MATTEÜSEVANGELIE : TWAALFDE HOOFDSTUK , MT 12 -
- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -
- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 - Mt 12,38-42 - Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Overzicht Mt 1 , Mt 2 , Mt 3 , Mt 4 , Mt 5 , Mt 6 , Mt 7 , Mt 8 , Mt 9 , Mt 10 , Mt 11 , Mt 12 , Mt 13 , Mt 14 , Mt 15 , Mt 16 , Mt 17 , Mt 18 , Mt 19 , Mt 20 , Mt 21 , Mt 22 , Mt 23 , Mt 24 , Mt 25 , Mt 26 , Mt 27 , Mt 28 .
Tekstuitleg per pericope - Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 - Mt 12,38-42 - Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 -
Tekstuitleg vers per vers - Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 - Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 - Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 - Mt 12,22 - Mt 12,23 - Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 - Mt 12,31 - Mt 12,32 - Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 - Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12,43 - Mt 12,44 - Mt 12,45 - Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 -


Religie.opzijnbest.nl
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
         
1. LXX , Griekse tekst N.T.   2. Vulgata   3. Synopsis Denaux - Vervenne  4. Statenvertaling   5. Willibrordvertaling   6. Nieuwe Vertaling   7. Naardense vertaling , zie
8. Bible de Jérusalem 9. Statenvertaling   10. King James Bible  - King James Bible 11. Luther-Bibel        

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) . Meer info : Arseen De Kesel . Email: arseen.de.kesel@pandora.be .
websitenamen : http://users.telenet.be/arseen.de.kesel/ en http://www.interlevensbeschouwelijk.be/index.htm
- STARTPAGINA - AGENDA - BIJ DE HAND - NIEUW - OVERZICHT -  TIJDSCHRIFTEN -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : allochtonen , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts (Vlaams Blok) , fundamentalisme , globalisering en antiglobalisering ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
- epèrôtèsan (zij vroegen) , zie Mt 12,10 .
- gignôskô (kennen) bij Matteüs
- sumboulion (besluit. 5X bij Matteüs) -
Bibliografie  
Literatuur .
Liturgisch gebruik

Mc 16,1-8: B-cyclus, paaswake
Mc 16,15-20: B-cyclus, het feest van de hemelvaart

Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht , bijbelverwijzingen - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z - , Oude Testament , Pentateuch , Historische boeken , Profeten , Wijsheidsboeken , NT : overzicht , Evangelies , Synoptici , Brieven

- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi) .
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps) .
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)


In hun synopsis van de eerste drie evangeliën (Leuven, Vlaamse Bijbelstichting, 1986; Turnhout, Brepols, ) onderscheiden Adelbert Denaux en Marc Vervenne volgende pericopen in het twaalfde hoofdstuk van het Matteüsevangelie :
94. Aren uittrekken op sabbat : Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -
95. Genezing van een verdorde hand op sabbat : Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -
96. Volkstoeloop en genezingen : Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -
117. Genezing van een blinde en een stomme bezetene : Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14
118. De Beëlzebubcontroverse : Mc 3,22-27 - Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -
119. Laster tegen de Mensenzoon en tegen de Geest : Mc 3,28-30 - Mt 12,31-32 - Lc 12,22-32 -
120. Aan de vrucht ken je de boom : Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -
121. Het teken van Jona : Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -
122. Terugkeer van de onreine geest: Mt 12,43-45 - Lc 11,24-26 -
123. Jezus'ware verwanten : Mc 3,31-35 - Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -

94. Aren uittrekken op sabbat : Mt 12,1-8 - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 -

De pericope telt acht verzen . Geen enkel vers begint met het voegwoord kai (en) . Vier verzen hebben de (echter , nu) als tweede woord van de zin (en van het vers) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,3 . (3) Mt 12,6 . (4) Mt 12,7 .

Mt 12,1 - Mt 12,1 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:1 en ekeinô tô kairô eporeuthè o ièsous tois sabbasin dia tôn sporimôn oi de mathètai autou epeinasan kai èrxanto tillein stachuas kai esthiein 1 in illo tempore abiit Iesus sabbato per sata discipuli autem eius esurientes coeperunt vellere spicas et manducare   1 In dien tijd ging Jezus, op een sabbatdag, door het gezaaide, en Zijn discipelen hadden honger, en begonnen aren te plukken, en te eten. [1] In die tijd liep Jezus op sabbat* door de korenvelden. Zijn leerlingen kregen honger en begonnen aren te plukken en aten die op. [1] In die tijd liep Jezus op een sabbat door de korenvelden. Zijn leerlingen hadden honger en begonnen aren te plukken en ervan te eten. 1 ¶ In die tijd trekt Jezus  op de sabbat door de zaailanden; zijn leerlingen krijgen honger en beginnen aren te plukken en op te eten. 1. En ce temps-là Jésus vint à passer, un jour de sabbat, à travers les moissons. Ses disciples eurent faim et se mirent à arracher des épis et à les manger. 

King James Bible . [1] At that time Jesus went on the sabbath day through the corn; and his disciples were an hungred, and began to pluck the ears of corn, and to eat.
Luther-Bibel . 1 Zu der Zeit ging Jesus durch ein Kornfeld am Sabbat; und seine Jünger waren hungrig und fingen an, Ähren auszuraufen und zu essen.

Tekstuitleg van Mt 12,1 .

hoi (de) . Verwijzing : lidwoord , zie Mt 28,18 . Bepaald lidwoord nominatief mannelijk meervoud . Bijbel (4230) . O.T. (3257) . N.T. (973) . Mt (196) . Mc (101) . Lc (165) . Joh (125) . Brieven (316) . Apk (70) . In 196 verzen bij Mt , zie Mt 2,5 . Mt 1 (0) . Mt 2 (3) . Mt 3 (1) . Mt 4 (3) . Mt 5 (11) . Mt 6 (4) . Mt 7 (8) . Mt 8 (6) . Mt 9 (13) . Mt 10 (3) . Mt 11 (3) . Mt 12 (13) . Mt 13 (10) . Mt 14 (9) . Mt 15 (7) . Mt 16 (5) . Mt 17 (7) . Mt 18 (3) . Mt 19 (5) . Mt 20 (10) . Mt 21 (13) . Mt 22 (10) . Mt 23 (3) . Mt 24 (7) . Mt 25 (5) . Mt 26 (14). Mt 27 (15) . Mt 28 (5) . In dertien verzen in Mt 12 : (1) Mt 12,1 . (2) Mt 12,2 . (3) Mt 12,3 . (4) Mt 12,5 . (5) Mt 12,14 . (6) Mt 12,23 . (7) Mt 12,24 . (8) Mt 12,27 . (9) Mt 12,36 . (10) Mt 12,46 . (11) Mt 12,47 . (12) Mt 12,48 . (13) Mt 12,49 .

Mt 12,2 - Mt 12,2 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2004) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
Hoi de Pharisaioi idontes eipan autôi . Idou hoi mathètai sou poiousin ho ouk exestin poein en sabbatôi Pharisaei autem videntes dixerunt ei ecce discipuli tui faciunt quod non licet eis facere sabbatis  Toen de Farizeeën dit echter zagen, zeiden ze hem: "Zie, uw leerlingen doen wat niet toegestaan is te doen op dabbat.   De Farizeeën zagen dat en zeiden tot Hem: Uw leerlingen doen daar iets wat op sabbat niet geoorloofd is.   De farizeeën zagen het en zeiden Hem: ‘Kijk eens, uw leerlingen doen iets dat op sabbat niet mag.’   Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden ze tegen hem: Kijk, uw leerlingen doen iets dat op sabbat niet mag.   Maar de farizeeërs die dat zien zeggen tot hem: zie uw leerlingen doen wat men niet mág doen op sabbat.  2. Ce que voyant, les Pharisiens lui dirent : « Voilà tes disciples qui font ce qu'il n'est pas permis de faire pendant le sabbat ! »  

King James Bible . [2] But when the Pharisees saw it, they said unto him, Behold, thy disciples do that which is not lawful to do upon the sabbath day.
Luther-Bibel . 2 Als das die Pharisäer sahen, sprachen sie zu ihm: Siehe, deine Jünger tun, was am Sabbat nicht erlaubt ist.

Tekstuitleg van Mt 12,2 .

3. Pharisaioi (Farizeeën) zie Mt 9,11

7. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .

Mt 12,3 - Mt 12,3 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:3 o de eipen autois ouk anegnôte ti epoièsen dauid ote epeinasen kai oi met autou  3 at ille dixit eis non legistis quid fecerit David quando esuriit et qui cum eo erant    3 Maar Hij zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, wat David gedaan heeft, toen hem hongerde, en hun, die met hem waren?  [3] Maar hij zei: ‘Hebt u niet gelezen wat David deed, toen Hij en zijn metgezellen honger kregen?   [3] Hij antwoordde: ‘Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger hadden,   3 Maar hij zegt tot hen: hebt ge niet gelezen wat David heeft gedaan toen hij honger kreeg en die bij hem waren ook?  3. Mais il leur dit : « N'avez-vous pas lu ce que fit David lorsqu'il eut faim, lui et ses compagnons ? 

King James Bible . [3] But he said unto them, Have ye not read what David did, when he was an hungred, and they that were with him;
Luther-Bibel . 3 Er aber sprach zu ihnen: Habt ihr nicht gelesen, was David tat, als ihn und die bei ihm waren hungerte?

Tekstuitleg van Mt 12,3 .

Mt 12,4 - Mt 12,4 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:4 pôs eisèlthen eis ton oikon tou theou kai tous artous tès protheseôs efagon* o ouk exon èn autô fagein oude tois met autou ei mè tois iereusin monois  4 quomodo intravit in domum Dei et panes propositionis comedit quos non licebat ei edere neque his qui cum eo erant nisi solis sacerdotibus    4 Hoe hij gegaan is in het huis Gods, en de toonbroden gegeten heeft, die hem niet geoorloofd waren te eten, noch ook hun, die met hem waren, maar den priesteren alleen.  [4] Hoe hij het huis van God binnenging en hoe ze de offerbroden aten, die hij niet mocht eten en ook zijn metgezellen niet, maar alleen de priesters?  [4] hoe hij het huis van God binnenging en er met hen van de toonbroden at, terwijl noch hij noch zijn mannen daarvan mochten eten, alleen de priesters?   4 hoe hij Gods huis binnenkwam en zij de toonbroden opaten die hij niet mocht eten en die bij hem waren ook niet, alleen de priesters wel?  4. Comment il entra dans la demeure de Dieu et comment ils mangèrent les pains d'oblation, qu'il ne lui était pas permis de manger, ni à ses compagnons, mais aux prêtres seuls ? 

King James Bible . [4] How he entered into the house of God, and did eat the shewbread, which was not lawful for him to eat, neither for them which were with him, but only for the priests?
Luther-Bibel . 4 Wie er in das Gotteshaus ging und aß die Schaubrote, die doch weder er noch die bei ihm waren essen durften, sondern allein die Priester?

Tekstuitleg van Mt 12,4 .

Mt 12,5 - Mt 12,5 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:5 è ouk anegnôte en tô nomô oti tois sabbasin oi iereis en tô ierô to sabbaton bebèlousin kai anaitioi eisin   5 aut non legistis in lege quia sabbatis sacerdotes in templo sabbatum violant et sine crimine sunt    5 Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters den sabbat ontheiligen in den tempel, op de sabbatdagen, en nochtans onschuldig zijn?  [5] Of hebt u niet gelezen in de wet dat op sabbat de priesters in de tempel de sabbat ontheiligen en toch onschuldig zijn?   [5] En hebt u niet in de wet gelezen dat de priesters die op sabbat in de tempel dienst doen en zo de sabbat ontwijden, onschuldig zijn?   5 en hebt ge niet gelezen in de Wet dat op sabbat de priesters in het heiligdom de sabbat ontwijden en niet schuldig zijn?  5. Ou n'avez-vous pas lu dans la Loi que, le jour du sabbat, les prêtres dans le Temple violent le sabbat sans être en faute ? 

King James Bible . [5] Or have ye not read in the law, how that on the sabbath days the priests in the temple profane the sabbath, and are blameless?
Luther-Bibel . 5 Oder habt ihr nicht gelesen im Gesetz, wie die Priester am Sabbat im Tempel den Sabbat brechen und sind doch ohne Schuld?

Tekstuitleg van Mt 12,5 .

Mt 12,6 - Mt 12,6 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:6 legô de umin oti tou ierou meizon estin ôde  6 dico autem vobis quia templo maior est hic     6 En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is.   [6] Ik zeg u, hier is meer dan de tempel.  [6] Ik zeg u: hier gaat het om meer dan de tempel!   6 maar ik zeg u dat iets groters dan het heiligdom hier is;  6. Or, je vous le dis, il y a ici plus grand que le Temple.  

King James Bible . [6] But I say unto you, That in this place is one greater than the temple.
Luther-Bibel . 6 Ich sage euch aber: Hier ist Größeres als der Tempel.

Tekstuitleg van Mt 12,6 .

