LUCASEVANGELIE , EENENTWINTIGSTE HOOFDSTUK , LC 21 -
- Structuur -- Taalgebruik -- Commentaar -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 - Lc 21,25-28 - Lc 21,34-36 -

- Bibliografie - Literatuur - Liturgisch gebruik - Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken - Overzicht van deze website -

Tekstuitleg - Lc 21,1-4 - Lc 21,5-7 - Lc 21,8-11 - Lc 21,12-19 - Lc 21,20-24 - Lc 21,25-28 - Lc 21,29-31 - Lc 21,32-33 - Lc 21,34-36 -
Uitleg hoofdstuk per hoofdstuk : Lc 1 - Lc 2 - Lc 3 - Lc 4 - Lc 5 - Lc 6 - Lc 7 - Lc 8 - Lc 9 - Lc 10 - Lc 11 - Lc 12 - Lc 13 - Lc 14 - Lc 15 - Lc 16 - Lc 17 - Lc 18 - Lc 19 - Lc 20 - Lc 21 - Lc 22 - Lc 23 - Lc 24 -
Uitleg vers per vers - Lc 21,1 - Lc 21,2 - Lc 21,3 - Lc 21,4 - Lc 21,5 - Lc 21,6 - Lc 21,7 - Lc 21,8 - Lc 21,9 - Lc 21,10 - Lc 21,11 - Lc 21,12 - Lc 21,13 - Lc 21,14 - Lc 21,15 - Lc 21,16 - Lc 21,17 - Lc 21,18 - Lc 21,19 - Lc 21,20 - Lc 21,21 - Lc 21,22 - Lc 21,23 - Lc 21,24 - Lc 21,25 - Lc 21,26 - Lc 21,27 - Lc 21,28 - Lc 21,29 - Lc 21,30 - Lc 21,31 - Lc 21,32 - Lc 21,33 - Lc 21,34 - Lc 21,35 - Lc 21,36 - Lc 21,37 - Lc 21,38 -

- Hebreeuws OF modern Hebreeuws (NT) : http://wwwlexilogoscom/bible_multilinguehtm Hebreeuws OF modern Hebreeuws (NT)
- Griekse tekst : http://wwwgreekbiblecom/indexphp Griekse tekst
- Aramees - Peshitta NT : http://wwwlexilogoscom/bible_multilinguehtm Aramees - Peshitta
- Vulgata : http://wwwintratextcom/IXT/LAT0001/_PUWHTM Vulgata
- Statenvertaling : http://wwwstatenvertalingnet/bijbel/luka/21html Statenvertaling
- Willibrordvertaling : http://wwwwillibrordbijbelnl/?p=page&i=66660%2C66697&wbv=on&nbv=on Willibrordvertaling
- De Nieuwe Vertaling : http://wwwwillibrordbijbelnl/?p=page&i=66660%2C66697&wbv=on&nbv=on De Nieuwe Vertaling
- De Naardense bijbel : http://naardensebijbelnl/zoekphp De Naardense bijbel
- Bible de Jérusalem : http://wwwlexilogoscom/bible_multilinguehtm Bible de Jérusalem
- King James Bible : http://quodlibumichedu/cgi/k/kjv/kjv-idx?type=DIV1&byte=4609530 King James Bible
- Luther Bibel : http://wwwdie-bibelde/online-bibeln/luther-bibel-1984/bibeltext/bibel/text/lesen/stelle/52/210001/219999/ch/e345a503d9daf2c6fdde3af21d834e95/ Luther Bibel
- Arabisch :http://wwwlexilogoscom/bible_multilinguehtm Arabisch


ZOEKEN OP DEZE WEBSITE
PicoSearch
  Hulp
Verzorgd door PicoSearch
 
1 LXX , Griekse tekst NT   2 Vulgata   3 Synopsis Denaux - Vervenne  4 Statenvertaling   5 Willibrordvertaling   6 Nieuwe Vertaling   7 Naardense vertaling , zie
8 Bible de Jérusalem 9 Statenvertaling   10 King James Bible  - King James Bible 11 Luther-Bibel        

WEDERKERIGHEID (DIVERSITEIT - VICE VERSA) Meer info : Arseen De Kesel Email: arseendekesel@pandorabe
websitenamen : http://userstelenetbe/arseendekesel/ en http://wwwinterlevensbeschouwelijkbe/indexhtm
- STARTPAGINA -- BIJ DE HAND -
ALFABETISCH OVERZICHT VAN THEMA'S EN WEBSITES :
- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
OF (met aanvullingen) : - A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z
HOOFDTHEMA'S : - Arabisch , allochtonen , Aramees , armoede , bahá'í ,  bezinningsteksten , bijbel , bijbel en koran , boeddhisme , christendom , extreemrechts ( Vlaams Blok ) , fundamentalisme , getallen , globalisering en antiglobalisering , Grieks , Hebreeuws ,  hindoeïsme , interlevensbeschouwelijke dialoog , interreligieuze meditatie , islam , jodendom , koran , Latijn , levensbeschouwing , levensbeschouwing / godsdienst en onderwijs , racisme , samenleving , sikhisme , spiritualiteit , tewerkstelling van allochtonen , vluchtelingen en asielzoekers , vrijzinnigheid , witte scholen , multiculturele scholen en concentratiescholen , Eigen-zinnige beschouwingen , Het kleine of grote ongenoegen

Woordenschat
Bibliografie
Literatuur
Liturgisch gebruik

Overzicht van de bijbelboeken - bijbeloverzicht -- taalgebruik -
- OT : Gn (Genesis) , Ex (Exodus) , Lv (Leviticus) , Nu (Numeri) , Dt (Deuteronomium) , Joz (Jozua) , Re (Rechters) , Rt (Ruth) , 1 S (1 Samuël) , 2 S (2 Samuël) , 1 K (1 Koningen) , 2 K (2 Koningen) , 1 Kr ( 1 Kronieken) , 2 Kr (2 Kronieken) , Ezr (Ezra) , Neh (Nehemia) , Tob (Tobia) , Jdt (Judith) , Est (Esther) , 1 Mak (1 Makkabeeën) , 2 Mak (2 Makkabeeën) , Job , Ps (Psalmen ) , Spr (Spreuken) , Pr (Prediker) , Hl (Hooglied) , W (Wijsheid) , Sir (Sirach) , Js (Jesaja) , Jr (Jeremia) , Kl (Klaagliederen) , Bar (Baruch) , Ez (Ezechiël) , Da (Daniël) , Hos (Hosea) , Jl (Joël) , Am (Amos) , Ob (Obadja) , Jon (Jona) , Mi (Micha) , Nah (Nahum) , Hab (Habakuk) , Sef (Sefanja) , Hag (Haggai) , Zach (Zacharia) , Mal (Maleachi)
- NT : Mt (Matteüs) - Mc (Marcus) - Lc (Lucas) - Joh (Johannes) - Hnd (Handelingen) , Rom (Rome) , 1 Kor (Korinte) , 2 Kor (Korinte) , Gal (Galatië) , Ef (Efese) , Fil (Filippi) , Kol (Kolosse) , 1 Tes (Tessalonika) , 2 Tes (Tessalonika) , 1 Tim (Timoteüs) , 2 Tim (Timoteüs) , Tit (Titus) , Film (Filemon) , Heb (Hebreeën) , Jak (Jakobus) , 1 Pe (Petrus) , 2 Pe (Petrus) , 1 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , 2 Joh (Johannes) , Jud (Judas) , Apk (Apokalyps)
Overzicht van de bibliografie van de bijbelboeken : - bibliografie bijbel - bibliografie van het Oude Testament - bibliografie Matteüsevangelie - bibliografie Marcusevangelie - bibliografie Lucasevangelie - bibliografie van het Johannesevangelie - bibliografie van het Nieuwe Testament (behalve evangeliën)

In hun synopsis van de eerste drie evangeliën (Leuven, Vlaamse Bijbelstichting, 1986; Turnhout, Brepols, ) onderscheiden Adelbert Denaux en Marc Vervenne volgende pericopen in het eenentwintigste hoofdstuk van het Lucasevangelie :
298 De penningen van de weduwe : Mc 12,41-44 - Lc 21,1-4 -
299 Inleiding tot de eschatologische rede : Mc 13,1-4 - Mt 24,1-3 - Lc 21,5-7 -
300 Het begin van het einde : Mc 13,5-8 - Mt 24,4-8 - Lc 21,8-11 -
301 Gedrag bij vervolgingen : Mc 13,9-13 - Mt 24,9-14 - Lc 21,12-19
302 De gruwel van de verwoesting van Judea : Mc 13,14-20 - Mt 24,15-22 - Lc 21,20-24 -
305 De komst van de Mensenzoon : Mc 13,24-27 - Mt 24,29-31 - Lc 21,25-28 -
306 Gelijkenis van de vijgeboom : Mc 13,28-29 - Mt 24,32-33 - Lc 21,29-31 -
307 De tijd van het einde : Mc 13,30-32 - Mt 24,34-36 - Lc 21,32-33 -
309 Slot van de eschatologische rede (Lc): Oproep tot waakzaamheid : Lc 21,34-36 - Mc 13,33-37 - Mt 25,1-13a -

298 De penningen van de weduwe : Lc 21,1-4 - Mc 12,41-44 - Lc 21,1-4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,1 - Lc 21,2 - Lc 21,3 - Lc 21,4 -

Lc 21,1 - Lc 21,1 : 298 De penningen van de weduwe - Mc 12,41-44 - Lc 21,1-4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,1 - Lc 21,2 - Lc 21,3 - Lc 21,4 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
1Ἀναβλέψας δὲ εἶδεν τοὺς βάλλοντας εἰς τὸ γαζοφυλάκιον τὰ δῶρα αὐτῶν πλουσίους 1 respiciens autem vidit eos qui mittebant munera sua in gazofilacium divites   1 En opziende, zag Hij de rijken hun gaven in de schatkist werpen [1] Hij keek toe hoe de rijken hun gaven in de offerkist wierpen   [1] Toen hij opkeek, zag hij hoe rijken hun giften in de offerkist kwamen werpen   1 ¶ Als hij opkijkt ziet hij de rijken hun gaven in de schatbewaarkist werpen;   1 Levant les yeux, il vit les riches qui mettaient leurs offrandes dans le Trésor  

King James Bible [1] And he looked up, and saw the rich men casting their gifts into the treasury
Luther-Bibel 21 1 Er blickte aber auf und sah, wie die Reichen ihre Opfer in den Gotteskasten einlegten

Tekstuitleg van Lc 21,1 Het vers Lc 21,1 telt 12 (2² X 3) woorden en 65 (5 X 13) letters De getalwaarde van het vers Lc 21,1 is 8641 (priemgetal) De korte perikope heeft met offeren te maken 'Opgekeken zag hij' vinden we oa 2X in Gn 22 , het offer van Isaak Wordt Gn 22 de achtergrondmelodie van de laatste hoofdstukken van Lucas ? Gaat het in Gn 22 niet om de totale overgave aan JHWH Is de arme weduwe daarvan niet een voorbeeld ?

Lc 21,11 act ind futurum 2de pers enk + act part aor nom mann enk αναβλεψας = anablepsas (omhooggeblikt) van het werkw αναβλεπω = anablepô (naar boven / omhoog blikken , opkijken) Taalgebruik in het NT : anablepô (naar boven blikken) Taalgebruik in de LXX : anablepô (naar boven blikken) Taalgebruik in Mc : anablepô (naar boven blikken) Bijbel (22) : (1) Gn 13,14 (2) Gn 18,2 (3) Gn 22,4 (4) Gn 22,13 (5) Gn 24,63 (6) Gn 32,2 (7) Gn 33,1 (8) Gn 33,5 (9) Gn 43,29 (10) Dt 3,27 (11) Dt 4,19 (12) Joz 5,13 (13) Re 19,17 (14) Job 22,26 (15) Da 8,3 (16) Mt 14,19 (17) Mc 6,41 (18) Mc 7,34 (19) Mc 8,24 (20) Lc 9,16 (21) Lc 19,5 (22) Lc 21,1 Een vorm van αναβλεπω = anablepô (naar boven / omhoog blikken, opkijken) in de LXX (35) , in het NT (25) , in Mt (3) : (1) Mt 11,5 (2) Mt 14,19 (3) Mt 20,34 ; in Mc (6) : (1) Mc 6,41 (2) Mc 7,34 (3) Mc 8,24 (4) Mc 10,52 (5) Mc 10,51 (6) Mc 16,4 ; in Lc (7) : (1) Lc 7,22 (2) Lc 9,16 (3) Lc 18,41 (4) Lc 18,42 (5) Lc 18,43 (6) Lc 19,5 (7) Lc 21,1
- Hebreeuws verbindingsprefix waw (en) + act qal imperf 3de pers mann enk וַיִּשָּׂא = wajjishshâ´ (en hij hief op) van het werkw נָשָׂא = nâshâ´ (dragen, opnemen, verheffen) Taalgebruik in Tenakh : nâshâ´ (dragen, opnemen, verheffen) Getalwaarde : nun = 14 of 50 , shin = 21 of 300 , aleph = 1 ; totaal : 36 (2² X 3²) OF 351 (3³ X 13) Structuur : 5 - 3 - 1 De som van de elementen is telkens 9 נָשָׂא = nâshâ´ wordt gebruikt in uitdrukkingen als de tenten opbreken , een rijdier bestijgen , de ogen opslaan , zijn stem verheffen , zijn voeten opheffen (= voortgaan) Tenakh (42) Pentateuch (25) Eerdere Profeten (11) Latere Profeten (1) 12 Kleine Profeten (0) Geschriften (5) Gn (14) : (1) Gn 13,10 (2) Gn 18,2 (3) Gn 22,4 (4) Gn 22,13 (5) Gn 24,63 (6) Gn 27,38 (7) Gn 29,1 (8) Gn 29,11 (9) Gn 31,17 (10) Gn 33,1 (11) Gn 33,5 (12) Gn 40,20 (13) Gn 43,29 (14) Gn 43,34 Ex (2) : (1) Ex 10,19 (2) Ex 12,34 Lv (1) Lv 9,22

