Mt 15,12 | Mt 15,23 | Mt 16,1 |
kai (en) | kai (en) | kai (en) | Tote (daarop) | kai (en) | kai (en) | |
proselthontes (naderbijgekomen) | proselthontes (naderbijgekomen) | proselthontes (naderbijgekomen) | proselthontes (naderbijgekomen) | proselthontes (naderbijgekomen) | proselthontes (naderbijgekomen) | |
hoi mathètai (de leerlingen) | hoi mathètai autou (zijn leerlingen) | hoi mathètai (de leerlingen) | hoi mathètai autou (zijn leerlingen) | hoi Pharisaioi kai hoi Saddoukaioi (de Farizeeën en de Sadduceeën) | ||
peirazontes(op de proef stellend - uitproberend) | ||||||
ègeiran auton legontes (wekten hem zeggend) | eipan (zeiden) | legousin (zeggen zij) | èrôtoun (vroegen zij) | epèrôtèsan (vroegen zij) | ||
autôi (hem) | autôi (hem) | auton (hem) | auton (hem) | |||
dia ti (waarom) | legontes (zeggende) | |||||
65. Het bedaren van de storm : Mc 4,35-41 - Mt 8,23-27 - Lc 8,22-25 | 127. Waarom Jezus in gelijkenissen spreekt : Mc 4,10-12 - Mt 13,10-15 - Lc 8,9-10 | 133. Gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe : Mt 13,24-30 | 149. Onthoofding van Johannes de Doper : Mc 6,17-29 - Mt 14,3-12 | 155. Rein en onrein : Mc 7,14-23 - Mt 15,10-20 | 156. Genezing van de dochter van een Kananeese / Syrofenicische vrouw : Mc 7,24-30 - Mt 15,21-28 | 159. Vraag om een teken uit de hemel : Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 - |
8. | 9. | 10. | 11. |
Mt 17,19 | Mt 26,50 | Mt 26,60 | Mt 26,73 |
Tote (daarop) | Tote (daarop) | ||
proselthontes (naderbijgekomen) | proselthontes (naderbijgekomen) | proselthontes (naderbijgekomen) | |
hoi mathètai (de leerlingen) | ... eipon (zij zeiden) tôi Petrôi (tot Petrus) | ||
... eipon (zij zeiden) | |||
170. Genezing van een bezeten kind : Mc 9,14-29 - Mt 17,14-21 - Lc 9,37-43a | 330. Gevangenneming van Jezus : Mc 14,43-52 - Mt 26,47-56 - Lc 22,47-53 | 332. Jezus voor het Sanhedrin : Mc 14,55-64 - Mt 26,59-66 - Lc 22,66-71 | 334. Verloochening van Petrus : Mc 14,66-72 - Mt 26,69-75 - Lc 22,56-62 |
1. - 2. kai proselthontes (en naderbijgekomen) . In vier van de zes verzen van het O.T. . In zes van de zeventien verzen van het N.T. . In totaal dus in tien verzen in de bijbel . Mt (5) : (1) Mt 8,25 . (2) Mt 13,10 . (3) Mt 14,12 . (4) Mt 15,23 . (5) Mt 16,1 . Mc (1) : Mc 10,2 . In acht van de tien verzen volgt het onderwerp ; O.T. (3) . N.T. (5) .
5. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
- Pharisaioi (Farizeeën) zie Mt 9,11 .
- peirazô (uitproberen, uittesten, beproeven, op de proef stellen)
Mt 16,2 - Mt 16,2 : 159. Vraag om een teken uit de hemel - Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . He answered and said unto them, When it is evening, ye say,
It will be fair weather: for the sky is red.
Luther-Bibel . 2 Aber er antwortete und sprach: Des Abends sprecht ihr: Es wird
ein schöner Tag werden, denn der Himmel ist rot.
Tekstuitleg van Mt 16,2 . Dit vers Mt 16,2 telt 13 woorden en 68 (2 X 2 X 17) letters . De getalwaarde van Mt 16,2 is 5663 (7 X 809) .
2. de (echter) . Verwijzing : de (echter) , zie Mt 1,2 . Partikel als tweede woord in de zin . Lichte tegenstelling . Om verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden . In 6210 verzen in de bijbel . In 3754 verzen in het O.T. . In 2456 verzen in het N..T. . Mt (421) . Mc (149) . Lc (478) . Joh (203) . Hnd (490) . Brieven (708) . Apk (7) . In veertien verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,2 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,6 . (4) Mt 16,7 . (5) Mt 16,8 . (6) Mt 16,11 . (7) Mt 16,13 . (8) Mt 16,14 . (9) Mt 16,15 . (10) Mt 16,16 . (11) Mt 16,17 . (12) Mt 16,18 . (13) Mt 16,23 . (14) Mt 16,26 .
Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 - Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 - Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - Mt 16,21 - Mt 16,22 - Mt 16,23 - Mt 16,24 - Mt 16,25 - Mt 16,26 - Mt 16,27 - Mt 16,28 -
Mt 16,3 - Mt 16,3 : 159. Vraag om een teken uit de hemel - Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [3] And in the morning, It will be foul weather to day:
for the sky is red and lowring. O ye hypocrites, ye can discern the face of
the sky; but can ye not discern the signs of the times?
Luther-Bibel . 3 Und des Morgens sprecht ihr: Es wird heute ein Unwetter kommen,
denn der Himmel ist rot und trübe. Über das Aussehen des Himmels könnt ihr urteilen;
könnt ihr dann nicht auch über die Zeichen der Zeit urteilen?
Tekstuitleg van Mt 16,3 .
1. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
Mt 16,4 - Mt 16,4 : 159. Vraag om een teken uit de hemel - Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,1 - Mt 16,2 - Mt 16,3 - Mt 16,4 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [4] A wicked and adulterous generation seeketh after a sign;
and there shall no sign be given unto it, but the sign of the prophet Jonas.
And he left them, and departed.
Luther-Bibel . 4 Ein böses und abtrünniges Geschlecht fordert ein Zeichen; doch
soll ihm kein Zeichen gegeben werden, es sei denn das Zeichen des Jona . Und
er ließ sie stehen und ging davon.
Tekstuitleg van Mt 16,4 . De tekst van Mt 12,39 is ongeveer dezelfde als die van Mt 16,4 .
3. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
7. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
17. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
160. Het zuurdeeg van de Farizeeën : Mt 16,5-12 - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 -
Mt 16,5 - Mt 16,5 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [5] And when his disciples were come to the other side,
they had forgotten to take bread.
Luther-Bibel . 5 Und als die Jünger ans andre Ufer gekommen waren, hatten sie
vergessen, Brot mitzunehmen.
Tekstuitleg van Mt 16,5 .
1. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
- elthontes (gekomen) zie elthôn (gegaan, gekomen), Mt 8,14 .
Mt 16,6 - Mt 16,6 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible : Then Jesus said unto them, Take heed and beware of the leaven
of the Pharisees and of the Sadducees.
Luther-Bibel . 6 Jesus aber sprach zu ihnen: Seht zu und hütet euch vor dem
Sauerteig der Pharisäer und Sadduzäer!
Tekstuitleg van Mt 16,6 . Dit vers Mt 16,6 telt 15 (3 X 5) woorden en 74 (2 X 37) letters . De getalwaarde van Mt 16,6 is 9697 (priemgetal) . DE inleiding op het citaat telt 5 woorden , het citaat zelf 10 woorden .