Mt 12,7 - Mt 12,7 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:7 ei de egnôkeite ti estin eleos thelô kai ou thusian ouk an katedikasate tous anaitious   7 si autem sciretis quid est misericordiam volo et non sacrificium numquam condemnassetis innocentes     7 Doch zo gij geweten hadt, wat het zij: Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt de onschuldigen niet veroordeeld hebben.  [7] Als u begrepen had wat dit zeggen wil: Barmhartigheid wil Ik en geen offer, zou u geen onschuldigen veroordeeld hebben.   [7] Als u begrepen had wat bedoeld wordt met: “Barmhartigheid wil ik, geen offers,” dan zou u geen onschuldigen hebben veroordeeld. 7 als u had herkend wat het is –ontferming wil ik en geen offerande– dan zou u deze onschuldigen niet veroordelen;   7. Et si vous aviez compris ce que signifie : C'est la miséricorde que je veux, et non le sacrifice, vous n'auriez pas condamné des gens qui sont sans faute. 

King James Bible . [7] But if ye had known what this meaneth, I will have mercy, and not sacrifice, ye would not have condemned the guiltless.
Luther-Bibel . 7 Wenn ihr aber wüsstet, was das heißt (Hosea 6,6): »Ich habe Wohlgefallen an Barmherzigkeit und nicht am Opfer«, dann hättet ihr die Unschuldigen nicht verdammt.

Tekstuitleg van Mt 12,7 .

Mt 12,8 - Mt 12,8 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:8 kurios gar estin tou sabbatou o uios tou anthrôpou  8 dominus est enim Filius hominis etiam sabbati     8 Want de Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat.   [8] Want de Mensenzoon is Heer van de sabbat.’   [8] Want de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat.’  8 want heer over de sabbat is de mensenzoon!  8. Car le Fils de l'homme est maître du sabbat. » 

King James Bible . [8] For the Son of man is Lord even of the sabbath day.
Luther-Bibel . 8 Der Menschensohn ist ein Herr über den Sabbat.

Tekstuitleg van Mt 12,8 .

95. Genezing van een verdorde hand op sabbat : Mt 12,9-14 - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 -

Mt 12,9 - Mt 12,9 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:9 kai metabas ekeithen èlthen eis tèn sunagôgèn autôn   9 et cum inde transisset venit in synagogam eorum     9 En van daar voortgaande, kwam Hij in hun synagoge.   [9] Hij ging daar weg en kwam in hun synagoge.   [9] Hij trok weer verder en kwam in hun synagoge. 9 Daarvandaan verderlopend komt hij hun synagoge binnen.  9. Parti de là, il vint dans leur synagogue.  

King James Bible . [9] And when he was departed thence, he went into their synagogue:
Luther-Bibel . 9 Und er ging von dort weiter und kam in ihre Synagoge.

Tekstuitleg van Mt 12,9 .

>
       
  Mt 12,9 Mt 15,29  
 

kai (en)

 

kai (en)  
  metabas (overstekende) metabas (overstekende)  
  ekeithen (vandaar) ekeithen (vandaar)  
     ho Ièsous (Jezus)  
  èlthen (ging hij ) èlthen (ging)  
  eis tèn synagôgèn autôn para tèn thalassan tès Galilaias langs het meer van Galilea)  
   95. Genezing van een verdorde hand op sabbat : Mc 3,1-6 // Mt 12,9-14 // Lc 6,6-11 // (Lc 14,1-6) . - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -  157. Genezing van een doofstomme : Mc 7,31-37 // Mt 15,29-31 - Mc 7,31-37 - Mt 15,29-31 -  

 

Mt 12,10 - Mt 12,10 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:10 kai idou anthrôpos cheira echôn xèran kai epèrôtèsan auton legontes ei exestin tois sabbasin | therapeuein | therapeusai | ina katègorèsôsin autou   10 et ecce homo manum habens aridam et interrogabant eum dicentes si licet sabbatis curare ut accusarent eum    10 En ziet, er was een mens, die een dorre hand had, en zij vraagden Hem, zeggende: Is het ook geoorloofd op de sabbatdagen te genezen? (opdat zij Hem mochten beschuldigen).   [10] Daar was iemand met een verschrompelde hand. Ze stelden Hem de vraag: ‘Mag men op sabbat genezen?’, met de bedoeling om Hem te kunnen aanbrengen.   [10] Daar stond iemand met een verschrompelde hand. Omdat ze Jezus wilden aanklagen, vroegen ze: ‘Is het toegestaan op sabbat te genezen?’   10 Ziedaar een mens met een verschrompelde hand. Zij stellen hem een vraag en zeggen: mag men op de sabbat genezen?– om hem te kunnen aanklagen.   10. Et voici un homme qui avait une main sèche, et ils lui posèrent cette question : « Est-il permis de guérir le jour du sabbat ? » afin de l'accuser.  

King James Bible . [10] And, behold, there was a man which had his hand withered. And they asked him, saying, Is it lawful to heal on the sabbath days? that they might accuse him.
Luther-Bibel . 10 Und siehe, da war ein Mensch, der hatte eine verdorrte Hand. Und sie fragten ihn und sprachen: Ist's erlaubt, am Sabbat zu heilen?, damit sie ihn verklagen könnten.

Tekstuitleg van Mt 12,10 .

2. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .

8. act. ind. aor. 3de pers. mv. επηρωτησαν = epèrôtèsan (zij vroegen) van het werkw. επερωταω = eperôtaô ( 'op'-vragen, 'onder'-vragen, bijvragen) . Taalgebruik in het NT : eperotaô (epi - erôtaô) . Taalgebruik in de LXX : eperotaô (epi - erôtaô) . Taalgebruik in Mc : eperotaô (epi - erôtaô) . Taalgebruik in Lc : eperotaô (epi - erôtaô) . Bijbel (8) : (1) Gn 26,7 . (2) Joz 9,14 . (3) Re 20,18 . (4) Re 20,23 . (5) Re 20,27 . (6) Js 30,2 . (7) Ps 137,3 . (8) Jdt 10,12 . NT (7) . Mt (4) : (1) Mt 12,10 . (2) Mt 16,1 . (3) Mt 17,10 . (4) Mt 22,23 . Lc (3) : (1) Lc 20,21 . (2) Lc 20,27 . (3) Lc 21,7 . Een vorm van επερωταω = eperôtaô ( 'op'-vragen, 'onder'-vragen, bijvragen) in de LXX (75) , in het NT (56) , in Mt (8) , in Mc (25) , in Lc (17) : (1) Lc 2,46 . (2) Lc 3,10 . (3) Lc 3,14 . (4) Lc 6,9 . (5) Lc 8,9 . (6) Lc 8,30 . (7) Lc 9,18 . (8) Lc 17,20 . (9) Lc 18,18 . (10) Lc 18,40 .(11) Lc 20,21 . (12) Lc 20,27 . (13) Lc 20,40 . (14) Lc 21,7 . (15) Lc 22,64 . (16) Lc 23,6 . (17) Lc 23,9 .

1. de Farizeeën 2. Farizeeën en Saduuceeën 3. De leerlingen 4. De Saducceeën
Mt 12,10 Mt 16,1 Mt 17,10 Mt 22,23
kai (en)   kai (en) kai (en)
epèrôtèsan (zij vroegen) epèrôtèsan (zij vroegen) epèrôtèsan (zij vroegen) epèrôtèsan (zij vroegen)
auton (hem) auton (hem) auton (hem) auton (hem)
    hoi mathètai (de leerlingen)  
legontes (zeggende)   legontes (zeggende) legontes (zeggende)
Mt 12,11 . ho de eipen autois (hij echter zei aan hen) Mt 16,2 ho de apokritheis eipen autois (hij echter geantwoord zei aan hen) Mt 17,11 ho de apokritheis eipen (hij echter geantwoord zei) Mt 22,29 : apokritheis de ho Ièsous eipen autois (geantwoord echter Jezus zei aan hen)
95. Genezing van een verdorde hand op sabbat : Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- 159. Vraag om een teken uit de hemel : Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 - 169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia : Mc 9,11-13 - Mt 17,10-13 - 292. Vraag van de Sadduceeën over de verrijzenis : Mc 12,18-27 - Mt 22,23-33 - Lc 20,27-38 -

 

Mt 12,11 - Mt 12,11 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:11 o de eipen autois tis | [estai] | estai | ex umôn anthrôpos os exei probaton en kai ean empesè touto tois sabbasin eis bothunon ouchi kratèsei auto kai egerei   11 ipse autem dixit illis quis erit ex vobis homo qui habeat ovem unam et si ceciderit haec sabbatis in foveam nonne tenebit et levabit eam     11 En Hij zeide tot hen: Wat mens zal er zijn onder u, die een schaap heeft, en zo datzelve op een sabbatdag in een gracht valt, die hetzelve niet zal aangrijpen en uitheffen?   [11] Maar Hij zei hun: ‘Als iemand van u een schaap heeft, en het is op sabbat in een kuil gevallen, zal hij het er dan niet uit halen?   [11] Hij antwoordde: ‘Stel dat u maar één schaap hebt en dat valt op sabbat in een kuil, wie van u zou het niet vastgrijpen en het er weer uit halen?   11 Maar hij zegt tot hen: wie van u is zo´n mens die één schaap zal hebben, en als dat op de sabbat in een gat valt,– zal hij het niet grijpen en overeind zetten?   11. Mais il leur dit : « Quel sera d'entre vous l'homme qui aura une seule brebis, et si elle tombe dans un trou, le jour du sabbat, n'ira la prendre et la révéler ?  

King James Bible . [11] And he said unto them, What man shall there be among you, that shall have one sheep, and if it fall into a pit on the sabbath day, will he not lay hold on it, and lift it out?
Luther-Bibel . 11 Aber er sprach zu ihnen: Wer ist unter euch, der sein einziges Schaf, wenn es ihm am Sabbat in eine Grube fällt, nicht ergreift und ihm heraushilft?

Tekstuitleg van Mt 12,11 .

Mt 12,12 - Mt 12,12 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:12 posô oun diaferei anthrôpos probatou ôste exestin tois sabbasin kalôs poiein   12 quanto magis melior est homo ove itaque licet sabbatis benefacere     12 Hoe veel gaat nu een mens een schaap te boven? Zo is het dan op de sabbatdagen geoorloofd wel te doen.   [12] Hoeveel meer is een mens niet waard dan een schaap? Daarom mag men op sabbat goeddoen.’  [12] En is een mens niet veel meer waard dan een schaap? Daaruit volgt dat we op sabbat goed mogen doen.’  12 hoeveel verschilt dan een mens van een schaap!– dus mag men op de sabbat goeddoen!  12. Or, combien un homme vaut plus qu'une brebis ! Par conséquent il est permis de faire une bonne action le jour du sabbat. »  

King James Bible . [12] How much then is a man better than a sheep? Wherefore it is lawful to do well on the sabbath days.
Luther-Bibel . 12 Wie viel mehr ist nun ein Mensch als ein Schaf! Darum darf man am Sabbat Gutes tun.

Tekstuitleg van Mt 12,12 .

Mt 12,13 - Mt 12,13 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:13 tote legei tô anthrôpô ekteinon sou tèn cheira kai exeteinen kai apekatestathè ugiès ôs è allè 13 tunc ait homini extende manum tuam et extendit et restituta est sanitati sicut altera   13 Toen zeide Hij tot dien mens: Strek uw hand uit; en hij strekte ze uit, en zij werd hersteld, gezond gelijk de andere.  [13] Toen zei Hij tegen de man: ‘Strek uw hand.’ Dat deed hij, en ze werd weer even gezond als de andere.   [13] Toen zei hij tegen de man: ‘Steek uw hand uit.’ Hij stak hem uit en er kwam weer leven in, zijn hand werd weer even gezond als de andere.   13 Dan zegt hij tot die mens: strek je hand uit! Als hij haar heeft uitgestrekt is zij weer even gezond als die andere.   13. Alors il dit à l'homme : « Étends ta main. ». Il l'étendit et elle fut remise en état, saine comme l'autre.  

King James Bible . [13] Then saith he to the man, Stretch forth thine hand. And he stretched it forth; and it was restored whole, like as the other.
Luther-Bibel . 13 Da sprach er zu dem Menschen: Strecke deine Hand aus! Und er streckte sie aus; und sie wurde ihm wieder gesund wie die andere.

Tekstuitleg van Mt 12,13 .

anthrôpôi (aan de mens / man) komt in 11 verzen bij Matteüs voor. In 5 verzen in combinatie met een vergelijking met het rijk der hemelen: Mt 13,24 , Mt 18,23 en Mt 22,2 , Mt 13,45 , Mt 20,1 ,

Mt 12,14 - Mt 12,14 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
exelthontes de hoi Farisaioi sumboulion elabon kat'autou hopôs auton apolesôsin  exeuntes autem Pharisaei consilium faciebant adversus eum quomodo eum perderent     14 En de Farizeën, uitgegaan zijnde, hielden te zamen raad tegen Hem, hoe zij Hem doden mochten.   [14] Eenmaal buiten, beraamden de farizeeën plannen tegen Hem om Hem uit de weg te ruimen.  [14] De Farizeeën dropen af en besloten hem uit de weg te ruimen.   14 ¶ Maar de farizeeërs die buiten komen houden beraad tegen hem hoe ze hem zullen ombrengen.  14. Étant sortis, les Pharisiens tinrent conseil contre lui, en vue de le perdre.  

King James Bible . [14] Then the Pharisees went out, and held a council against him, how they might destroy him.
Luther-Bibel . 14 Da gingen die Pharisäer hinaus und hielten Rat über ihn, wie sie ihn umbrächten.