Lc 21,12 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

Lc 21,11 - 2 αναβλεψας δε = anablepsas de (opgekeken echter) NT (1) : Lc 21,1
- και αναβλεψας = kai anablepsas (en opgekeken) NT (2) : (1) Mc 7,34 (2) Mc 8,24

Lc 21,13 act ind aor 3de pers enk ειδεν = eiden (hij zag) Taalgebruik in het NT : eiden (hij zag) Aoristvorm van ὁραω = horaô (zien) Taalgebruik in de LXX : eiden (hij zag) Taalgebruik in Lc : eiden (hij zag) Lc (4) : (1) Lc 5,2 (2) Lc 15,20 (3) Lc 21,1 (4) Lc 21,2 Een vorm van ειδον / ειδεν = eidon / eiden in het NT (336) , in Lc (64)

  zien  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  ind aor 3de pers enk eiden  262  220  42  10  12  19  26     

- Lat videre Fr voir Ned zien E to see D sehen Arabisch : رَاهَ = ra´â (zien) Taalgebruik in de Qoran : ra´â (zien)

2 - 3 δε ειδεν = de eiden (echter hij zag) NT (1) : Lc 21,1

1 - 3 αναβλεψας δε ειδεν = anablepsas de eiden (opgekeken echter hij zag) NT (1) : Lc 21,1
- Hebreeuws וַיִּשָּׂא () אֶת עֵינָיו וַיַּרְא = wajjishshâ´ () `e(j)nâ(j)w = wajjishshâ´ = en hij verhief zijn ogen en hij zag Tenakh (7) : (1) Gn 13,10 (2) Gn 22,4 (3) Gn 22,13 (4) Gn 33,5 (5) Nu 24,2 (6) 2 S 18,24 (7) 1 Kr 21,16

Lc 21,16 εις = eis (naar) Taalgebruik in het NT : eis (naar) Taalgebruik in de LXX : eis (naar) Taalgebruik in Lc : eis (naar) Voorzetsel van richting Lc (210) Lc 21 (7) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,4 (3) Lc 21,12 (4) Lc 21,13 (5) Lc 21,21 (6) Lc 21,24 (7) Lc 21,37

eis (naar)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  6930  5336  1594  215  151  210  181  260  504  73  576  757  427  77 

eis  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  210  12  12  4 11  10  7 9 17 16  11 6 6 5 9 7 7 9 10 1 7 13 4 11

- Lat in Fr vers (versus : gedraaid , gekeerd ; vertere : tourner , draaien) E for Ned naar D nach

Lc 21,112 acc mann mv πλουσιους = plousious (rijken) van het bijvoegl naamw πλουσιος = plousios (rijk) Taalgebruik in het NT : plousios (rijk) Taalgebruik in de LXX : plousios (rijk) Bijbel (5) : (1) Js 53,9 (2) Lc 14,12 (3) Lc 21,1 (4) Jak 2,5 (5) Apk 13,16 Een vorm van πλουσιος = plousios in de LXX (56) , in het NT (28) , in Lc (11)


Lc 21,2 - Lc 21,2 : 298 De penningen van de weduwe - Mc 12,41-44 - Lc 21,1-4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,1 - Lc 21,2 - Lc 21,3 - Lc 21,4 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
2εἶδεν δέ τινα χήραν πενιχρὰν βάλλουσαν ἐκεῖ λεπτὰ δύο, 2 vidit autem et quandam viduam pauperculam mittentem aera minuta duo     2 En Hij zag ook een zekere arme weduwe twee kleine penningen daarin werpen [2] Ook zag Hij een arme weduwe die er een paar muntjes* in deed   [2] Hij zag ook dat een arme weduwe er twee muntjes in gooide,   2 maar hij ziet ook een behoeftige weduwe er twee penningen inwerpen,   2 Il vit aussi une veuve indigente qui y mettait deux piécettes,  

King James Bible [2] And he saw also a certain poor widow casting in thither two mites
Luther-Bibel 2 Er sah aber auch eine arme Witwe, die legte dort zwei Scherflein ein

Tekstuitleg van Lc 21,2 Het vers Lc 21,2 telt 10 (2 X 5) woorden en 47 (priemgetal) letters De getalwaarde van Lc 21,2 is 3794 (2 X 7 X 271)

Lc 21,21 act ind aor 3de pers enk ειδεν = eiden (hij zag) Taalgebruik in het NT : eiden (hij zag) Aoristvorm van ὁραω = horaô (zien) Taalgebruik in de LXX : eiden (hij zag) Taalgebruik in Lc : eiden (hij zag) Lc (4) : (1) Lc 5,2 (2) Lc 15,20 (3) Lc 21,1 (4) Lc 21,2 Een vorm van ειδον / ειδεν = eidon / eiden in het NT (336) , in Lc (64)

  zien  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  ind aor 3de pers enk eiden  262  220  42  10  12  19  26     

- Ned : zien Arabisch : رَاهَ = ra´â (zien) Taalgebruik in de Qoran : ra´â (zien) D : sehen , schauen E : to see Fr : voir Gr : ειδεν = eiden (hij zag) Taalgebruik in het NT : eiden (hij zag) Aoristvorm van ὁραω = horaô (zien) Hebreeuws : רָאָה = râ´âh (zien, verschijnen) Taalgebruik in Tenakh : râ´âh (zien) Lat : vide

Lc 21,22 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

Lc 21,21 - 2 ειδεν δε = eiden de (hij zag echter) NT (1) : Lc 21,2
- και ειδεν = kai eiden de (en hij zag) NT (10) : (1) Mt 3,16 (2) Mc 6,48 (3) Lc 5,2 (4) Joh 8,56 (5) Joh 20,8 (6) Hnd 3,9 (7) Hnd 8,39 (8) Hnd 9,12 (9) Hnd 13,36 (10) Apk 12,13

Lc 21,29 δυο = duo (twee) Telwoord Taalgebruik in het NT : telwoorden Taalgebruik in de LXX : telwoorden Taalgebruik in Lc : telwoorden Lc (25) : (1) Lc 2,24 (2) Lc 3,11 (3) Lc 5,2 (4) Lc 7,18 (5) Lc 7,41 (6) Lc 9,3 (7) Lc 9,13 (8) Lc 9,16 (9) Lc 9,30 (10) Lc 9,32 (11) Lc 10,1 (12) Lc 10,17 (13) Lc 10,35 (14) Lc 12,6 (15) Lc 12,52 (16) Lc 15,11 (17) Lc 17,34 (18) Lc 17,35 (19) Lc 18,10 (20) Lc 19,29 (21) Lc 21,2 (22) Lc 22,38 (23) Lc 23,32 (24) Lc 24,4 (25) Lc 24,13 Een vorm van δυο = duo in de LXX (694) , in het NT (136) , in Lc (28)

  telwoorden  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  duo  624  509  115  33  14  25  13              

- Hebreeuws שְׂנַיִם = sjënajim (twee) Taalgebruik in Tenakh : sjënajim (twee) Getalwaarde : sjin = 21 of 300 , nun = 14 of 50 , jod = 10 , mem = 13 of 40 ; totaal : 58 (2 X 29) OF 400 (2² X 2² X 5²) De som van de elementen is telkens 4 (2²) Tenakh (76) Stat constr mann mv שְׂנֵי = sjëne(j) (twee) Tenakh (155)
- Ned : twee Arabisch : اِثنَان = ´ithnân (twee) Taalgebruik in de Qoran : ´ithnân (twee) D : zwei E : two Fr : deux Grieks : δυο = duo (twee) Taalgebruik in het NT : telwoorden Hebreeuws : שְׂנַיִם = sjënajim (twee) Taalgebruik in Tenakh : sjënajim (twee) Lat : duo

Lc 21,3 - Lc 21,3 : 298 De penningen van de weduwe - Mc 12,41-44 - Lc 21,1-4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,1 - Lc 21,2 - Lc 21,3 - Lc 21,4 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
3καὶ εἶπεν, Ἀληθῶς λέγω ὑμῖν ὅτι ἡ χήρα αὕτη ἡ πτωχὴ πλεῖον πάντων ἔβαλεν: 3 et dixit vere dico vobis quia vidua haec pauper plus quam omnes misit     3 En Hij zeide: Waarlijk, Ik zeg u, dat deze arme weduwe meer dan allen heeft ingeworpen [3] Hij zei: ‘Om jullie de waarheid te zeggen, die arme weduwe heeft er meer in gegooid dan alle anderen  [3] en hij zei: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer gegeven dan alle anderen   3 en hij zegt: echt waar, ik zeg u: deze arme weduwe heeft er meer ingeworpen dan alle anderen!–  3 et il dit : « Vraiment, je vous le dis, cette veuve qui est pauvre a mis plus qu'eux tous 

King James Bible [3] And he said, Of a truth I say unto you, that this poor widow hath cast in more than they all:
Luther-Bibel 3 Und er sprach: Wahrlich, ich sage euch: Diese arme Witwe hat mehr als sie alle eingelegt

Tekstuitleg van Lc 21,3 Het vers Lc 21,3 telt 14 (2 X 7) woorden en 58 (2 X 29) letters De getalwaarde van Lc 21,3 is 7788 (2² X 3 X 11 X 59)

Lc 21,31, και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,32 act ind aor 3de pers enk ειπεν = eipen (hij zei) van het werkw λεγω = legô (zeggen) Taalgebruik in het NT : legô (zeggen) Taalgebruik in de LXX : legô (zeggen) Taalgebruik in Lc : legô (zeggen) Een vorm van λεγω = legô (zeggen) in de LXX (4610) , in het NT (1318) ; van ειπεν = eipon (ik zei) in de LXX (4608) , in het NT (925) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,8 (4) Lc 21,29

  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
ind aor 3de p enk eipen  3024  2426  598  118  56  223  114  75  397  511 

  legô (zeggen)  eipen Lc   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  act ind aor 3de pers enk eipen 223  11  11  17  12  11  10  13 12  11  18 

- וַיּאֹמֶר = wajjo´mèr (en hij zei) < prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm qal act imperf 3de pers mann enk van het werkw אמר = ´-m-r (zeggen) Taalgebruik in Tenakh : ´âmar (zeggen) Getalwaarde : aleph = 1 , mem = 13 of 40 , resj = 20 of 200 ; totaal : 34 (2 X 17) of 241 (priemgetal) Structuur : 1 - 4 - 2 De som van de elementen is telkens 7 Tenakh (1879) Pentateuch (594) Eerdere Profeten (868) Latere Profeten (120) 12 Kleine Profeten (56) Geschriften (241)
- Lat legere Fr leçon E to say Fr dire D sprechen (spreken) Arabisch : قَالَ = qâla (zeggen) Taalgebruik in de Qoran : qâla (zeggen)


Lc 21,4 - Lc 21,4 : 298 De penningen van de weduwe - Mc 12,41-44 - Lc 21,1-4 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,1 - Lc 21,2 - Lc 21,3 - Lc 21,4 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
4πάντες γὰρ οὗτοι ἐκ τοῦ περισσεύοντος αὐτοῖς ἔβαλον εἰς τὰ δῶρα, αὕτη δὲ ἐκ τοῦ ὑστερήματος αὐτῆς πάντα τὸν βίον ὃν εἶχεν ἔβαλεν 4 nam omnes hii ex abundanti sibi miserunt in munera Dei haec autem ex eo quod deest illi omnem victum suum quem habuit misit     4 Want die allen hebben van hun overvloed geworpen tot de gaven Gods; maar deze heeft van haar gebrek, al den leeftocht, dien zij had, daarin geworpen [4] Want allen gooiden er iets in van hun overvloed, maar zij offerde van haar armoede alles wat ze heeft om van te leven’   [4] Want de anderen hebben iets van hun overvloed geofferd, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze nodig had voor haar levensonderhoud’   4 want die allen hebben uit hun óvervloed iets bij de gaven geworpen, maar zij heeft uit haar gebrek heel de leeftocht die ze nog had erin geworpen!  4 Car tous ceux-lŕ ont mis de leur superflu dans les offrandes, mais elle, de son dénuement, a mis tout ce qu'elle avait pour vivre » 

King James Bible [4] For all these have of their abundance cast in unto the offerings of God: but she of her penury hath cast in all the living that she had
Luther-Bibel 4 Denn diese alle haben etwas von ihrem Überfluss zu den Opfern eingelegt; sie aber hat von ihrer Armut alles eingelegt, was sie zum Leben hatte

Tekstuitleg van Lc 21,4 Het vers Lc 21,4 telt 25 (5²) woorden en 113 letters De getalwaarde van Lc 21,4 is 13754 (2 X 13 X 23²)

Lc 21,41 nom mann + vr mv παντες = pantes (allen) van het bijvoegl naamw πας = pas (ieder, elk, alles) Taalgebruik in het NT : pas (ieder, elk, alles) Taalgebruik in de LXX : pas (ieder, elk, alles) Taalgebruik in Lc : pas (ieder, elk, alles) Lc (25) : (1) Lc 1,63 (2) Lc 1,66 (3) Lc 2,3 (4) Lc 2,18 (5) Lc 2,47 (6) Lc 4,22 (7) Lc 4,26 (8) Lc 6,26 (9) Lc 8,40 (10) Lc 8,52 (11) Lc 9,17 (12) Lc 9,43 (13) Lc 13,3 (14) Lc 13,5 (15) Lc 13,17 (16) Lc 13,27 (17) Lc 14,18 (18) Lc 14,29 (19) Lc 15,1 (20) Lc 19,7 (21) Lc 20,38 (22) Lc 21,4 (23) Lc 22,70 (24) Lc 23,48 (25) Lc 23,49 Een vorm van πας = pas (ieder, elk, alles) in de LXX (6833) , in het NT (1226) In Lc : X vormen in 24 / 24 hoofdstukken en in 149 verzen , in Lc 21 ()

  pas (al) bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br  Apk  syn ev
10 nom m mv pantes 724 558 166 18  15 25 14  33 57 58  72 