1.- 5. ho de Ièsous eipen autois (Jezus echter zei hen) . Mt (6) : (1) Mt 13,57 . (2) Mt 14,16 . (3) Mt 16,6 . (4) Mt 17,20 . (5) Mt 19,28 . (6) Mt 24,2 .
4. eipen (hij zei) , zie Mt 4,6 . In 118 verzen bij Matteüs . In acht verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,2 . (2) Mt 16,6 (eipen de = hij zei echter) . (3) Mt 16,8 . (4) Mt 16,12 . (5) Mt 16,16 . (6) Mt 16,17 . (7) Mt 16,23 . (8) Mt 16,24 .
7. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
Mt 16,7 - Mt 16,7 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [7] And they reasoned among themselves, saying, It is because
we have taken no bread.
Luther-Bibel . 7 Da dachten sie bei sich selbst und sprachen: Das wird's sein,
dass wir kein Brot mitgenommen haben.
Tekstuitleg van Mt 16,7 .
Mt 16,8 - Mt 16,8 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [8] Which when Jesus perceived, he said unto them, O ye
of little faith, why reason ye among yourselves, because ye have brought no
bread?
Luther-Bibel . 8 Als das Jesus merkte, sprach er zu ihnen: Ihr Kleingläubigen,
was bekümmert ihr euch doch, dass ihr kein Brot habt?
Tekstuitleg van Mt 16,8 .
Mt 16,9 - Mt 16,9 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [9] Do ye not yet understand, neither remember the five
loaves of the five thousand, and how many baskets ye took up?
Luther-Bibel . 9 Versteht ihr noch nicht? Denkt ihr nicht an die fünf Brote
für die fünftausend und wie viel Körbe voll ihr da aufgesammelt habt?
Tekstuitleg van Mt 16,9 .
Mt 16,10 - Mt 16,10 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [10] Neither the seven loaves of the four thousand, and
how many baskets ye took up?
Luther-Bibel . 10 Auch nicht an die sieben Brote für die viertausend und wie
viel Körbe voll ihr da aufgesammelt habt?
Tekstuitleg van Mt 16,10 .
4. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
Mt 16,11 - Mt 16,11 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible : How is it that ye do not understand that I spake it not
to you concerning bread, that ye should beware of the leaven of the Pharisees
and of the Sadducees?
Luther-Bibel . 11 Wieso versteht ihr denn nicht, dass ich nicht vom Brot zu
euch geredet habe? Hütet euch vielmehr vor dem Sauerteig der Pharisäer und Sadduzäer!
Tekstuitleg van Mt 16,11 . Dit vers Mt 16,11 telt 17 woorden en 80 (2 X 2 X 2 X 2 X 5) letters . De getalwaarde van Mt 16,11 is 11468 (2 X 2 X 47 X 61) .
17. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
Mt 16,12 - Mt 16,12 : 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën - Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,5 - Mt 16,6 - Mt 16,7 - Mt 16,8 - Mt 16,9 - Mt 16,10 - Mt 16,11 - Mt 16,12 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [12] Then understood they how that he bade them not beware
of the leaven of bread, but of the doctrine of the Pharisees and of the Sadducees.
Luther-Bibel . 12 Da verstanden sie, dass er nicht gesagt hatte, sie sollten
sich hüten vor dem Sauerteig des Brotes, sondern vor der Lehre der Pharisäer
und Sadduzäer.
Tekstuitleg van Mt 16,12 .
162. Belijdenis van Petrus : Mt 16,13-20 - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 -
- http://www.jerusalemperspective.com/Default.aspx?tabid=27&ArticleID=1677 .
- http://upetd.up.ac.za/thesis/available/etd-10052001-080849/unrestricted/07chapter6.pdf .
Evangelie op het feest van 29 juni : Petrus en Paulus : Mt 16,13-19 . Verwijzing : Mt 16,13-19 . Evangelie op de 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar : Mt 16,13-20 .
In die tijd toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was stelde Hij zijn leerlingen deze vraag: "Wie is volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon?" Zij antwoordden: "Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten." "Maar gij – sprak Hij tot hen – wie zegt gij dat Ik ben?" Simon Petrus antwoordde: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God." Jezus hernam: "Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is. Op mijn beurt zeg Ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn." 21ste (eenentwintigste) zondag door het a-jaar : Daarop verbood Hij zijn leerlingen nadrukkelijk iemand te zeggen, dat Hij de Christus was.
De pericope bestaat uit acht verzen. Het partikel de (echter) komt achtmaal
voor , het nevenschikkend voegwoord viermaal . In vijf verzen staat het partikel
de (echter) op de tweede plaats van het vers . Mt
16,20 begint met het bijwoord tote (dan, daarop). We staan hier dus voor
een de (echter) tekst. De versindeler heeft zich door het gebruik van het partikel
de (echter) laten inspireren.
We staan hiet voor een zeer belangrijke pericope. In Mt
15,21 was Jezus uitgeweken naar het gebied van Tyrus en Sidon. Een Kananese
vrouw deed een beroep op hem en Jezus genas haar dochtertje. In Mt
16,13 gaat Jezus naar Caeserea Filippi. Daar belijdt Petrus zijn geloof
in Jezus. Niet voor niets gebeurt het daar. Caesarea is de voorafbeelding van
Rome. Caesar (KRS) en Chris-tos (KRS) kunnen woordspelingen zijn, evenals Caesar
(KRS) en Kurios (KRS - wisseling van letters geeft KSR). Caesarea is een Griekse
stad. In deze pericope wordt de Griekse naam Petros (steenrots) gebruikt en
de woordspelingen gebeuren op basis van het Grieks. De Aramese naam Bar Jona
kan naar de profeet Jona verwijzen die naar het heidense Ninive werd gestuurd.
Zo zal Petrus naar het heidense Rome worden gestuurd.
Het leek alsof Jezus'boodschap op niets ging uitlopen, want hij had zich naar
de bergen van Tyrus en Sidon willen terugtrekken. Daar slaat onverwachts zijn
boodschap aan. Er staat een nieuwe uitdaging voor de deur. Ook de heidenen willen
de boodschap van Jezus horen. Petrus bevestigt Jezus in die nieuwe uitdaging.
De belijdenis van Petrus neemt een cruciale plaats in het evangelie van Marcus
en Matteüs in. Hierbij valt op : de belangrijke rol van Petrus en de geloofsbelijdenis
van Petrus. Het komt me voor dat de evangelist Marcus het primaatschap (gezag
en macht) van het hoofd van de gemeente van Rome (opvolger van Petrus, bisschop
van Rome, een gemeente van vroegere heidenen) heeft willen funderen. Daarenboven
betreft het een gezag wat geloof betreft. Op deze wijze wordt de traditie van
het gezag en de leer aangegeven. Het geloof steunt niet op de eerste plaats
op een persoonlijke ervaring, maar op het gezag en de macht die het langs de
traditio / overlevering wordt doorgegeven.
De evangelist Marcus (en Matteüs) zou wel eens zijn evangelie kunnen geschreven
hebben, niet in de eerste plaats om te zeggen wie Jezus is, maar wel wie Petrus
(en het Petrusambt) is.
Mt 16,13 - Mt 16,13 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - | ||||||||||||||||
|
Statenvertaling . 13 Als nu Jezus gekomen was in de delen van Cesarea Filippi,
vraagde Hij Zijn discipelen, zeggende: Wie zeggen de mensen, dat Ik, de Zoon
des mensen, ben?
