- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht bijbelboeken - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -
Overzicht
Mt 1 , Mt
2 , Mt
3 , Mt
4 , Mt
5 , Mt
6 , Mt
7 , Mt
8 , Mt
9 , Mt
10 , Mt
11 , Mt
12 , Mt
13 , Mt
14 , Mt
15 , Mt
16 , Mt
17 , Mt
18 , Mt
19 , Mt
20 , Mt
21 , Mt
22 , Mt
23 , Mt
24 , Mt
25 , Mt
26 , Mt
27 , Mt
28 .
Tekstuitleg per pericope - Mt
12,1-8 - Mt
12,9-14 - Mt
12,15-21 - Mt
12,22-23 - Mt
12,24-30 - Mt
12,31-32 - Mt
12,33-37 - Mt
12,38-42 - Mt
12,43-45 - Mt
12,46-50 -
Tekstuitleg vers per vers - Mt
12,1 - Mt
12,2 - Mt
12,3 - Mt
12,4 - Mt
12,5 - Mt
12,6 - Mt
12,7 - Mt
12,8 - Mt
12,9 - Mt
12,10 - Mt
12,11 - Mt
12,12 - Mt
12,13 - Mt
12,14 - Mt
12,15 - Mt
12,16 - Mt
12,17 - Mt
12,18 - Mt
12,19 - Mt
12,20 - Mt
12,21 - Mt
12,22 - Mt
12,23 - Mt
12,24 - Mt
12,25 - Mt
12,26 - Mt
12,27 - Mt
12,28 - Mt
12,29 - Mt
12,30 - Mt
12,31 - Mt
12,32 - Mt
12,33 - Mt
12,34 - Mt
12,35 - Mt
12,36 - Mt
12,37 - Mt
12,38 - Mt
12,39 - Mt
12,40 - Mt
12,41 - Mt
12,42 - Mt
12,43 - Mt
12,44 - Mt
12,45 - Mt
12,46 - Mt
12,47 - Mt
12,48 - Mt
12,49 - Mt
12,50 -
![]() |
ZOEKEN OP DEZE WEBSITE |
1. LXX , Griekse tekst N.T. | 2. Vulgata | 3. Synopsis Denaux - Vervenne | 4. Statenvertaling | 5. Willibrordvertaling | 6. Nieuwe Vertaling | 7. Naardense vertaling , zie |
8. Bible de Jérusalem | 9. Statenvertaling | 10. King James Bible - King James Bible | 11. Luther-Bibel |
Woordenschat
- epèrôtèsan
(zij vroegen) , zie Mt
12,10 .
- gignôskô
(kennen) bij Matteüs
- sumboulion
(besluit. 5X bij Matteüs) -
Bibliografie
Literatuur .
Liturgisch gebruik
Mc 16,1-8: B-cyclus, paaswake
Mc 16,15-20: B-cyclus, het feest van de hemelvaart
Overzicht van de bijbelboeken
- bijbeloverzicht
, bijbelverwijzingen
- A
- B
- C
- D
- E
- F
- G
- H
- I
- J
- K
- L
- M
- N
- O
- P
- Q
- R
- S
- T
- U
- V
- W
- X
-Y
- Z -
, Oude Testament
, Pentateuch
, Historische
boeken , Profeten
, Wijsheidsboeken
, NT : overzicht
, Evangelies
, Synoptici
, Brieven
- OT : Gn (Genesis)
, Ex (Exodus)
, Lv (Leviticus)
, Nu (Numeri)
, Dt (Deuteronomium)
, Joz (Jozua)
, Re (Rechters)
, Rt (Ruth) ,
1 S (1 Samuël)
, 2 S (2 Samuël)
, 1 K (1 Koningen)
, 2 K (2 Koningen)
, 1 Kr ( 1 Kronieken)
, 2 Kr (2 Kronieken)
, Ezr (Ezra)
, Neh (Nehemia)
, Tob (Tobia)
, Jdt (Judith)
, Est (Esther)
, 1 Mak (1 Makkabeeën)
, 2 Mak (2 Makkabeeën)
, Job , Ps
(Psalmen ) , Spr
(Spreuken) , Pr
(Prediker) , Hl
(Hooglied) , W
(Wijsheid) , Sir
(Sirach) , Js
(Jesaja) , Jr
(Jeremia) , Kl
(Klaagliederen) , Bar
(Baruch) , Ez
(Ezechiël) , Da
(Daniël) , Hos
(Hosea) , Jl (Joël)
, Am (Amos) ,
Ob (Obadja) ,
Jon (Jona) ,
Mi (Micha) , Nah
(Nahum) , Hab
(Habakuk) , Sef
(Sefanja) , Hag
(Haggai) , Zach
(Zacharia) , Mal
(Maleachi) .
- NT : Mt
(Matteüs) - Mc
(Marcus) - Lc
(Lucas) - Joh
(Johannes) - Hnd
(Handelingen) , Rom
(Rome) , 1 Kor
(Korinte) , 2 Kor
(Korinte) , Gal
(Galatië) , Ef
(Efese) , Fil
(Filippi) , Kol
(Kolosse) , 1 Tes
(Tessalonika) , 2
Tes (Tessalonika) , 1
Tim (Timoteüs) , 2
Tim (Timoteüs) , Tit
(Titus) , Film
(Filemon) , Heb
(Hebreeën) , Jak
(Jakobus) , 1 Pe
(Petrus) , 2 Pe
(Petrus) , 1 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , 2 Joh
(Johannes) , Jud
(Judas) , Apk
(Apokalyps) .
Overzicht van
de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie
bijbel -
bibliografie
van het Oude Testament - bibliografie
Matteüsevangelie - bibliografie
Marcusevangelie - bibliografie
Lucasevangelie - bibliografie
van het Johannesevangelie - bibliografie
van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)
In hun synopsis van de eerste drie evangeliën (Leuven, Vlaamse
Bijbelstichting, 1986; Turnhout, Brepols, ) onderscheiden Adelbert Denaux en
Marc Vervenne volgende pericopen in het twaalfde hoofdstuk van het Matteüsevangelie
:
94. Aren uittrekken op sabbat : Mc
2,23-28 - Mt
12,1-8 - Lc
6,1-5 -
95. Genezing van een verdorde hand op sabbat : Mc
3,1-6 - Lc
6,6-11 - Lc
14,1-6 - Mt
12,9-14 -
96. Volkstoeloop en genezingen : Mc
3,7-12 - Mt
12,15-21 - Lc
6,17-20a -
117. Genezing van een blinde en een stomme bezetene : Mt
12,22-23 - Mt
9,32-34 - Lc
11,14
118. De Beëlzebubcontroverse : Mc
3,22-27 - Mt
12,24-30 - Lc
11,15-23 -
119. Laster tegen de Mensenzoon en tegen de Geest : Mc
3,28-30 - Mt
12,31-32 - Lc
12,22-32 -
120. Aan de vrucht ken je de boom : Mt
12,33-37 - Mc
7,14-23 - Lc
6,43-45 -
121. Het teken van Jona : Mt
12,38-42 - Lc
11,29-32 -
122. Terugkeer van de onreine geest: Mt
12,43-45 - Lc
11,24-26 -
123. Jezus'ware verwanten : Mc
3,31-35 - Mt
12,46-50 - Lc
8,19-21 -
94. Aren uittrekken op sabbat : Mt 12,1-8 - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 -
De pericope telt acht verzen . Geen enkel vers begint met het voegwoord kai (en) . Vier verzen hebben de (echter , nu) als tweede woord van de zin (en van het vers) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,3 . (3) Mt 12,6 . (4) Mt 12,7 .
Mt 12,1 - Mt 12,1 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [1] At that time Jesus went on the sabbath day through the
corn; and his disciples were an hungred, and began to pluck the ears of corn,
and to eat.
Luther-Bibel . 1 Zu der Zeit ging Jesus durch ein Kornfeld am Sabbat; und seine
Jünger waren hungrig und fingen an, Ähren auszuraufen und zu essen.