- Hebreeuws כל = kl (al) Taalgebruik in Tenakh : kl (al) Getalwaarde : kaph = 11 of 20 , lamed = 12 of 30 ; totaal : 23 OF 50 (2 X 5²) Structuur : 2 - 3 Tenakh (2709) Pentateuch (824) Eerdere Profeten (584) Latere Profeten (505) 12 Kleine Profeten (104) Geschriften (692)
- Lat omnis Ned al E all D allerlei Arabisch : كُلّ = kull (al) Taalgebruik in de Qoran : kull (al)

5 εις = eis (naar) Taalgebruik in het NT : eis (naar) Taalgebruik in de LXX : eis (naar) Taalgebruik in Lc : eis (naar) Voorzetsel van richting Lc (210) Lc 21 (7) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,4 (3) Lc 21,12 (4) Lc 21,13 (5) Lc 21,21 (6) Lc 21,24 (7) Lc 21,37

eis (naar)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  6930  5336  1594  215  151  210  181  260  504  73  576  757  427  77 

eis  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  210  12  12  4 11  10  7 9 17 16  11 6 6 5 9 7 7 9 10 1 7 13 4 11

- Lat in Fr vers (versus : gedraaid , gekeerd ; vertere : tourner , draaien) E for Ned naar D nach

Lc 21,413 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

Lc 21,422 act ind imperf 3de pers enk ειχεν = eichen (hij had) van het werkw εχω = echô (hebben, bezitten) Taalgebruik : echô (hebben, bezitten) in het NT Taalgebruik : echô (hebben, bezitten) in de LXX Taalgebruik : echô (hebben, bezitten) in Lc Lc (4) : (1) Lc 13,6 (2) Lc 15,11 (3) Lc 16,1 (4) Lc 21,4 Hnd (4) : (1) Hnd 2,45 (2) Hnd 4,35 (3) Hnd 9,31 (4) Hnd 18,18 Een vorm van εχω = echô (hebben, bezitten) in de LXX (497) , in het NT (705) , in Lc (77) , in Hnd (44)

echô (hebben, bezitten)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
act indimperf 3de pers enk eichen (hij had)   46  23  23  14  16   

- Lat habere Ned hebben Fr avoir D haben E have



299 Inleiding tot de eschatologische rede : Lc 21,5-7 - Mc 13,1-4 - Mt 24,1-3 - Lc 21,5-7 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,5 - Lc 21,6 - Lc 21,7 -

Lc 21,5 - Lc 21,5 : 299 Inleiding tot de eschatologische rede : Mc 13,1-4 - Mt 24,1-3 - Lc 21,5-7 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,5 - Lc 21,6 - Lc 21,7 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
5Καί τινων λεγόντων περὶ τοῦ ἱεροῦ, ὅτι λίθοις καλοῖς καὶ ἀναθήμασιν κεκόσμηται, εἶπεν, 5 et quibusdam dicentibus de templo quod lapidibus bonis et donis ornatum esset dixit    5 En als sommigen zeiden van den tempel, dat hij met schone stenen en begiftigingen versierd was, zeide Hij: [5] Het* gesprek kwam op de tempel Men zei dat die met fraaie stenen en wijgeschenken was versierd Maar Hij zei:   [5] Toen er gesproken werd over de tempel, over de mooie stenen en wijgeschenken waarmee hij versierd was, zei hij:   5 ¶ Als enkelen zeggen over het heiligdom dat het dan toch maar met fraaie stenen en wijgeschenken is gesierd, zegt hij:  5 Comme certains disaient du Temple qu'il était orné de belles pierres et d'offrandes votives, il dit : 

King James Bible [5] And as some spake of the temple, how it was adorned with goodly stones and gifts, he said,
Luther-Bibel 5 Und als einige von dem Tempel sagten, dass er mit schönen Steinen und Kleinoden geschmückt sei, sprach er:

Tekstuitleg van Lc 21,5 Het vers Lc 21,5 telt 13 woorden en 69 (3 X 23) letters De getalwaarde van Lc 21,5 is 6264 (2³ X 3³ X 29)

Lc 21,51, και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,56 gen onz enk ἱερου = hierou van het zelfst naamw ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in het NT : hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in de LXX : hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in Lc : hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in Hnd : hieron (heiligdom, tempel) Lc (4) : (1) Lc 2,37 (2) Lc 4,9 (3) Lc 21,5 (4) Lc 22,52 Een vorm van ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) in Lc (14) : (1) Lc 2,27 (2) Lc 2,37 (3) Lc 2,46 (4) Lc 4,9 (5) Lc 18,10 (6) Lc 19,45 (7) Lc 19,47 (8) Lc 20,1 (9) Lc 21,5 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38 (12) Lc 22,52 (13) Lc 22,53 (14) Lc 24,53 In Lc : 3 vormen van ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) in 8 hoofdstukken en in 14 verzen In Hnd : 3 vormen van ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) in 10 hoofdstukken en in 25 verzen

  hieron   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
gen onz enk hierou   36  18  18    10  12   
  totaal 109  39  70  10  14  11  25    33  44     

      1 2 3 4 5 6 7 8
  hieron   Lc Lc 2 Lc 4 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 24
nom + acc onz enk hieron   (1) Lc 2,27     (2) Lc 18,10   (3) Lc 19,45          
gen onz enk hierou   (1) Lc 2,37   (2) Lc 4,9         (3) Lc 21,5   (4) Lc 22,52    
dat onz enk hierô(i)   (1) Lc 2,46       (2) Lc 19,47   (3) Lc 20,1   (4) Lc 21,37 (5) Lc 21,38   (6) Lc 22,53   (7) Lc 24,53  
  totaal 14 

Lc 21,510, και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,513act ind aor 3de pers enk ειπεν = eipen (hij zei) van het werkw λεγω = legô (zeggen) Taalgebruik in het NT : legô (zeggen) Taalgebruik in de LXX : legô (zeggen) Taalgebruik in Lc : legô (zeggen) Een vorm van λεγω = legô (zeggen) in de LXX (4610) , in het NT (1318) ; van ειπεν = eipon (ik zei) in de LXX (4608) , in het NT (925) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,8 (4) Lc 21,29

  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
ind aor 3de p enk eipen  3024  2426  598  118  56  223  114  75  397  511 

  legô (zeggen)  eipen Lc   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  act ind aor 3de pers enk eipen 223  11  11  17  12  11  10  13 12  11  18 

- וַיּאֹמֶר = wajjo´mèr (en hij zei) < prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm qal act imperf 3de pers mann enk van het werkw אמר = ´-m-r (zeggen) Taalgebruik in Tenakh : ´âmar (zeggen) Getalwaarde : aleph = 1 , mem = 13 of 40 , resj = 20 of 200 ; totaal : 34 (2 X 17) of 241 (priemgetal) Structuur : 1 - 4 - 2 De som van de elementen is telkens 7 Tenakh (1879) Pentateuch (594) Eerdere Profeten (868) Latere Profeten (120) 12 Kleine Profeten (56) Geschriften (241)
- Lat legere Fr leçon E to say Fr dire D sprechen (spreken) Arabisch : قَالَ = qâla (zeggen) Taalgebruik in de Qoran : qâla (zeggen)


Lc 21,6 - Lc 21,6 : 299 Inleiding tot de eschatologische rede : Mc 13,1-4 - Mt 24,1-3 - Lc 21,5-7 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,5 - Lc 21,6 - Lc 21,7 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
6Ταῦτα ἃ θεωρεῖτε, ἐλεύσονται ἡμέραι ἐν αἷς οὐκ ἀφεθήσεται λίθος ἐπὶ λίθῳ ὃς οὐ καταλυθήσεται 6 haec quae videtis venient dies in quibus non relinquetur lapis super lapidem qui non destruatur     6 Wat deze dingen aangaat, die gij aanschouwt, er zullen dagen komen, in welke niet een steen op den anderen steen zal gelaten worden, die niet zal worden afgebroken [6] ‘Er zal een tijd komen dat van alles wat u daar ziet geen steen op de andere zal blijven; ze worden allemaal neergehaald’   [6] ‘Wat jullie hier zien – er zullen dagen komen waarop geen steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken’   6 dit alles wat ge nu aanschouwt,– er zullen dagen komen waarin geen steen op steen gelaten zal worden die niet zal worden weggebroken  6 « De ce que vous contemplez, viendront des jours oů il ne restera pas pierre sur pierre : tout sera jeté bas »  

King James Bible [6] As for these things which ye behold, the days will come, in the which there shall not be left one stone upon another, that shall not be thrown down
Luther-Bibel 6 Es wird die Zeit kommen, in der von allem, was ihr seht, nicht ein Stein auf dem andern gelassen wird, der nicht zerbrochen werde

Tekstuitleg van Lc 21,6 Het vers Lc 21,6 telt 15 (3 X 5) woorden en 78 (2 X 3 X 13) letters De getalwaarde van Lc 21,6 is 8565 (3 X 5 X 571)

Lc 21,61 nom en acc onz mv ταυτα = tauta (deze dingen) van het aanwijzend voornaamw οὑτος = houtos Taalgebruik in het NT : houtos (deze) Taalgebruik in de LXX : houtos (deze) Taalgebruik in Lc : houtos (deze) Taalgebruik in Hnd : houtos (deze) Lc (46) Lc 21 (5) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,7 (3) Lc 21,9 (4) Lc 21,31 (5) Lc 21,36

    bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  nom + acc onz mv tauta  815  587  228  22 14 46  58 28            

3 act ind praes + imperat praes 2de pers mv θεωρειτε = theôreite (jullie kijken of kijkt) van het werkw θεωρεω = theôreô (kijken) Taalgebruik in het NT : theôreô (kijken) Taalgebruik in de LXX : theôreô (kijken) Bijbel = NT (12) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 24,39 (3) Joh 12,19 (4) Joh 14,19 (5) Joh 16,10 (6) Joh 16,16 (7) Joh 16,17 (8) Joh 16,19 (9) Hnd 3,16 (10) Hnd 19,26 (11) Hnd 25,24 (12) Heb 7,4 Een vorm van θεωρεω = theôreô in de LXX (75) , in het NT (58)

4 ind fut 3de pers mv ελευσονται = eleusontai (zij zullen komen) van het werkw ερχομαι = erchomai (gaan, komen) Taalgebruik in het NT : erchomai (gaan, komen) Taalgebruik in de LXX : erchomai (gaan, komen) Bijbel (14) : (1) Dt 28,15 (2) Dt 28,45 (3) Js 7,19 (4) W 4,20 (5) Mt 9,15 (6) Mt 24,5 (7) Mc 2,20 (8) Mc 13,6 (9) Lc 5,35 (10) Lc 17,22 (11) Lc 21,6 (12) Lc 21,8 (13) Joh 11,48 (14) 2 Pe 3,3 Een vorm van ερχομαι = erchomai (gaan, komen) in de LXX (1054) , in het NT (631) , in Lc (98)

Lc 21,66 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

- Hebr בְּ = bë Fr en Ned in E in D in Fr dans Arabisch : فِي = fi (in) Taalgebruik in de Qoran :

Lc 21,610 nom mann enk λιθος = lithos (steen) Bijbel (33) OT (24) NT (9) (1) Mt 24,2 (2) Mc 13,2 (3) Mc 16,4 (4) Lc 17,2 (5) Lc 21,6 (6) Joh 11,38 (7) Hnd 4,11 (8) 1 Pe 2,7 (9) 1 Pe 2,8 Een vorm van λιθος = lithos in de LXX (306) , in het NT (58) , in Lc (13) : (1) Lc 3,8 (2) Lc 4,3 (3) Lc 4,11 (4) Lc 11,11 (5) Lc 17,2 (6) Lc 19,40 (7) Lc 19,44 (8) Lc 20,17 (9) Lc 20,18 (10) Lc 21,5 (11) Lc 21,6 (12) Lc 22,41 (13) Lc 24,2 In Lc : 7 vormen in 9 hoofdstukken en 13 verzen

      9  
  lithos    Lc 3 Lc 4 Lc 11 Lc 17 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 24
1 nom mann enk lithos        (1) Lc 17,2       (2) Lc 21,6      
gen mann enk lithou                (1) Lc 22,41    
dat mann enk lithô(i)     (1) Lc 4,3         (2) Lc 21,6       
acc mann enk lithon     (1) Lc 4,11 () Lc 11,11     (2) Lc 19,44 (3) Lc 20,17 (4) Lc 20,18        (5) Lc 24,2   
nom mann mv lithoi           (1) Lc 19,40          
gen mann mv lithôn  (1) Lc 3,8                  
dat mann mv lithois              (1) Lc 21,5      
    13  1   1

- Hebreeuws אֶבֶן = ´èbhèn (steen) Taalgebruik in Tenakh : ´èbhèn (steen) Getalwaarde : aleph = 1 , ben = 2 , nun = 14 of 50 ; totaal : 17 OF 53 (priemgetal) Structuur : 1 - 2 - 5 De som van de elementen is telkens 8 Tenakh (67) Pentateuch (15) Eerdere Profeten (16) Latere Profeten (8) 12 Kleine Profeten (5) Geschriften (23)
- Fr pîerre < Lat petra < Gr πετρα = petra E stone D Stein Aramees : אַבְנַא = abhëna´ (steen)

 

Lc 21,611 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei


Lc 21,7 - Lc 21,7 : 299 Inleiding tot de eschatologische rede : Mc 13,1-4 - Mt 24,1-3 - Lc 21,5-7 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,5 - Lc 21,6 - Lc 21,7 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
7Ἐπηρώτησαν δὲ αὐτὸν λέγοντες, Διδάσκαλε, πότε οὖν ταῦτα ἔσται, καὶ τί τὸ σημεῖον ὅταν μέλλῃ ταῦτα γίνεσθαι; 7 interrogaverunt autem illum dicentes praeceptor quando haec erunt et quod signum cum fieri incipient    7 En zij vraagden Hem, zeggende: Meester, wanneer zullen dan deze dingen zijn, en welk is het teken, wanneer deze dingen zullen geschieden? [7] Daarop vroegen ze Hem: ‘Meester, wanneer zal dat plaatsvinden? En wat zal het teken zijn dat dit gaat gebeuren?’   [7] Ze stelden hem toen de vraag: ‘Meester, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we het herkennen?’  7 Ze vragen hem daarnaar en zeggen: leermeester, wanneer zal dat dan zijn, en wat is het téken, wanneer dat alles gaat geschieden?  7 Ils l'interrogčrent alors en disant : « Maître, quand donc cela aura-t-il lieu, et quel sera le signe que cela est sur le point d'arriver ? » 

King James Bible [7] And they asked him, saying, Master, but when shall these things be? and what sign will there be when these things shall come to pass?
Luther-Bibel 7 Sie fragten ihn aber: Meister, wann wird das geschehen? Und was wird das Zeichen sein, wenn das geschehen wird?