King James Bible . [13] When Jesus came into the coasts of Caesarea Philippi,
he asked his disciples, saying, Whom do men say that I the Son of man am?
Luther-Bibel . 13 Da kam Jesus in die Gegend von Cäsarea Philippi und fragte
seine Jünger und sprach: Wer sagen die Leute, dass der Menschensohn sei?
Tekstuitleg van Mt 16,13 .
1. elthôn (gekomen) . Verwijzing : elthôn (gegaan, gekomen) , zie Mt 8,14 . Participium aorist nominatief mannelijk enkelvoud van het werkwoord erchomai (gaan, komen) . In zesenzestig verzen in de bijbel . In zeventien verzen in het O.T. . In negenenveertig verzen in het N.T. . Mt (14) . Mc (7) . Lc (11) . Joh (7) . Hnd (2) . Brieven (8) . Elthôn (gegaan , gekomen) is vaak de vertaling van een vorm van het Hebreeuwse werkwoord b´â (gaan , komen) dat gevolgd wordt door een ander vervoegd werkwoord en met elkaar verbonden is met het nevenschikkend voegwoord waw . In veertien verzen bij Matteüs : (1) Mt 2,8 . (2) Mt 2,9 . (3) Mt 2,23 . (4) Mt 4,13 . (5) Mt 5,24 . (6) Mt 8,7 . (7) Mt 8,14 . (8) Mt 9,18 . (9) Mt 9,23 . (10) Mt 13,54 . (11) Mt 16,13 . (12) Mt 24,46 . (13) Mt 25,27 . (14) Mt 26,43 .
elthôn 1. Herodes | elthôn 2. de ster | elthôn 3. .Jozef | elthôn . 4. Jezus | elthôn 5. bergrede | elthôn 6. Jezus | 8. een overste | 12. eschatologische rede | 13. | 14. Jezus |
Mt 2,8 | Mt 2,9 | Mt 2,23 | Mt 4,13 | Mt 5,24 | Mt 8,7 | Mt 9,18 | Mt 24,46 | Mt 25,27 | Mt 26,43 |
hopôs kagô (opdat ook ik) | heôs (totdat) | kai (en) | kai (en) ... | kai tote (en dan) | idou archôn heis (zie een bepaalde overste) | hon (die) | kai (en) | kai elthôn (en gekomen) | |
elthôn proskunèsô autôi (hem zal gaan aanbidden) | elthôn estathè epanô hou (zij kwam staan boven op de plaats waar | elthôn katôikèsen (en hij ging wonen) | elthôn katôikèsen (en hij ging wonen) | elthôn prosfere (kom offeren) | egô elthôn therapeusô auton (ik zal hem komen genezen) | elthôn prosekunei autôi (hij kwam bij hem neerknielen) | elthôn ho kurios autou heurèsei (de heer zal gaan vinden) | elthôn egô ekomisamèn (ik kwam ontvangen) | heuren autous katheudontas (vond hij hen slapend) |
11. Huldiging van de magiërs : Mt 2,1-12 - | 11. Huldiging van de magiërs : Mt 2,1-12 - | 12. Vlucht naar Egypte en terugkeer : Mt 2,13-23 - | 21. Begin van Jezus'optreden in Galilea : Mc 1,14-15 - Mt 4,12-17 - Lc 4,14-15 12. | 30. Verzoening en offer : Mt 5,23-24 - Mc 11,20-25 - | 57. De honderdman van Kafarnaüm : Mt 8,5-13 - Lc 7,1-10 - | 71. Genezing van een vrouw met bloedvloeiïng. Opwekking van Jaïrus'dochter : Mc 5,21-43 - Mt 9,18-26 - Lc 8,40-56 - | 312. De trouwe en verstandige dienaar : Mt 24,45-51 - Lc 12,41-46 - | 314. Gelijkenis van de talenten : Mt 25,14-30 - | 329. Jezus in Getsemane : Mc 14,32-42 - Mt 26,36-46 - Lc 22,40-46 - |
7. Jezus | 9. Jezus | 10. Jezus | 11. Jezus | 1. elthontes . de Wijzen | 4. elthontes | 8. elthontes | èlthon | |
Mt 8,14 | Mt 9,23 | Mt 13,54 | Mt 16,13 | Mt 2,11 | Mt 16,5 | Mt 27,33 | Mt 14,35 | Mt 21,1b |
kai (en) | kai (en) | kai (en) | kai (en) | kai (en) | kai (en) | kai (en) | ||
elthôn (gegaan) | elthôn (gegaan) | elthôn (gegaan) | elthôn de (gegaan echter) | elthontes (gegaan / gekomen) | elthontes (gekomen) | elthontes (gekomen) | èlthon (zij kwamen) | èlthon (zij kwamen) |
ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) | hoi mathètai (de leerlingen) | eis Bètfagè eis to horos tôn elaiôn (bij Betfage bij de Olijvenberg) | ||||
eis tèn oikian Petrou (naar het huis van Petrus) | eis tèn oikian tou archontos (naar het huis van de overste) | eis tèn patrida autou (naar zijn vaderstad) | eis ta merè Kaisareias tou Philippou (naar de gebieden van Caesarea van Filippus) | eis tèn oikian (naar / bij het huis) | eis to peran (naar de overkant) | eis topon legomenon Golgotha, ho estin Kraniou topos legomenos (naar de plaats Golgotha, die Calvarie wordt genoemd) | epi tèn gèn eis Gennèsaret (bij land bij Genesaret) | |
eiden (zag hij) | kai idôn (en gezien) | edidasken (onderrichtte hij) | èrôta (vroeg hij) | eidon (zagen zij) | epelathonto (vergaten zij) | edôkan (gaven zij) | ||
58. Genezing van Petrus'schoonmoeder : Mc 1,29-31 - Mt 8,14-15 - Lc 4,38-39 - | 71. Genezing van een vrouw met bloedvloeiïng. Opwekking van Jaïrus'dochter : Mc 5,21-43 - Mt 9,18-26 - Lc 8,40-56 - | 145. Prediking te Nazaret en verwerping : Mc 6,1-6a - Mt 13,53-58 - Lc 4,16-30 - | 162. Belijdenis van Petrus : Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 - | 11. Huldiging van de magiërs : Mt 2,1-12 - | 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën : Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 - | 345. Kruisiging : Mc 15,22-26 - Mt 27,33-37 - Lc 23,33-34 | 153. Mc 6,53-56 // Mt 14,34-36 : genezingen te Gennesaret - Mc 6,53-56 - Mt 14,34-36 - | 281. Jezus gaat Jeruzalem binnen : Mc 11,11 // Mt 21,1-11 - Mc 11,11 - Mt 21,1-11 - |
2. de (echter) . Verwijzing : de (echter) , zie Mt 1,2 . Partikel als tweede woord in de zin . Lichte tegenstelling . Om verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden . In 6210 verzen in de bijbel . In 3754 verzen in het O.T. . In 2456 verzen in het N..T. . Mt (421) . Mc (149) . Lc (478) . Joh (203) . Hnd (490) . Brieven (708) . Apk (7) . In veertien verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,2 . (2) Mt 16,3 . (3) Mt 16,6 . (4) Mt 16,7 . (5) Mt 16,8 . (6) Mt 16,11 . (7) Mt 16,13 . (8) Mt 16,14 . (9) Mt 16,15 . (10) Mt 16,16 . (11) Mt 16,17 . (12) Mt 16,18 . (13) Mt 16,23 . (14) Mt 16,26 .