Tekstuitleg van Mt 12,14 .

5. sumboulion (besluit) . Verwijzing : sumboulion (besluit) , zie Mc 7,1 . In zeven verzen in de bijbel . Slechts in het N.T. : (1) Mt 12,14 // Mc 3,6 . (2) Mt 22,15 . (3) Mt 27,1 // Mc 15,1 . (4) Mt 27,7 . (5) Mt 28,12 . (6) Mc 3,6 // Mt 12,14 . (7) Mc 15,1 // Mt 27,1 .

Mt 12,14 Mt 22,15 Mt 27,1   Mt 27,7 Mt 28,12
exelthontes de hoi Pharisaioi (de Farizeeën echter buitengegaan) Tote poreuthentes hoi Pharisaioi (dan de Farizeeën zich op weg begeven        
sumboulion elabon (namen het besluit) sumboulion elabon (namen het besluit) sumboulion elabon (namen het besluit) hoi archiereis kai hoi presbuteroi tou laou (de hogepriesters en de oudsten van het volk)   sumboulion de labontes (een besluit genomen echter)  

sumboulion de labontes (een besluit genomen echter) 

kat'autou (tegen hem)   kata tou Ièsou (tegen Jezus)      
hopôs (opdat) hopôs (opdat) hôste (dat-      
auton (hem) auton (hem)        
apolesôsin (zij zouden ombrengen) pagideusôsin (zouden vangen) thenatôsai auton (dat zij hem zouden doden)      
  en logôi (in de rede)        
95. Genezing van een verdorde hand op sabbat : Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 - 291. Vraag van de Farizeeën over de belasting aan de keizer : Mc 12,13-17 - Mt 22,15-22 - Lc 20,20-26 - 336. Naar Pilatus : Mc 15,1 - Mt 27,1-2 - Lc 22,66-71 - Lc 23,1 -   337. Einde van Judas : Mt 27,3-10  352. Het omkopen van de wacht : Mt 28,11-15 

11. apolesôsin ( zij zouden doden ) . Aorist conjunctief 3de pers. mv. . apollumi < ap- + ollumi < ol-numi ( ten gronde richten , doden , verliezen ) . Hebr. ´âbhad . Lat. perdere . Fr. perdre .
In vijf verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. : Dt 28,22 . In vier verzen in het N.T. : Mt (2) : (1) Mt 12,14 // Mc 3,6 : De Farizeeën gingen naar buiten en namen het besluit tegen Jezus opdat zij hem zouden doden . (2) Mt 27,20 : Jezus echter zouden zij doden . Mc (2) (3) Mc 3,6 // Mt 12,14 . (4) Mc 11,18 // Lc 19,47 (ezètoun auton apolesai = zij zochten hem te doden) .
De confrontatie tussen Jezus en zijn tegenstanders is compleet . Die confrontatie was al uitgesproken bij Jezus' eerste optreden in Mc 1,24 : zijt gij gekomen om ons te vernietigen ? Mc 1,21 - 3,6 vormen een geheel . Begin en einde speelt zich af in de synagoge . In beide gevallen is er sprake van vernietigen .
In Mc 11,18 zochten de hogepriesters en de schriftgeleerden hoe ze Jezus zouden doden .

Mc 3,6 kai exelthontes hoi Farizaioi euthus meta tôn Hèrôidianôn sumboulion edidoun kat'autou (En buitengegaan de Farizeeën onmiddelijk met de Herodianen een besluit gaven tegen hem, hoe ze hem zouden doden) hopôs auton apolesôsin (hoe ze hem zouden doden) (= Mt 12,14)
Mc 11,18 kai èkousan oi archiereis kai oi grammateis , (en hoorden de hogepriesters en de schriftgeleerden) kai ezètoun pôs auton apolesôsin en zij zochten hoe ze hem zouden doden)

96. Volkstoeloop en genezingen : Mt 12,15-21 - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 -

In het Matteüsevangelie valt voor het eerst het besluit van de Farizeeën om Jezus om te brengen (Mt 12,14 : Mt 12,9-14 ). De uitvoering ervan wordt blijkbaar verijdeld doordat Jezus er weet van heeft en uitwijkt. Dat zou kunnen verklaren waarom het onderwerp vooraan in de participiumzin staat. De levensbedreiging van Jezus gaat uit van de Farizeeën, een groep die ijvert voor een spirituele en morele verheffing van de menigten. Wanneer Jezus een duivel uitdrijft (Mt 12,22-23 : Mt 12,22-23 ) grijpen de Farizeeën hun kans om Jezus in diskrediet te brengen door zijn werk als een duivels werk te interpreteren (Mt 12,24 : Mt 12,24-30 ). Een dergelijke beschuldiging is trappen op de ziel van Jezus; hij, die zuiver van geest is, wordt ervan beschuldigd in dienst te staan van de duivel. Het betekent zoveel als Jezus een schijnheilige, een valsaard, een wolf in de huid van een lam, te beschouwen.

Mt 12,15 - Mt 12,15 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:15 o de ièsous gnous anechôrèsen ekeithen kai èkolouthèsan autô | | [ochloi*] | polloi kai etherapeusen autous pantas 15 Iesus autem sciens recessit inde et secuti sunt eum multi et curavit eos omnes    15 Maar Jezus, dat wetende, vertrok van daar, en vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze allen.   [15] Toen Jezus dat merkte, week Hij uit naar elders. En een grote menigte volgde Hem en Hij genas allen,   [15] Jezus besefte dat en week uit naar elders. Grote massa’s mensen volgden hem, en hij genas hen allen.  15 Als dat aan Jezus bekend wordt neemt hij de wijk, daarvandaan. Hem volgen velen, die hij allen geneest,   15. L'ayant su, Jésus se retira de là. Beaucoup le suivirent et il les guérit tous  

King James Bible . [15] But when Jesus knew it, he withdrew himself from thence: and great multitudes followed him, and he healed them all;
Luther-Bibel . 15 Aber als Jesus das erfuhr, entwich er von dort. Und eine große Menge folgte ihm, und er heilte sie alle

Tekstuitleg van Mt 12,15 .

- Ièsous (Jezus). In 110 verzen bij Matteüs, zie Mt 1,1 : Mt 1,1-17 . - de (echter). In 421 verzen bij Matteüs. zie bij Mt 1,2 : Mt 1,1-17 - anachôreô (uitwijken) In 9 verzen bij Matteüs, zie Mt 2,12 : Mt 2,1-12 -

Het hoofdwerkwoord wordt voorafgegaan door een participiumzin. Meestal komt eerst het participium, dikwijls gevolgd door het partikel de (echter), en dan gevolgd door het onderwerp. Zie hieronder bij gnous (gekend) of bij akousas (gehoord) - akousas (gehoord). In 9 verzen bij Matteüs, zie Mt 4,12 : Mt 4,12-17 - of bij anechôrèsen (hij week uit) - anachôreô (uitwijken) In 9 verzen bij Matteüs, zie Mt 2,12 : Mt 2,1-12 - .

1. 2. 3. 4.
Mt 12,15 Mt 16,8 Mt 22,18 Mt 26,10
Ho de Ièsous (Jezus echter)      
gnous (gekend) gnous de (gekend echter) gnous de (gekend echter) gnous de (gekend echter)
  ho Ièsous (Jezus) ho Ièsous (Jezus) ho Ièsous (Jezus)
    tèn ponèrian autôn (hun slechtheid)  
anechôrèsen (week uit) eipen (zei) eipen (zei) eipen (zei)
ekeithen (daar vandaan)      autois (aan hen)
  Tí (wat) + vraag Tí (wat) + vraag Tí (wat) + vraag
 96. Volkstoeloop en genezingen : Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a  160. Het zuurdeeg van de Farizeeën : Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12  291. Vraag van de Farizeeën over de belasting aan de keizer : Mc 12,13-17 - Mt 22,15-22 - Lc 20,20-26  318. Zalving van Jezus te Betanië : Mc 14,3-9 - Mt 26,6-13 - Lc 7,36-50 -

 

Mt 12,16 - Mt 12,16 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:16 kai epetimèsen autois ina mè faneron auton poièsôsin   16 et praecepit eis ne manifestum eum facerent     16 En Hij gebood hun scherpelijk, dat zij Hem niet openbaar maken zouden;   [16] en Hij verbood hun om zijn verblijfplaats bekend te maken.   [16] Hij verbood hun uitdrukkelijk bekend te maken wie hij was.   16 en hij bezweert hun hem niet openbaar te maken,  16. et il leur enjoignit de ne pas le faire connaître, 

King James Bible . [16] And charged them that they should not make him known:
Luther-Bibel . 16 und gebot ihnen, dass sie ihn nicht offenbar machten,

Tekstuitleg van Mt 12,16 .

Mt 8,4 Mt 12,16 epetimèsen , zie Mc 1,25 Mt 16,20 Mt 26,63 Mt 17,9
kai (en) kai (en) kai (en)    
legei (hij zegt) epetimèsen (hij droeg op / beval / berispte) epetimèsen (hij droeg op / beval / berispte)   enesteilato (hij gebood)
autôi (hem) autois (hen) tois mathètais (zijn leerlingen)   autois (hen)
ho Ièsous (Jezus)       ho Ièsous (Jezus) legôn (zeggende)
  hina (opdat) hina (opdat) hina (opdat)  
hora (zie - zorg ervoor)        
mèdeni (aan niemand)   mèdeni (aan niemand) hèmin (aan ons) mèdeni (aan niemand)
  mè faneron auton (hem niet bekend)      
eipèis (zegge je iets) poièsôsin (zouden maken) eipôsin (zouden zeggen) eipèis eipète (zegge je)
    hoti autos ho christos (dat hij de messias is) ei su ei ho Christos ho huios tou theou (indien jij bent de messias de zoon van God,) to horama (het visioen) 
63. Genezing van een melaatse : Mc 1,40-45 - Mt 8,2-4 - Lc 5,12-16  96. Volkstoeloop en genezingen : Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a 162. Belijdenis van Petrus : Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 -  332. Jezus voor het Sanhedrin : Mc 14,55-64 - Mt 26,59-66 - Lc 22,66-71 - 168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36

Mt 12,16.2. act. ind. aor. 3de pers. enk. επετιμησεν = epetimèsen (hij beval) van het werkw. επιτιμαω = epitimaô (nadrukkelijk vermanen , 'opdragen' , bevelen , berispen) . Taalgebruik in het NT : epitimaô (opleggen, opdragen) . Taalgebruik in de LXX : epitimaô (opleggen, opdragen) . Het werkwoord heeft een voorvoegsel επι = epi (aan bij, op) wat het werkwoord versterkt . Wellicht omwille van het voorvoegsel volgt op het werkwoord steeds een datief . Bijbel (16) . LXX (2) : (1) Gn 37,10 . (2) Ps 106,9 . NT (14) : (1) Mt 8,26 . (2) Mt 12,16 ( // Mc 3,12 ) . (3) Mt 17,18 . (4) Mt 20,31 . (5) Mc 1,25 ( // Mt 8,26 ) . (6) Mc 4,39 . (7) Mc 8,30 . (8) Mc 8,33 . (9) Mc 9,25 ( // Mt 17,18 ) . (10) Lc 4,35 . (11) Lc 4,39 . (12) Lc 8,24 . (13) Lc 9,42 . (14) Lc 9,55 . Een vorm van επιτιμαω = epitimaô (nadrukkelijk vermanen , 'opdragen' , bevelen , berispen) in de LXX (11) , in het NT (29) , in Mc (9) : (1) Mc 1,25 . (2) Mc 3,12 . (3) Mc 4,39 . (4) Mc 8,30 . (5) Mc 8,32 . (6) Mc 8,33 . (7) Mc 9,25 . (8) Mc 10,13 . (9) Mc 10,48 . In de LXX kan het Griekse werkwoord επιτιμαω = epitimaô (beroep doen op hun eer , nadrukkelijk vermanen , 'opdragen' , bevelen , berispen) de vertaling zijn van 3 verschillende Hebreeuwse werkwoorden .
- De kenletter σ = s geeft act. en mediaal aor. weer . De stamletter α = a wordt verlengd tot η = è . Vandaar : επετιμησεν = epetimèsen (hij beval) .
- Hebreeuws : wa consecutivum + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. וַיִּגְעַר = wajjigë`ar (en hij berispte) van het werkw. גָעַר = gâ`ar (berispen, verwijten, afweren, dreigen) . Taalgebruik in Tenakh : gâ`ar (berispen, verwijten, afweren, dreigen) . Getalwaarde : ghimel = 3 , ajin = 16 of 70 , resj = 20 of 200 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 273 (3 X 7 X 13) . De som van de elementen is telkens 3 . Tenakh (2) : (1) Gn 37,10 . (2) Ps 106,9 . Een vorm van het werkw. גָעַר = gâ`ar in 13 verzen in Tenakh

Mt 12,16.1. - 2.

Mt 12,16.2. - 3. διεστειλατο αυτοις = diesteilato autois (hij beval hen) . Bijbel (4) . LXX (1) : Jdt 11,12 . NT (3) : (1) Mc 5,43 . (2) Mc 7,36 . (3) Mc 9,9 .
- πολλα επετιμα αυτοις = polla epetima autois (vele dingen beval hij hen) . Bijbel (1) : Mc 3,12 .
- επετιμησεν αυτοις = epetimèsen autois (hij deed een beroep op hun eer) . Bijbel = NT (4) : (1) Mt 12,16 . (2) Mt 20,31 . (3) Mc 8,30 . (4) Lc 9,55 .