Tekstuitleg van Lc 21,7 Het vers Lc 21,7 telt 17 woorden en 88 (8 X 11) letters De getalwaarde van Lc 21,7 is 8741 (priemgetal)

Lc 21,71 act ind aor 3de pers mv επηρωτησαν = epèrôtèsan (zij vroegen) van het werkw επερωταω = eperôtaô ( 'op'-vragen, 'onder'-vragen, bijvragen) Taalgebruik in het NT : eperotaô (epi - erôtaô) Taalgebruik in de LXX : eperotaô (epi - erôtaô) Taalgebruik in Mc : eperotaô (epi - erôtaô) Taalgebruik in Lc : eperotaô (epi - erôtaô) Bijbel (8) : (1) Gn 26,7 (2) Joz 9,14 (3) Re 20,18 (4) Re 20,23 (5) Re 20,27 (6) Js 30,2 (7) Ps 137,3 (8) Jdt 10,12 NT (7) Mt (4) : (1) Mt 12,10 (2) Mt 16,1 (3) Mt 17,10 (4) Mt 22,23 Lc (3) : (1) Lc 20,21 (2) Lc 20,27 (3) Lc 21,7 Een vorm van επερωταω = eperôtaô ( 'op'-vragen, 'onder'-vragen, bijvragen) in de LXX (75) , in het NT (56) , in Mt (8) , in Mc (25) , in Lc (17) : (1) Lc 2,46 (2) Lc 3,10 (3) Lc 3,14 (4) Lc 6,9 (5) Lc 8,9 (6) Lc 8,30 (7) Lc 9,18 (8) Lc 17,20 (9) Lc 18,18 (10) Lc 18,40 (11) Lc 20,21 (12) Lc 20,27 (13) Lc 20,40 (14) Lc 21,7 (15) Lc 22,64 (16) Lc 23,6 (17) Lc 23,9

Lc 21,72 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

1 - 3 - επηρωτησαν αυτον = epèrôtèsan auton (zij vroegen hem) NT (9) : (1) Mt 12,10 (2) Mt 16,1 (3) Mt 17,10 (4) Mt 22,23 (5) Lc 20,21 (6) Lc 20,27 Variante lezing in : (1) Mc 10,2 (2) Mc 10,10 (3) Mc 12,18
- και επηρωτησαν αυτον = kai epèrôtèsan auton (en zij vroegen hem) NT (9) : (1) Mt 12,10 (2) Mt 17,10 (3) Mt 22,23 (4) Lc 20,21 Variante lezing in : (1) Mc 12,18
- επηρωτησαν δε αυτον = epèrôtèsan de auton (zij echter vroegen hem) NT (1) : Lc 21,7

1 - 4 και επηρωτησαν αυτον λεγοντες = kai epèrôtèsan auton legontes (en zij vroegen hem zeggend) NT (3/9) : (1) Mt 12,10 (2) Variante lezing in : Mc 12,18 (3) Lc 20,21
- επηρωτησαν δε αυτον λεγοντες = epèrôtèsan de auton legontes (zij echter vroegen hem zeggend) NT (1) : Lc 21,7

1 - 5 και επηρωτησαν αυτον λεγοντες διδασκαλε = kai epèrôtèsan auton legontes didaskale (en zij vroegen hem zeggend meester) NT (1) Lc 20,21
- επηρωτησαν δε αυτον λεγοντες διδασκαλε = epèrôtèsan de auton legontes didaskale (zij echter vroegen hem zeggend meester) NT (1) : Lc 21,7

Lc 21,714 ὁταν = hotan (telkens wanneer, wanneer, zodra) Taalgebruik in het NT : hotan (telkens wanneer , wanneer, zodra) Taalgebruik in de LXX : hotan (telkens wanneer , wanneer, zodra) Lc (27) : (1) Lc 5,35 (2) Lc 6,22 (3) Lc 6,26 (4) Lc 8,13 (5) Lc 9,26 (6) Lc 11,2 (7) Lc 11,21 (8) Lc 11,24 (9) Lc 11,34 (10) Lc 11,36 (11) Lc 12,11 (12) Lc 12,54 (13) Lc 12,55 (14) Lc 13,28 (15) Lc 14,8 (16) Lc 14,10 (17) Lc 14,12 (18) Lc 14,13 (19) Lc 16,4 (20) Lc 16,9 (21) Lc 17,10 (22) Lc 21,7 (23) Lc 21,9 (24) Lc 21,20 (25) Lc 21,30 (26) Lc 21,31 (27) Lc 23,42 Synoptici : Lc 21 (5) : (1) Mc 13,4 // Lc 21,7 (2) Mc 13,7 :// Lc 21,9 (3) Mt 24,15 // Mc 13,14 // Lc 21,20 (4) Mt 24,32 // Mc 13,28 // Lc 21,30 (5) Mt 24,33 // Mc 13,29 // Lc 21,31

hotan  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
  298  179  119  19  21  27  16  25  67  83 

Lc 21,716 nom en acc onz mv ταυτα = tauta (deze dingen) van het aanwijzend voornaamw οὑτος = houtos Taalgebruik in het NT : houtos (deze) Taalgebruik in de LXX : houtos (deze) Taalgebruik in Lc : houtos (deze) Taalgebruik in Hnd : houtos (deze) Lc (46) Lc 21 (5) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,7 (3) Lc 21,9 (4) Lc 21,31 (5) Lc 21,36

    bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  nom + acc onz mv tauta  815  587  228  22 14 46  58 28            

17 inf aor γινεσθαι = ginesthai (om te gebeuren) van het werkw γινομαι = ginomai (worden, gebeuren) Taalgebruik in de LXX : ginomai (worden) Taalgebruik in het NT : ginomai (worden) Taalgebruik in Lc : ginomai (worden) NT (10) : (1) Lc 21,7 (2) Lc 21,28 (3) Lc 21,36 (4) Hnd 4,30 (5) Hnd 14,3 (6) Hnd 26,22 (7) Hnd 27,33 (8) 1 Kor 7,36 (9) 1 Kor 10,20 (10) Jak 3,10 Een vorm van γινομαι = ginomai in de LXX (2174) , in het NT (667) , in Lc (129)

Lc 21,716 - 17 ταυτα γινεσθαι = tauta ginesthai (dat die dingen gebeuren) NT (1) : Lc 21,7
- ταυτα γενεσθαι = tauta genesthai (dat die dingen gebeurden) NT (2) : (1) Lc 21,9 (2) Joh 3,9

Lc 21,710 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,713 nom + acc onz enk sèmeion (teken) Taalgebruik in het NT : sèmeion (teken) Taalgebruik in Lc : sèmeion (teken) Lat signum Fr signe E sign N teken D Zeichen
Lc (7) : (1) Lc 2,12 (2) Lc 2,34 (3) Lc 11,16 (4) Lc 11,29 (5) Lc 11,30 (6) Lc 21,7 (7) Lc 23,8 Een vorm van sèmeion (teken) in Lc in 9 verzen : (1) Lc 2,12 (2) Lc 2,34 (3) Lc 11,16 (4) Lc 11,29 (5) Lc 11,30 (6) Lc 21,7 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,25 (9) Lc 23,8

We komen dichterbij het einde Het drama voltrekt zich In Lc 20,20-26 komen gezanten (wellicht van de Farizeeën) met een vraag die in Jeruzalem wel gevoelig moet liggen : belasting betalen aan de keizer En de vraag van de Sadduceeën over de verrijzenis kondigt wel heel sterk het einde aan Resultaat van dit alles is : de tegenstanders durven geen vragen meer stellen De vraag in Lc 21,7 komt van de leerlingen en handelt precies over het einde Heel wat uitleg kan je vinden onder Lc 17,20-21 Het uiteindelijk antwoord op die vraag kennen we vanuit Mc 13,33-37 Maar Lukas laat dat weg

Lc 17,20 Lc 21,7 Lc 20, 21  Lc 20,27-28
Eperôtètheis (ondervraagd) epèrôtèsan (Zij ondervroegen) kai epèrôtèsan (rn zij vroegen) Proselthontes de tines tôn Saddoukaiôn epèrôtèsan (Komende echter bij - hem - enige Sadduceeërs, vroegen  
de (echter) de (echter)    
hupo tôn Farisaiôn (door de Farizeeën)      
  auton (hem) auton (hem) auton (hem)
  legontes (zeggende) legontes (zeggende) legontes (zeggende)
  didaskale (meester) didaskale (meester) didaskale (meester)
pote (wanneer) pote (wanneer)    
 apekrithè autois kai eipen (hij antwoordde hen en zei) ho de eipen (hij echter zei)     
 254 Vraag naar de tijd van het Rijk Gods : Lc 17,20-21 - Lc 17,20-21 -  299 Inleiding tot de eschatologische rede : Mc 13,1-4 // Mt 24,1-3 // Lc 21,5-7 - Mc 13,1-4 - Mt 24,1-3 - Lc 21,5-7 -  291 Vraag van de Farizeeën over de belasting aan de keizer : Mc 12,13-17 // Mt 22,15-22 // Lc 20,20-26 - Mc 12,13-17 - Mt 22,15-22 - Lc 20,20-26 -  292 Vraag van de Sadduceeën over de verrijzenis : Mc 12,18-27 // Mt 22,23-33 // Lc 20,27-38 - Mc 12,18-27 - Mt 22,23-33 - Lc 20,27-38 -

 

Lc 21,7                  
epèrôtèsan (Zij ondervroegen)   ho de eipen (hij echter zei)               
de (echter)                  
    blepete (kijk uit)              
auton (hem)   mè (dat jullie niet)       mè (dat jullie niet)      
legontes (zeggende)   planèthète (misleid worden)       poreuthète opisô autôn (achter hen aan zouden gaan)      
didaskale (meester)                  
  kai tí to sèmeion (en wat is het teken)                 
pote (wanneer) hotan (wanneer                
                   
ho kairos (de gunstige tijd - het moment) mellè tauta (dat zou kunnen)   egô eimi (ik ben het) ho kairos (de gunstige tijd - het moment) dei gar tauta (dat moet immers)        
estin (is) ginesthai (gebeuren)      èggiken (is nabij) genesthai prôton (eerst gebeuren)        
                   
                   
                   

De leerlingen spreken hun meester aan met didaskale (leermeester) Dan volgt een dubbelvoudige vraag De eerste vraag bestaat uit vier woorden De tweede vraag bestaat uit een hoofdzin en een bijzin Beide bestaan uit vier woorden De vraagstelling bestaat dus uit 12 woorden; met de aanspreektitel zijn het 13 woorden Wat het aantal lettergrepen betreft : eerste vraag : 7 lettergrepen; tweede vraag, hoofdzin : 6 lettergrepen; bijzin : 9 lettergrepen De aanspreektitel bestaat uit 4 lettergrepen De vraagstelling bestaat dus uit 13 woorden en 26 lettergrepen Wat de woorden betreft : inleidingsformule : 4 De vraag : 1 - 4 - 4 - 4

Lc 17,20b Lc 17,20c Mc 13,33 Mc 13,35 Lc 21,7 Lc 21,7 Lc 21,8 Lc 21,8 Lc 21,9
    Ouk oidate gar (jullie weten immers niet) Ouk oidate gar (jullie weten immers niet)          
         didaskale (leermeester)        
          kai tí to sèmeion (en wat is het teken)       
pote (wanneer)   pote (wanneer) pote (wanneer) pote oun (wanneer dan) hotan (wanneer      
    ho kairos (de gunstige tijd - het moment) ho kurios tès oikias (de heer van het huis) tauta (dat) mellè tauta (dat zou kunnen) egô eimi (ik ben het) ho kairos (de gunstige tijd - het moment) dei gar tauta (dat moet immers)
erchetai (komt) ouk erchetai (komt niet) estin (is) erchetai (komt) estai (zal zijn) ginesthai (gebeuren)    èggiken (is nabij) genesthai prôton (eerst gebeuren)
hè basileia tou theou (het koninkrijk van God) hè basileia tou theou (het koninkrijk van God)              
  meta paratèrèseôs (met waarneming)              
         1 woord; 4 woorden; 4 lettergrepen; 7 lettergrepen  4 woorden; 4 woorden; 6 lettergrepen; 9 lettergrepen : totaal : 13 woorden; 26 lettergrepen      
254 Vraag naar de tijd van het Rijk Gods : Lc 17,20-21 - Lc 17,20-21 -    308 Slot van de eschatologische rede (Mc) : Waakzaamheid bij afwezigheid van de Heer : Mc 13,33-37 - Mc 13,33-37 -    299 Inleiding tot de eschatologische rede : Mc 13,1-4 // Mt 24,1-3 // Lc 21,5-7 - Mc 13,1-4 - Mt 24,1-3 - Lc 21,5-7 -    300 Het begin van het einde : Mc 13,5-8 // Mt 24,4-8 // Lc 21,8-11 - Mc 13,5-8 - Mt 24,4-8 - Lc 21,8-11 -    

 