1. - 2. elthôn de (gekomen echter) . Slechts in twee verzen in het N.T.
: (1) Mt
16,13 . (2) 2 Kor 2,12 .
- kai elthôn (en gegaan , en gekomen) . In veertien verzen in het N.T.
. Mt (6) . Mc (3) . Lc (2) . Joh (1) . Hnd (1) . Brieven (1) .
- Ièsous (Jezus), zie Mt 1,1 . In 110 verzen bij Matteüs .
- Elthôn (gegaan) Het wordt in het vervolg van de zin
gevolgd door het voorzetsel van plaats eis (naar). Het staat op de eerste plaats
in de pericope en de zin. Het wordt onmiddellijk gevolgd door het partikel de
(echter) terwijl we bij vergelijking van het gebruik van elthôn vaak het
nevenschikkend voegwoord kai (en) tegenkomen. Jezus is op terugweg uit het gebied
van Tyrus en Sidon. Er heeft reeds een ommekeer plaats. Niet voor niets stelt
Jezus de vraag in Caesarea Filippi. Voor Jezus wordt het duidelijk dat zijn
joodse boodschap ook voor de heidenen bestemd is.
- tina (wie?) . Verwijzing : - tina
(wie) , zie Mt
16,13 . Accusatief enkelvoud van het vragend of onbepaald voornaamwoord
tis (wie, iemand). Het kan zelfstandig of bijvoeglijk gebruikt worden. Het komt
in 123 verzen in de bijbel voor; in 55 verzen in het O.T, in 68 verzen in het
N.T. In 6 verzen bij Matteüs. Als vragend voornaamdwoord, zelfstandig gebruikt
: (1) Mt
16,13 . (2) Mt
16,15 .
Mt 16,14 - Mt 16,14 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - | ||||||||||||||||
|
Statenvertaling . 14 En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; en anderen:
Elias; en anderen: Jeremia of een van de profeten.
King James Bible . [14] And they said, Some say that thou art John the Baptist:
some, Elias; and others, Jeremias, or one of the prophets.
Luther-Bibel . 14 Sie sprachen: Einige sagen, du seist Johannes der Täufer,
andere, du seist Elia, wieder andere, du seist Jeremia oder einer der Propheten.
Tekstuitleg van Mt 16,14 .
Mt 16,15 - Mt 16,15 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - | ||||||||||||||||
|
Statenvertaling . 15 Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?
King James Bible . [15] He saith unto them, But whom say ye that I am?
Luther-Bibel . 15 Er fragte sie: Wer sagt denn ihr, dass ich sei?
Tekstuitleg van Mt 16,15 .
Mt 16,16 - Mt 16,16 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - | ||||||||||||||||
|
Statenvertaling . 16 En Simon Petrus, antwoordende, zeide: Gij zijt de Christus,
de Zoon des levenden Gods.
King James Bible . [16] And Simon Peter answered and said, Thou art the Christ,
the Son of the living God.
Luther-Bibel . 16 Da antwortete Simon Petrus und sprach: Du bist Christus, des
lebendigen Gottes Sohn!
Tekstuitleg van Mt 16,16 . Dit vers Mt 16,16 telt 15 (3 X 5) woorden en 60 (2 X 2 X 3 X 5) letters . De getalwaarde van Mt 16,16 is 8835 (3 X 5 X 19 X 31) . Gemeenschappelijk getal is 15 . In Mt 16,15 stelt Jezus de vraag wie Hij volgens hem (Petrus) is .
Mt 16,17 - Mt 16,17 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - | ||||||||||||||||
|
Statenvertaling . 17 En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij,
Simon, Bar-jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn
Vader, Die in de hemelen is.
King James Bible . [17] And Jesus answered and said unto him, Blessed art thou,
Simon Barjona: for flesh and blood hath not revealed it unto thee, but my Father
which is in heaven.
Luther-Bibel . 17 Und Jesus antwortete und sprach zu ihm: Selig bist du, Simon,
Jonas Sohn; denn Fleisch und Blut haben dir das nicht offenbart, sondern mein
Vater im Himmel.
Tekstuitleg van Mt 16,17 . Mt 16,17-19 bestaat uit een tekst, eigen aan Matteüs. Hij bestaat uit tien zinnen . (1) De inleiding op het citaat. (2)(3) verduidelijking van de belijdenis van Petrus door Jezus (4) ik zeg je + 3 nevenschikkende zinnen (5) (6) (7) Ik geef
13. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
Mt 16,18 - Mt 16,18 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - | ||||||||||||||||
|
Statenvertaling . 18 En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra
zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen.
King James Bible . [18] And I say also unto thee, That thou art Peter, and upon
this rock I will build my church; and the gates of hell shall not prevail against
it.
Luther-Bibel . 18 Und ich sage dir auch: Du bist Petrus, und auf diesen Felsen
will ich meine Gemeinde bauen, und die Pforten der Hölle sollen sie nicht überwältigen.
Tekstuitleg van Mt 16,18 . In drie nevenschikkende zinnen zegt Jezus wat hij tot Petrus zegt. Deze zijn met het nevenschikkend voegwoord kai (en) met elkaar verbonden.
9. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
18. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
Mt 16,19 - Mt 16,19 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - | ||||||||||||||||
|
Statenvertaling . 19 En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der
hemelen; en zo wat gij zult binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn;
en zo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.
King James Bible . [19] And I will give unto thee the keys of the kingdom of
heaven: and whatsoever thou shalt bind on earth shall be bound in heaven: and
whatsoever thou shalt loose on earth shall be loosed in heaven.
Luther-Bibel . 19 Ich will dir die Schlüssel des Himmelreichs geben: Alles,
was du auf Erden binden wirst, soll auch im Himmel gebunden sein, und alles,
was du auf Erden lösen wirst, soll auch im Himmel gelöst sein.
Tekstuitleg van Mt 16,19 . Mt 16,19 bestaat (zoals Mt 16,18) eveneens uit drie nevenschikkende zinnen, die met elkaar verbonden zijn met het nevenschikkend voegwoord kai (en).
9. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
21. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
Mt 16,20 - Mt 16,20 : 162. Belijdenis van Petrus - Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16 -- Mt 16,13 - Mt 16,14 - Mt 16,15 - Mt 16,16 - Mt 16,17 - Mt 16,18 - Mt 16,19 - Mt 16,20 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [20] Then charged he his disciples that they should tell
no man that he was Jesus the Christ.
Luther-Bibel . 20 Da gebot er seinen Jüngern, niemandem zu sagen, dass er der
Christus sei.
21ste
(eenentwintigste) zondag door het a-jaar . Daarop verbood Hij zijn leerlingen
nadrukkelijk iemand te zeggen, dat Hij de Christus was.
Tekstuitleg van Mt 16,20 .
gebod met epetimèsen (hij droeg op, beval): - mèdeni (aan niemand) 3X bij Matteüs - eipèis (je zegge) 2X bij Matteüs -
163. Eerste lijdensvoorspelling : Mt 16,21 - Mc 8,31-32 - Mt 16,21 - Lc 9,22 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,21 -- Mt 16 -Evangelielezing op de 22ste
(tweeentwintigste) zondag door het a-jaar : Mt 16,21-27
. Verwijzing : Mt
16,21-27 .
In die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem
moest gaan; dat Hij daar veel zou moeten lijden van de oudsten, de hogepriesters
en de schriftgeleerden, maar dat Hij na ter dood gebracht te zijn op de derde
dag zou verrijzen. Toen nam Petrus Jezus ter zijde en begon Hem ernstig daarover
te onderhouden: "Dat verhoede God, Heer! Zo iets mag U nooit overkomen!"