Mt 12,16.1. - 3. και .. επετιμα αυτοις = polla epetima autois (vele dingen beval hij hen) . Bijbel (1) : Mc 3,12 .
- και διεστειλατο αυτοις = kai diesteilato autois (en hij beval hen) . Bijbel (2) : (1) Mc 5,43 . (2) Mc 7,36 .
- και επετιμησεν αυτοις = kai epetimèsen autois (en hij deed een beroep op hun eer, hij droeg op) . Bijbel = NT (2) : (1) Mt 12,16 . (2) Mc 8,30 .

Mt 12,16.1. - 4. επετιμησεν αυτοις ἱνα = epetimèsen autois hina (hij deed een beroep op hun eer opdat) . Bijbel = NT (3) : (1) Mt 12,16 . (2) Mt 20,31 . (3) Mc 8,30 .

 gebod met epetimèsen (hij droeg op, beval): - mèdeni (aan niemand) 3X bij Matteüs  - eipèis (je zegge) 2X bij Matteüs -

Mt 12,17 - Mt 12,17 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:17 ina plèrôthè to rèthen dia èsaiou tou profètou legontos   17 ut adimpleretur quod dictum est per Esaiam prophetam dicentem    17 Opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende:   [17] Zo werd vervuld wat gezegd is bij monde van de profeet Jesaja:   [17] Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jesaja:   17 opdat in vervulling gaat wat door de profeet Jesaja is gesproken waar hij zegt:  17. pour que s'accomplît l'oracle d'Isaïe le prophète :  

King James Bible . [17] That it might be fulfilled which was spoken by Esaias the prophet, saying,
Luther-Bibel . 17 damit erfüllt würde, was gesagt ist durch den Propheten Jesaja, der da spricht (Jesaja 42,1-4):

Tekstuitleg van Mt 12,17 .

Mt 12,18 - Mt 12,18 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:18 idou o pais mou on èretisa o agapètos mou | | eis | on eudokèsen è yuchè mou thèsô to pneuma mou ep auton kai krisin tois ethnesin apaggelei  18 ecce puer meus quem elegi dilectus meus in quo bene placuit animae meae ponam spiritum meum super eum et iudicium gentibus nuntiabit     18 Ziet, Mijn Knecht, Welken Ik verkoren heb, Mijn Beminde, in Welken Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn Geest op Hem leggen, en Hij zal het oordeel den heidenen verkondigen.   [18] Zie mijn knecht*, die Ik gekozen heb, van wie Ik houd en in wie Ik vreugde vind. Ik zal mijn Geest op Hem leggen en het recht zal Hij verkondigen aan de volkeren.   [18] ‘Hier is de dienaar die ik mij gekozen heb, die ik liefheb en in wie ik vreugde vind. Ik zal hem vervullen met mijn geest, aan alle volken zal hij het recht verkondigen.   18 zie, mijn knecht die ik heb verkoren, mijn geliefde in wie mijn ziel een welbehagen heeft; ik zal mijn geest op hem leggen, en hij zal aan de volkeren een oordeel verkondigen;   18. Voici mon Serviteur que j'ai choisi, mon Bien-aimé qui a toute ma faveur. Je placerai sur lui mon Esprit et il annoncera le Droit aux nations.  

King James Bible . [18] Behold my servant, whom I have chosen; my beloved, in whom my soul is well pleased: I will put my spirit upon him, and he shall shew judgment to the Gentiles.
Luther-Bibel . 18 »Siehe, das ist mein Knecht, den ich erwählt habe, und mein Geliebter, an dem meine Seele Wohlgefallen hat; ich will meinen Geist auf ihn legen, und er soll den Heiden das Recht verkündigen.

Tekstuitleg van Mt 12,18 .

1. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) o.a. Js 42,1 . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .

3. pais (kind, dienaar) . Taalgebruik in het N.T. : pais (kind, dienaar) . Taalgebruik in de Septuaginta : pais (kind) . Taalgebruik in Lc : pais (kind, dienaar) . Hebr. `èbhèd (dienaar, knecht) . Taalgebruik in Tenach : `èbhèd (dienaar) . Getalwaarde : ayin = 16 of 70 , beth = 2 , daleth = 4 . Totaal : 16 + 2 + 4 of 70 + 2 + 4 = 22 (2 X 11) of 76 (4 X 19) . Structuur : 7 - 2 - 4 . `-b-d in Tenach (115) . Een vorm van pais (kind) in de Septuaginta (470) , in het N.T. (24) . Bijbel (87) . O.T. (78) . Js (10) o.a. Js 42,1 . N.T. (9) . Mt (5) : (1) Mt 8,6 . (2) Mt 8,8 . (3) Mt 8,13 . (4) Mt 12,18 . (5) Mt 17,18 .

Mt 12,19 - Mt 12,19 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:19 ouk erisei oude kraugasei oude akousei tis en tais plateiais tèn fônèn autou   19 non contendet neque clamabit neque audiet aliquis in plateis vocem eius     19 Hij zal niet twisten, noch roepen, noch zal er iemand Zijn stem op de straten horen.  [19] Hij zal niet twisten, niet schreeuwen, en niemand zal op straat zijn stem horen.   [19] Hij zal geen woordenstrijd aangaan en op straat zijn stem niet verheffen.   19 hij zal niet twisten en niet schreeuwen, nooit zal op de straten iemand zijn stem horen;  19. Il ne fera point de querelles ni de cris et nul n'entendra sa voix sur les grands chemins. 

King James Bible . [19] He shall not strive, nor cry; neither shall any man hear his voice in the streets.
Luther-Bibel . 19 Er wird nicht streiten noch schreien, und man wird seine Stimme nicht hören auf den Gassen;

Tekstuitleg van Mt 12,19 .

Mt 12,20 - Mt 12,20 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:20 kalamon suntetrimmenon ou kateaxei kai linon tufomenon ou sbesei eôs an ekbalè eis nikos tèn krisin   20 harundinem quassatam non confringet et linum fumigans non extinguet donec eiciat ad victoriam iudicium    20 Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen, totdat Hij het oordeel zal uitbrengen tot overwinning.   [20] Het geknakte riet zal Hij niet breken en een smeulende pit zal Hij niet doven, tot Hij het recht laat zegevieren.   [20] Het geknakte riet breekt hij niet af, noch dooft hij de kwijnende vlam, totdat het recht dankzij hem overwint.   20 het gekrookte riet zal hij niet breken en een walmende vlaspit zal hij niet doven totdat hij het oordeel naar een overwinning heeft gedreven;  20. Le roseau froissé, il ne le brisera pas, et la mèche fumante, il ne l'éteindra pas, jusqu'à ce qu'il ait mené le Droit au triomphe : 

King James Bible . [20] A bruised reed shall he not break, and smoking flax shall he not quench, till he send forth judgment unto victory.
Luther-Bibel . 20 das geknickte Rohr wird er nicht zerbrechen, und den glimmenden Docht wird er nicht auslöschen, bis er das Recht hinausführt zum Sieg;

Tekstuitleg van Mt 12,20 .

Mt 12,21 - Mt 12,21 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:21 kai tô onomati autou ethnè elpiousin 21 et in nomine eius gentes sperabunt     21 En in Zijn Naam zullen de heidenen hopen.   [21] En op zijn naam zullen de volkeren hun hoop stellen.  [21] Op zijn naam zullen alle volken hun hoop vestigen.’ Confrontatie met Farizeeën en schriftgeleerden 21 op zijn naam zullen volkeren hopen! 21. en son nom les nations mettront leur espérance.  

King James Bible . [21] And in his name shall the Gentiles trust.
Luther-Bibel . 21 und die Heiden werden auf seinen Namen hoffen.«

Tekstuitleg van Mt 12,21 .

117. Genezing van een blinde en een stomme bezetene : Mt 12,22-23 - Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 -

Mt 12,22 - Mt 12,22 : 117. Genezing van een blinde en een stomme bezetene - Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
tote | prosènegkan autô daimonizomenon tuflon kai kôfon | prosènechthè autô daimonizomenos tuflos kai kôfos | kai etherapeusen auton ôste ton kôfon lalein kai blepein   22 tunc oblatus est ei daemonium habens caecus et mutus et curavit eum ita ut loqueretur et videret   Toen werd een bezetene bij hem gebracht (die) blind en stom (was), en hij genas hem, zodat de stomme kon spreken en zien .   22 Toen werd tot Hem gebracht een van den duivel bezeten, die blind en stom was; en Hij genas hem, alzo dat de blinde en stomme beide sprak en zag.  [22] Toen werd een bezetene bij Hem gebracht die blind was en niet kon spreken. Hij genas hem, zodat de stomme sprak en zag.   [22] Toen bracht men een blinde bij hem die bezeten was en niet kon spreken, en hij genas hem, zodat hij weer kon spreken en zien.   22 ¶ Dan wordt er iemand tot hem gebracht die van een demon bezeten is, blind en doofstom. Hij geneest hem, zodat de doofstomme spreekt en ziet.   22. Alors on lui présenta un démoniaque aveugle et muet ; et il le guérit, si bien que le muet pouvait parler et voir.  

King James Bible . [22] Then was brought unto him one possessed with a devil, blind, and dumb: and he healed him, insomuch that the blind and dumb both spake and saw.
Luther-Bibel . 22 Da wurde ein Besessener zu Jesus gebracht, der war blind und stumm; und er heilte ihn, sodass der Stumme redete und sah.

Tekstuitleg van Mt 12,22 .

1. tote (dan, daarop), zie Mt 2,7 . In 89 verzen bij Matteüs

4. acc. mann. enk. δαιμονιζομενον = daimonizomenon (een demon wordende) van het werkw. δαιμονιζομαι = daimonizomai (bezeten zijn) . Taalgebruik in het NT : daimonizomai (bezeten zijn) . Taalgebruik in de LXX : daimonizomai (bezeten zijn) . Bijbel (2) : (1) Mt 9,32 . (2) Mc 5,15 . Een vorm van het werkw. δαιμονιζομαι = daimonizomai (bezeten zijn) in de LXX (0) , in het NT (13) .

daimonizomenos (een demon wordende) bijbel  OT  NT  Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk syn. ev.
nom. + acc. enk.daimonizomenos 1   1 1 : Mt 12,22 .             1 1
gen. enk. daimonizomenou 1   1       1 : Joh 10,21 .         1
dat. enk. daimonizomenôi      1 : Mc 5,16 .            
acc. enk. daimonizomenon 3   2 2 : (1) Mt 9,32 . (2) Mt 12,22 . 1 : Mc 5,15 .           2 2
nom. + acc. mv. daimonizomenoi 1   1 1 : Mc 8,28 .             1 1
gen. mv. daimonizomenôn 1   1 1 : Mc 8,33 .             1 1
acc.  mv. daimonizomenous 3   3 2 : (1) Mt 4,24 . (2) Mt 8,16 . 1 : Mc 1,32 .           3 3
pass. part. aor. nom. mann. enk. daimonistheis 2       1 : Mc 5,18 . 1 : Lc 8,36 .            
Totaal   13   13 7 4 1 1       9 10

Mt 12,23 - Mt 12,23 : 117. Genezing van een blinde en een stomme bezetene - Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:23 kai existanto pantes oi ochloi kai elegon mèti outos estin ho uios dauid  23 et stupebant omnes turbae et dicebant numquid hic est Filius David   En alle volksmenigten waren buiten zichzelf en ze zeiden: "Is deze niet de zoon van David?"  23 En al de scharen ontzetten zich, en zeiden: Is niet Deze de Zoon van David? [23] Heel de menigte was buiten zichzelf en zei: ‘Is dat niet de zoon van David?’   [23] Alle omstanders stonden versteld en zeiden: ‘Zou híj de Zoon van David zijn?’   23 Alle scharen staan versteld; ze hebben gezegd: is hij niet de zoon van David?   23. Frappées de stupeur, toutes les foules disaient : « Celui-là n'est-il pas le Fils de David ? » 

King James Bible . [23] And all the people were amazed, and said, Is not this the son of David?
Luther-Bibel . 23 Und alles Volk entsetzte sich und fragte: Ist dieser nicht Davids Sohn?

Tekstanalyse van Mt 12,23

In het schema onder Mc 16,8 kunnen we zien hoe de zinnen met existanto (zij waren buiten zichzelf) op gelijkaardige wijze zijn opgebouwd .

2. existanto (zij waren buiten zichzelf) . Imperfectum derde persoon meervoud . Verwijzing : existamai (buiten zichzelf zijn , ontsteld / ontzet zijn) , zie Mc 16,8 . In zeven verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. , in zes verzen in het N.T. : (1) Gn 43,33 . (2) Mt 12,23 . (3) Mc 6,51 . (4) Lc 2,47 . (5) Hnd 2,7 . (6) Hnd 2,12 . (7) Hnd 9,21 . In alle zinnen staat het vervoegd werkwoord bij het begin van de zin. In één vers (Mt 12,23) wordt het verbindingswoord kai (en) en in vijf verzen het partikel de (echter) gebruikt. In vier verzen wordt pantes (alle) in het onderwerp gebruikt . existèmi wordt vertaald door : buiten zichzelf zijn , versteld staan , verstomd staan , buiten zichzelf raken , van zijn stuk brengen van zijn stuk gebracht worden . existèmi roept de gedachte op dat men uit zijn evenwicht geraakt , dat het gebeurde niet overeenkomt met wat men over een persoon (personen) dacht en bijgevolg vragen oproept . Bij existèmi wordt het voor-oordeel aan het wankelen gebracht .