Tekstuitleg van Mt 12,1 .
hoi (de) . Verwijzing : lidwoord , zie Mt 28,18 . Bepaald lidwoord nominatief mannelijk meervoud . Bijbel (4230) . O.T. (3257) . N.T. (973) . Mt (196) . Mc (101) . Lc (165) . Joh (125) . Brieven (316) . Apk (70) . In 196 verzen bij Mt , zie Mt 2,5 . Mt 1 (0) . Mt 2 (3) . Mt 3 (1) . Mt 4 (3) . Mt 5 (11) . Mt 6 (4) . Mt 7 (8) . Mt 8 (6) . Mt 9 (13) . Mt 10 (3) . Mt 11 (3) . Mt 12 (13) . Mt 13 (10) . Mt 14 (9) . Mt 15 (7) . Mt 16 (5) . Mt 17 (7) . Mt 18 (3) . Mt 19 (5) . Mt 20 (10) . Mt 21 (13) . Mt 22 (10) . Mt 23 (3) . Mt 24 (7) . Mt 25 (5) . Mt 26 (14). Mt 27 (15) . Mt 28 (5) . In dertien verzen in Mt 12 : (1) Mt 12,1 . (2) Mt 12,2 . (3) Mt 12,3 . (4) Mt 12,5 . (5) Mt 12,14 . (6) Mt 12,23 . (7) Mt 12,24 . (8) Mt 12,27 . (9) Mt 12,36 . (10) Mt 12,46 . (11) Mt 12,47 . (12) Mt 12,48 . (13) Mt 12,49 .
Mt 12,2 - Mt 12,2 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [2] But when the Pharisees saw it, they said unto him, Behold,
thy disciples do that which is not lawful to do upon the sabbath day.
Luther-Bibel . 2 Als das die Pharisäer sahen, sprachen sie zu ihm: Siehe, deine
Jünger tun, was am Sabbat nicht erlaubt ist.
Tekstuitleg van Mt 12,2 .
3. Pharisaioi (Farizeeën) zie Mt 9,11
7. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .
Mt 12,3 - Mt 12,3 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [3] But he said unto them, Have ye not read what David did,
when he was an hungred, and they that were with him;
Luther-Bibel . 3 Er aber sprach zu ihnen: Habt ihr nicht gelesen, was David
tat, als ihn und die bei ihm waren hungerte?
Tekstuitleg van Mt 12,3 .
Mt 12,4 - Mt 12,4 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [4] How he entered into the house of God, and did eat the
shewbread, which was not lawful for him to eat, neither for them which were
with him, but only for the priests?
Luther-Bibel . 4 Wie er in das Gotteshaus ging und aß die Schaubrote, die doch
weder er noch die bei ihm waren essen durften, sondern allein die Priester?
Tekstuitleg van Mt 12,4 .
Mt 12,5 - Mt 12,5 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [5] Or have ye not read in the law, how that on the sabbath
days the priests in the temple profane the sabbath, and are blameless?
Luther-Bibel . 5 Oder habt ihr nicht gelesen im Gesetz, wie die Priester am
Sabbat im Tempel den Sabbat brechen und sind doch ohne Schuld?
Tekstuitleg van Mt 12,5 .
Mt 12,6 - Mt 12,6 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [6] But I say unto you, That in this place is one greater
than the temple.
Luther-Bibel . 6 Ich sage euch aber: Hier ist Größeres als der Tempel.
Tekstuitleg van Mt 12,6 .
Mt 12,7 - Mt 12,7 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [7] But if ye had known what this meaneth, I will have mercy,
and not sacrifice, ye would not have condemned the guiltless.
Luther-Bibel . 7 Wenn ihr aber wüsstet, was das heißt (Hosea 6,6): »Ich habe
Wohlgefallen an Barmherzigkeit und nicht am Opfer«, dann hättet ihr die Unschuldigen
nicht verdammt.
Tekstuitleg van Mt 12,7 .
Mt 12,8 - Mt 12,8 : 94. Aren uittrekken op sabbat - Mc 2,23-28 - Mt 12,1-8 - Lc 6,1-5 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,1 - Mt 12,2 - Mt 12,3 - Mt 12,4 - Mt 12,5 - Mt 12,6 - Mt 12,7 - Mt 12,8 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [8] For the Son of man is Lord even of the sabbath day.
Luther-Bibel . 8 Der Menschensohn ist ein Herr über den Sabbat.
Tekstuitleg van Mt 12,8 .
95. Genezing van een verdorde hand op sabbat : Mt 12,9-14 - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 -
Mt 12,9 - Mt 12,9 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [9] And when he was departed thence, he went into their
synagogue:
Luther-Bibel . 9 Und er ging von dort weiter und kam in ihre Synagoge.
Tekstuitleg van Mt 12,9 .
Mt 12,9 | Mt 15,29 | ||
kai (en)
|
kai (en) | ||
metabas (overstekende) | metabas (overstekende) | ||
ekeithen (vandaar) | ekeithen (vandaar) | ||
ho Ièsous (Jezus) | |||
èlthen (ging hij ) | èlthen (ging) | ||
eis tèn synagôgèn autôn | para tèn thalassan tès Galilaias langs het meer van Galilea) | ||
95. Genezing van een verdorde hand op sabbat : Mc 3,1-6 // Mt 12,9-14 // Lc 6,6-11 // (Lc 14,1-6) . - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 - | 157. Genezing van een doofstomme : Mc 7,31-37 // Mt 15,29-31 - Mc 7,31-37 - Mt 15,29-31 - |
Mt 12,10 - Mt 12,10 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [10] And, behold, there was a man which had his hand withered.
And they asked him, saying, Is it lawful to heal on the sabbath days? that they
might accuse him.
Luther-Bibel . 10 Und siehe, da war ein Mensch, der hatte eine verdorrte Hand.
Und sie fragten ihn und sprachen: Ist's erlaubt, am Sabbat zu heilen?, damit
sie ihn verklagen könnten.
Tekstuitleg van Mt 12,10 .
2. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .
8. act. ind. aor. 3de pers. mv. επηρωτησαν = epèrôtèsan (zij vroegen) van het werkw. επερωταω = eperôtaô ( 'op'-vragen, 'onder'-vragen, bijvragen) . Taalgebruik in het NT : eperotaô (epi - erôtaô) . Taalgebruik in de LXX : eperotaô (epi - erôtaô) . Taalgebruik in Mc : eperotaô (epi - erôtaô) . Taalgebruik in Lc : eperotaô (epi - erôtaô) . Bijbel (8) : (1) Gn 26,7 . (2) Joz 9,14 . (3) Re 20,18 . (4) Re 20,23 . (5) Re 20,27 . (6) Js 30,2 . (7) Ps 137,3 . (8) Jdt 10,12 . NT (7) . Mt (4) : (1) Mt 12,10 . (2) Mt 16,1 . (3) Mt 17,10 . (4) Mt 22,23 . Lc (3) : (1) Lc 20,21 . (2) Lc 20,27 . (3) Lc 21,7 . Een vorm van επερωταω = eperôtaô ( 'op'-vragen, 'onder'-vragen, bijvragen) in de LXX (75) , in het NT (56) , in Mt (8) , in Mc (25) , in Lc (17) : (1) Lc 2,46 . (2) Lc 3,10 . (3) Lc 3,14 . (4) Lc 6,9 . (5) Lc 8,9 . (6) Lc 8,30 . (7) Lc 9,18 . (8) Lc 17,20 . (9) Lc 18,18 . (10) Lc 18,40 .(11) Lc 20,21 . (12) Lc 20,27 . (13) Lc 20,40 . (14) Lc 21,7 . (15) Lc 22,64 . (16) Lc 23,6 . (17) Lc 23,9 .
1. de Farizeeën | 2. Farizeeën en Saduuceeën | 3. De leerlingen | 4. De Saducceeën |
Mt 12,10 | Mt 16,1 | Mt 17,10 | Mt 22,23 |
kai (en) | kai (en) | kai (en) | |
epèrôtèsan (zij vroegen) | epèrôtèsan (zij vroegen) | epèrôtèsan (zij vroegen) | epèrôtèsan (zij vroegen) |
auton (hem) | auton (hem) | auton (hem) | auton (hem) |
hoi mathètai (de leerlingen) | |||
legontes (zeggende) | legontes (zeggende) | legontes (zeggende) | |
Mt 12,11 . ho de eipen autois (hij echter zei aan hen) | Mt 16,2 ho de apokritheis eipen autois (hij echter geantwoord zei aan hen) | Mt 17,11 ho de apokritheis eipen (hij echter geantwoord zei) | Mt 22,29 : apokritheis de ho Ièsous eipen autois (geantwoord echter Jezus zei aan hen) |
95. Genezing van een verdorde hand op sabbat : Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- | 159. Vraag om een teken uit de hemel : Mc 8,11-13 - Mt 16,1-4 - Mt 12,38-42 - | 169. Vraag omtrent de wederkomst van Elia : Mc 9,11-13 - Mt 17,10-13 - | 292. Vraag van de Sadduceeën over de verrijzenis : Mc 12,18-27 - Mt 22,23-33 - Lc 20,27-38 - |
Mt 12,11 - Mt 12,11 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [11] And he said unto them, What man shall there be among
you, that shall have one sheep, and if it fall into a pit on the sabbath day,
will he not lay hold on it, and lift it out?