Maar Hij keerde zich om en zei tot Petrus: "Ga weg, satan, terug! Gij zijt
Mij een aanstoot, want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet
door wat God wil." En daarna tot zijn leerlingen: "Wie mijn volgeling
wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te
nemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven
verliest om Mijnentwil zal het vinden. Wat voor nut heeft het voor een mens
heel de wereld te winnen, als dit ten koste gaat van eigen leven? Of wat zal
een mens kunnen geven in ruil voor zijn eigen leven? Want de Mensenzoon zal
komen in de heerlijkheid van zijn Vader, vergezeld van zijn engelen, en dan
zal Hij ieder vergelden naar zijn daden."
Een belangrijk moment in het leven van Jezus is aangebroken . Het is een keerpunt . Sinds Mt 4,12 ging Jezus naar Galilea en trok hij zich verder terug in die streek , in Mt 16,21 vatte Jezus het plan op om naar Jeruzalem te gaan . Hij ging de tegengestelde richting uit . Het is me nog niet duidelijk waarom Jezus per sé naar Jeruzalem wou gaan . Het is als 't ware dat hij koos voor de dood . Dat op zijn dood de verrijzenis volgde , is wel mooi , maar verrijzenisverhalen willen toch vertellen dat Jezus bij God verder leeft na zijn dood . Met behulp van apocalyptische beelden tracht men dat verblijf van Jezus bij God wat in te vullen .
Mt 16,21 - Mt 16,21 : 163. Eerste lijdensvoorspelling : Mc 8,31-32 - Mt 16,21 - Lc 9,22 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,21 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [21] From that time forth began Jesus to shew unto his
disciples, how that he must go unto Jerusalem, and suffer many things of the
elders and chief priests and scribes, and be killed, and be raised again the
third day.
Luther-Bibel . 21 Seit der Zeit fing Jesus an, seinen Jüngern zu zeigen, wie
er nach Jerusalem gehen und viel leiden müsse von den Ältesten und Hohenpriestern
und Schriftgelehrten und getötet werden und am dritten Tage auferstehen.
- 22ste
(tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . In die tijd begon Jezus zijn
leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan; dat Hij daar
veel zou moeten lijden van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden,
maar dat Hij na ter dood gebracht te zijn op de derde dag zou verrijzen.
Tekstuitleg van Mt 16,21 . Dit vers Mt 16,21 telt 32 woorden (2 X 2 X 2 X 2 X 2) en 176 (2 X 2 X 2 X 2 X 11) letters . De getalwaarde van Mt 16,21 is 16624 (2 X 2 X 2 X 2 X 1039) . Het gemeenschappelijk getal is 16 (2 X 2 X 2 X 2) . We zijn in het zestiende hoofdstuk van Matteüs . Mt 16 telt 28 verzen .
1. apo (van, vanaf) . Verwijzing : apo (van, vanaf) , zie Mt 1,17 . Voorzetsel . In 2984 verzen in de bijbel . In 2238 in het O.T. . In 440 in het N.T. . Mt (82) . Mc (33) . Lc (73) . Joh (19) . Hnd (93) . Andere van het N.T. (140) . In tweeëntachtig verzen bij Mt . In vier verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,6 . (2) Mt 16,11 . (3) Mt 16,12 . (4) Mt 16,21 .
2. tote (< to - de : dat echter ; dan , daarop) . Verwijzing : tote
(dan, daarop) , zie Mt
2,7 . Bijwoord van tijd . Tote (dan) komt in de bijbel in 353 verzen voor
. In 195 verzen in het O.T. . In 158 verzen in het N.T. . Mt (89) . Mc (6) .
Lc (15) . Joh (10) . Hnd (21) . In negenentachtig verzen bij Matteüs .
In vijf verzen in Mt
16 : (1) Mt
16,12 . (2) Mt
16,20 . (3) Mt
16,21 . (4) Mt
16,24 . (5) Mt
16,27 . Het is duidelijk dat dit een woord is dat Matteüs zeer graag
gebruikt .
Het gebruik van tote (dan, daarop) duidt op een opeenvolging
. Het staat meestal als eerste woord in de zin of na een voorzetsel . Het doet
denken aan ho de (hij echter), hè de (zij echter) en to de (het echter)
dat evenwel niet bestaat . Het zou een samentrekking kunnen zijn van to de (het
echter) . Het verklaart waarom er geen de (echter) na tote (dan) staat .
In Mt 16 worden tweeëntwintig van de achtentwintig verzen ingeleid door
kai = en (4) , de = echter (14) en tote = dan (4) .
1. - 2. apo tote (apo : voorzetsel + bijwoord van tijd) . Verwijzing : apo (van, vanaf) , zie Mt 1,17 . In vier verzen in het N.T. : (1) Mt 4,17 . (2) Mt 16,21 . (3) Mt 26,16 . (4) Lc 16,16 . tote verwijst naar de voorgaande pericope waarin Petrus belijdt dat Jezus de Christus is . Vanuit het perspectief van het verleden vertalen we 'vanaf dan' . Vanuit het oogpunt van het hier en u (verhaalkundig) zouden we kunnen vertalen : vanaf nu . Er heeft een keerpunt in het evangelie plaats . Vanaf nu kondigt Jezus aan dat hij naar Jeruzalem gaat .
3. èrxato (hij begon) . Verwijzing : èrxato
(hij begon) , zie Mc
1,45 . Aorist derde persoon enkelvoud van het werkwoord archomai (beginnen)
. Het komt in de bijbel in zesenzeventig verzen voor . O.T. (35) . N.T. (41)
. Mt (7) . Mc (18) . Lc (11) . Joh (1) . Hnd (4) . In zeven verzen bij Matteüs
: (1) Mt
4,17 . (2) Mt
11,7 . (3) Mt
11,20 . (4) Mt
16,21 . (5) Mt
16,22 . (6) Mt
26,37 . (7) Mt
26,74 . In vijf verzen is Jezus onderwerp : (1) Mt
4,17 . (2) Mt
11,7 . (3) Mt
11,20 . (4) Mt
16,21 . (6) Mt
26,37 . (7) Mt
26,74 , in twee verzen Petrus : (5) Mt
16,22 . (7) Mt
26,74 . In vier verzen wordt èrxato (hij begon) voorafgegaan door
tote (dan ; apo tote : vanaf dan) : (1) Mt
4,17 . (3) Mt
11,20 . (4) Mt
16,21 . (7) Mt
26,74 . Slechts in deze vier verzen van Mt komt tote (dan) gevolgd door
èrxato (hij begon) in het N.T. voor .
Zevenmaal gebruikt Matteüs de term èrxato (hij begon) . Op de vierde
en middelste plaats staat Mt
16,21 : de beslissing van Jezus om naar Jeruzalem te gaan en daar te lijden
en te sterven . Petrus is het hiermee niet eens , zie Mt
16,22 . Hij blijft het met Jezus oneens , wanneer hij Jezus als gevangene
ziet . Hij ontkent Jezus te kennen , zie Mt
26,74 . Tussen het tweevoudig gebruik van èrxato bij het onderwerp
Petrus , staat èrxato bij het onderwerp Jezus : Mt
26,37 . Jezus begint bedroefd te worden tot stervens toe . Waarschijnlijk
beseft Jezus wel dat Petrus nog altijd van een andere Christus droomt . Petrus
heeft een zwaard bij . Hij hoopt dat de Christus Jeruzalem zal bevrijden met
geweld .
apo tote leidt een belangrijk moment van Jezus' leven in . Het komt bij Matteüs
slechts tweemaal voor waarbij het op Jezus slaat . Een derde maal komt het voor
in Mt
26,16 . Judas gaat naar de hogepriesters om Jezus over te leveren nadat
Jezus bij het laatste avondmaal zich duidelijk uitspreekt over zijn lijden ,
dood en begrafenis . Ook Judas is het niet eens met Jezus .