118. De Beëlzebubcontroverse : Mt 12,24-30 - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 -

Mt 12,24 - Mt 12,24 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2004) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:24 oi de farisaioi akousantes eipon outos ouk ekballei ta daimonia ei mè en tô beelzeboul archonti tôn daimoniôn Pharisaei autem audientes dixerunt hic non eicit daemones nisi in Beelzebub principe daemoniorum  Toen de Farizeeën dit echter hoorden, zeiden ze: Deze werpt de demonen niet uit behalve door Beëlzebul, de overste van de demonen.   Maar de Farizeeën die dat hoorden,antwoordden: Hij drijft de duivel alleen maar uit door Beëlzebul, de vorst des duivels.   Toen de farizeeën dat hoorden, zeiden ze: ‘Alleen door Beëlzebul*, de opperdemon, drijft Hij de demonen uit.’  Maar de Farizeeën die dit hoorden, zeiden tegen elkaar: ‘Hij kan die demonen alleen maar uitdrijven dankzij Beëlzebul, de vorst der demonen.’  Maar de farizeeërs die dat horen zeggen: hij drijft geen demonen uit behalve door Beëlzeboel, de overste der demonen!  24. Mais les Pharisiens, entendant cela, dirent : « Celui-là n'expulse les démons que par Béelzéboul, le prince des démons. » 

King James Bible . [24] But when the Pharisees heard it, they said, This fellow doth not cast out devils, but by Beelzebub the prince of the devils.
Luther-Bibel . 24 Aber als die Pharisäer das hörten, sprachen sie: Er treibt die bösen Geister nicht anders aus als durch Beelzebul, ihren Obersten.

Tekstuitleg van Mt 12,24 .

1. hoi (de) . Verwijzing : lidwoord , zie Mt 28,18 . Bepaald lidwoord nominatief mannelijk meervoud . Bijbel (4230) . O.T. (3257) . N.T. (973) . Mt (196) . Mc (101) . Lc (165) . Joh (125) . Brieven (316) . Apk (70) . In 196 verzen bij Mt , zie Mt 2,5 . Mt 1 (0) . Mt 2 (3) . Mt 3 (1) . Mt 4 (3) . Mt 5 (11) . Mt 6 (4) . Mt 7 (8) . Mt 8 (6) . Mt 9 (13) . Mt 10 (3) . Mt 11 (3) . Mt 12 (13) . Mt 13 (10) . Mt 14 (9) . Mt 15 (7) . Mt 16 (5) . Mt 17 (7) . Mt 18 (3) . Mt 19 (5) . Mt 20 (10) . Mt 21 (13) . Mt 22 (10) . Mt 23 (3) . Mt 24 (7) . Mt 25 (5) . Mt 26 (14). Mt 27 (15) . Mt 28 (5) . In dertien verzen in Mt 12 : (1) Mt 12,1 . (2) Mt 12,2 . (3) Mt 12,3 . (4) Mt 12,5 . (5) Mt 12,14 . (6) Mt 12,23 . (7) Mt 12,24 . (8) Mt 12,27 . (9) Mt 12,36 . (10) Mt 12,46 . (11) Mt 12,47 . (12) Mt 12,48 . (13) Mt 12,49 .

- akousantes (gehoord) : participium aorist nominatief mannelijk meervoud zie akousas (gehoord) Mt 4,12 . Met de Farizeeën als onderwerp : Mt 12,24 , Mt 15,12 , Mt 21,45 , Mt 22,34

Mt 12,25 - Mt 12,25 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:25 eidôs de* tas enthumèseis autôn eipen autois pasa basileia meristheisa kath eautès erèmoutai kai pasa polis è oikia meristheisa kath eautès ou stathèsetai 25 Iesus autem sciens cogitationes eorum dixit eis omne regnum divisum contra se desolatur et omnis civitas vel domus divisa contra se non stabit    25 Doch Jezus, kennende hun gedachten, zeide tot hen: Een ieder koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en een iedere stad, of huis, dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan.   [25] Maar Hij kende hun gedachten en zei tegen hen: ‘Elk koninkrijk dat innerlijk verdeeld raakt, wordt een woestenij, en geen stad of huisgezin kan standhouden wanneer ze innerlijk verdeeld raken.   [25] Jezus wist wat ze dachten en zei tegen hen: ‘Elk koninkrijk dat innerlijk verdeeld is wordt verwoest, en geen enkele stad of gemeenschap die innerlijk verdeeld is zal standhouden.   25 Maar omdat hij wel weet wat zij denken, zegt hij tot hen: elk koninkrijk dat verdeeld raakt tegen zichzelf, wordt een woestenij, en geen enkele stad of woning die verdeeld raakt tegen zichzelf zal standhouden;  25. Connaissant leurs sentiments, il leur dit : « Tout royaume divisé contre lui-même court à la ruine ; et nulle ville, nulle maison, divisée contre elle-même, ne saurait se maintenir.  

King James Bible . [25] And Jesus knew their thoughts, and said unto them, Every kingdom divided against itself is brought to desolation; and every city or house divided against itself shall not stand:
Luther-Bibel . 25 Jesus erkannte aber ihre Gedanken und sprach zu ihnen: Jedes Reich, das mit sich selbst uneins ist, wird verwüstet; und jede Stadt oder jedes Haus, das mit sich selbst uneins ist, kann nicht bestehen.

Tekstuitleg van Mt 12,25 .

Mt 12,25.1. act. part. aor. nom. mann. enk. ειδως = eidôs (wetende) van het werkw. οιδα = oida (ik weet) . Taalgebruik in het NT : oida (ik weet) . Taalgebruik in de LXX : oida (ik weet) . Bijbel (35) . LXX (14) . NT (21) . Joh (5) : (1) Joh 6,61 . (2) Joh 13,1 . (3) Joh 13,3 . (4) Joh 18,4 . (5) Joh 19,28 . Een vorm van οιδα = oida in de LXX (283) , in het NT (321) .

Mt 12,25.1. - 2. ειδως δε = eidôs de (wetende echter) . NT (2) : (1) Mt 12,25 . (2) Joh 6,61 .

Mt 12,25.1. - 4. Variante lezing : ειδως ὁ Ιησους = eidôs ho Ièsous (Jezus wetende) . NT (3) : (1) Joh 13,1 . (2) Joh 13,3 . (3) Joh 19,28 . ειδως δε ὁ Ιησους = eidôs de ho Ièsous (Jezus echter wetende) . NT (2) : (1) Mt 12,25 . (2) Joh 6,61 .

7. act. ind. praes. 3de pers. mv. gamousin (zij huwen) van het werkw. gameô (huwen) . Taalgebruik in het N.T. : gameô (huwen) . Taalgebruik in Mc : gameô (huwen) .
Mc (1) Mc 12,25 .

Mt 12,26 - Mt 12,26 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:26 kai ei o satanas ton satanan ekballei ef eauton emeristhè pôs oun stathèsetai è basileia autou   26 et si Satanas Satanan eicit adversus se divisus est quomodo ergo stabit regnum eius    26 En indien de satan den satan uitwerpt, zo is hij tegen zichzelf verdeeld; hoe zal dan zijn rijk bestaan?   [26] Als de satan de satan uitdrijft, raakt hij in zichzelf verdeeld. Hoe zal zijn rijk dan standhouden?  [26] Als Satan Satan uitdrijft, keert hij zich tegen zichzelf. Hoe kan zijn koninkrijk dan standhouden?   26 en als de satan de satan uitdrijft, is hij verdeeld tegen zichzelf; hoe zal dan zijn koninkrijk staande worden gehouden?   26. Or, si Satan expulse Satan, il s'est divisé contre lui-même : dès lors, comment son royaume se maintiendra-t-il ? 

King James Bible . [26] And if Satan cast out Satan, he is divided against himself; how shall then his kingdom stand?
Luther-Bibel . 26 Wenn nun der Satan den Satan austreibt, so muss er mit sich selbst uneins sein; wie kann dann sein Reich bestehen?

Tekstuitleg van Mt 12,26 .

Mt 12,27 - Mt 12,27 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:27 kai ei egô en beelzeboul ekballô ta daimonia oi uioi umôn en tini ekballousin dia touto autoi kritai esontai umôn   27 et si ego in Beelzebub eicio daemones filii vestri in quo eiciunt ideo ipsi iudices erunt vestri     27 En indien Ik door Beëlzebul de duivelen uitwerp, door wien werpen ze dan uw zonen uit? Daarom zullen die uw rechters zijn.   [27] Als Ik met hulp van Beëlzebul de demonen uitdrijf, hoe doen uw eigen mensen het dan? Dus die zullen over u oordelen.   [27] En als ik inderdaad door Beëlzebul demonen uitdrijf, door wie drijven uw eigen mensen ze dan uit? Zij zullen dan ook uw rechters zijn!  27 en als ik door Beëlzeboel de demonen uitdrijf, door wie drijven uw zonen ze dan uit?– daarom zullen die rechters over u zijn;  27. Et si moi, c'est par Béelzéboul que j'expulse les démons, par qui vos adeptes les expulsent-ils ? Aussi seront-ils eux-mêmes vos juges.  

King James Bible . [27] And if I by Beelzebub cast out devils, by whom do your children cast them out? therefore they shall be your judges.
Luther-Bibel . 27 Wenn ich aber die bösen Geister durch Beelzebul austreibe, durch wen treiben eure Söhne sie aus? Darum werden sie eure Richter sein.

Tekstuitleg van Mt 12,27 .

Mt 12,28 - Mt 12,28 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:28 ei de en pneumati theou egô ekballô ta daimonia ara efthasen ef umas è basileia tou theou   28 si autem ego in Spiritu Dei eicio daemones igitur pervenit in vos regnum Dei     28 Maar indien Ik door den Geest Gods de duivelen uitwerp, zo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen.  [28] Maar als Ik met de hulp van de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is kennelijk het koninkrijk van God onder u gekomen.   [28] Maar als ik door de Geest van God demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij jullie gekomen.   28 maar als ik door Gods Geest de demonen uitdrijf, dan heeft dus het koninkrijk van God u bereikt!  28. Mais si c'est par l'Esprit de Dieu que j'expulse les démons, c'est donc que le Royaume de Dieu est arrivé jusqu'à vous. 

King James Bible . [28] But if I cast out devils by the Spirit of God, then the kingdom of God is come unto you.
Luther-Bibel . 28 Wenn ich aber die bösen Geister durch den Geist Gottes austreibe, so ist ja das Reich Gottes zu euch gekommen.

Tekstuitleg van Mt 12,28 .

Mt 12,29 - Mt 12,29 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:29 è pôs dunatai tis eiselthein eis tèn oikian tou ischurou kai ta skeuè autou arpasai ean mè prôton dèsè ton ischuron kai tote tèn oikian autou diarpasei   29 aut quomodo potest quisquam intrare in domum fortis et vasa eius diripere nisi prius alligaverit fortem et tunc domum illius diripiat    29 Of hoe kan iemand in het huis eens sterken inkomen, en zijn vaten ontroven, tenzij dat hij eerst den sterke gebonden hebbe? en alsdan zal hij zijn huis beroven.   [29] Of hoe kan iemand het huis van een sterke binnendringen en de inboedel weghalen als hij niet eerst de sterke vastbindt? Pas dan kan hij zijn huis leeghalen.   [29] Trouwens, hoe kan iemand het huis van een sterkere binnengaan en zijn inboedel roven, als hij die sterkere niet eerst heeft vastgebonden? Pas dan zal hij zijn huis kunnen leegroven.   29 of hoe kan iemand binnenkomen in het huis van de sterke en zijn spullen roven als hij de sterke niet eerst bindt?– en dán kan hij zijn huis leegroven;  29. « Ou encore, comment quelqu'un peut-il pénétrer dans la maison d'un homme fort et s'emparer de ses affaires, s'il n'a d'abord ligoté cet homme fort ? Et alors il pillera sa maison. 

King James Bible . [29] Or else how can one enter into a strong man's house, and spoil his goods, except he first bind the strong man? and then he will spoil his house.
Luther-Bibel . 29 Oder wie kann jemand in das Haus eines Starken eindringen und ihm seinen Hausrat rauben, wenn er nicht zuvor den Starken fesselt? Erst dann kann er sein Haus berauben.

Tekstuitleg van Mt 12,29 .

Mt 12,30 - Mt 12,30 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:30 o mè ôn met emou kat emou estin kai o mè sunagôn met emou skorpizei   30 qui non est mecum contra me est et qui non congregat mecum spargit    30 Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit.   [30] Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij bijeenbrengt, verstrooit.  [30] Wie niet met mij is, is tegen mij, en wie niet met mij samenbrengt, drijft uiteen.   30 wie niet mét mij is, is tegen mij, en wie niet met mij samenbrengt, die verstrooit!  30. « Qui n'est pas avec moi est contre moi, et qui n'amasse pas avec moi dissipe. 