Lc 17,20b Lc 17,20c Lc 17,21a Lc 17,21b1 Lc 17,21b2 Lc 17,21c Lc 17,23a Lc 17,23b1 Lc 17,23b2 Mc 13,21a   Lc 21,8 // Mc 13,5
    oude erousin (noch zullen zij zeggen)       kai erousin humin (en zij zullen zeggen aan jullie)     Kai tote ean tis humin eipèi (en wanneer iemand dan aan jullie zou zeggen)   polloi gar eleusontai epi tôi onomoati mou legontes (velen immers zullen in mijn naam komen zeggende)
      idou (zie)   idou (zie)   idou (zie) idou (zie) ide (zie) ide (zie)  
          gar (immers)            
pote (wanneer)     hôde (daar) è ekei (of hier)     ekei (hier) hôde (daar) hôde ho christos (zie, daarr de messias) ekei (hier) egô eimi (ik ben het)
erchetai (komt) ouk erchetai (komt niet)                    
hè basileia tou theou (het koninkrijk van God) hè basileia tou theou (het koninkrijk van God)       hè basileia tou theou (het koninkrijk van God)            
  meta paratèrèseôs (met waarneming)                    
          entos humôn estin (binnenin jullie is)            
254 Vraag naar de tijd van het Rijk Gods : Lc 17,20-21 - Lc 17,20-21 -           255 Geen voorbarige verwachting van de dagen van de Mensenzoon : Lc 17,22-24 // (Mt 24,26-27) - Lc 17,22-24 -      303 Pseudochristussen en pseudoprofeten : Mc 13,21-23 // Mt 24,23-25 - Mc 13,21-23 - Mt 24,23-25 -    300 Het begin van het einde : Mc 13,5-8 // Mt 24,4-8 // Lc 21,8-11 - Mc 13,5-8 - Mt 24,4-8 - Lc 21,8-11 -

 

Lc 21,8b Lc 21,8f Lc 21,9              
                   
mè (dat jullie niet) mè (dat jullie niet) mè (dat jullie niet)              
planèthète (niet misleid worden) poreuthète opisô autôn (achter hen aan zouden gaan) ptoèthète (door angst bevangen zouden worden)              
                   
gar (immers)                  
                   
                   
                   
                   


300 Het begin van het einde : Lc 21,8-11 - 300 Het begin van het einde : Mc 13,5-8 - Mt 24,4-8 - Lc 21,8-11 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,8 - Lc 21,9 - Lc 21,10 - Lc 21,11 -

Lc 21,8 - Lc 21,8 : 300 Het begin van het einde : Mc 13,5-8 - Mt 24,4-8 - Lc 21,8-11 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,8 - Lc 21,9 - Lc 21,10 - Lc 21,11 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
8ὁ δὲ εἶπεν, Βλέπετε μὴ πλανηθῆτε: πολλοὶ γὰρ ἐλεύσονται ἐπὶ τῷ ὀνόματί μου λέγοντες, Ἐγώ εἰμι: καί, Ὁ καιρὸς ἤγγικεν: μὴ πορευθῆτε ὀπίσω αὐτῶν 8 qui dixit videte ne seducamini multi enim venient in nomine meo dicentes quia ego sum et tempus adpropinquavit nolite ergo ire post illos    8 En Hij zeide: Ziet, dat gij niet verleid wordt; want velen zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en de tijd is nabij gekomen, gaat dan hen niet na [8] ‘Kijk uit’, zei Hij, ‘dat u niet op een dwaalspoor wordt gebracht Want velen zullen optreden in mijn naam en zeggen: “Ik ben het”, of: “De tijd is gekomen” Loop niet achter hen aan   [8] Jezus zei: ‘Let op, laat je niet misleiden Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben het,” of: “De tijd is gekomen” Volg hen niet!   8 Maar hij zegt: kijk uit dat ge niet in dwaling geraakt!– want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen ‘ik ben het’ en ‘het tijdstip is genaderd’: trekt niet achter hen aan!   8 Il dit : « Prenez garde de vous laisser abuser, car il en viendra beaucoup sous mon nom, qui diront : «C'est moi ! » et »Le temps est tout proche» N'allez pas ŕ leur suite 

King James Bible [8] And he said, Take heed that ye be not deceived: for many shall come in my name, saying, I am Christ; and the time draweth near: go ye not therefore after them
Luther-Bibel 8 Er aber sprach: Seht zu, lasst euch nicht verführen Denn viele werden kommen unter meinem Namen und sagen: Ich bin's, und: Die Zeit ist herbeigekommen – Folgt ihnen nicht nach!

Tekstuitleg van Lc 21,8 Het vers Lc 21,8 telt 26 (2 X 13) woorden en 118 (2 X 59) letters De getalwaarde van Lc 21,8 is 11589 (3 X 3863)

Lc 21,81 bepaald lidwoord nom mann enk ὁ = ho Zie bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Lc 21 (3) : (1) Lc 21,8 (2) Lc 21,33 (3) Lc 21,38

  lidw enk bijbel  OT  NT  Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br  Apk  syn ev
1 nom m enk ho 8495 6052 2443 408 219 331 436 281 612 156  958  1394 
  Totaal   54298  42002  12296  1648  940  1649  1422  1696  4013  928  4237 5659  

Lc 21,82 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

Lc 21,83 act ind aor 3de pers enk ειπεν = eipen (hij zei) van het werkw λεγω = legô (zeggen) Taalgebruik in het NT : legô (zeggen) Taalgebruik in de LXX : legô (zeggen) Taalgebruik in Lc : legô (zeggen) Een vorm van λεγω = legô (zeggen) in de LXX (4610) , in het NT (1318) ; van ειπεν = eipon (ik zei) in de LXX (4608) , in het NT (925) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,8 (4) Lc 21,29

  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
ind aor 3de p enk eipen  3024  2426  598  118  56  223  114  75  397  511 

  legô (zeggen)  eipen Lc   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  act ind aor 3de pers enk eipen 223  11  11  17  12  11  10  13 12  11  18 

- וַיּאֹמֶר = wajjo´mèr (en hij zei) < prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm qal act imperf 3de pers mann enk van het werkw אמר = ´-m-r (zeggen) Taalgebruik in Tenakh : ´âmar (zeggen) Getalwaarde : aleph = 1 , mem = 13 of 40 , resj = 20 of 200 ; totaal : 34 (2 X 17) of 241 (priemgetal) Structuur : 1 - 4 - 2 De som van de elementen is telkens 7 Tenakh (1879) Pentateuch (594) Eerdere Profeten (868) Latere Profeten (120) 12 Kleine Profeten (56) Geschriften (241)
- Lat legere Fr leçon E to say Fr dire D sprechen (spreken) Arabisch : قَالَ = qâla (zeggen) Taalgebruik in de Qoran : qâla (zeggen)

Lc 21,82 - 3 δε ειπεν = de eipen (hij echter zei) NT (66) Lc (35) : (1) Lc 3,13 (2) Lc 4,43 (3) Lc 5,34 (4) Lc 7,43 (5) Lc 8,10 (6) Lc 8,30 (7) Lc 8,48 (8) Lc 8,52 (9) Lc 9,59 (10) Lc 10,26 (11) Lc 10,37 (12) Lc 10,40 (13) Lc 10,41 (14) Lc 11,28 (15) Lc 11,46 (16) Lc 12,14 (17) Lc 13,23 (18) Lc 14,16 (19) Lc 15,27 (20) Lc 15,31 (21) Lc 16,6 (22) Lc 16,7 (23) Lc 16,30 (24) Lc 17,37 (25) Lc 18,21 (26) Lc 18,27 (27) Lc 18,29 (28) Lc 18,41 (29) Lc 20,3 (30) Lc 20,25 (31) Lc 21,8 (32) Lc 22,10 (33) Lc 22,25 (33) Lc 22,33 (34) Lc 22,34 (35) Lc 22,38

Lc 21,81 - 3 ὁ δε ειπεν = ho de eipen (hij echter zei) NT (53) Lc (32) : (1) Lc 3,13 (2) Lc 4,43 (3) Lc 5,34 (4) Lc 7,43 (5) Lc 8,10 (6) Lc 8,30 (7) Lc 8,48 (8) Lc 8,52 (9) Lc 9,59 (10) Lc 10,26 (11) Lc 10,37 (12) Lc 11,46 (13) Lc 12,14 (14) Lc 13,23 (15) Lc 14,16 (16) Lc 15,27 (17) Lc 15,31 (18) Lc 16,6 (19) Lc 16,7 (20) Lc 16,30 (21) Lc 17,37 (22) Lc 18,21 (23) Lc 18,27 (24) Lc 18,29 (25) Lc 18,41 (26) Lc 20,25 (27) Lc 21,8 (28) Lc 22,10 (29) Lc 22,25 (30) Lc 22,33 (31) Lc 22,34 (32) Lc 22,38

Lc 21,84 act ind praes + imperat praes 2de pers mv βλεπετε = blepete (jullie kijken, kijkt) van het werkw βλεπω = blepô (kijken, zien) Taalgebruik in het NT : blepô (kijken, zien) Taalgebruik in de LXX : blepô (kijken, zien) Taalgebruik in Mc : blepô (kijken, zien) Lc (4) : (1) Lc 8,18 (2) Lc 10,23 (3) Lc 10,24 (4) Lc 21,8 Een vorm van βλεπω = blepô (kijken, zien) in de LXX (133) , in het NT (132) , Mt (20) , Mc (14) , Lc (15) , Joh (17) Hnd (14)

blepô (kijken, zien) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn ev
ind pr + imperat pr 2de pers mv blepete 33  31  4 : (1) Mt 11,4 (2) Mt 13,17 (3) Mt 24,2 (4) Mt 24,4 8 : (1) Mc 4,24 (2) Mc 8,15 (3) Mc 8,18 (4) Mc 12,38 (5) Mc 13,5 (6) Mc 13,9 (7) Mc 13,23 (8) Mc 13,33 4 : (1) Lc 8,18 (2) Lc 10,23 (3) Lc 10,24 (4) Lc 21,8   13    16 : (1) Mc 4,24 // Lc 8,18  (2) Mt 13,17 // Lc 10,24 (3) Mt 24,4 // Mc 13,5 // Lc 21,8 16 
Totaal  141 50 91 17 13 13 11 10 18 43 54

Lc 21,84 - 5 βλεπετε μη = blepete mè (jullie kijken niet , kijkt niet) NT (7) : (1) Mt 24,4 (2) Mc 13,5 (3) Lc 21,8 (4) Hnd 13,40 (5) Gal 5,15 (6) Kol 2,8 (7) Heb 12,25

Lc 21,87 nom mann mv πολλοι = polloi (velen) van het bijvoegl naamw πολυς = polus (veel) Taalgebruik in het NT : polus (veel) Taalgebruik in de LXX : polus (veel) Taalgebruik in Lc : polus Bijbel (163) OT (86) NT (77) Lc (8) : (1) Lc 1,1 (2) Lc 1,14 (3) Lc 4,27 (4) Lc 5,15 (5) Lc 10,24 (6) Lc 13,24 (7) Lc 14,25 (8) Lc 21,8 Een vorm van πολυς = polus in de LXX (822) , in het NT (353)

Lc 21,89 ind fut 3de pers mv ελευσονται = eleusontai (zij zullen komen) van het werkw ερχομαι = erchomai (gaan, komen) Taalgebruik in het NT : erchomai (gaan, komen) Taalgebruik in de LXX : erchomai (gaan, komen) Bijbel (14) : (1) Dt 28,15 (2) Dt 28,45 (3) Js 7,19 (4) W 4,20 (5) Mt 9,15 (6) Mt 24,5 (7) Mc 2,20 (8) Mc 13,6 (9) Lc 5,35 (10) Lc 17,22 (11) Lc 21,6 (12) Lc 21,8 (13) Joh 11,48 (14) 2 Pe 3,3 Een vorm van ερχομαι = erchomai (gaan, komen) in de LXX (1054) , in het NT (631) , in Lc (98)

Lc 21,810 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei

Lc 21,811 bep lidw dat mann + onz enk τῳ = tô(i) van het bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in de LXX : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Lc (154) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,8 (2) Lc 21,23 (3) Lc 21,37 (4) Lc 21,38

  lidw enk bijbel  OT  NT  Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br  Apk  syn ev
6 dat m + onz enk tô(i) 5507  4462  1045  121  68  154  98  163  367  74  343  441 

- D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam)

10 - 11 επι τῳ = epi tô(i) (op de) NT (30) Lc (8) : (1) Lc 1,29 (2) Lc 1,47 (3) Lc 1,59 (4) Lc 5,5 (5) Lc 9,48 (6) Lc 9,49 (7) Lc 21,8 (8) Lc 24,47

12 dat onz enk ονοματι = onomati (naam) van het zelfstandig naamw ονομα = onoma (naam) Taalgebruik in het NT : onoma (naam) Taalgebruik in de Septuaginta : onoma (naam) Taalgebruik in Lc : onoma (naam) Taalgebruik in Hnd : onoma (naam) Lc (16) : (1) Lc 1,5 (2) Lc 1,59 (3) Lc 1,61 (4) Lc 5,27 (5) Lc 9,48 (6) Lc 9,49 (7) Lc 10,17 (8) Lc 10,38 (9) Lc 13,35 (10) Lc 16,20 (11) Lc 19,2 (12) Lc 19,38 (13) Lc 21,8 (14) Lc 23,50 (15) Lc 24,18 (16) Lc 24,47

  onoma (naam)  bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br   Apk  syn ev
3 dat onz enk onomati 260 168 92 7 8 16 13 35 13   31 44
  Totaal   1079  862 217  19  14  33  24  60  35  32  66  90 