Slechts in twee verzen in de bijbel vinden we : apo tote èrxato ho Ièsous
: Mt
4,17 en Mt
16,21 . In Mt
4,17 verwijst apo tote naar de overlevering van Johannes de Doper . In Mt
16,21 wordt vooruitgewezen naar het lijden , de dood en de verrijzenis van
Jezus . Alzo omvatten deze twee verzen het geheel van het optreden van Jezus
, begin , midden en einde .
1. Jezus | 2. Jezus | 3. Jezus | 4. Jezus | 5. Petrus | 6. Jezus | 7. Petrus |
Mt 4,17 | Mt 11,7 | Mt 11,20 | Mt 16,21 | Mt 16,22 | Mt 26,37 | Mt 26,74 |
apo tote (van dan af) | Tote (dan) | apo tote (van dan af) | Tote (dan) | |||
èrxato (begon) | èrxato (begon) | èrxato (begon hij ) | èrxato (begon) | èrxato (begon hij) | èrxato (begon hij ) | èrxato (begon hij ) |
ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) | ||||
kèrussein kai legein (te verkondigen en te zeggen) | legein (te zeggen) | oneidizein (te misprijzen) tas poleis (de steden) | deiknuein (aan te duiden) | epitiman autôi | lupeisthai (bedroefd te worden) | katathematizein (te negeren) |
21. Begin van Jezus'optreden in Galilea : Mc 1,14-15 - Mt 4,12-17 - Lc 4,14-15 | 88. Jezus'getuigenis over Johannes de Doper : Lc 7,24-28 - Mt 11,7-11 | 91. Weespreuken over Chorazin, Betsaïda en Kafarnaüm :Mt 11,20-24 - Lc 10,13-15 | 163. Eerste lijdensvoorspelling : Mc 8,31-32 - Mt 16,21 - Lc 9,22 | 164. Berisping van Petrus : Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23 | 329. Jezus in Getsemane : Mc 14,32-42 - Mt 26,36-46 - Lc 22,40-46 | 334. Verloochening van Petrus : Mc 14,66-72 - Mt 26,69-75 - Lc 22,56-62 |
4. + / - ho + Ièsous . Bepaald lidwoord mannelijk enkelvoud + zelfstandig
naamwoord , persoonsnaam . In 455 verzen in het N.T. . Het kan met (+) of zonder
lidwoord (-) voorkomen . Mt (110) . Lc (57) . Lc (55) . Joh (194) . Hnd (10)
. In zes verzen in Mt
16 :
(1) Mt
16,6 : ho de Ièsous eipen autois (Jezus echter zei hen) . In acht
verzen in het N.T. : (1) Mt
13,57 . (2) Mt
14,16 . (3) Mt
16,6 . (4) Mt
17,20 . (5) Mt
19,28 . (6) Mt
24,2 . (7) Mc
10,38 . (8) Mc
10,39 .
(2) Mt
16,8 :
1. | 2. | 3. | 4. |
Mt 12,15 | Mt 16,8 | Mt 22,18 | Mt 26,10 |
Ho de Ièsous (Jezus echter) | |||
gnous (gekend) | gnous de (gekend echter) | gnous de (gekend echter) | gnous de (gekend echter) |
ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) | |
tèn ponèrian autôn (hun slechtheid) | |||
anechôrèsen (week uit) | eipen (zei) | eipen (zei) | eipen (zei) |
ekeithen (daar vandaan) | autois (aan hen) | ||
Tí (wat) + vraag | Tí (wat) + vraag | Tí (wat) + vraag | |
96. Volkstoeloop en genezingen : Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a | 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën : Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 | 291. Vraag van de Farizeeën over de belasting aan de keizer : Mc 12,13-17 - Mt 22,15-22 - Lc 20,20-26 | 318. Zalving van Jezus te Betanië : Mc 14,3-9 - Mt 26,6-13 - Lc 7,36-50 - |
(3) Mt
16,13 : elthôn de ho Ièsous (gekomen echter Jezus) . In het
N.T. komt het slechts in Mt
16,13 voor .
(4) Mt
16,17 : apokritheis de ho Ièsous (geantwoord echter Jezus) .
(5) Mt
16,21 : apo tote èrxato ho Ièsous (vanaf dan begon Jezus)
.
(6) Mt
16,24 : tote ho Ièsous eipen (daarop zei Jezus) .
6. deiknuein : actief infintief praesens . Hapax .
- deiknuô (tonen) . Verwijzing : deiknuô
(tonen) , zie Mt
16,21 .
14. Hierosoluma (Jeruzalem) , zie Mt 2,1 .
16. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
18. pathein (lijden) . Infinitief aorist . In dertien verzen
in de bijbel . In (1) Ez 16,5 . (2) Mt
16,21 (// Mc
8,31 // Lc
9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (3) Mc
8,31 (// Mt
16,21 // Lc
9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (4) Lc
9,22 ( // Mc
8,31 // Mt
16,21) (eerste lijdensvoorspelling) . (5) Lc
17,25 . (6) Lc
22,15 (het laatste avondmaal) . (7) Lc
24,26 (verschijning van Jezus aan de Emmaüsgangers) . (8) Lc
24,46 (verschijning van Jezus aan de elf en hun metgezellen) . In vier verzen
in Handelingen : (9) Hnd
1,3 (inleiding van Handelingen) . (10) Hnd
3,18 (toespraak van Petrus) . (11) Hnd
9,16 (Saulus in Damascus) . (12) Hnd
17,3 (Paulus in Tessalonica) . en in (13) Heb 9,26 . In elf verzen gaat
het om het lijden van Christus . In de evangelies is er zevenmaal sprake van
het lijden van de messias / mensenzoon ; de verhalen van de eerste lijdenvoorspelling
, de mensenzoon , het laatste avondmaal , de vrouwen bij het graf , de verschijning
aan de Emmaüsgangers , de verschijning aan de elf en hun metgezellen worden
aan elkaar gelinkt .
--- polla pathein (veel lijden) . In vier verzen in het N.T. : (2) Mt
16,21 (// Mc
8,31 // Lc
9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (3) Mc
8,31 (// Mt
16,21 // Lc
9,22) (eerste lijdensvoorspelling) . (4) Lc
9,22 ( // Mc
8,31 // Mt
16,21) (eerste lijdensvoorspelling) . (5) Lc
17,25 .
- pathein ton Christon (dat Christus - moest - lijden) . Verwijzing : deô
(moeten) , zie Mt
16,21 . In vier verzen in het N.T. : (1) Lc
24,26 : edei pathein ton Christon = dat Christus moest lijden . {(2) Lc
24,46 : ' edei ' pathein ton Christon = dat Christus moest lijden.} (3)
Hnd 3,18
: pathein ton Christon = dat Christus (moest) lijden .(4) Hnd
17,3 (hoti ton Christon. edei pathein = dat Christus moest lijden) .
- paschô (lijden) . Verwijzing : paschô
(lijden) , zie Mt
16,21 .