King James Bible . [30] He that is not with me is against me; and he that gathereth not with me scattereth abroad.
Luther-Bibel . 30 Wer nicht mit mir ist, der ist gegen mich; und wer nicht mit mir sammelt, der zerstreut.

Tekstuitleg van Mt 12,30 .

119. Laster tegen de Mensenzoon en tegen de Geest : Mt 12,31-32 - Mc 3,28-30 -- Mt 12,31-32 - Lc 12,22-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,31 - Mt 12,32 -

Mt 12,31 - Mt 12,31 : 119. Laster tegen de Mensenzoon en tegen de Geest - Mc 3,28-30 -- Mt 12,31-32 - Lc 12,22-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,31 - Mt 12,32 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:31 dia touto legô umin pasa amartia kai blasfèmia afethèsetai tois anthrôpois è de tou pneumatos blasfèmia ouk afethèsetai   31 ideo dico vobis omne peccatum et blasphemia remittetur hominibus Spiritus autem blasphemia non remittetur     31 Daarom zeg Ik u: Alle zonde en lastering zal den mensen vergeven worden; maar de lastering tegen den Geest zal den mensen niet vergeven worden.   [ [31] Daarom zeg Ik u: elke zonde en elke godslastering zal de mensen vergeven worden, maar de lastering tegen de Geest zal niet vergeven worden.  [31] Daarom zeg ik u: elke zonde en elke godslastering kan de mensen worden vergeven, maar wie de Geest lastert kan niet worden vergeven.   31 daarom zeg ik u: elke zonde en lastering zal de mensen worden vergeven, maar een lastering van de Geest zal niet worden vergeven;  31. Aussi je vous le dis, tout péché et blasphème sera remis aux hommes, mais le blasphème contre l'Esprit ne sera pas remis.  

King James Bible . [31] Wherefore I say unto you, All manner of sin and blasphemy shall be forgiven unto men: but the blasphemy against the Holy Ghost shall not be forgiven unto men.
Luther-Bibel . 31 Darum sage ich euch: Alle Sünde und Lästerung wird den Menschen vergeben; aber die Lästerung gegen den Geist wird nicht vergeben.

Tekstuitleg van Mt 12,31 .

Mt 12,32 - Mt 12,32 : 119. Laster tegen de Mensenzoon en tegen de Geest - Mc 3,28-30 -- Mt 12,31-32 - Lc 12,22-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,31 - Mt 12,32 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:32 kai os ean eipè logon kata tou uiou tou anthrôpou afethèsetai autô os d an eipè kata tou pneumatos tou agiou ouk afethèsetai autô oute en toutô tô aiôni oute en tô mellonti   32 et quicumque dixerit verbum contra Filium hominis remittetur ei qui autem dixerit contra Spiritum Sanctum non remittetur ei neque in hoc saeculo neque in futuro     32 En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende.   [32] Als iemand de Mensenzoon weerspreekt, zal het hem vergeven worden. Maar als iemand de heilige Geest weerspreekt*, zal het hem niet vergeven worden, niet in deze tijd en niet in de komende.   [32] En iedereen die iets ten nadele van de Mensenzoon zegt, zal worden vergeven. Maar wie kwaadspreekt van de heilige Geest zal niet worden vergeven, noch in deze wereld, noch in de komende.   32 en al wie een woord zegt ten nadele van de mensenzoon, het zal hem worden vergeven; maar al wie iets zegt ten nadele van de heilige Geest, dat zal hem niet vergeven worden, niet in deze wereldtijd en niet in de toekomstige!   32. Et quiconque aura dit une parole contre le Fils de l'homme, cela lui sera remis ; mais quiconque aura parlé contre l'Esprit Saint, cela ne lui sera remis ni en ce monde ni dans l'autre. 

King James Bible . [32] And whosoever speaketh a word against the Son of man, it shall be forgiven him: but whosoever speaketh against the Holy Ghost, it shall not be forgiven him, neither in this world, neither in the world to come.
Luther-Bibel . 32 Und wer etwas redet gegen den Menschensohn, dem wird es vergeben; aber wer etwas redet gegen den Heiligen Geist, dem wird's nicht vergeben, weder in dieser noch in jener Welt.

Tekstuitleg van Mt 12,32 .

120. Aan de vrucht ken je de boom : Mt 12,33-37 - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 -

Mt 12,33 - Mt 12,33 : 120. Aan de vrucht ken je de boom - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:33 è poièsate to dendron kalon kai ton karpon autou kalon è poièsate to dendron sapron kai ton karpon autou sapron ek gar tou karpou to dendron ginôsketai   33 aut facite arborem bonam et fructum eius bonum aut facite arborem malam et fructum eius malum siquidem ex fructu arbor agnoscitur     33 Of maakt den boom goed en zijn vrucht goed; of maakt den boom kwaad en zijn vrucht kwaad; want uit de vrucht wordt de boom gekend.  [33] Stel dat de boom goed is, dan is ook zijn vrucht goed; stel dat de boom ziek is, dan is ook zijn vrucht rot. Want aan de vrucht kent men de boom.  [33] Wanneer een boom goed is, dan zijn ook zijn vruchten goed. Is een boom daarentegen slecht, dan zijn ook zijn vruchten slecht. Want aan de vruchten herkent men de boom.   33 óf ge verklaart de boom goed én zijn vrucht goed, óf ge verklaart de boom rot én zijn vrucht rot; want aan de vrucht kent men de boom!  33. « Prenez un arbre bon : son fruit sera bon ; prenez un arbre gâté : son fruit sera gâté. Car c'est au fruit qu'on reconnaît l'arbre. 

King James Bible . [33] Either make the tree good, and his fruit good; or else make the tree corrupt, and his fruit corrupt: for the tree is known by his fruit.
Luther-Bibel . 33 Nehmt an, ein Baum ist gut, so wird auch seine Frucht gut sein; oder nehmt an, ein Baum ist faul, so wird auch seine Frucht faul sein. Denn an der Frucht erkennt man den Baum.

Tekstuitleg van Mt 12,33 .

Mt 12,34 - Mt 12,34 : 120. Aan de vrucht ken je de boom - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:34 gennèmata echidnôn pôs dunasthe agatha lalein ponèroi ontes ek gar tou perisseumatos tès kardias to stoma lalei   34 progenies viperarum quomodo potestis bona loqui cum sitis mali ex abundantia enim cordis os loquitur     34 Gij adderengebroedsels! hoe kunt gij goede dingen spreken, daar gij boos zijt? want uit den overvloed des harten spreekt de mond.  [34] Addergebroed, hoe kunt u iets goeds zeggen terwijl u slecht bent? Want waar het hart vol van is, loopt de mond van over.   [34] Addergebroed! Hoe kunt u iets goeds zeggen terwijl u zelf slecht bent? Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over.   34 adderenbroedsels, hoe kunt ge, zo boosaardig als ge zijt, goede dingen spreken?– want waar het hart vol van is dat spreekt de mond uit;   34. Engeance de vipères, comment pourriez-vous tenir un bon langage, alors que vous êtes mauvais ? Car c'est du trop-plein du cœur que la bouche parle. 

King James Bible . [34] O generation of vipers, how can ye, being evil, speak good things? for out of the abundance of the heart the mouth speaketh.
Luther-Bibel . 34 Ihr Schlangenbrut, wie könnt ihr Gutes reden, die ihr böse seid? Wes das Herz voll ist, des geht der Mund über.

Tekstuitleg van Mt 12,34 .

Mt 12,35 - Mt 12,35 : 120. Aan de vrucht ken je de boom - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:35 o agathos anthrôpos ek tou agathou thèsaurou ekballei agatha kai o ponèros anthrôpos ek tou ponèrou thèsaurou ekballei ponèra 35 bonus homo de bono thesauro profert bona et malus homo de malo thesauro profert mala    35 De goede mens brengt goede dingen voort uit den goede schat des harten, en de boze mens brengt boze dingen voort uit den boze schat.   [35] Een goed mens haalt uit zijn goede voorraad goede dingen tevoorschijn, en een slecht mens haalt uit zijn slechte voorraad slechte dingen tevoorschijn.   [35] Een goed mens haalt uit zijn schatkamer met goede dingen het goede te voorschijn, terwijl een slecht mens uit zijn schatkamer met slechte dingen het slechte te voorschijn haalt.   35 de mens die goed is drijft uit de schatkamer van het goede goede dingen te voorschijn, en de mens die boosaardig is drijft uit de schatkamer van het boze boze dingen te voorschijn;   35. L'homme bon, de son bon trésor tire de bonnes choses ; et l'homme mauvais, de son mauvais trésor en tire de mauvaises.  

King James Bible . [35] A good man out of the good treasure of the heart bringeth forth good things: and an evil man out of the evil treasure bringeth forth evil things.
Luther-Bibel . 35 Ein guter Mensch bringt Gutes hervor aus dem guten Schatz seines Herzens; und ein böser Mensch bringt Böses hervor aus seinem bösen Schatz.

Tekstuitleg van Mt 12,35 .

7. gen. mann. enk. thèsaurou van het zelfst. naamw. thèsauros (schat) . Taalgebruik in het NT : thèsauros (schat) . Bijbel (4) : (1) Ezr 5,14 . (2) Mt 12,35 (2X) . (3) Mt 13,52 . (4) Lc 6,45 . Een vorm van thèsauros (schat) in de LXX (93) , in het NT (17) , in Mt (9) : (1) Mt 2,11 . (2) Mt 6,19 . (3) Mt 6,20 . (4) Mt 6,21 . (5) Mt 12,35 (2X) . (6) Mt 13,44 . (7) Mt 13,52 . (8) Mt 19,21 . Het Griekse thèsauros in de LXX is de vertaling van 11 verschillende Hebreeuwse woorden .
- ´ôtsâr (voorraad, schat, schatkamer, arsenaal) . Zie het werkw. ´âtsar (verzamelen, ophopen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âtsar (verzamelen, ophopen) . Getalwaarde : aleph = 1 , tsade = 18 of 90 , resj = 20 of 200 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 291 (3 X 97) . Tenakh (5) : (1) Joz 6,19 . (2) Joz 6,24 . (3) Hos 13,15 . (4) Spr 21,20 . (5) Da 1,2 .

  thèsauros in Mt bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
1 nom. mann. enk. thèsauros 6 4 2 1 : Mt 6,21 .   1 : Lc 12,34 .                
3 gen. mann. enk. thèsaurou 4 1 3 2 : (1) Mt 12,35 (2X) . (2) Mt 13,52 .   1 : Lc 6,45 .                
4 dat. mann. enk. thèsaurô(i) 1   1 1 : Mt 13,44 .                    
5 acc. mann. enk. thèsauron   16  11  1 : Mt 19,21 . 1 : Mc 10,21 . 2 : (1) Lc 12,33 . (2) Lc 18,22 .     1 : 2 Kor 4,7 .    
10 acc. mann. mv. thèsaurous 30 27 3 3 : (1) Mt 2,11 . (2) Mt 6,19 . (3) Mt 6,20 .                    
          8 verzen (9X)                    

17. gen. mann. enk. thèsaurou van het zelfst. naamw. thèsauros (schat) . Taalgebruik in het NT : thèsauros (schat) . Bijbel (4) : (1) Ezr 5,14 . (2) Mt 12,35 (2X) . (3) Mt 13,52 . (4) Lc 6,45 . Een vorm van thèsauros (schat) in de LXX (93) , in het NT (17) , in Mt (9) : (1) Mt 2,11 . (2) Mt 6,19 . (3) Mt 6,20 . (4) Mt 6,21 . (5) Mt 12,35 (2X) . (6) Mt 13,44 . (7) Mt 13,52 . (8) Mt 19,21 . Het Griekse thèsauros in de LXX is de vertaling van 11 verschillende Hebreeuwse woorden .
- ´ôtsâr (voorraad, schat, schatkamer, arsenaal) . Zie het werkw. ´âtsar (verzamelen, ophopen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âtsar (verzamelen, ophopen) . Getalwaarde : aleph = 1 , tsade = 18 of 90 , resj = 20 of 200 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 291 (3 X 97) . Tenakh (5) : (1) Joz 6,19 . (2) Joz 6,24 . (3) Hos 13,15 . (4) Spr 21,20 . (5) Da 1,2 .

  thèsauros in Mt bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev.  P.  A. b. 
1 nom. mann. enk. thèsauros 6 4 2 1 : Mt 6,21 .   1 : Lc 12,34 .                
3 gen. mann. enk. thèsaurou 4 1 3 2 : (1) Mt 12,35 (2X) . (2) Mt 13,52 .   1 : Lc 6,45 .                
4 dat. mann. enk. thèsaurô(i) 1   1 1 : Mt 13,44 .                    
5 acc. mann. enk. thèsauron   16  11  1 : Mt 19,21 . 1 : Mc 10,21 . 2 : (1) Lc 12,33 . (2) Lc 18,22 .     1 : 2 Kor 4,7 .    
10 acc. mann. mv. thèsaurous 30 27 3 3 : (1) Mt 2,11 . (2) Mt 6,19 . (3) Mt 6,20 .                    
          8 verzen (9X)                    

 

Mt 12,36 - Mt 12,36 : 120. Aan de vrucht ken je de boom - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:36 legô de umin oti pan rèma argon o lalèsousin oi anthrôpoi apodôsousin peri autou logon en èmera kriseôs   36 dico autem vobis quoniam omne verbum otiosum quod locuti fuerint homines reddent rationem de eo in die iudicii     36 Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels.   [36] Ik zeg u: over ieder zinloos woord dat de mensen spreken, zullen ze verantwoording moeten afleggen op de dag van het oordeel.   [36] Ik zeg u: van elk nutteloos woord dat mensen spreken, zullen ze op de dag van het oordeel rekenschap moeten afleggen.   36 maar ik zeg u, elk niet werkzaam woord dat de mensen spreken, daarover zullen ze een woord moeten teruggeven op de dag des oordeels;   36. Or je vous le dis : de toute parole sans fondement que les hommes auront proférée, ils rendront compte au Jour du Jugement.  