Luther-Bibel . 11 Aber er sprach zu ihnen: Wer ist unter euch, der sein einziges
Schaf, wenn es ihm am Sabbat in eine Grube fällt, nicht ergreift und ihm heraushilft?
Tekstuitleg van Mt 12,11 .
Mt 12,12 - Mt 12,12 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [12] How much then is a man better than a sheep? Wherefore
it is lawful to do well on the sabbath days.
Luther-Bibel . 12 Wie viel mehr ist nun ein Mensch als ein Schaf! Darum darf
man am Sabbat Gutes tun.
Tekstuitleg van Mt 12,12 .
Mt 12,13 - Mt 12,13 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [13] Then saith he to the man, Stretch forth thine hand.
And he stretched it forth; and it was restored whole, like as the other.
Luther-Bibel . 13 Da sprach er zu dem Menschen: Strecke deine Hand aus! Und
er streckte sie aus; und sie wurde ihm wieder gesund wie die andere.
Tekstuitleg van Mt 12,13 .
anthrôpôi (aan de mens / man) komt in 11 verzen bij Matteüs voor. In 5 verzen in combinatie met een vergelijking met het rijk der hemelen: Mt 13,24 , Mt 18,23 en Mt 22,2 , Mt 13,45 , Mt 20,1 ,
Mt 12,14 - Mt 12,14 : 95. Genezing van een verdorde hand op sabbat - Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,9 - Mt 12,10 - Mt 12,11 - Mt 12,12 - Mt 12,13 - Mt 12,14 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [14] Then the Pharisees went out, and held a council against
him, how they might destroy him.
Luther-Bibel . 14 Da gingen die Pharisäer hinaus und hielten Rat über ihn, wie
sie ihn umbrächten.
Tekstuitleg van Mt 12,14 .
5. sumboulion (besluit) . Verwijzing : sumboulion (besluit) , zie Mc 7,1 . In zeven verzen in de bijbel . Slechts in het N.T. : (1) Mt 12,14 // Mc 3,6 . (2) Mt 22,15 . (3) Mt 27,1 // Mc 15,1 . (4) Mt 27,7 . (5) Mt 28,12 . (6) Mc 3,6 // Mt 12,14 . (7) Mc 15,1 // Mt 27,1 .
Mt 12,14 | Mt 22,15 | Mt 27,1 | Mt 27,7 | Mt 28,12 | |
exelthontes de hoi Pharisaioi (de Farizeeën echter buitengegaan) | Tote poreuthentes hoi Pharisaioi (dan de Farizeeën zich op weg begeven | ||||
sumboulion elabon (namen het besluit) | sumboulion elabon (namen het besluit) | sumboulion elabon (namen het besluit) hoi archiereis kai hoi presbuteroi tou laou (de hogepriesters en de oudsten van het volk) | sumboulion de labontes (een besluit genomen echter) | sumboulion de labontes (een besluit genomen echter) |
|
kat'autou (tegen hem) | kata tou Ièsou (tegen Jezus) | ||||
hopôs (opdat) | hopôs (opdat) | hôste (dat- | |||
auton (hem) | auton (hem) | ||||
apolesôsin (zij zouden ombrengen) | pagideusôsin (zouden vangen) | thenatôsai auton (dat zij hem zouden doden) | |||
en logôi (in de rede) | |||||
95. Genezing van een verdorde hand op sabbat : Mc 3,1-6 - Lc 6,6-11 - Lc 14,1-6 - Mt 12,9-14 - | 291. Vraag van de Farizeeën over de belasting aan de keizer : Mc 12,13-17 - Mt 22,15-22 - Lc 20,20-26 - | 336. Naar Pilatus : Mc 15,1 - Mt 27,1-2 - Lc 22,66-71 - Lc 23,1 - | 337. Einde van Judas : Mt 27,3-10 | 352. Het omkopen van de wacht : Mt 28,11-15 |
11. apolesôsin ( zij zouden doden ) . Aorist conjunctief
3de pers. mv. . apollumi < ap- + ollumi < ol-numi ( ten gronde richten
, doden , verliezen ) . Hebr. ´âbhad . Lat. perdere . Fr. perdre
.
In vijf verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. : Dt
28,22 . In vier verzen in het N.T. : Mt (2) : (1) Mt
12,14 // Mc
3,6 : De Farizeeën gingen naar buiten en namen het besluit tegen Jezus
opdat zij hem zouden doden . (2) Mt
27,20 : Jezus echter zouden zij doden . Mc (2) (3) Mc
3,6 // Mt
12,14 . (4) Mc
11,18 // Lc
19,47 (ezètoun auton apolesai = zij zochten hem te doden) .
De confrontatie tussen Jezus en zijn tegenstanders is compleet . Die confrontatie
was al uitgesproken bij Jezus' eerste optreden in Mc
1,24 : zijt gij gekomen om ons te vernietigen ? Mc 1,21 - 3,6 vormen een
geheel . Begin en einde speelt zich af in de synagoge . In beide gevallen is
er sprake van vernietigen .
In Mc
11,18 zochten de hogepriesters en de schriftgeleerden hoe ze Jezus zouden
doden .
Mc 3,6 | kai exelthontes hoi Farizaioi euthus meta tôn Hèrôidianôn sumboulion edidoun kat'autou (En buitengegaan de Farizeeën onmiddelijk met de Herodianen een besluit gaven tegen hem, hoe ze hem zouden doden) | hopôs auton apolesôsin (hoe ze hem zouden doden) (= Mt 12,14) |
Mc 11,18 | kai èkousan oi archiereis kai oi grammateis , (en hoorden de hogepriesters en de schriftgeleerden) | kai ezètoun pôs auton apolesôsin en zij zochten hoe ze hem zouden doden) |
96. Volkstoeloop en genezingen : Mt 12,15-21 - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 -
In het Matteüsevangelie valt voor het eerst het besluit van de Farizeeën om Jezus om te brengen (Mt 12,14 : Mt 12,9-14 ). De uitvoering ervan wordt blijkbaar verijdeld doordat Jezus er weet van heeft en uitwijkt. Dat zou kunnen verklaren waarom het onderwerp vooraan in de participiumzin staat. De levensbedreiging van Jezus gaat uit van de Farizeeën, een groep die ijvert voor een spirituele en morele verheffing van de menigten. Wanneer Jezus een duivel uitdrijft (Mt 12,22-23 : Mt 12,22-23 ) grijpen de Farizeeën hun kans om Jezus in diskrediet te brengen door zijn werk als een duivels werk te interpreteren (Mt 12,24 : Mt 12,24-30 ). Een dergelijke beschuldiging is trappen op de ziel van Jezus; hij, die zuiver van geest is, wordt ervan beschuldigd in dienst te staan van de duivel. Het betekent zoveel als Jezus een schijnheilige, een valsaard, een wolf in de huid van een lam, te beschouwen.
Mt 12,15 - Mt 12,15 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [15] But when Jesus knew it, he withdrew himself from thence:
and great multitudes followed him, and he healed them all;
Luther-Bibel . 15 Aber als Jesus das erfuhr, entwich er von dort. Und eine große
Menge folgte ihm, und er heilte sie alle
Tekstuitleg van Mt 12,15 .
- Ièsous (Jezus). In 110 verzen bij Matteüs, zie Mt 1,1 : Mt 1,1-17 . - de (echter). In 421 verzen bij Matteüs. zie bij Mt 1,2 : Mt 1,1-17 - anachôreô (uitwijken) In 9 verzen bij Matteüs, zie Mt 2,12 : Mt 2,1-12 -
Het hoofdwerkwoord wordt voorafgegaan door een participiumzin. Meestal komt
eerst het participium, dikwijls gevolgd door het partikel de (echter), en dan
gevolgd door het onderwerp. Zie hieronder bij gnous (gekend) of bij akousas
(gehoord) - akousas
(gehoord). In 9 verzen bij Matteüs, zie Mt 4,12 : Mt
4,12-17 - of bij anechôrèsen (hij week uit) - anachôreô
(uitwijken) In 9 verzen bij Matteüs, zie Mt 2,12 : Mt
2,1-12 - .