--- paschein . Infinitief praesens . In vier verzen in het N.T. .
- pascha (Pesach - Pasen) . Het komt in vijfenvijftig verzen in de bijbel voor
. In achtenwintig verzen in het O.T. . In zevenentwintig verzen in het N.T.
.
- Het Hebreeuwse woord p sh ch komt in vijfentwintig verzen in de bijbel voor
.
22. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
24. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
26. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
27. apoktanthènai (gedood worden) . Passief infinitief aorist . In vijf
verzen . In de parallelteksten Mt
16,21 , Mc
8,31 en Lc 9,22 en in twee verzen in Apk .
- apokteinô (doden) . Verwijzing : apokteinô
(doden) , Mt
16,21 .
28. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
29. - 31. tèi tritèi hèmerai (op de derde dag) . Verwijzing
: jôm
(dag) , zie Ex
2,23 . In negen verzen in het N.T. :
(1) Mt
16,21 (// Mc
8,31 // Lc
9,22) (eerste lijdensvoorspelling) .
(2) Mt
17,23 (tweede lijdensvoorspelling) .
(3) Mt
20,17 (derde lijdensvoorspelling) .
(4) Mc
8,31 (// Mt
16,21 // Lc
9,22) (eerste lijdensvoorspelling) .
(5) Lc
9,22 ( // Mc
8,31 // Mt
16,21) (eerste lijdensvoorspelling) .
(6) Lc
24,7 (de vrouwen bij het graf) .
(7) Lc
24,46 (verschijning van Jezus aan de elf en hun metgezellen) .
(8) Hnd
10,40 (Paulus bij Cornelius in Caesarea) .
(9) 1 Kor 15,4 .
164. Berisping van Petrus : Mt 16,22-23 - Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16 -
Mt 16,22 - Mt 16,22 : 164. Berisping van Petrus - Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [22] Then Peter took him, and began to rebuke him, saying,
Be it far from thee, Lord: this shall not be unto thee.
Luther-Bibel . 22 Und Petrus nahm ihn beiseite und fuhr ihn an und sprach: Gott
bewahre dich, Herr! Das widerfahre dir nur nicht!
- 22ste
(tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . Toen nam Petrus Jezus ter zijde
en begon Hem ernstig daarover te onderhouden: "Dat verhoede God, Heer! Zo iets
mag U nooit overkomen!"
Tekstuitleg van Mt 16,22 .
1. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
èrxato (hij begon) . Verwijzing : èrxato (hij begon) , zie Mc 1,45 . Aorist derde persoon enkelvoud van het werkwoord archomai (beginnen) . Het komt in de bijbel in zesenzeventig verzen voor . In vijfendertig verzen in het O.T. . In eenenveertig verzen in het N.T . In zeven verzen bij Matteüs : (1) Mt 4,17 . (2) Mt 11,7 . (3) Mt 11,20 . (4) Mt 16,21 . (5) Mt 16,22 . (6) Mt 26,37 . (7) Mt 26,74 . In vijf verzen is Jezus onderwerp , in twee verzen Petrus . In vier verzen wordt èrxato (hij begon) voorafgegaan door tote (dan ; apo tote : vanaf dan) .
1. Jezus | 2. Jezus | 3. Jezus | 4. Jezus | 5. Petrus | 6. Jezus | 7. Petrus |
Mt 4,17 | Mt 11,7 | Mt 11,20 | Mt 16,21 | Mt 16,22 | Mt 26,37 | Mt 26,74 |
apo tote (van dan af) | Tote (dan) | apo tote (van dan af) | Tote (dan) | |||
èrxato (begon) | èrxato (begon) | èrxato (begon hij ) | èrxato (begon) | èrxato (begon hij ) | èrxato (begon hij ) | èrxato (begon hij ) |
ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) | ||||
kèrussein kai legein (te verkondigen en te zeggen) | legein (te zeggen) | oneidizein (te misprijzen) tas poleis (de steden) | deiknuein (aan te duiden) | epitiman autôi | lupeisthai (bedroefd te worden) | katathematizein (te negeren) |
21. Begin van Jezus'optreden in Galilea : Mc 1,14-15 - Mt 4,12-17 - Lc 4,14-15 | 88. Jezus'getuigenis over Johannes de Doper : Lc 7,24-28 - Mt 11,7-11 | 91. Weespreuken over Chorazin, Betsaïda en Kafarnaüm :Mt 11,20-24 - Lc 10,13-15 | 163. Eerste lijdensvoorspelling : Mc 8,31-32 - Mt 16,21 - Lc 9,22 | 164. Berisping van Petrus : Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23 | 329. Jezus in Getsemane : Mc 14,32-42 - Mt 26,36-46 - Lc 22,40-46 | 334. Verloochening van Petrus : Mc 14,66-72 - Mt 26,69-75 - Lc 22,56-62 |
Mt 16,23 - Mt 16,23 : 164. Berisping van Petrus - Mc 8,32-33 - Mt 16,22-23 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16,22 - Mt 16,23 -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [23] But he turned, and said unto Peter, Get thee behind
me, Satan: thou art an offence unto me: for thou savourest not the things that
be of God, but those that be of men.
Luther-Bibel . 23 Er aber wandte sich um und sprach zu Petrus: Geh weg von mir,
Satan! Du bist mir ein Ärgernis; denn du meinst nicht, was göttlich, sondern
was menschlich ist.
- 22ste
(tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . Maar Hij keerde zich om en zei
tot Petrus: "Ga weg, satan, terug! Gij zijt Mij een aanstoot, want gij laat
u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil."
Tekstuitleg van Mt 16,23 .
165. Zijn kruis opnemen. Zijn leven verliezen om het te winnen : Mt 16,24-25 - Mc 8,34-35 - Mt 16,24-25 - Lc 9,23-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,24 - Mt 16,25 -- Mt (Matteüs) - Mt 16 -
Mt 16,24 - Mt 16,24 : 165. Zijn kruis opnemen. Zijn leven verliezen om het te winnen : Mc 8,34-35 - Mt 16,24-25 - Lc 9,23-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,24 - Mt 16,25 -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [24] Then said Jesus unto his disciples, If any man will
come after me, let him deny himself, and take up his cross, and follow me.
Luther-Bibel . 24 Da sprach Jesus zu seinen Jüngern: Will mir jemand nachfolgen,
der verleugne sich selbst und nehme sein Kreuz auf sich und folge mir.
- 22ste
(tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . En daarna tot zijn leerlingen:
"Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen
en zijn kruis op te nemen.
Tekstuitleg van Mt 16,24 .
1. tote . Verwijzing : tote (dan, daarop) , zie Mt 2,7 . In negenentachtig verzen bij Matteüs . In vijf verzen in Mt 16 : (1) Mt 16,12 . (2) Mt 16,20 . (3) Mt 16,21 . (4) Mt 16,24 . (5) Mt 16,27 . Bij Mt 16,24 is er geen verandering van personage , maar wel verandering van bestemming (tot wie Jezus de woorden zegt) .
1. - 3. tote ho Ièsous (daarop Jezus) . In vier verzen in het N.T. en wel bij Mt : (1) Mt 4,1 . (2) Mt 16,24 . (3) Mt 21,1 . (4) Mt 23,1 . In drie verzen staat het aan het begin van een vers , van een pericope , behalve in Mt 21,1 .
16. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
21. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
Mt 16,25 - Mt 16,25 : 165. Zijn kruis opnemen. Zijn leven verliezen om het te winnen : Mc 8,34-35 - Mt 16,24-25 - Lc 9,23-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,24 - Mt 16,25 -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 -- | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [25] For whosoever will save his life shall lose it: and
whosoever will lose his life for my sake shall find it.
Luther-Bibel . 25 Denn wer sein Leben erhalten will, der wird's verlieren; wer
aber sein Leben verliert um meinetwillen, der wird's finden.
- 22ste
(tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . Want wie zijn leven wil redden,
zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden.
Tekstuitleg van Mt 16,25 .
Doublette : http://biblio.domuni.org/parcours/parcours_sces_bibl/hermant_syn/syn241-01.pdf .
166. Wat baat het een mens de hele wereld te winnen : Mt 16,26-27 - Mc 8,36-38 - Mt 16,26-27 - Lc 9,25-26 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,26 - Mt 16,27 -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 -
Mt 16,26 - Mt 16,26 : 166. Wat baat het een mens de hele wereld te winnen - Mc 8,36-38 - Mt 16,26-27 - Lc 9,25-26 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,26 - Mt 16,27 -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [26] For what is a man profited, if he shall gain the whole
world, and lose his own soul? or what shall a man give in exchange for his soul?
Luther-Bibel . 26 Was hülfe es dem Menschen, wenn er die ganze Welt gewönne
und nähme doch Schaden an seiner Seele? Oder was kann der Mensch geben, womit
er seine Seele auslöse?
- 22ste
(tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . Wat voor nut heeft het voor
een mens heel de wereld te winnen, als dit ten koste gaat van eigen leven? Of
wat zal een mens kunnen geven in ruil voor zijn eigen leven?
Tekstuitleg van Mt 16,26 .
Mt 16,27 - Mt 16,27 : 166. Wat baat het een mens de hele wereld te winnen - Mc 8,36-38 - Mt 16,26-27 - Lc 9,25-26 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik - Mt 16,26 - Mt 16,27 -- Mt (Matteüs) -- Mt 16 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [27] For the Son of man shall come in the glory of his Father
with his angels; and then he shall reward every man according to his works.
Luther-Bibel . 27 Denn es wird geschehen, dass der Menschensohn kommt in der
Herrlichkeit seines Vaters mit seinen Engeln, und dann wird er einem jeden vergelten
nach seinem Tun.
- 22ste
(tweeentwintigste) zondag door het a-jaar . Want de Mensenzoon zal komen
in de heerlijkheid van zijn Vader, vergezeld van zijn engelen, en dan zal Hij
ieder vergelden naar zijn daden."
Tekstuitleg van Mt 16,27 .
18. kai (en) . Taalgebruik : kai
(en) in N.T. . Taalgebruik in Mt : kai
(en) . Nevenschikkend voegwoord . Hebr. : waw (verbindingshaak) . L. : et
. Fr. : et . N. : en . E. : and . D. und .
Mt (705) . Mt 16 telt achtentwintig verzen . kai (en) komt in zestien verzen
in Mt 16 voor : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (3) Mt
16,4 . (4) Mt
16,5 . (5) Mt
16,6 . (6) Mt
16,9 . (7) Mt
16,10 . (8) Mt
16,11 . (9) Mt
16,12 . (10) Mt
16,17 . (11) Mt
16,18 . (12) Mt
16,19 . (13) Mt
16,21 . (14) Mt
16,22 . (15) Mt
16,24 . (16) Mt
16,27 . In vier verzen bij het begin van het vers : (1) Mt
16,1 . (2) Mt
16,3 . (4) Mt
16,5 . (14) Mt
16,22 .
167. Nabijheid van het Rijk Gods : Mt 16,28 - Mc 9,1 - Mt 16,28 - Lc 9,27 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,28 -
Mt 16,28 - Mt 16,28 : 167. Nabijheid van het Rijk Gods - Mc 9,1 - Mt 16,28 - Lc 9,27 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Mt 16,28 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [28] Verily I say unto you, There be some standing here,
which shall not taste of death, till they see the Son of man coming in his kingdom.
Luther-Bibel . 28 Wahrlich, ich sage euch: Es stehen einige hier, die werden
den Tod nicht schmecken, bis sie den Menschensohn kommen sehen in seinem Reich.
Tekstuitleg van Mt 16,28 .
1 et accesserunt ad eum Pharisaei et Sadducaei temptantes et rogaverunt eum ut signum de caelo ostenderet eis 2 at ille respondens ait eis facto vespere dicitis serenum erit rubicundum est enim caelum 3 et mane hodie tempestas rutilat enim triste caelum 4 faciem ergo caeli diiudicare nostis signa autem temporum non potestis generatio mala et adultera signum quaerit et signum non dabitur ei nisi signum Ionae et relictis illis abiit 5 et cum venissent discipuli eius trans fretum obliti sunt panes accipere 6 qui dixit illis intuemini et cavete a fermento Pharisaeorum et Sadducaeorum 7 at illi cogitabant inter se dicentes quia panes non accepimus 8 sciens autem Iesus dixit quid cogitatis inter vos modicae fidei quia panes non habetis 9 nondum intellegitis neque recordamini quinque panum quinque milium hominum et quot cofinos sumpsistis 10 neque septem panum quattuor milium hominum et quot sportas sumpsistis 11 quare non intellegitis quia non de pane dixi vobis cavete a fermento Pharisaeorum et Sadducaeorum 12 tunc intellexerunt quia non dixerit cavendum a fermento panum sed a doctrina Pharisaeorum et Sadducaeorum 13 venit autem Iesus in partes Caesareae Philippi et interrogabat discipulos suos dicens quem dicunt homines esse Filium hominis 14 at illi dixerunt alii Iohannem Baptistam alii autem Heliam alii vero Hieremiam aut unum ex prophetis 15 dicit illis vos autem quem me esse dicitis 16 respondens Simon Petrus dixit tu es Christus Filius Dei vivi 17 respondens autem Iesus dixit ei beatus es Simon Bar Iona quia caro et sanguis non revelavit tibi sed Pater meus qui in caelis est 18 et ego dico tibi quia tu es Petrus et super hanc petram aedificabo ecclesiam meam et portae inferi non praevalebunt adversum eam 19 et tibi dabo claves regni caelorum et quodcumque ligaveris super terram erit ligatum in caelis et quodcumque solveris super terram erit solutum in caelis 20 tunc praecepit discipulis suis ut nemini dicerent quia ipse esset Iesus Christus 21 exinde coepit Iesus ostendere discipulis suis quia oporteret eum ire Hierosolymam et multa pati a senioribus et scribis et principibus sacerdotum et occidi et tertia die resurgere 22 et adsumens eum Petrus coepit increpare illum dicens absit a te Domine non erit tibi hoc 23 qui conversus dixit Petro vade post me Satana scandalum es mihi quia non sapis ea quae Dei sunt sed ea quae hominum 24 tunc Iesus dixit discipulis suis si quis vult post me venire abneget semet ipsum et tollat crucem suam et sequatur me 25 qui enim voluerit animam suam salvam facere perdet eam qui autem perdiderit animam suam propter me inveniet eam 26 quid enim prodest homini si mundum universum lucretur animae vero suae detrimentum patiatur aut quam dabit homo commutationem pro anima sua 27 Filius enim hominis venturus est in gloria Patris sui cum angelis suis et tunc reddet unicuique secundum opus eius 28 amen dico vobis sunt quidam de hic stantibus qui non gustabunt mortem donec videant Filium hominis venientem in regno suo