      1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
    Lc  Lc 1 Lc 2 Lc 5 Lc 6 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 13 Lc 16 Lc 19 Lc 21 Lc 23 Lc 24
1 nom + acc onz enk onoma 15 (1) Lc 1,5 (2) Lc 1,13  (3) Lc 1,26 (4) Lc 1,27 (5) Lc 1,31 (6) Lc 1,49 (7) Lc 1,63 (8) Lc 2,21  (9) Lc 2,25   (10) Lc 6,22   (11) Lc 8,30  (12) Lc 8,41     (13) Lc 11,2         (14) Lc 21,17     (15) Lc 24,13  
2 gen onz enk onomatos 1                       (1) Lc 21,12      
3 dat onz enk onomati 16 (1) Lc 1,5 (2) Lc 1,59 (3) Lc 1,61     4) Lc 5,27       (5) Lc 9,48 (6) Lc 9,49   (7) Lc 10,17 (8) Lc 10,38     (9) Lc 13,35   (10) Lc 16,20   (11) Lc 19,2 (12) Lc 19,38   (13) Lc 21,8   (14) Lc 23,50   (15) Lc 24,18 (16) Lc 24,47  
4 nom + acc onz mv onomata 1             (1) Lc 10,20                
    32 / 33  9 / 10  2 3

- Ned : naam stam : N M Arabisch : اسم = ism (naam) Taalgebruik in de Qoran : ism (naam) D : Name Eng : name Fr : nom Grieks : ονομα = onoma (naam) Taalgebruik in het NT : onoma (naam) Hebr שֵׁם = sjem (naam) Taalgebruik in Tenakh : sjem (naam) Lat nomen

10 - 12 επι τῳ ονοματι = epi tôi onomati (bij de naam van) NT (16) : (1) Mt 18,5 (2) Mt 24,5 (3) Mc 9,37 (4) Mc 9,39 (5) Mc 13,6 (6) Lc 1,59 (7) Lc 9,48 (8) Lc 9,49 (9) Lc 21,8 (10) Lc 24,47 (11) Hnd 2,38 (12) Hnd 4,17 (13) Hnd 4,18 (14) Hnd 5,28 (15) Hnd 5,40 (16) Hnd 15,14

10 - 13 επι τῳ ονοματι μου = epi tôi onomati mou (bij mijn naam) NT (7) : (1) Mt 18,5 (2) Mt 24,5 (3) Mc 9,37 (4) Mc 9,39 (5) Mc 13,6 (6) Lc 9,48 (7) Lc 21,8 (10) Lc 24,47

Lc 21,814 λεγοντες ὁτι = legontes hoti (zeggende dat) NT (25) Lc (8) : (1) Lc 7,4 (2) Lc 7,16 (3) Lc 14,30 (4) Lc 15,2 (5) Lc 19,7 (6) Lc 20,5 (7) Lc 21,8 (8) Lc 23,5

Wat de vertalingen betreft De gebiedende wijze wordt - zoals in het Grieks - in de meervoudsvorm (V, LZ, NB) gegeven, in de enkelvoudsvorm (SDV, WV, NV) Het persoonlijk voornaamwoord is gij (LZ) , ge (NB) of je (WV) , jullie (NV) Vermits de gebiedende wijze aan het begin van de zin staat , wordt het werkwoord nog eens beklemtoond ; de vertalingen versterken het werkwoord door een bijwoord of een voorzetsel bij het werkwoord : goed kijken (NB)

Lc 21,817 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)


Lc 21,9 - Lc 21,9 : 300 Het begin van het einde : Mc 13,5-8 - Mt 24,4-8 - Lc 21,8-11 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,8 - Lc 21,9 - Lc 21,10 - Lc 21,11 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
9ὅταν δὲ ἀκούσητε πολέμους καὶ ἀκαταστασίας, μὴ πτοηθῆτε: δεῖ γὰρ ταῦτα γενέσθαι πρῶτον, ἀλλ' οὐκ εὐθέως τὸ τέλος 9 cum autem audieritis proelia et seditiones nolite terreri oportet primum haec fieri sed non statim finis    9 En wanneer gij zult horen van oorlogen en beroerten, zo wordt niet verschrikt; want deze dingen moeten eerst geschieden; maar nog is terstond het einde niet [9] Wanneer u hoort van oorlogen en onlusten, wees dan niet verontrust Want dat moet eerst gebeuren, maar het is niet meteen het einde’  [9] Als jullie berichten horen over oorlog en opstand, raak dan niet in paniek Die dingen moeten eerst gebeuren, maar dat is nog niet meteen het einde’   9 Wanneer ge zult horen van oorlogen en opstanden raakt dan niet in de war: want dat ‘moet éérst geschieden’, – nee, het is niet meteen het einde!   9 Lorsque vous entendrez parler de guerres et de désordres, ne vous effrayez pas ; car il faut que cela arrive d'abord, mais ce ne sera pas de sitôt la fin »  

King James Bible [9] But when ye shall hear of wars and commotions, be not terrified: for these things must first come to pass; but the end is not by and by
Luther-Bibel 9 Wenn ihr aber hören werdet von Kriegen und Aufruhr, so entsetzt euch nicht Denn das muss zuvor geschehen; aber das Ende ist noch nicht so bald da

Tekstuitleg van Lc 21,9 Het vers Lc 21,9 telt 18 (2 X 3²) woorden en 91 letters De getalwaarde van Lc 21,9 is 10176 (2³ X 2³ X 3 X 53)

1 ὁταν = hotan (telkens wanneer, wanneer, zodra) Taalgebruik in het NT : hotan (telkens wanneer , wanneer, zodra) Taalgebruik in de LXX : hotan (telkens wanneer , wanneer, zodra) Lc (27) : (1) Lc 5,35 (2) Lc 6,22 (3) Lc 6,26 (4) Lc 8,13 (5) Lc 9,26 (6) Lc 11,2 (7) Lc 11,21 (8) Lc 11,24 (9) Lc 11,34 (10) Lc 11,36 (11) Lc 12,11 (12) Lc 12,54 (13) Lc 12,55 (14) Lc 13,28 (15) Lc 14,8 (16) Lc 14,10 (17) Lc 14,12 (18) Lc 14,13 (19) Lc 16,4 (20) Lc 16,9 (21) Lc 17,10 (22) Lc 21,7 (23) Lc 21,9 (24) Lc 21,20 (25) Lc 21,30 (26) Lc 21,31 (27) Lc 23,42 Synoptici : Lc 21 (5) : (1) Mc 13,4 // Lc 21,7 (2) Mc 13,7 :// Lc 21,9 (3) Mt 24,15 // Mc 13,14 // Lc 21,20 (4) Mt 24,32 // Mc 13,28 // Lc 21,30 (5) Mt 24,33 // Mc 13,29 // Lc 21,31

hotan  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
  298  179  119  19  21  27  16  25  67  83 

2 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

1 - 2 ὁταν δε = hotan de (telkens wanneer echter, wanneer echter, zodra echter) NT (23) : (1) Mt 6,16 (2) Mt 10,19 (3) Mt 10,23 (4) Mt 12,43 (5) Mt 13,32 (6) Mt 25,31 (7) Mc 4,29 (8) Mc 13,7 :// Lc 21,9 (9) Mc 13,11 (10) Mc 13,14 // Lc 21,20 (11) Lc 12,11 (12) Mc 13,7 :// Lc 21,9 (13) Mc 13,14 // Lc 21,20 (14) Joh 15,26 (15) Joh 16,13 (16) Joh 16,21 (17) Joh 21,18 (18) 1 Kor 13,10 (19) 1 Kor 15,27 (20) 1 Kor 15,28 (21) 1 Kor 15,54 (22) 1 Kor 16,3 (23) Heb 1,6
- και ὁταν = kai hotan (en telkens wanneer, en wanneer, en zodra) NT (16) : (1) Mt 6,5 (2) Mt 23,15 (3) Mc 4,15 (4) Mc 4,32 (5) Mc 11,25 (6) Mc 14,7 (7) Lc 5,35 (8) Lc 6,22 (9) Lc 12,55 (10) Joh 2,10 (11) Joh 10,4 (12) Kol 4,16 (13) Apk 4,9 (14) Apk 11,7 (15) Apk 17,10 (16) Apk 20,7

5 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

11 nom en acc onz mv ταυτα = tauta (deze dingen) van het aanwijzend voornaamw οὑτος = houtos Taalgebruik in het NT : houtos (deze) Taalgebruik in de LXX : houtos (deze) Taalgebruik in Lc : houtos (deze) Taalgebruik in Hnd : houtos (deze) Lc (46) Lc 21 (5) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,7 (3) Lc 21,9 (4) Lc 21,31 (5) Lc 21,36

    bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  nom + acc onz mv tauta  815  587  228  22 14 46  58 28            

Lc 21,10 : 300 Het begin van het einde : Mc 13,5-8 - Mt 24,4-8 - Lc 21,8-11 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,8 - Lc 21,9 - Lc 21,10 - Lc 21,11 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
10Τότε ἔλεγεν αὐτοῖς, Ἐγερθήσεται ἔθνος ἐπ' ἔθνος καὶ βασιλεία ἐπὶ βασιλείαν, 10 tunc dicebat illis surget gens contra gentem et regnum adversus regnum     10 Toen zeide Hij tot hen: Het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk [10] Toen zei Hij hun: ‘Het ene volk zal opstaan tegen het andere en het ene koninkrijk tegen het andere   [10] Hij vervolgde: ‘Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk zal de strijd aanbinden met het andere,   10 Toen heeft hij tot hen gezegd: ‘ontwaken zal volk tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk’;   10 Alors il leur disait : « On se dressera nation contre nation et royaume contre royaume 

King James Bible [10] Then said he unto them, Nation shall rise against nation, and kingdom against kingdom:
Luther-Bibel 10 Dann sprach er zu ihnen: Ein Volk wird sich erheben gegen das andere und ein Reich gegen das andere,

Tekstuitleg van Lc 21,10 Het vers Lc 21,10 telt 11 woorden en 63 (3² X 7) letters De getalwaarde van Lc 21,10 is 3857 (7 X 19 X 29)

Lc 21,101 τοτε = tote (< to - de : dat echter ; dan , daarop) Taalgebruik in het NT : tote (dan) Taalgebruik in de LXX : tote (dan) Taalgebruik in Lc : tote (dan) Lc (15) : (1) Lc 5,35 (2) Lc 6,42 (3) Lc 11,24 (4) Lc 11,26 (5) Lc 13,26 (6) Lc 14,9 (7) Lc 14,10 (8) Lc 14,21 (9) Lc 16,16 (10) Lc 21,10 (11) Lc 21,20 (12) Lc 21,21 (13) Lc 21,27 (14) Lc 23,30 (15) Lc 24,45

tote  Lc 5 Lc 6 Lc 11 Lc 13 Lc 14 Lc 16 Lc 21 Lc 23 Lc 24 bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  
  1 : Lc 5,35 1 : Lc 6,42 2 : (1) Lc 11,24 (2) Lc 11,26 1 : Lc 13,26 3 : (1) Lc 14,9 (2) Lc 14,10 (3) Lc 14,21 1 : Lc 16,16 4 : (1) Lc 21,10 (2) Lc 21,20 (3) Lc 21,21 (4) Lc 21,27 1 : Lc 23,30   1 : Lc 24,45 353 195 158 89 6 15 10 21 17   110  120 

Lc 21,106 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei

Lc 21,108 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,1010 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei


Lc 21,11 : 300 Het begin van het einde : Mc 13,5-8 - Mt 24,4-8 - Lc 21,8-11 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,8 - Lc 21,9 - Lc 21,10 - Lc 21,11 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
11σεισμοί τε μεγάλοι καὶ κατὰ τόπους λιμοὶ καὶ λοιμοὶ ἔσονται, φόβητρά τε καὶ ἀπ' οὐρανοῦ σημεῖα μεγάλα ἔσται 11 terraemotus magni erunt per loca et pestilentiae et fames terroresque de caelo et signa magna erunt   11 En er zullen grote aardbevingen wezen in verscheidene plaatsen, en hongersnoden, en pestilentien; er zullen ook schrikkelijke dingen, en grote tekenen van den hemel geschieden [11] Er zullen zware aardbevingen zijn en op verscheidene plaatsen hongersnood en pest; en er zullen zich schrikwekkende en grote tekenen voordoen aan de hemel [11] er zullen zware aardbevingen komen en hongersnoden en epidemieën alom, en er zullen aan de hemel grote en verschrikkelijke tekenen verschijnen 11 er zullen grote aardbevingen zijn en op de ene plaats na de andere hongersnoden en pestepidemieën,– vreselijke dingen en vanuit de hemel grootse tekenen zullen er zijn 11 Il y aura de grands tremblements de terre et, par endroits, des pestes et des famines ; il y aura aussi des phénomčnes terribles et, venant du ciel, de grands signes

King James Bible [11] And great earthquakes shall be in divers places, and famines, and pestilences; and fearful sights and great signs shall there be from heaven
Luther-Bibel 11 und es werden geschehen große Erdbeben und hier und dort Hungersnöte und Seuchen; auch werden Schrecknisse und vom Himmel her große Zeichen geschehen

Tekstuitleg van Lc 21,11 Het vers Lc 21,11 telt 18 (2 X 3²) en 88 (2³ X 11) letters De getalwaarde van Lc 21,11 is 6878 (2 X 19 X 181)

Lc 21,113 nom + acc onz mv megala (grote dingen) van het bijvoegl naamw megas (groot) Taalgebruik in het NT : megas (groot) Taalgebruik in Lc : megas (groot) Lc (2) : (1) Lc 1,49 (2) Lc 21,11 Een vorm van megas (groot) in Lc in 25 verzen , in Lc 1 (4) : (1) Lc 1,15 (2) Lc 1,32 (3) Lc 1,42 (4) Lc 1,49

4 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

8 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,1110 act ind fut 3de pers mv εσονται = esontai (zij zullen zijn) van het werkw ειμι = eimi (zijn) Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) Taalgebruik in de LXX : eimi (zijn) Taalgebruik in Lc : eimi (zijn) Taalgebruik in Hnd : eimi Bijbel (253) Lc (7) : (1) Lc 11,19 (2) Lc 12,52 (3) Lc 13,30 (4) Lc 17,34 (5) Lc 17,35 (6) Lc 21,11 (7) Lc 21,25  Een vorm van ειμι = eimi (zijn) in het NT (2450) , in de LXX (6947)
- Hebr hâjâh Lat esse Fr être Ned zijn E to be