1. | 2. | 3. | 4. |
Mt 12,15 | Mt 16,8 | Mt 22,18 | Mt 26,10 |
Ho de Ièsous (Jezus echter) | |||
gnous (gekend) | gnous de (gekend echter) | gnous de (gekend echter) | gnous de (gekend echter) |
ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) | |
tèn ponèrian autôn (hun slechtheid) | |||
anechôrèsen (week uit) | eipen (zei) | eipen (zei) | eipen (zei) |
ekeithen (daar vandaan) | autois (aan hen) | ||
Tí (wat) + vraag | Tí (wat) + vraag | Tí (wat) + vraag | |
96. Volkstoeloop en genezingen : Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a | 160. Het zuurdeeg van de Farizeeën : Mc 8,14-21 - Mt 16,5-12 | 291. Vraag van de Farizeeën over de belasting aan de keizer : Mc 12,13-17 - Mt 22,15-22 - Lc 20,20-26 | 318. Zalving van Jezus te Betanië : Mc 14,3-9 - Mt 26,6-13 - Lc 7,36-50 - |
Mt 12,16 - Mt 12,16 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [16] And charged them that they should not make him known:
Luther-Bibel . 16 und gebot ihnen, dass sie ihn nicht offenbar machten,
Tekstuitleg van Mt
12,16 .
Mt 8,4 | Mt 12,16 epetimèsen , zie Mc 1,25 | Mt 16,20 | Mt 26,63 | Mt 17,9 |
kai (en) | kai (en) | kai (en) | ||
legei (hij zegt) | epetimèsen (hij droeg op / beval / berispte) | epetimèsen (hij droeg op / beval / berispte) | enesteilato (hij gebood) | |
autôi (hem) | autois (hen) | tois mathètais (zijn leerlingen) | autois (hen) | |
ho Ièsous (Jezus) | ho Ièsous (Jezus) legôn (zeggende) | |||
hina (opdat) | hina (opdat) | hina (opdat) | ||
hora (zie - zorg ervoor) | ||||
mèdeni (aan niemand) | mèdeni (aan niemand) | hèmin (aan ons) | mèdeni (aan niemand) | |
mè faneron auton (hem niet bekend) | ||||
eipèis (zegge je iets) | poièsôsin (zouden maken) | eipôsin (zouden zeggen) | eipèis | eipète (zegge je) |
hoti autos ho christos (dat hij de messias is) | ei su ei ho Christos ho huios tou theou (indien jij bent de messias de zoon van God,) | to horama (het visioen) | ||
63. Genezing van een melaatse : Mc 1,40-45 - Mt 8,2-4 - Lc 5,12-16 | 96. Volkstoeloop en genezingen : Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a | 162. Belijdenis van Petrus : Mc 8,27-30 - Mt 16,13-20 - Lc 9,18-21 - | 332. Jezus voor het Sanhedrin : Mc 14,55-64 - Mt 26,59-66 - Lc 22,66-71 - | 168. Verheerlijking van Jezus : Mc 9,2-10 - Mt 17,1-9 - Lc 9,28-36 |
Mt
12,16.2. act. ind. aor. 3de pers. enk. επετιμησεν = epetimèsen (hij beval) van het werkw. επιτιμαω = epitimaô (nadrukkelijk vermanen , 'opdragen' , bevelen , berispen) . Taalgebruik in het NT : epitimaô (opleggen, opdragen) . Taalgebruik in de LXX : epitimaô (opleggen, opdragen) . Het werkwoord heeft een voorvoegsel επι = epi (aan bij, op) wat het werkwoord versterkt . Wellicht omwille van het voorvoegsel volgt op het werkwoord steeds een datief . Bijbel (16) . LXX (2) : (1) Gn 37,10 . (2) Ps 106,9 . NT (14) : (1) Mt 8,26 . (2) Mt 12,16 ( // Mc 3,12 ) . (3) Mt 17,18 . (4) Mt 20,31 . (5) Mc 1,25 ( // Mt 8,26 ) . (6) Mc 4,39 . (7) Mc 8,30 . (8) Mc 8,33 . (9) Mc 9,25 ( // Mt 17,18 ) . (10) Lc 4,35 . (11) Lc 4,39 . (12) Lc 8,24 . (13) Lc 9,42 . (14) Lc 9,55 . Een vorm van επιτιμαω = epitimaô (nadrukkelijk vermanen , 'opdragen' , bevelen , berispen) in de LXX (11) , in het NT (29) , in Mc (9) : (1) Mc 1,25 . (2) Mc 3,12 . (3) Mc 4,39 . (4) Mc 8,30 . (5) Mc 8,32 . (6) Mc 8,33 . (7) Mc 9,25 . (8) Mc 10,13 . (9) Mc 10,48 . In de LXX kan het Griekse werkwoord επιτιμαω = epitimaô (beroep doen op hun eer , nadrukkelijk vermanen , 'opdragen' , bevelen , berispen) de vertaling zijn van 3 verschillende Hebreeuwse werkwoorden .
- De kenletter σ = s geeft act. en mediaal aor. weer . De stamletter α = a wordt verlengd tot η = è . Vandaar : επετιμησεν = epetimèsen (hij beval) .
- Hebreeuws : wa consecutivum + act. qal imperf. 3de pers. mann. enk. וַיִּגְעַר = wajjigë`ar (en hij berispte) van het werkw. גָעַר = gâ`ar (berispen, verwijten, afweren, dreigen) . Taalgebruik in Tenakh : gâ`ar (berispen, verwijten, afweren, dreigen) . Getalwaarde : ghimel = 3 , ajin = 16 of 70 , resj = 20 of 200 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 273 (3 X 7 X 13) . De som van de elementen is telkens 3 . Tenakh (2) : (1) Gn 37,10 . (2) Ps 106,9 . Een vorm van het werkw. גָעַר = gâ`ar in 13 verzen in Tenakh
Mt 12,16.1. - 2.
Mt
12,16.2. - 3. διεστειλατο αυτοις = diesteilato autois (hij beval hen) . Bijbel (4) . LXX (1) : Jdt 11,12 . NT (3) : (1) Mc
5,43 . (2) Mc
7,36 . (3) Mc
9,9 .
- πολλα επετιμα αυτοις = polla epetima autois (vele dingen beval hij hen) . Bijbel (1) : Mc
3,12 .
- επετιμησεν αυτοις = epetimèsen autois (hij deed een beroep op hun eer) . Bijbel = NT (4) : (1) Mt
12,16 . (2) Mt
20,31 . (3) Mc
8,30 . (4) Lc
9,55 .
Mt
12,16.1. - 3. και .. επετιμα αυτοις = polla epetima autois (vele dingen beval hij hen) . Bijbel (1) : Mc
3,12 .
- και διεστειλατο αυτοις = kai diesteilato autois (en hij beval hen) . Bijbel (2) : (1) Mc
5,43 . (2) Mc
7,36 .
- και επετιμησεν αυτοις = kai epetimèsen autois (en hij deed een beroep op hun eer, hij droeg op) . Bijbel = NT (2) : (1) Mt
12,16 . (2) Mc
8,30 .
Mt 12,16.1. - 4. επετιμησεν αυτοις ἱνα = epetimèsen autois hina (hij deed een beroep op hun eer opdat) . Bijbel = NT (3) : (1) Mt 12,16 . (2) Mt 20,31 . (3) Mc 8,30 .
gebod met epetimèsen (hij droeg op, beval): - mèdeni (aan niemand) 3X bij Matteüs - eipèis (je zegge) 2X bij Matteüs -
Mt 12,17 - Mt 12,17 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [17] That it might be fulfilled which was spoken by Esaias
the prophet, saying,
Luther-Bibel . 17 damit erfüllt würde, was gesagt ist durch den Propheten Jesaja,
der da spricht (Jesaja 42,1-4):
Tekstuitleg van Mt 12,17 .
Mt 12,18 - Mt 12,18 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [18] Behold my servant, whom I have chosen; my beloved,
in whom my soul is well pleased: I will put my spirit upon him, and he shall
shew judgment to the Gentiles.
Luther-Bibel . 18 »Siehe, das ist mein Knecht, den ich erwählt habe, und mein
Geliebter, an dem meine Seele Wohlgefallen hat; ich will meinen Geist auf ihn
legen, und er soll den Heiden das Recht verkündigen.
Tekstuitleg van Mt 12,18 .
1. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) o.a. Js 42,1 . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .
3. pais (kind, dienaar) . Taalgebruik in het N.T. : pais (kind, dienaar) . Taalgebruik in de Septuaginta : pais (kind) . Taalgebruik in Lc : pais (kind, dienaar) . Hebr. `èbhèd (dienaar, knecht) . Taalgebruik in Tenach : `èbhèd (dienaar) . Getalwaarde : ayin = 16 of 70 , beth = 2 , daleth = 4 . Totaal : 16 + 2 + 4 of 70 + 2 + 4 = 22 (2 X 11) of 76 (4 X 19) . Structuur : 7 - 2 - 4 . `-b-d in Tenach (115) . Een vorm van pais (kind) in de Septuaginta (470) , in het N.T. (24) . Bijbel (87) . O.T. (78) . Js (10) o.a. Js 42,1 . N.T. (9) . Mt (5) : (1) Mt 8,6 . (2) Mt 8,8 . (3) Mt 8,13 . (4) Mt 12,18 . (5) Mt 17,18 .