King James Bible . [36] But I say unto you, That every idle word that men shall speak, they shall give account thereof in the day of judgment.
Luther-Bibel . 36 Ich sage euch aber, dass die Menschen Rechenschaft geben müssen am Tage des Gerichts von jedem nichtsnutzigen Wort, das sie geredet haben.

Tekstuitleg van Mt 12,36 .

Mt 12,37 - Mt 12,37 : 120. Aan de vrucht ken je de boom - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:37 ek gar tôn logôn sou dikaiôthèsè kai ek tôn logôn sou katadikasthèsè   37 ex verbis enim tuis iustificaberis et ex verbis tuis condemnaberis    37 Want uit uw woorden zult gij gerechtvaardigd worden, en uit uw woorden zult gij veroordeeld worden.  [37] Want op grond van uw woorden zult u rechtvaardig bevonden worden en op grond van uw woorden zult u veroordeeld worden.’ [37] Want op grond van je woorden zul je worden vrijgesproken, en op grond van je woorden zul je worden veroordeeld.’ 37 want op grond van je woorden zul je worden gerechtvaardigd, en op grond van je woorden zul je worden gestraft!  37. Car c'est d'après tes paroles que tu seras justifié et c'est d'après tes paroles que tu seras condamné. »  

King James Bible . [37] For by thy words thou shalt be justified, and by thy words thou shalt be condemned.
Luther-Bibel . 37 Aus deinen Worten wirst du gerechtfertigt werden, und aus deinen Worten wirst du verdammt werden.

Tekstuitleg van Mt 12,37 .

121. Het teken van Jona : Mt 12,38-42 - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 -

Mt 12,38 - Mt 12,38 : 121. Het teken van Jona - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:38 tote apekrithèsan autô tines tôn grammateôn kai farisaiôn legontes didaskale thelomen apo sou sèmeion idein 38 tunc responderunt ei quidam de scribis et Pharisaeis dicentes magister volumus a te signum videre   38 Toen antwoordden sommigen der Schriftgeleerden en Farizeën, zeggende: Meester! wij willen van U wel een teken zien. [38] Toen gaven enkelen uit de kring van schriftgeleerden en farizeeën Hem ten antwoord: ‘Meester, we willen een teken van U zien.’ [38] Daarop reageerden enkele schriftgeleerden en Farizeeën met een vraag: ‘Meester, we zouden graag een teken van u zien.’ 38 ¶ Dan antwoorden sommigen van de schriftgeleerden en farizeeërs hem  en zeggen: leermeester, wij willen wel een teken van u zien! 38. Alors quelques-uns des scribes et des Pharisiens prirent la parole et lui dirent : « Maître, nous désirons que tu nous fasses voir un signe. »

King James Bible . [38] Then certain of the scribes and of the Pharisees answered, saying, Master, we would see a sign from thee.
Luther-Bibel . 38 Da fingen einige von den Schriftgelehrten und Pharisäern an und sprachen zu ihm: Meister, wir möchten gern ein Zeichen von dir sehen.

Tekstuitleg van Mt 12,38 .

Mt 12,39 - Mt 12,39 : 121. Het teken van Jona - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:39 o de apokritheis eipen autois genea ponèra kai moichalis sèmeion epizètei kai sèmeion ou dothèsetai autè ei mè to sèmeion iôna tou profètou  39 qui respondens ait illis generatio mala et adultera signum quaerit et signum non dabitur ei nisi signum Ionae prophetae   Hij echter antwoordde (en) zei : "Een boos en overspelig geslacht verzoekt om een teken, maar een teken zal er niet aan gegeven worden beh  39 Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet behalve het teken van Jona , de profeet . [39] Maar daarop gaf Hij hun als antwoord: ‘Een slechte en overspelige generatie verlangt een teken, en geen ander teken zal hun gegeven worden dan het teken van de profeet Jona.  [39] Hij antwoordde: ‘Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona.   39 Maar ten antwoord zegt hij tot hen: een boosaardige en overspelige generatie verzoekt om een teken, en haar zal geen ander teken worden gegeven dan het teken van Jona de profeet;  Il leur répondit : « Génération mauvaise et adultère ! elle réclame un signe, et de signe, il ne lui sera donné que le signe du prophète Jonas. 

King James Bible . But he answered and said unto them, An evil and adulterous generation seeketh after a sign; and there shall no sign be given to it, but the sign of the prophet Jonas:
Luther-Bibel . 39 Und er antwortete und sprach zu ihnen: Ein böses und abtrünniges Geschlecht fordert ein Zeichen, aber es wird ihm kein Zeichen gegeben werden, es sei denn das Zeichen des Propheten Jona.

Tekstuitleg van Mt 12,39 . Dit vers Mt 12,39 telt 23 woorden en 115 (5 X 23) letters . De getalwaarde van Mt 12,39 is 10073 (7 X 1439) . De tekst van Mt 12,39 is ongeveer dezelfde als die van Mt 16,4 .

1. ho . Verwijzing : lidwoord , zie Mt 28,18 . Bepaald lidwoord . Nominatief mannelijk enkelvoud . Betrekkelijk voornaamwoord , nominatief onzijdig enkelvoud . In 408 verzen bij Matteüs . In zestien verzen in Mt 12 .

Mt 12,40 - Mt 12,40 : 121. Het teken van Jona - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:40 ôsper gar èn iônas en tè koilia tou kètous treis èmeras kai treis nuktas outôs estai o uios tou anthrôpou en tè kardia tès gès treis èmeras kai treis nuktas   40 sicut enim fuit Ionas in ventre ceti tribus diebus et tribus noctibus sic erit Filius hominis in corde terrae tribus diebus et tribus noctibus    40 Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde.  [40] Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in de schoot van de aarde zijn.  [40] Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven.  40 want zoals ‘Jona drie dagen en drie nachten in de schoot van het zeemonster is geweest’, zó zal de mensenzoon drie dagen en drie nachten zijn in het hart van de aarde;  40. De même, en effet, que Jonas fut dans le ventre du monstre marin durant trois jours et trois nuits, de même le Fils de l'homme sera dans le sein de la terre durant trois jours et trois nuits.  

King James Bible . [40] For as Jonas was three days and three nights in the whale's belly; so shall the Son of man be three days and three nights in the heart of the earth.
Luther-Bibel . 40 Denn wie Jona drei Tage und drei Nächte im Bauch des Fisches war, so wird der Menschensohn drei Tage und drei Nächte im Schoß der Erde sein.

Tekstuitleg van Mt 12,40 .

  hôsper (zoals)   hôsper (zoals) bij begin van het vers beeld  2de woord gar (want)  houtôs (zo)  estai (zal zijn) i.v.m. de mensenzoon 
1. Mt 12,40 Jona  X
2. Mt 13,40 verzamelen van het onkruid    X bij de voltooiïng van de wereld 
3. Mt 20,28 X + Mensenzoon           
4. Mt 24,27 .   ster  X de komst van de mensenzoon 
5. Mt 24,37 .   Noach X de komst van de mensenzoon 
6. Mt 25,14         

1. hôsper (zoals) .

hôsper (zoals)  bijbel O.T. N.T. Mt Mc Lc Joh Hnd Br. Apk syn.  ev. 
  243 207 36 10   2 2 3 18 1 12 14

hôsper (zoals)  Mt Mc Lc syn.  ev. 
in de syn.   10 : (1) Mt 6,2 . (2) Mt 6,7 . (3) Mt 12,40 . (4) Mt 13,40 . (5) Mt 18,17 . (6) Mt 20,28 . (7) Mt 24,27 , (8) Mt 24,37 . (9) Mt 25,14 . (10) Mt 25,32 .   2 : (1) Lc 17,24 . (2)  Lc 18,11 . 12 : (1) Mt 12,40 // Lc 11,40 . (2) Mt 20,28 // Mc 10,45 // Lc 22,27 . (3) Mt 24,27 // Lc 17,24 . (4) Mt 24,37 // Lc 17,26 . (5) Mt 25,14 // Lc 19,12 . 14

Bij Matteüs : (1) Mt 6,2 . (2) Mt 6,7 . (5) Mt 18,17 . (6) Mt 20,28 (zoals de mensenzoon) . (9) Mt 25,14 . (10) Mt 25,32 (zoals een herder) .
Hôsper (zoals) ... houtôs (zo) : (3) Mt 12,40 . (4) Mt 13,40 .(7) Mt 24,27 . (8) Mt 24,37 . Er wordt een vergelijking gemaakt tussen een bijbelse situatie (Jona : Mt 12,40 , Noach : Mt 24,37) of een natuurgegeven (tarwe en onkruid : Mt 13,40 , de zonnestraling : Mt 24,27 ) en een aspect van de mensenzoon . Na houtôs (zo) staat de indicatief futurum estai (zal zijn) gevolgd door het onderwerp .
Tien gelijkenissen ! Wellicht niet toevallig in Mt .

Mt 12,41 - Mt 12,41 : 121. Het teken van Jona - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:41 andres nineuitai anastèsontai en tè krisei meta tès geneas tautès kai katakrinousin autèn oti metenoèsan eis to kèrugma iôna kai idou pleion iôna ôde   41 viri ninevitae surgent in iudicio cum generatione ista et condemnabunt eam quia paenitentiam egerunt in praedicatione Ionae et ecce plus quam Iona hic     41 De mannen van Nineve zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jonas; en ziet, meer dan Jona is hier!   [41] De mensen van Nineve zullen bij het oordeel opstaan met deze generatie en haar veroordelen. Want zij bekeerden zich tot de verkondiging van Jona; maar hier is meer dan Jona.  [41] Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona!  41 Ninevitische mannen zullen in het oordeel opstaan samen met deze generatie en haar veroordelen,– omdat zij op de prediking van Jona zich hebben bekeerd, en zie, meer dan Jona is hier!  41. Les hommes de Ninive se dresseront lors du Jugement avec cette génération et ils la condamneront, car ils se repentirent à la proclamation de Jonas, et il y a ici plus que Jonas ! 

King James Bible . [41] The men of Nineveh shall rise in judgment with this generation, and shall condemn it: because they repented at the preaching of Jonas; and, behold, a greater than Jonas is here.
Luther-Bibel . 41 Die Leute von Ninive werden auftreten beim Jüngsten Gericht mit diesem Geschlecht und werden es verdammen; denn sie taten Buße nach der Predigt des Jona. Und siehe, hier ist mehr als Jona.

Tekstuitleg van Mt 12,41 .

21. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .

Mt 12,42 - Mt 12,42 : 121. Het teken van Jona - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:42 basilissa notou egerthèsetai en tè krisei meta tès geneas tautès kai katakrinei autèn oti èlthen ek tôn peratôn tès gès akousai tèn sofian solomônos kai idou pleion solomônos ôde   42 regina austri surget in iudicio cum generatione ista et condemnabit eam quia venit a finibus terrae audire sapientiam Salomonis et ecce plus quam Salomon hic    42 De koningin van het zuiden zal opstaan in het oordeel met dit geslacht, en hetzelve veroordelen; want zij is gekomen van het einde der aarde, om te horen de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is hier!  [42] De koningin van het zuiden zal bij het oordeel opstaan met deze generatie en haar veroordelen. Want zij kwam van het uiteinde van de aarde om Salomo’s wijsheid te horen; maar hier is meer dan Salomo.  [42] Op de dag van het oordeel zal de koningin van het Zuiden samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij was van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier ziet u iemand die meer is dan Salomo!  42 een koningin van het zuiden zal in het oordeel worden opgewekt samen met deze generatie en haar veroordelen,– omdat zij uit de verste streken van de aarde is gekomen om Salomo’s wijsheid te horen, en zie, meer dan Salomo is hier!   42. La reine du Midi se lèvera lors du Jugement avec cette génération et elle la condamnera, car elle vint des extrémités de la terre pour écouter la sagesse de Salomon, et il y a ici plus que Salomon !  

King James Bible . [42] The queen of the south shall rise up in the judgment with this generation, and shall condemn it: for she came from the uttermost parts of the earth to hear the wisdom of Solomon; and, behold, a greater than Solomon is here.
Luther-Bibel . 42 Die Königin vom Süden wird auftreten beim Jüngsten Gericht mit diesem Geschlecht und wird es verdammen; denn sie kam vom Ende der Erde, um Salomos Weisheit zu hören. Und siehe, hier ist mehr als Salomo.

Tekstuitleg van Mt 12,42 .

26. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .

122. Terugkeer van de onreine geest : Mt 12,43-45 - Mt 12,43-45 - Lc 11,24-26 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,43 - Mt 12,44 - Mt 12,45 -

Mt 12,43 - Mt 12,43 : 122. Terugkeer van de onreine geest - Mt 12,43-45 - Lc 11,24-26 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,43 - Mt 12,44 - Mt 12,45 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:43 otan de to akatharton pneuma exelthè apo tou anthrôpou dierchetai di anudrôn topôn zètoun anapausin kai ouch euriskei   43 cum autem inmundus spiritus exierit ab homine ambulat per loca arida quaerens requiem et non invenit    43 En wanneer de onreine geest van den mens uitgegaan is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust, en vindt ze niet.   [43] Wanneer een onreine geest iemand verlaten heeft, doolt hij rond door dorre streken op zoek naar rust, zonder die te vinden.  [43] Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt,   43 maar wanneer de onreine geest uit de mens komt, gaat hij door plaatsen zonder water om rust te zoeken en vindt die niet;   43. « Lorsque l'esprit est sorti de l'homme, il erre par des lieux arides en quête de repos, et il n'en trouve pas.  

King James Bible . [43] When the unclean spirit is gone out of a man, he walketh through dry places, seeking rest, and findeth none.
Luther-Bibel . 43 Wenn der unreine Geist von einem Menschen ausgefahren ist, so durchstreift er dürre Stätten, sucht Ruhe und findet sie nicht.

Tekstuitleg van Mt 12,43 .

Mt 12,44 - Mt 12,44 : 122. Terugkeer van de onreine geest - Mt 12,43-45 - Lc 11,24-26 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,43 - Mt 12,44 - Mt 12,45 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:44 tote legei eis ton oikon mou epistreyô othen exèlthon kai elthon euriskei scholazonta | [kai] | | sesarômenon kai kekosmèmenon   44 tunc dicit revertar in domum meam unde exivi et veniens invenit vacantem scopis mundatam et ornatam     44 Dan zegt hij: Ik zal wederkeren in mijn huis, van waar ik uitgegaan ben; en komende, vindt hij het ledig, met bezemen gekeerd en versierd.   [44] Dan zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, waar ik vandaan kom.” Bij zijn terugkomst vindt hij het leeg, schoon en opgeruimd.  [44] zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.” En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht.  44 dan zegt hij: ik zal terugkeren naar mijn huis waar ik uit gekomen ben! en bij zijn komst vindt hij het leeg, aangeveegd en opgesierd;   44. Alors il dit : «Je vais retourner dans ma demeure, d'où je suis sorti. » Étant venu, il la trouve libre, balayée, bien en ordre.  

King James Bible . [44] Then he saith, I will return into my house from whence I came out; and when he is come, he findeth it empty, swept, and garnished.
Luther-Bibel . 44 Dann spricht er: Ich will wieder zurückkehren in mein Haus, aus dem ich fortgegangen bin. Und wenn er kommt, so findet er's leer, gekehrt und geschmückt.

Tekstuitleg van Mt 12,44 .

Mt 12,45 - Mt 12,45 : 122. Terugkeer van de onreine geest - Mt 12,43-45 - Lc 11,24-26 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,43 - Mt 12,44 - Mt 12,45 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:45 tote poreuetai kai paralambanei meth eautou epta etera pneumata ponèrotera eautou kai eiselthonta katoikei ekei kai ginetai ta eschata tou anthrôpou ekeinou cheirona tôn prôtôn outôs estai kai tè genea tautè tè ponèra 45 tunc vadit et adsumit septem alios spiritus secum nequiores se et intrantes habitant ibi et fiunt novissima hominis illius peiora prioribus sic erit et generationi huic pessimae    45 Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hij zelf, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van denzelven mens wordt erger dan het eerste. Alzo zal het ook met dit boos geslacht zijn.  [45] Dan gaat hij zeven andere geesten halen die nog slechter zijn dan hijzelf; ze gaan naar binnen en blijven daar wonen. Zo iemand is er uiteindelijk erger aan toe dan van tevoren. Zo zal het ook gaan met deze slechte generatie.’ [45] Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, die slechter zijn dan hijzelf, en zij allen nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen. Zo zal het ook gaan met deze verdorven generatie.’ 45 dan gaat hij heen en neemt met zich mee zeven andere geesten, bozer dan hijzelf; die komen binnen en houden daar huis, en op het laatst wordt het voor die mens nog erger dan in het eerst; zo zal het ook zijn voor deze boosaardige generatie!   45. Alors il s'en va prendre avec lui sept autres esprits plus mauvais que lui ; ils reviennent et y habitent. Et l'état final de cet homme devient pire que le premier. Ainsi en sera-t-il également de cette génération mauvaise. »  

King James Bible . [45] Then goeth he, and taketh with himself seven other spirits more wicked than himself, and they enter in and dwell there: and the last state of that man is worse than the first. Even so shall it be also unto this wicked generation.
Luther-Bibel . 45 Dann geht er hin und nimmt mit sich sieben andre Geister, die böser sind als er selbst; und wenn sie hineinkommen, wohnen sie darin; und es wird mit diesem Menschen hernach ärger, als es vorher war. So wird's auch diesem bösen Geschlecht ergehen.

Tekstuitleg van Mt 12,45 .

- paralambanô (bij zich nemen. 5X bij Matteüs) -



123. Jezus'ware verwanten : Mt 12,46-50 - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 -

Mt 12,46 - Mt 12,46 : 123. Jezus'ware verwanten - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:46 eti autou lalountos tois ochlois idou è mètèr kai oi adelfoi autou eistèkeisan exô zètountes autô lalèsai  46 adhuc eo loquente ad turbas ecce mater eius et fratres stabant foris quaerentes loqui ei     46 En als Hij nog tot de scharen sprak, ziet, Zijn moeder en broeders stonden buiten, zoekende Hem te spreken.  [46] Terwijl Hij nog tot de menigte sprak, stonden daar opeens zijn moeder en zijn broers* buiten. Zij wilden Hem spreken.   [46] Terwijl hij nog met de mensen in gesprek was, dienden zich buiten zijn moeder en zijn broers aan. Ze vroegen hem dringend te spreken.   46 ¶ Terwijl hij nog tot de scharen spreekt, zie: zijn moeder en zijn broers staan buiten en zij zoeken hem te spreken.  46. Comme il parlait encore aux foules, voici que sa mère et ses frères se tenaient dehors, cherchant à lui parler  

King James Bible . [46] While he yet talked to the people, behold, his mother and his brethren stood without, desiring to speak with him.
Luther-Bibel . 46 Als er noch zu dem Volk redete, siehe, da standen seine Mutter und seine Brüder draußen, die wollten mit ihm reden.

Tekstuitleg van Mt 12,46 .

6. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .

Mt 12,47 - Mt 12,47 : 123. Jezus'ware verwanten - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:47 | | [eipen de tis autô idou è mètèr sou kai oi adelfoi sou exô estèkasin zètountes soi lalèsai 47 dixit autem ei quidam ecce mater tua et fratres tui foris stant quaerentes te   47 En iemand zeide tot Hem: Zie, Uw moeder en Uw broeders staan daar buiten, zoekende U te spreken.   [47] Iemand zei tegen Hem: ‘Kijk, uw moeder en uw broers staan buiten en willen U spreken.’   [47] Iemand zei tegen hem: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen u spreken.’*  47 Iemand zegt tot hem: zie, uw moeder en uw broers staan buiten en zoeken u te spreken! [ 47. ].

King James Bible . [47] Then one said unto him, Behold, thy mother and thy brethren stand without, desiring to speak with thee.
Luther-Bibel . 47 Da sprach einer zu ihm: Siehe, deine Mutter und deine Brüder stehen draußen und wollen mit dir reden.

Tekstuitleg van Mt 12,47 .

5. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .

Mt 12,48 - Mt 12,48 : 123. Jezus'ware verwanten - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:48 o de apokritheis eipen tô legonti autô tis estin è mètèr mou kai tines eisin oi adelfoi mou   48 at ipse respondens dicenti sibi ait quae est mater mea et qui sunt fratres mei  Hij nu antwoordde (en) zei aan die hem dit zei : "Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?" 48 Maar Hij, antwoordende, zeide tot dengene die Hem dat zeide: Wie is Mijn moeder, en wie zijn Mijn broeders?  [48] Hij gaf degene die Hem dat zei het antwoord: ‘Wie is mijn moeder, en wie zijn mijn broers?’  [48] Hij antwoordde: ‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?’   48 Maar ten antwoord zegt hij tot wie hem dat zegt: wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?   48. A celui qui l'en informait Jésus répondit : « Qui est ma mère et qui sont mes frères ? » 

King James Bible . But he answered and said unto him that told him, Who is my mother? and who are my brethren?
Luther- Bibel . 48 Er antwortete aber und sprach zu dem, der es ihm ansagte: Wer ist meine Mutter und wer sind meine Brüder?

Tekstuitleg van Mt 12,48 . Dit vers Mt 12,48 telt 18 (2 X 3 X 3) woorden en 74 (2 X 37) letters . De getalwaarde van Mt 12,48 is 7960 (2 X 2 X 2 X 5 X 199) .

Mt 12,49 - Mt 12,49 : 123. Jezus'ware verwanten - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:49 kai ekteinas tèn cheira | [autou] | autou | epi tous mathètas autou eipen idou è mètèr mou kai oi adelfoi mou   49 et extendens manum in discipulos suos dixit ecce mater mea et fratres mei     49 En Zijn hand uitstrekkende over Zijn discipelen, zeide Hij: Ziet, Mijn moeder en Mijn broeders.   [49] Met een gebaar naar zijn leerlingen zei Hij: ‘Kijk, hier zijn mijn moeder en mijn broers.  [49] Hij maakte een gebaar naar zijn leerlingen en zei: ‘Zij zijn mijn moeder en mijn broers.   49 en hij strekt zijn hand uit naar zijn leerlingen en zegt: zie hier mijn moeder en mijn broers!  49. Et tendant sa main vers ses disciples, il dit : « Voici ma mère et mes frères. 

King James Bible . [49] And he stretched forth his hand toward his disciples, and said, Behold my mother and my brethren!
Luther-Bibel . 49 Und er streckte die Hand aus über seine Jünger und sprach: Siehe da, das ist meine Mutter und das sind meine Brüder!

Tekstuitleg van Mt 12,49 .

11. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .

Mt 12,50 - Mt 12,50 : 123. Jezus'ware verwanten - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
12:50 ostis gar an poièsè to thelèma tou patros mou tou en ouranois autos mou adelfos kai adelfè kai mètèr estin  50 quicumque enim fecerit voluntatem Patris mei qui in caelis est ipse meus et frater et soror et mater est     50 Want zo wie den wil Mijns Vaders doet, Die in de hemelen is, dezelve is Mijn broeder, en zuster, en moeder.   [50] Want wie de wil doet van mijn Vader in de hemel, die is mijn broer en zuster en moeder.’  [50] Want ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder.’  50 want al wie de wil doet van mijn Vader in de hemelen die is mijn broer en zus en moeder!   50. Car quiconque fait la volonté de mon Père qui est aux cieux, celui-là m'est un frère et une sœur et une mère. » Introduction. 

King James Bible . [50] For whosoever shall do the will of my Father which is in heaven, the same is my brother, and sister, and mother.
Luther-Bibel . 50 Denn wer den Willen tut meines Vaters im Himmel, der ist mir Bruder und Schwester und Mutter.

Tekstuitleg van Mt 12,50 .

1. Bijbel (47) . LXX (24) . Pentateuch (17) . NT (23) . Mt (16) . Mc (0) .

6. nom. en acc. onz. enk. θελημα = thelèma (wil) . Taalgebruik in het NT : thelèma (wil) . Taalgebruik in de LXX : thelèma (wil) . Mt (6) : (1) Mt 6,10 . (2) Mt 7,21 . (3) Mt 12,50 . (4) Mt 18,14 . (5) Mt 21,31 . (6) Mt 26,42 .

  thelèma (wil)  bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br.  Apk  syn.. ev.
1 nom. + acc. enk. thelèma 60 23 37 6 1 2 7 2 18 1 9 16
  Totaal   86 30 56 6 1 3 8 2 35 1 10 18

In het onzevader (Mt 6,10) : γενηθητω το θελημα σου = genèthèto to thelèma sou (uw wil geschiede) . Evenzo bij de tweede smeekbede van Jezus in de hof van Olijven (Mt 26,42).
- In 3 van de 4 overblijvende verzen wordt θελημα = thelèma gebruikt in combinatie met het werkwoord poieô (doen, handelen) en met de genitief patros (van de Vader) :
(1) Mt 7,21 - Mt 7,21-23 - : all' ho poiôn to thelèma tou patros mou tou en tois ouranois (maar wie doet de wil van mijn vader in de hemel)
(2) Mt 12,50 - Mt 12,46-50 - : hostis gar poièsèi to thelèma tou patros mou tou en tois ouranois (wie immers doet de wil van mijn vader in de hemel)
(3) Mt 21,31 - Mt 21,28-32 - : tis ek tôn duo epoièsen to thelèma tou patros (wie van de twee deed de wil van de vader?)
Rest nog Mt 18,14 - Mt 18,10-14 - : houtôs ouk estin thelèma emprosthen tou patros humôn tou en tois ouranois : is de wil in het aanschijn van de vader in de hemel niet zo dat... In twee verzen bij lucas : (1) Lc 12,47 . (2) Lc 22,42 .