13 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,1116 nom + acc onz mv sèmeia (tekens) van het zelfst naamw sèmeion (teken) Taalgebruik in het NT : sèmeion (teken) Taalgebruik in Lc : sèmeion (teken) Lat signum Fr signe E sign N teken D Zeichen Lc (2) : (1) Lc 21,11 (2) Lc 21,25 Een vorm van sèmeion (teken) in Lc in 9 verzen : (1) Lc 2,12 (2) Lc 2,34 (3) Lc 11,16 (4) Lc 11,29 (5) Lc 11,30 (6) Lc 21,7 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,25 (9) Lc 23,8



301 Gedrag bij vervolgingen : Lc 21,12-19 - Mc 13,9-13 - Mt 24,9-14 - Lc 21,12-19 -- Lc 21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,12 - Lc 21,13 - Lc 21,14 - Lc 21,15 - Lc 21,16 - Lc 21,17 - Lc 21,18 - Lc 21,19 -

Lc 21,12 - Lc 21,12 : 301 Gedrag bij vervolgingen : Mc 13,9-13 - Mt 24,9-14 - Lc 21,12-19 -- Lc 21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,12 - Lc 21,13 - Lc 21,14 - Lc 21,15 - Lc 21,16 - Lc 21,17 - Lc 21,18 - Lc 21,19 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21:12 pro de toutôn pantôn epibalousin ef umas tas cheiras autôn kai diôxousin paradidontes eis tas sunagôgas kai fulakas apagomenous epi basileis kai čgemonas eneken tou onomatos mou  12 sed ante haec omnia inicient vobis manus suas et persequentur tradentes in synagogas et custodias trahentes ad reges et praesides propter nomen meum  Voor dat alles echter zullen ze hun handen aan jullie slaan en je vervolgen, overleverend aan de synagogen en gevangenissen, weggeleid voor koningen en landvoogden ter wille van mijn naam ;  12 Maar voor dit alles, zullen zij hun handen aan ulieden slaan, en u vervolgen, u overleverende in de synagogen en gevangenissen; en gij zult getrokken worden voor koningen en stadhouders, om Mijns Naams wil [12] Maar* voordat dit allemaal gebeurt zal* men u oppakken en vervolgen, u uitleveren aan de synagogen en u gevangenzetten* U wordt voorgeleid aan koningen* en gouverneurs omwille van mijn naam;  [12] Maar eerst zullen jullie worden mishandeld en vervolgd en uitgeleverd aan de synagogen, jullie zullen worden opgesloten in de gevangenis en worden voorgeleid aan koningen en gouverneurs omwille van mijn naam   12 Maar vóór dat alles zullen ze de handen aan u slaan en u vervolgen, door u over te geven aan de synagogen en de wachtposten, door u weg te voeren naar koningen en landvoogden omwille van mijn naam!  12 « Mais, avant tout cela, on portera les mains sur vous, on vous persécutera, on vous livrera aux synagogues et aux prisons, on vous traduira devant des rois et des gouverneurs à cause de mon Nom, 

King James Bible [12] But before all these, they shall lay their hands on you, and persecute you, delivering you up to the synagogues, and into prisons, being brought before kings and rulers for my name's sake
Luther-Bibel 12 Aber vor diesem allen werden sie Hand an euch legen und euch verfolgen und werden euch überantworten den Synagogen und Gefängnissen und euch vor Könige und Statthalter führen um meines Namens willen

Tekstuitleg van Lc 21,12 Het vers Lc 21,12 telt 26 (2 X 13) woorden en 145 (5 X 29) letters De getalwaarde van Lc 21,12 is 17915 (5 X 3583)

Lc 21,122 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

Lc 21,126 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei

Lc 21,125 - 10 epibalousin ef umas tas cheiras autôn = zij zullen hun hand aan jullie slaan Verwijzing: ballô (werpen, gooien) , zie Mt 8,14 , vooral Hnd 4,3 In de apokalyptische rede schrijft Lucas in Lc 21,12 : zij zullen de hand aan jullie slaan Het is Jezus overkomen : Lc 20,19 : zij zochten de hand aan hem te slaan Mc 14,46 : zij echter sloegen de hand aan hem Mt 26,50 : en naderbijgekomen sloegen zij de hand aan Jezus Het overkomt ook de apostelen (Hnd 5,18 ; Hnd 4,3 : Petrus en Johannes) en Paulus (Hnd 21,27) De leerling gaat dezelfde weg op als zijn leraar

Lc 21,1211 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,1214 εις = eis (naar) Taalgebruik in het NT : eis (naar) Taalgebruik in de LXX : eis (naar) Taalgebruik in Lc : eis (naar) Voorzetsel van richting Lc (210) Lc 21 (7) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,4 (3) Lc 21,12 (4) Lc 21,13 (5) Lc 21,21 (6) Lc 21,24 (7) Lc 21,37

eis (naar)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  6930  5336  1594  215  151  210  181  260  504  73  576  757  427  77 

eis  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  210  12  12  4 11  10  7 9 17 16  11 6 6 5 9 7 7 9 10 1 7 13 4 11

- Lat in Fr vers (versus : gedraaid , gekeerd ; vertere : tourner , draaien) E for Ned naar D nach

Lc 21,1216 acc vr mv sunagôgas van het zelfst naamw sunagôgè (synagoge) Taalgebruik in het NT : sunagôgè (synagoge) Taalgebruik in Lc : sunagôgè (synagoge) Lc (3) : (1) Lc 4,44  (2) Lc 12,11 (3) Lc 21,12 Een vorm van sunagogè (synagoge) in Lc in 15 verzen : (1) Lc 4,15 (2) Lc 4,16 (3) Lc 4,20 (4) Lc 4,28 (5) Lc 4,33 (6) Lc 4,38 (7) Lc 4,44 (8) Lc 6,6 (9) Lc 7,5 (10) Lc 8,41 (11) Lc 11,43 (12) Lc 12,11 (13) Lc 13,10 (14) Lc 20,46 (15) Lc 21,12

Lc 21,1219 In hetzelfde vers Lc 21,12 zegt Jezus dat ze zullen weggeleid worden voor koningen en landvoogden omwille van zijn naam Ook Jezus werd weggeleid Eenmaal dag geworden werd Jezus voor het Sanhedrin geleid (Lc 22,66) Dat is ook het geval met de apostelen Petrus en Johannes (Hnd 4,5) Deze apostelen werden gearresteerd en voorgeleid omdat zij onderrichtten in de naam van Jezus

Lc 21,1217 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,1220 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei

Nog vanuit hetzelfde vers Lc 21,12 wordt de roeping van Saulus geïnterpreteerd Het weggeleid worden wordt een gezonden worden Hnd 9,15 : Maar de Heer zei: ‘Ga, want hij is het instrument dat ik gekozen heb om mijn naam uit te dragen onder alle volken en heersers en onder al de Israëlieten 

Lc 21,1222 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)


Lc 21,13 - Lc 21,13 : 301 Gedrag bij vervolgingen : Mc 13,9-13 - Mt 24,9-14 - Lc 21,12-19 -- Lc 21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,12 - Lc 21,13 - Lc 21,14 - Lc 21,15 - Lc 21,16 - Lc 21,17 - Lc 21,18 - Lc 21,19 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21:13 apobčsetai umin eis marturion  13 continget autem vobis in testimonium  het zal voor je aankomen op getuigenis   13 En dit zal u overkomen tot een getuigenis [13] dat geeft u de gelegenheid om te getuigen*  [13] Dan zullen jullie moeten getuigen  13 Het zal voor u uitlopen op getuigen   13 et cela aboutira pour vous au témoignage  

King James Bible [13] And it shall turn to you for a testimony
Luther-Bibel 13 Das wird euch widerfahren zu einem Zeugnis

Tekstuitleg van Lc 21,13 Het vers Lc 21,13 telt 5 woorden en 28 (2² X 7) letters De getalwaarde van Lc 21,13 is 2472 (2³ X 3 X 103)

3 εις = eis (naar) Taalgebruik in het NT : eis (naar) Taalgebruik in de LXX : eis (naar) Taalgebruik in Lc : eis (naar) Voorzetsel van richting Lc (210) Lc 21 (7) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,4 (3) Lc 21,12 (4) Lc 21,13 (5) Lc 21,21 (6) Lc 21,24 (7) Lc 21,37

eis (naar)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  6930  5336  1594  215  151  210  181  260  504  73  576  757  427  77 

eis  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  210  12  12  4 11  10  7 9 17 16  11 6 6 5 9 7 7 9 10 1 7 13 4 11

- Lat in Fr vers (versus : gedraaid , gekeerd ; vertere : tourner , draaien) E for Ned naar D nach


Lc 21,14 - Lc 21,14 : 301 Gedrag bij vervolgingen : Mc 13,9-13 - Mt 24,9-14 - Lc 21,12-19 -- Lc 21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,12 - Lc 21,13 - Lc 21,14 - Lc 21,15 - Lc 21,16 - Lc 21,17 - Lc 21,18 - Lc 21,19 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21:14 thete oun en tais kardiais umôn mč promeletan apologčthčnai   14 ponite ergo in cordibus vestris non praemeditari quemadmodum respondeatis  leg dan in jullie harten tevoren in te oefenen hoe je te verdedigen ;  14 Neemt dan in uw harten voor, van te voren niet te overdenken, hoe gij u verantwoorden zult; [14] Neem u heilig voor om u er van tevoren geen zorgen over te maken hoe u zich zult verdedigen  [14] Bedenk wel dat jullie je verdediging niet moeten voorbereiden  14 Welnu, neemt u van harte voor om niet van te voren al te piekeren hoe u te verdedigen;   14 Mettez-vous donc bien dans l'esprit que vous n'avez pas à préparer d'avance votre défense :  

King James Bible [14] Settle it therefore in your hearts, not to meditate before what ye shall answer:
Luther-Bibel 14 So nehmt nun zu Herzen, dass ihr euch nicht vorher sorgt, wie ihr euch verantworten sollt

Tekstuitleg van Lc 21,14 Het vers Lc 21,14 telt 9 (3²) woorden en 50 (2 X 5²) letters De getalwaarde van Lc 21,14 is 4169 (11 X 379)

3 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

4 bepaald lidw dat vr mv ταις = tais van het bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in de LXX : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Lc (33) Lc 21 (3) : (1) Lc 21,14 (2) Lc 21,21 (3) Lc 21,23

  lidw mv   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br Apk  syn ev
15 dat vr mv tais   980  799  181  21  10  33  24  66  23  64  68 

- D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam)

6 persoonl voornaamw 2de pers gen mv ὑμων = humôn (van jullie) Zie persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in het NT : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in de LXX : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in Lc : persoonlijk voornaamwoord Lc 21 (6) : (1) Lc 21,14 (2) Lc 21,16 (3) Lc 21,18 (4) Lc 21,19 (5) Lc 21,28 (6) Lc 21,34

pers vnw 2de p mv  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
gen mv humôn  1573 1084 489 61 12 60 43 34 275 4    
totaal 4034 2377 1657 224 69 205 219 116 813 11 498  717 

      Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  gen mv humôn 60 0 0 1 1 2 7 0 1 4 4 8 7 2 3 1 2 2 0 0 0 6 6 2 1

14 - 15 εξ ὑμων = ex humôn (uit jullie) NT (33) Lc (7) : (1) Lc 11,5 (2) Lc 12,25 (3) Lc 14,28 (4) Lc 14,33 (5) Lc 15,4 (6) Lc 17,7 (7) Lc 21,16


Lc 21,15 - Lc 21,15 : 301 Gedrag bij vervolgingen : Mc 13,9-13 - Mt 24,9-14 - Lc 21,12-19 -- Lc 21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,12 - Lc 21,13 - Lc 21,14 - Lc 21,15 - Lc 21,16 - Lc 21,17 - Lc 21,18 - Lc 21,19 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21:15 egô gar dôsô umin stoma kai sofian č ou dunčsontai antistčnai č anteipein apantes oi antikeimenoi umin 15 ego enim dabo vobis os et sapientiam cui non poterunt resistere et contradicere omnes adversarii vestri  ik immers zal je een taal geven en een wijsheid waaraan al die je tegenstand bieden niet zullen kunnen weerstaan of tegenspreken   15 Want Ik zal u mond en wijsheid geven, welke niet zullen kunnen tegenspreken, noch wederstaan allen, die zich tegen u zetten [15] Want Ik zal u wijze woorden in de mond leggen, zodat geen van uw tegenstanders u zal kunnen weerstaan of tegenspreken  [15] Want ik zal jullie woorden van wijsheid schenken die door geen van je tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken [  15 want ikzelf zal u een mond geven en een wijsheid die allen die tegen u in het geweer komen niet zullen kunnen weerstaan of weerspreken  15 car moi je vous donnerai un langage et une sagesse, à quoi nul de vos adversaires ne pourra résister ni contredire 

King James Bible [15] For I will give you a mouth and wisdom, which all your adversaries shall not be able to gainsay nor resist
Luther-Bibel 15 Denn ich will euch Mund und Weisheit geben, der alle eure Gegner nicht widerstehen noch widersprechen können

Tekstuitleg van Lc 21,15 Het vers Lc 21,15 telt 17 woorden en 89 letters De getalwaarde van Lc 21,15 is 9977 (11 X 907)

6 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

15 bepaald lidw nom mann mv οἱ = hoi Zie bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Lc 21 (3) : (1) Lc 21,15 (2) Lc 21,21 (3) Lc 21,33

  lidw mv   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br Apk  syn ev
10 nom m mv hoi   4230 3257 973 196 101 165 125 147 169 70 462  587 
  Totaal     23394  18879  4515  745  389  644  404  690  1228  415  1778  2182 

  lidw mv Lc  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
10 nom m mv hoi 165 3 7 1 2 9 13 10 15 12 4 8 2 5 2 3 6 4 5 7 16 3 11 9 9