Mt 12,19 - Mt 12,19 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [19] He shall not strive, nor cry; neither shall any man
hear his voice in the streets.
Luther-Bibel . 19 Er wird nicht streiten noch schreien, und man wird seine Stimme
nicht hören auf den Gassen;
Tekstuitleg van Mt 12,19 .
Mt 12,20 - Mt 12,20 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [20] A bruised reed shall he not break, and smoking flax
shall he not quench, till he send forth judgment unto victory.
Luther-Bibel . 20 das geknickte Rohr wird er nicht zerbrechen, und den glimmenden
Docht wird er nicht auslöschen, bis er das Recht hinausführt zum Sieg;
Tekstuitleg van Mt 12,20 .
Mt 12,21 - Mt 12,21 : 96. Volkstoeloop en genezingen - Mc 3,7-12 - Mt 12,15-21 - Lc 6,17-20a -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,15 - Mt 12,16 - Mt 12,17 - Mt 12,18 - Mt 12,19 - Mt 12,20 - Mt 12,21 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [21] And in his name shall the Gentiles trust.
Luther-Bibel . 21 und die Heiden werden auf seinen Namen hoffen.«
Tekstuitleg van Mt 12,21 .
117. Genezing van een blinde en een stomme bezetene : Mt 12,22-23 - Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 -
Mt 12,22 - Mt 12,22 : 117. Genezing van een blinde en een stomme bezetene - Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [22] Then was brought unto him one possessed with a devil,
blind, and dumb: and he healed him, insomuch that the blind and dumb both spake
and saw.
Luther-Bibel . 22 Da wurde ein Besessener zu Jesus gebracht, der war blind und
stumm; und er heilte ihn, sodass der Stumme redete und sah.
Tekstuitleg van Mt 12,22 .
1. tote (dan, daarop), zie Mt 2,7 . In 89 verzen bij Matteüs
4. acc. mann. enk. δαιμονιζομενον = daimonizomenon (een demon wordende) van het werkw. δαιμονιζομαι = daimonizomai (bezeten zijn) . Taalgebruik in het NT : daimonizomai (bezeten zijn) . Taalgebruik in de LXX : daimonizomai (bezeten zijn) . Bijbel (2) : (1) Mt 9,32 . (2) Mc 5,15 . Een vorm van het werkw. δαιμονιζομαι = daimonizomai (bezeten zijn) in de LXX (0) , in het NT (13) .
daimonizomenos (een demon wordende) | bijbel | OT | NT | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | Apk | syn. | ev. |
nom. + acc. enk.daimonizomenos | 1 | 1 | 1 : Mt 12,22 . | 1 | 1 | |||||||
gen. enk. daimonizomenou | 1 | 1 | 1 : Joh 10,21 . | 1 | ||||||||
dat. enk. daimonizomenôi | 1 | 1 | 1 : Mc 5,16 . | 1 | 1 | |||||||
acc. enk. daimonizomenon | 3 | 2 | 2 : (1) Mt 9,32 . (2) Mt 12,22 . | 1 : Mc 5,15 . | 2 | 2 | ||||||
nom. + acc. mv. daimonizomenoi | 1 | 1 | 1 : Mc 8,28 . | 1 | 1 | |||||||
gen. mv. daimonizomenôn | 1 | 1 | 1 : Mc 8,33 . | 1 | 1 | |||||||
acc. mv. daimonizomenous | 3 | 3 | 2 : (1) Mt 4,24 . (2) Mt 8,16 . | 1 : Mc 1,32 . | 3 | 3 | ||||||
pass. part. aor. nom. mann. enk. daimonistheis | 2 | 1 : Mc 5,18 . | 1 : Lc 8,36 . | |||||||||
Totaal | 13 | 13 | 7 | 4 | 1 | 1 | 9 | 10 |
Mt 12,23 - Mt 12,23 : 117. Genezing van een blinde en een stomme bezetene - Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -Mt 12,22-23 - Mt 9,32-34 - Lc 11,14 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [23] And all the people were amazed, and said, Is not this
the son of David?
Luther-Bibel . 23 Und alles Volk entsetzte sich und fragte: Ist dieser nicht
Davids Sohn?
Tekstanalyse van Mt 12,23
In het schema onder Mc 16,8 kunnen we zien hoe de zinnen met existanto (zij waren buiten zichzelf) op gelijkaardige wijze zijn opgebouwd .
2. existanto (zij waren buiten zichzelf) . Imperfectum derde persoon meervoud . Verwijzing : existamai (buiten zichzelf zijn , ontsteld / ontzet zijn) , zie Mc 16,8 . In zeven verzen in de bijbel . In één vers in het O.T. , in zes verzen in het N.T. : (1) Gn 43,33 . (2) Mt 12,23 . (3) Mc 6,51 . (4) Lc 2,47 . (5) Hnd 2,7 . (6) Hnd 2,12 . (7) Hnd 9,21 . In alle zinnen staat het vervoegd werkwoord bij het begin van de zin. In één vers (Mt 12,23) wordt het verbindingswoord kai (en) en in vijf verzen het partikel de (echter) gebruikt. In vier verzen wordt pantes (alle) in het onderwerp gebruikt . existèmi wordt vertaald door : buiten zichzelf zijn , versteld staan , verstomd staan , buiten zichzelf raken , van zijn stuk brengen van zijn stuk gebracht worden . existèmi roept de gedachte op dat men uit zijn evenwicht geraakt , dat het gebeurde niet overeenkomt met wat men over een persoon (personen) dacht en bijgevolg vragen oproept . Bij existèmi wordt het voor-oordeel aan het wankelen gebracht .
118. De Beëlzebubcontroverse : Mt 12,24-30 - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 -
Mt 12,24 - Mt 12,24 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [24] But when the Pharisees heard it, they said, This fellow
doth not cast out devils, but by Beelzebub the prince of the devils.
Luther-Bibel . 24 Aber als die Pharisäer das hörten, sprachen sie: Er treibt
die bösen Geister nicht anders aus als durch Beelzebul, ihren Obersten.
Tekstuitleg van Mt 12,24 .
1. hoi (de) . Verwijzing : lidwoord , zie Mt 28,18 . Bepaald lidwoord nominatief mannelijk meervoud . Bijbel (4230) . O.T. (3257) . N.T. (973) . Mt (196) . Mc (101) . Lc (165) . Joh (125) . Brieven (316) . Apk (70) . In 196 verzen bij Mt , zie Mt 2,5 . Mt 1 (0) . Mt 2 (3) . Mt 3 (1) . Mt 4 (3) . Mt 5 (11) . Mt 6 (4) . Mt 7 (8) . Mt 8 (6) . Mt 9 (13) . Mt 10 (3) . Mt 11 (3) . Mt 12 (13) . Mt 13 (10) . Mt 14 (9) . Mt 15 (7) . Mt 16 (5) . Mt 17 (7) . Mt 18 (3) . Mt 19 (5) . Mt 20 (10) . Mt 21 (13) . Mt 22 (10) . Mt 23 (3) . Mt 24 (7) . Mt 25 (5) . Mt 26 (14). Mt 27 (15) . Mt 28 (5) . In dertien verzen in Mt 12 : (1) Mt 12,1 . (2) Mt 12,2 . (3) Mt 12,3 . (4) Mt 12,5 . (5) Mt 12,14 . (6) Mt 12,23 . (7) Mt 12,24 . (8) Mt 12,27 . (9) Mt 12,36 . (10) Mt 12,46 . (11) Mt 12,47 . (12) Mt 12,48 . (13) Mt 12,49 .
- akousantes (gehoord) : participium aorist nominatief mannelijk meervoud zie akousas (gehoord) Mt 4,12 . Met de Farizeeën als onderwerp : Mt 12,24 , Mt 15,12 , Mt 21,45 , Mt 22,34
Mt 12,25 - Mt 12,25 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [25] And Jesus knew their thoughts, and said unto them,
Every kingdom divided against itself is brought to desolation; and every city
or house divided against itself shall not stand:
Luther-Bibel . 25 Jesus erkannte aber ihre Gedanken und sprach zu ihnen: Jedes
Reich, das mit sich selbst uneins ist, wird verwüstet; und jede Stadt oder jedes
Haus, das mit sich selbst uneins ist, kann nicht bestehen.
Tekstuitleg van Mt 12,25 .
Mt 12,25.1. act. part. aor. nom. mann. enk. ειδως = eidôs (wetende) van het werkw. οιδα = oida (ik weet) . Taalgebruik in het NT : oida (ik weet) . Taalgebruik in de LXX : oida (ik weet) . Bijbel (35) . LXX (14) . NT (21) . Joh (5) : (1) Joh 6,61 . (2) Joh 13,1 . (3) Joh 13,3 . (4) Joh 18,4 . (5) Joh 19,28 . Een vorm van οιδα = oida in de LXX (283) , in het NT (321) .
Mt 12,25.1. - 2. ειδως δε = eidôs de (wetende echter) . NT (2) : (1) Mt 12,25 . (2) Joh 6,61 .
Mt 12,25.1. - 4. Variante lezing : ειδως ὁ Ιησους = eidôs ho Ièsous (Jezus wetende) . NT (3) : (1) Joh 13,1 . (2) Joh 13,3 . (3) Joh 19,28 . ειδως δε ὁ Ιησους = eidôs de ho Ièsous (Jezus echter wetende) . NT (2) : (1) Mt 12,25 . (2) Joh 6,61 .
7. act. ind. praes. 3de pers. mv. gamousin (zij huwen) van het werkw. gameô
(huwen) . Taalgebruik in het N.T. : gameô
(huwen) . Taalgebruik in Mc : gameô
(huwen) .
Mc (1) Mc
12,25 .
Mt 12,26 - Mt 12,26 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [26] And if Satan cast out Satan, he is divided against
himself; how shall then his kingdom stand?
Luther-Bibel . 26 Wenn nun der Satan den Satan austreibt, so muss er mit sich
selbst uneins sein; wie kann dann sein Reich bestehen?
Tekstuitleg van Mt 12,26 .
Mt 12,27 - Mt 12,27 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [27] And if I by Beelzebub cast out devils, by whom do your
children cast them out? therefore they shall be your judges.
Luther-Bibel . 27 Wenn ich aber die bösen Geister durch Beelzebul austreibe,
durch wen treiben eure Söhne sie aus? Darum werden sie eure Richter sein.
Tekstuitleg van Mt 12,27 .
Mt 12,28 - Mt 12,28 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [28] But if I cast out devils by the Spirit of God, then
the kingdom of God is come unto you.
Luther-Bibel . 28 Wenn ich aber die bösen Geister durch den Geist Gottes austreibe,
so ist ja das Reich Gottes zu euch gekommen.
Tekstuitleg van Mt 12,28 .
Mt 12,29 - Mt 12,29 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [29] Or else how can one enter into a strong man's house,
and spoil his goods, except he first bind the strong man? and then he will spoil
his house.
Luther-Bibel . 29 Oder wie kann jemand in das Haus eines Starken eindringen
und ihm seinen Hausrat rauben, wenn er nicht zuvor den Starken fesselt? Erst
dann kann er sein Haus berauben.
Tekstuitleg van Mt 12,29 .
Mt 12,30 - Mt 12,30 : 118. De Beëlzebubcontroverse - Mc 3,22-27 -- Mt 12,24-30 - Lc 11,15-23 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,24 - Mt 12,25 - Mt 12,26 - Mt 12,27 - Mt 12,28 - Mt 12,29 - Mt 12,30 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [30] He that is not with me is against me; and he that gathereth
not with me scattereth abroad.
Luther-Bibel . 30 Wer nicht mit mir ist, der ist gegen mich; und wer nicht mit
mir sammelt, der zerstreut.
Tekstuitleg van Mt 12,30 .
119. Laster tegen de Mensenzoon en tegen de Geest : Mt 12,31-32 - Mc 3,28-30 -- Mt 12,31-32 - Lc 12,22-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,31 - Mt 12,32 -
Mt 12,31 - Mt 12,31 : 119. Laster tegen de Mensenzoon en tegen de Geest - Mc 3,28-30 -- Mt 12,31-32 - Lc 12,22-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,31 - Mt 12,32 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [31] Wherefore I say unto you, All manner of sin and blasphemy
shall be forgiven unto men: but the blasphemy against the Holy Ghost shall not
be forgiven unto men.
Luther-Bibel . 31 Darum sage ich euch: Alle Sünde und Lästerung wird den Menschen
vergeben; aber die Lästerung gegen den Geist wird nicht vergeben.
Tekstuitleg van Mt 12,31 .
Mt 12,32 - Mt 12,32 : 119. Laster tegen de Mensenzoon en tegen de Geest - Mc 3,28-30 -- Mt 12,31-32 - Lc 12,22-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,31 - Mt 12,32 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [32] And whosoever speaketh a word against the Son of man,
it shall be forgiven him: but whosoever speaketh against the Holy Ghost, it
shall not be forgiven him, neither in this world, neither in the world to come.
Luther-Bibel . 32 Und wer etwas redet gegen den Menschensohn, dem wird es vergeben;
aber wer etwas redet gegen den Heiligen Geist, dem wird's nicht vergeben, weder
in dieser noch in jener Welt.
Tekstuitleg van Mt 12,32 .
120. Aan de vrucht ken je de boom : Mt 12,33-37 - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 -
Mt 12,33 - Mt 12,33 : 120. Aan de vrucht ken je de boom - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [33] Either make the tree good, and his fruit good; or else
make the tree corrupt, and his fruit corrupt: for the tree is known by his fruit.
Luther-Bibel . 33 Nehmt an, ein Baum ist gut, so wird auch seine Frucht gut
sein; oder nehmt an, ein Baum ist faul, so wird auch seine Frucht faul sein.
Denn an der Frucht erkennt man den Baum.
Tekstuitleg van Mt 12,33 .
Mt 12,34 - Mt 12,34 : 120. Aan de vrucht ken je de boom - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [34] O generation of vipers, how can ye, being evil, speak
good things? for out of the abundance of the heart the mouth speaketh.
Luther-Bibel . 34 Ihr Schlangenbrut, wie könnt ihr Gutes reden, die ihr böse
seid? Wes das Herz voll ist, des geht der Mund über.
Tekstuitleg van Mt 12,34 .
Mt 12,35 - Mt 12,35 : 120. Aan de vrucht ken je de boom - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [35] A good man out of the good treasure of the heart bringeth
forth good things: and an evil man out of the evil treasure bringeth forth evil
things.
Luther-Bibel . 35 Ein guter Mensch bringt Gutes hervor aus dem guten Schatz
seines Herzens; und ein böser Mensch bringt Böses hervor aus seinem bösen Schatz.
Tekstuitleg van Mt 12,35 .
7. gen. mann. enk. thèsaurou van het zelfst. naamw. thèsauros
(schat) . Taalgebruik in het NT : thèsauros
(schat) . Bijbel (4) : (1) Ezr 5,14 . (2) Mt
12,35 (2X) . (3) Mt
13,52 . (4) Lc
6,45 . Een vorm van thèsauros
(schat) in de LXX (93) , in het NT (17) , in Mt (9) : (1) Mt
2,11 . (2) Mt
6,19 . (3) Mt
6,20 . (4) Mt
6,21 . (5) Mt
12,35 (2X) . (6) Mt
13,44 . (7) Mt
13,52 . (8) Mt
19,21 . Het Griekse thèsauros in de LXX is de vertaling van 11 verschillende Hebreeuwse woorden .
- ´ôtsâr (voorraad, schat, schatkamer, arsenaal) . Zie het werkw. ´âtsar (verzamelen, ophopen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âtsar (verzamelen, ophopen) . Getalwaarde : aleph = 1 , tsade = 18 of 90 , resj = 20 of 200 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 291 (3 X 97) . Tenakh (5) : (1) Joz 6,19 . (2) Joz 6,24 . (3) Hos 13,15 . (4) Spr 21,20 . (5) Da
1,2 .
thèsauros in Mt | bijbel | OT | NT | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | Apk | syn. | ev. | P. | A. b. | |
1 | nom. mann. enk. thèsauros | 6 | 4 | 2 | 1 : Mt 6,21 . | 1 : Lc 12,34 . | |||||||||
3 | gen. mann. enk. thèsaurou | 4 | 1 | 3 | 2 : (1) Mt 12,35 (2X) . (2) Mt 13,52 . | 1 : Lc 6,45 . | |||||||||
4 | dat. mann. enk. thèsaurô(i) | 1 | 1 | 1 : Mt 13,44 . | |||||||||||
5 | acc. mann. enk. thèsauron | 16 | 11 | 5 | 1 : Mt 19,21 . | 1 : Mc 10,21 . | 2 : (1) Lc 12,33 . (2) Lc 18,22 . | 1 : 2 Kor 4,7 . | 4 | 4 | 1 | ||||
10 | acc. mann. mv. thèsaurous | 30 | 27 | 3 | 3 : (1) Mt 2,11 . (2) Mt 6,19 . (3) Mt 6,20 . | ||||||||||
8 verzen (9X) |
17. gen. mann. enk. thèsaurou van het zelfst. naamw. thèsauros
(schat) . Taalgebruik in het NT : thèsauros
(schat) . Bijbel (4) : (1) Ezr 5,14 . (2) Mt
12,35 (2X) . (3) Mt
13,52 . (4) Lc
6,45 . Een vorm van thèsauros
(schat) in de LXX (93) , in het NT (17) , in Mt (9) : (1) Mt
2,11 . (2) Mt
6,19 . (3) Mt
6,20 . (4) Mt
6,21 . (5) Mt
12,35 (2X) . (6) Mt
13,44 . (7) Mt
13,52 . (8) Mt
19,21 . Het Griekse thèsauros in de LXX is de vertaling van 11 verschillende Hebreeuwse woorden .
- ´ôtsâr (voorraad, schat, schatkamer, arsenaal) . Zie het werkw. ´âtsar (verzamelen, ophopen) . Taalgebruik in Tenakh : ´âtsar (verzamelen, ophopen) . Getalwaarde : aleph = 1 , tsade = 18 of 90 , resj = 20 of 200 ; totaal : 39 (3 X 13) OF 291 (3 X 97) . Tenakh (5) : (1) Joz 6,19 . (2) Joz 6,24 . (3) Hos 13,15 . (4) Spr 21,20 . (5) Da
1,2 .
thèsauros in Mt | bijbel | OT | NT | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | Apk | syn. | ev. | P. | A. b. | |
1 | nom. mann. enk. thèsauros | 6 | 4 | 2 | 1 : Mt 6,21 . | 1 : Lc 12,34 . | |||||||||
3 | gen. mann. enk. thèsaurou | 4 | 1 | 3 | 2 : (1) Mt 12,35 (2X) . (2) Mt 13,52 . | 1 : Lc 6,45 . | |||||||||
4 | dat. mann. enk. thèsaurô(i) | 1 | 1 | 1 : Mt 13,44 . | |||||||||||
5 | acc. mann. enk. thèsauron | 16 | 11 | 5 | 1 : Mt 19,21 . | 1 : Mc 10,21 . | 2 : (1) Lc 12,33 . (2) Lc 18,22 . | 1 : 2 Kor 4,7 . | 4 | 4 | 1 | ||||
10 | acc. mann. mv. thèsaurous | 30 | 27 | 3 | 3 : (1) Mt 2,11 . (2) Mt 6,19 . (3) Mt 6,20 . | ||||||||||
8 verzen (9X) |
Mt 12,36 - Mt 12,36 : 120. Aan de vrucht ken je de boom - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [36] But I say unto you, That every idle word that men shall
speak, they shall give account thereof in the day of judgment.
Luther-Bibel . 36 Ich sage euch aber, dass die Menschen Rechenschaft geben müssen
am Tage des Gerichts von jedem nichtsnutzigen Wort, das sie geredet haben.
Tekstuitleg van Mt 12,36 .
Mt 12,37 - Mt 12,37 : 120. Aan de vrucht ken je de boom - Mt 12,33-37 - Mc 7,14-23 - Lc 6,43-45 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,33 - Mt 12,34 - Mt 12,35 - Mt 12,36 - Mt 12,37 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [37] For by thy words thou shalt be justified, and by thy
words thou shalt be condemned.
Luther-Bibel . 37 Aus deinen Worten wirst du gerechtfertigt werden, und aus
deinen Worten wirst du verdammt werden.
Tekstuitleg van Mt 12,37 .
121. Het teken van Jona : Mt 12,38-42 - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 -
Mt 12,38 - Mt 12,38 : 121. Het teken van Jona - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [38] Then certain of the scribes and of the Pharisees answered,
saying, Master, we would see a sign from thee.
Luther-Bibel . 38 Da fingen einige von den Schriftgelehrten und Pharisäern an
und sprachen zu ihm: Meister, wir möchten gern ein Zeichen von dir sehen.
Tekstuitleg van Mt 12,38 .
Mt 12,39 - Mt 12,39 : 121. Het teken van Jona - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . But he answered and said unto them, An evil and adulterous
generation seeketh after a sign; and there shall no sign be given to it, but
the sign of the prophet Jonas:
Luther-Bibel . 39 Und er antwortete und sprach zu ihnen: Ein böses und
abtrünniges Geschlecht fordert ein Zeichen, aber es wird ihm kein Zeichen
gegeben werden, es sei denn das Zeichen des Propheten Jona.
Tekstuitleg van Mt 12,39 . Dit vers Mt 12,39 telt 23 woorden en 115 (5 X 23) letters . De getalwaarde van Mt 12,39 is 10073 (7 X 1439) . De tekst van Mt 12,39 is ongeveer dezelfde als die van Mt 16,4 .
1. ho . Verwijzing : lidwoord , zie Mt 28,18 . Bepaald lidwoord . Nominatief mannelijk enkelvoud . Betrekkelijk voornaamwoord , nominatief onzijdig enkelvoud . In 408 verzen bij Matteüs . In zestien verzen in Mt 12 .
Mt 12,40 - Mt 12,40 : 121. Het teken van Jona - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [40] For as Jonas was three days and three nights in the
whale's belly; so shall the Son of man be three days and three nights in the
heart of the earth.
Luther-Bibel . 40 Denn wie Jona drei Tage und drei Nächte im Bauch des Fisches
war, so wird der Menschensohn drei Tage und drei Nächte im Schoß der Erde sein.
Tekstuitleg van Mt 12,40 .
hôsper (zoals) | hôsper (zoals) bij begin van het vers | beeld | 2de woord gar (want) | houtôs (zo) | estai (zal zijn) | i.v.m. de mensenzoon | |
1. | Mt 12,40 . | X | Jona | X | X | X | X |
2. | Mt 13,40 . | X | verzamelen van het onkruid | X | X | bij de voltooiïng van de wereld | |
3. | Mt 20,28 . | X + Mensenzoon | |||||
4. | Mt 24,27 . | X | ster | X | X | X | de komst van de mensenzoon |
5. | Mt 24,37 . | X | Noach | X | X | X | de komst van de mensenzoon |
6. | Mt 25,14 | X | X |
1. hôsper (zoals) .
hôsper (zoals) | bijbel | O.T. | N.T. | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | Apk | syn. | ev. |
243 | 207 | 36 | 10 | 2 | 2 | 3 | 18 | 1 | 12 | 14 |
hôsper (zoals) | Mt | Mc | Lc | syn. | ev. |
in de syn. | 10 : (1) Mt 6,2 . (2) Mt 6,7 . (3) Mt 12,40 . (4) Mt 13,40 . (5) Mt 18,17 . (6) Mt 20,28 . (7) Mt 24,27 , (8) Mt 24,37 . (9) Mt 25,14 . (10) Mt 25,32 . | 2 : (1) Lc 17,24 . (2) Lc 18,11 . | 12 : (1) Mt 12,40 // Lc 11,40 . (2) Mt 20,28 // Mc 10,45 // Lc 22,27 . (3) Mt 24,27 // Lc 17,24 . (4) Mt 24,37 // Lc 17,26 . (5) Mt 25,14 // Lc 19,12 . | 14 |
Bij Matteüs : (1) Mt
6,2 . (2) Mt
6,7 . (5) Mt
18,17 . (6) Mt
20,28 (zoals de mensenzoon) . (9) Mt
25,14 . (10) Mt
25,32 (zoals een herder) .
Hôsper (zoals) ... houtôs (zo) : (3) Mt
12,40 . (4) Mt
13,40 .(7) Mt
24,27 . (8) Mt
24,37 . Er wordt een vergelijking gemaakt tussen een bijbelse situatie (Jona
: Mt
12,40 , Noach : Mt
24,37) of een natuurgegeven (tarwe en onkruid : Mt
13,40 , de zonnestraling : Mt
24,27 ) en een aspect van de mensenzoon . Na houtôs (zo) staat de
indicatief futurum estai (zal zijn) gevolgd door het onderwerp .
Tien gelijkenissen ! Wellicht niet toevallig in Mt .
Mt 12,41 - Mt 12,41 : 121. Het teken van Jona - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [41] The men of Nineveh shall rise in judgment with this
generation, and shall condemn it: because they repented at the preaching of
Jonas; and, behold, a greater than Jonas is here.
Luther-Bibel . 41 Die Leute von Ninive werden auftreten beim Jüngsten Gericht
mit diesem Geschlecht und werden es verdammen; denn sie taten Buße nach der
Predigt des Jona. Und siehe, hier ist mehr als Jona.
Tekstuitleg van Mt 12,41 .
21. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .
Mt 12,42 - Mt 12,42 : 121. Het teken van Jona - (Mt 16,1-4) (Mc 8,11-13) - Mt 12,38-42 - Lc 11,29-32 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12,38 - Mt 12,39 - Mt 12,40 - Mt 12,41 - Mt 12,42 - Mt 12 -- Mt 12,1-8 - Mt 12,9-14 - Mt 12,15-21 - Mt 12,22-23 - Mt 12,24-30 - Mt 12,31-32 - Mt 12,33-37 -- Mt 12,43-45 - Mt 12,46-50 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [42] The queen of the south shall rise up in the judgment
with this generation, and shall condemn it: for she came from the uttermost
parts of the earth to hear the wisdom of Solomon; and, behold, a greater than
Solomon is here.
Luther-Bibel . 42 Die Königin vom Süden wird auftreten beim Jüngsten Gericht
mit diesem Geschlecht und wird es verdammen; denn sie kam vom Ende der Erde,
um Salomos Weisheit zu hören. Und siehe, hier ist mehr als Salomo.
Tekstuitleg van Mt 12,42 .
26. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .
122. Terugkeer van de onreine geest : Mt 12,43-45 - Mt 12,43-45 - Lc 11,24-26 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,43 - Mt 12,44 - Mt 12,45 -
Mt 12,43 - Mt 12,43 : 122. Terugkeer van de onreine geest - Mt 12,43-45 - Lc 11,24-26 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,43 - Mt 12,44 - Mt 12,45 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [43] When the unclean spirit is gone out of a man, he walketh
through dry places, seeking rest, and findeth none.
Luther-Bibel . 43 Wenn der unreine Geist von einem Menschen ausgefahren ist,
so durchstreift er dürre Stätten, sucht Ruhe und findet sie nicht.
Tekstuitleg van Mt 12,43 .
Mt 12,44 - Mt 12,44 : 122. Terugkeer van de onreine geest - Mt 12,43-45 - Lc 11,24-26 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,43 - Mt 12,44 - Mt 12,45 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [44] Then he saith, I will return into my house from whence
I came out; and when he is come, he findeth it empty, swept, and garnished.
Luther-Bibel . 44 Dann spricht er: Ich will wieder zurückkehren in mein Haus,
aus dem ich fortgegangen bin. Und wenn er kommt, so findet er's leer, gekehrt
und geschmückt.
Tekstuitleg van Mt 12,44 .
Mt 12,45 - Mt 12,45 : 122. Terugkeer van de onreine geest - Mt 12,43-45 - Lc 11,24-26 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,43 - Mt 12,44 - Mt 12,45 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [45] Then goeth he, and taketh with himself seven other
spirits more wicked than himself, and they enter in and dwell there: and the
last state of that man is worse than the first. Even so shall it be also unto
this wicked generation.
Luther-Bibel . 45 Dann geht er hin und nimmt mit sich sieben andre Geister,
die böser sind als er selbst; und wenn sie hineinkommen, wohnen sie darin; und
es wird mit diesem Menschen hernach ärger, als es vorher war. So wird's auch
diesem bösen Geschlecht ergehen.
Tekstuitleg van Mt 12,45 .
- paralambanô (bij zich nemen. 5X bij Matteüs) -
123. Jezus'ware verwanten : Mt 12,46-50 - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 -
Mt 12,46 - Mt 12,46 : 123. Jezus'ware verwanten - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [46] While he yet talked to the people, behold, his mother
and his brethren stood without, desiring to speak with him.
Luther-Bibel . 46 Als er noch zu dem Volk redete, siehe, da standen seine Mutter
und seine Brüder draußen, die wollten mit ihm reden.
Tekstuitleg van Mt 12,46 .
6. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .
Mt 12,47 - Mt 12,47 : 123. Jezus'ware verwanten - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [47] Then one said unto him, Behold, thy mother and thy
brethren stand without, desiring to speak with thee.
Luther-Bibel . 47 Da sprach einer zu ihm: Siehe, deine Mutter und deine Brüder
stehen draußen und wollen mit dir reden.
Tekstuitleg van Mt 12,47 .
5. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .
Mt 12,48 - Mt 12,48 : 123. Jezus'ware verwanten - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . But he answered and said unto him that told him, Who is
my mother? and who are my brethren?
Luther- Bibel . 48 Er antwortete aber und sprach zu dem, der es ihm ansagte:
Wer ist meine Mutter und wer sind meine Brüder?
Tekstuitleg van Mt 12,48 . Dit vers Mt 12,48 telt 18 (2 X 3 X 3) woorden en 74 (2 X 37) letters . De getalwaarde van Mt 12,48 is 7960 (2 X 2 X 2 X 5 X 199) .
Mt 12,49 - Mt 12,49 : 123. Jezus'ware verwanten - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [49] And he stretched forth his hand toward his disciples,
and said, Behold my mother and my brethren!
Luther-Bibel . 49 Und er streckte die Hand aus über seine Jünger und sprach:
Siehe da, das ist meine Mutter und das sind meine Brüder!
Tekstuitleg van Mt 12,49 .
11. idou (zie) . Taalgebruik in het N.T. : idou (zie) . Taalgebruik in LXX : idou (zie) . Taalgebruik in Tenach : hinneh (zie) . Taalgebruik in Mt : idou (zie) . Lat. ecce . E. behold. D. Siehe . Fr. voici < vois ici . idou (zie) in de LXX (1145) , in het N.T. (200) . Js (73) . Mt (59) . Mt 12 (8) : (1) Mt 12,2 . (2) Mt 12,10 . (3) Mt 12,18 . (4) Mt 12,41 . (5) Mt 12,42 . (6) Mt 12,46 . (7) Mt 12,47 . (8) Mt 12,49 .
Mt 12,50 - Mt 12,50 : 123. Jezus'ware verwanten - Mc 3,31-35 -- Mt 12,46-50 - Lc 8,19-21 -- bijbeloverzicht -- bijbelverwijzingen -- Mt (Matteüs) -- Mt 12 -- Mt 12,46 - Mt 12,47 - Mt 12,48 - Mt 12,49 - Mt 12,50 - | ||||||||||||||||
|
King James Bible . [50] For whosoever shall do the will of my Father which
is in heaven, the same is my brother, and sister, and mother.
Luther-Bibel . 50 Denn wer den Willen tut meines Vaters im Himmel, der ist mir
Bruder und Schwester und Mutter.
Tekstuitleg van Mt 12,50 .
1. Bijbel (47) . LXX (24) . Pentateuch (17) . NT (23) . Mt (16) . Mc (0) .
6. nom. en acc. onz. enk. θελημα = thelèma (wil) . Taalgebruik in het NT : thelèma (wil) . Taalgebruik in de LXX : thelèma (wil) . Mt (6) : (1) Mt 6,10 . (2) Mt 7,21 . (3) Mt 12,50 . (4) Mt 18,14 . (5) Mt 21,31 . (6) Mt 26,42 .
thelèma (wil) | bijbel | OT | NT | Mt | Mc | Lc | Joh | Hnd | Br. | Apk | syn.. | ev. | |
1 | nom. + acc. enk. thelèma | 60 | 23 | 37 | 6 | 1 | 2 | 7 | 2 | 18 | 1 | 9 | 16 |
Totaal | 86 | 30 | 56 | 6 | 1 | 3 | 8 | 2 | 35 | 1 | 10 | 18 |
In het onzevader (Mt
6,10) : γενηθητω το θελημα σου = genèthèto to thelèma sou (uw wil geschiede) .
Evenzo bij de tweede smeekbede van Jezus in de hof van Olijven (Mt
26,42).
- In 3 van de 4 overblijvende verzen wordt θελημα = thelèma gebruikt
in combinatie met het werkwoord poieô (doen, handelen) en met de genitief
patros (van de Vader) :
(1) Mt 7,21 - Mt
7,21-23 - : all' ho poiôn to thelèma tou patros mou tou en
tois ouranois (maar wie doet de wil van mijn vader in de hemel)
(2) Mt 12,50 - Mt
12,46-50 - : hostis gar poièsèi to thelèma tou patros
mou tou en tois ouranois (wie immers doet de wil van mijn vader in de hemel)
(3) Mt 21,31 - Mt
21,28-32 - : tis ek tôn duo epoièsen to thelèma tou
patros (wie van de twee deed de wil van de vader?)
Rest nog Mt 18,14 - Mt
18,10-14 - : houtôs ouk estin thelèma emprosthen tou patros
humôn tou en tois ouranois : is de wil in het aanschijn van de vader in
de hemel niet zo dat... In twee verzen bij lucas : (1) Lc
12,47 . (2) Lc
22,42 .