14 - 15 παντες οἱ = pantes hoi (al de) NT (45) Lc (11) : (1) Lc 1,66 (2) Lc 2,18 (3) Lc 2,47 (4) Lc 6,26 (5) Lc 13,17 (6) Lc 13,27 (7) Lc 14,29 (8) Lc 15,1 (9) Lc 21,15 (10) Lc 23,48 (11) Lc 23,49


Lc 21,16 - Lc 21,16 : 301 Gedrag bij vervolgingen : Mc 13,9-13 - Mt 24,9-14 - Lc 21,12-19 -- Lc 21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,12 - Lc 21,13 - Lc 21,14 - Lc 21,15 - Lc 21,16 - Lc 21,17 - Lc 21,18 - Lc 21,19 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21:16 paradothčsesthe de kai upo goneôn kai adelfôn kai suggenôn kai filôn kai thanatôsousin ex umôn  16 trademini autem a parentibus et fratribus et cognatis et amicis et morte adficient ex vobis  Jullie zullen overgeleverd worden ook door ouders en broers en verwanten en vrienden, en ze zullen sommigen onder jullie ter dood brengen   16 En gij zult overgeleverd worden ook van ouders, en broeders, en magen, en vrienden; en zij zullen er sommigen uit u doden [16] U zult zelfs door uw ouders, uw broers* en zusters, uw familie en vrienden worden uitgeleverd en sommigen van u zal men ter dood brengen;   16] Zelfs je ouders en broers, verwanten en vrienden zullen je uitleveren, sommigen van jullie zullen worden terechtgesteld,   16 Maar ge zult wel overgegeven worden, zelfs door ouders en broers, bloedverwanten en vrienden, en ze zullen ook mensen uit uw midden ter dood brengen;  16 Vous serez livrés même par vos père et mère, vos frères, vos proches et vos amis ; on fera mourir plusieurs d'entre vous, 

King James Bible [16] And ye shall be betrayed both by parents, and brethren, and kinsfolks, and friends; and some of you shall they cause to be put to death
Luther-Bibel 16 Ihr werdet aber verraten werden von Eltern, Brüdern, Verwandten und Freunden; und man wird einige von euch töten

Tekstuitleg van Lc 21,16 Het vers Lc 21,16 telt 15 (3 X 5) woorden en 77 (7 X 11) letters De getalwaarde van Lc 21,16 is 10121 (29 X 349)

2 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

3 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

6 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

8 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

10 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

12 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

13 act ind fut 3de pers mv thanatôsin (zij zullen doden) van het werkw thanatoô (doden , ter dood veroordelen, terechtstellen) Taalgebruik in het NT : thanatoô (doden , ter dood veroordelen, terechtstellen) Taalgebruik in Lc : thanatoô (doden , ter dood veroordelen, terechtstellen) Dit is de enigste vorm in Lc Niet in Hnd

14 εξ = ex < e-k+s) is een voorzetsel en ἑξ = hex (zes) is een telwoord εκ = ek of εξ = ex (uit) Taalgebruik in het NT : ek (uit) Taalgebruik in de Septuaginta : ek (uit) Taalgebruik in Lc : ek (uit) Lc (37) Lc 21 (1) : Lc 21,16

ek (uit)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn ev
ek  2814 2239 575 46 38 46 112 58 175 100 130  242 
ex  1168 941  227  28  20  37  28  24  84  85  113 
Totaal   3982  3180  802  74  58  83  140  82  259  106  215   355

  ek    Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  ek    6 1 3 0 2 2 3 3 0 0 1 3 2 1 1 2 2 2 3
  ex (37)   1 0 1 0 0 0 2 7 2 1 2 1 0 2 0 0 3 1 3 2
  Totaal    10  2 2 0 0 2 2 4 10 5 1 2 2 3 4 1 1 5 3 5 5

15 persoonl voornaamw 2de pers gen mv ὑμων = humôn (van jullie) Zie persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in het NT : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in de LXX : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in Lc : persoonlijk voornaamwoord Lc 21 (6) : (1) Lc 21,14 (2) Lc 21,16 (3) Lc 21,18 (4) Lc 21,19 (5) Lc 21,28 (6) Lc 21,34

pers vnw 2de p mv  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
gen mv humôn  1573 1084 489 61 12 60 43 34 275 4    
totaal 4034 2377 1657 224 69 205 219 116 813 11 498  717 

      Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  gen mv humôn 60 0 0 1 1 2 7 0 1 4 4 8 7 2 3 1 2 2 0 0 0 6 6 2 1

Lc 21,17 - Lc 21,17 : 301 Gedrag bij vervolgingen : Mc 13,9-13 - Mt 24,9-14 - Lc 21,12-19 -- Lc 21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,12 - Lc 21,13 - Lc 21,14 - Lc 21,15 - Lc 21,16 - Lc 21,17 - Lc 21,18 - Lc 21,19 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21:17 kai esesthe misoumenoi upo pantôn dia to onoma mou  17 et eritis odio omnibus propter nomen meum  en je zult gehaat worden door allen ter wille van mijn naam  17 En gij zult van allen gehaat worden om Mijns Naams wil [17] u zult door iedereen gehaat worden vanwege mijn naam   [17] en jullie zullen door iedereen worden gehaat omwille van mijn naam   17 ge zult bij allen gehaat wezen vanwege mijn naam,  17 et vous serez haïs de tous à cause de mon nom  

King James Bible [17] And ye shall be hated of all men for my name's sake
Luther-Bibel 17 Und ihr werdet gehasst sein von jedermann um meines Namens willen

Tekstuitleg van Lc 21,17 Het vers Lc 21,17 telt 9 (3²) woorden en 41 letters De getalwaarde van Lc 21,17 is 4307 (59 X 73)

1 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

8 nom + acc onz enk : onoma (naam) Taalgebruik in het NT : onoma (naam) Taalgebruik in Lc : onoma (naam) Stam : N M Fr nom Ned naam Eng name Lc (15) : (1) Lc 1,5 (kai to onoma autès Elisabet = en haar naam was Elisabet) (2) Lc 1,13 (kai kaleseis to onoma autou Iôannèn = en je zult zijn naam Johannes noemen) (3) Lc 1,26 (hèi onoma Nazareth = aan wie de naam Nazareth) (4) Lc 1,27 (hôi onoma Iôsèf = aan wie de naam Jozef) (5) Lc 1,31 (kai kaleseis to onoma autou Ièsoun = en je zult zijn naam Jezus noemen) (6) Lc 1,49 (7) Lc 1,63 (Iôannès estin onoma autou = Johannes is zijn naam) (8) Lc 2,21 (kai eklèthè to onoma autou Ièsous (en zijn naam werd Jezus genoemd) (9) Lc 2,25 (hôi onoma Sumeôn = aan wie de naam Simeon) (10) Lc 6,22 (11) Lc 8,30 (12) Lc 8,41 (hôi onoma Iaïros = aan wie de naam Jaïrus) (13) Lc 11,2 (14) Lc 21,17 (15) Lc 24,13 (hèi onoma Emmaous = aan wie de naam Emmaüs) Een vorm van onoma (naam) in Lc in 33 verzen


Lc 21,18 - Lc 21,18 : 301 Gedrag bij vervolgingen : Mc 13,9-13 - Mt 24,9-14 - Lc 21,12-19 -- Lc 21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,12 - Lc 21,13 - Lc 21,14 - Lc 21,15 - Lc 21,16 - Lc 21,17 - Lc 21,18 - Lc 21,19 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21:18 kai thrix ek tčs kefalčs umôn ou mč apolčtai   18 et capillus de capite vestro non peribit  Maar geen haar van je hoofd zal verloren gaan   18 Doch niet een haar uit uw hoofd zal verloren gaan [18] Maar geen haar van uw hoofd zal gekrenkt worden  [18] Maar geen haar van je hoofd zal verloren gaan   18 maar geen haar van uw hoofd gaat verloren;   18 Mais pas un cheveu de votre tête ne se perdra  

King James Bible [18] But there shall not an hair of your head perish
Luther-Bibel 18 Und kein Haar von eurem Haupt soll verloren gehen

Tekstuitleg van Lc 21,18 Het vers Lc 21,18 telt 9 (3²) woorden en 35 (5 X 7) letters De getalwaarde van Lc 21,18 is 3815 (5 X 7 X 109)

1 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

4 bep lidw gen vr enk tès (de) bepaald lidwoord Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Gr to , tè N : de E : the D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam)
Lc (109) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,18 (2) Lc 21,23 (3) Lc 21,25 (4) Lc 21,35

6 persoonl voornaamw 2de pers gen mv ὑμων = humôn (van jullie) Zie persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in het NT : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in de LXX : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in Lc : persoonlijk voornaamwoord Lc 21 (6) : (1) Lc 21,14 (2) Lc 21,16 (3) Lc 21,18 (4) Lc 21,19 (5) Lc 21,28 (6) Lc 21,34

pers vnw 2de p mv  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
gen mv humôn  1573 1084 489 61 12 60 43 34 275 4    
totaal 4034 2377 1657 224 69 205 219 116 813 11 498  717 

      Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  gen mv humôn 60 0 0 1 1 2 7 0 1 4 4 8 7 2 3 1 2 2 0 0 0 6 6 2 1

Lc 21,19 - Lc 21,19 : 301 Gedrag bij vervolgingen : Mc 13,9-13 - Mt 24,9-14 - Lc 21,12-19 -- Lc 21 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,12 - Lc 21,13 - Lc 21,14 - Lc 21,15 - Lc 21,16 - Lc 21,17 - Lc 21,18 - Lc 21,19 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21:19 en tč upomonč umôn | ktčsesthe | ktčsasthe* | tas psuchas umôn  19 in patientia vestra possidebitis animas vestras   door jullie volharding zul je je zielen winnen   19 Bezit uw zielen in uw lijdzaamheid [19] Als u volhardt, zult u uw leven winnen  [19] Red je leven door standvastigheid!  19 door uw volharding zult ge uw levens–en–zielen winnen!   19 C'est par votre constance que vous sauverez vos vies !  

King James Bible [19] In your patience possess ye your souls
Luther-Bibel 19 Seid standhaft und ihr werdet euer Leben gewinnen

Tekstuitleg van Lc 21,19 Het vers Lc 21,19 telt 8 (2³) woorden en 37 letters De getalwaarde van Lc 21,19 is 6826 (2 X 3413)

Mc 14,49 Lc 22,53 Lc 19,47 Lc 21, 37
    kai (en) èn de (hij was echter)
    èn didaskôn (hij was onderrichtende)  
kath'hèmeran (dagelijks) kath'hèmeran (dagelijks) to kath'hèmeran (dagelijks) tas hèmeras (dagelijks)
èmèn (was ik) ontos mou (ik zijnde)    
pros humas (bij u) meth'humôn (bij jullie)    
en tôi hierôi (in de tempel) en tôi hierôi (in de tempel) en tôi hierôi (in de tempel) en tôi hierôi (in de tempel)
didaskôn (onderrchtend)     didaskôn (onderrchtend)
330 Gevangenneming van Jezus : Mc 14,43-52 // Mt 26,47-56 // Lc 22,47-53 330 Gevangenneming van Jezus : Mc 14,43-52 // Mt 26,47-56 // Lc 22,47-53 284 Jezus in de tempel Terugkeer naar Betanië : Mc 11,18-19 // Mt 21,14-17 // Lc 19,47-48  

1 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

4 persoonl voornaamw 2de pers gen mv ὑμων = humôn (van jullie) Zie persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in het NT : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in de LXX : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in Lc : persoonlijk voornaamwoord Lc 21 (6) : (1) Lc 21,14 (2) Lc 21,16 (3) Lc 21,18 (4) Lc 21,19 (5) Lc 21,28 (6) Lc 21,34

pers vnw 2de p mv  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
gen mv humôn  1573 1084 489 61 12 60 43 34 275 4    
totaal 4034 2377 1657 224 69 205 219 116 813 11 498  717 

      Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  gen mv humôn 60 0 0 1 1 2 7 0 1 4 4 8 7 2 3 1 2 2 0 0 0 6 6 2 1


302 De gruwel van de verwoesting van Judea : Lc 21,20-24 302 De gruwel van de verwoesting van Judea : Mc 13,14-20 - Mt 24,15-22 - Lc 21,20-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,20 - Lc 21,21 - Lc 21,22 - Lc 21,23 - Lc 21,24 -

Lc 21,20 - Lc 21,20 : 302 De gruwel van de verwoesting van Judea : Mc 13,14-20 - Mt 24,15-22 - Lc 21,20-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,20 - Lc 21,21 - Lc 21,22 - Lc 21,23 - Lc 21,24 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
20Οταν δὲ ἴδητε κυκλουμένην ὑπὸ στρατοπέδων Ἰερουσαλήμ, τότε γνῶτε ὅτι ἤγγικεν ἡ ἐρήμωσις αὐτῆς 20 cum autem videritis circumdari ab exercitu Hierusalem tunc scitote quia adpropinquavit desolatio eius     20 Maar wanneer gij zien zult, dat Jeruzalem van heirlegers omsingeld wordt, zo weet alsdan, dat haar verwoesting nabij gekomen is [20] Wanneer u Jeruzalem door legers omsingeld ziet, weet dan dat haar verwoesting dichtbij is   [20] Wanneer jullie zien dat Jeruzalem door legertroepen omsingeld is, weet dan dat de verwoesting van de stad nabij is    20 « Mais lorsque vous verrez Jérusalem investie par des armées, alors comprenez que sa dévastation est toute proche  

King James Bible [20] And when ye shall see Jerusalem compassed with armies, then know that the desolation thereof is nigh
Luther-Bibel 20 Wenn ihr aber sehen werdet, dass Jerusalem von einem Heer belagert wird, dann erkennt, dass seine Verwüstung nahe herbeigekommen ist

Tekstuitleg van Lc 21,20 Het vers Lc 21,20 telt 15 (3 X 5) woorden en 82 (2 X 41) letters De getalwaarde van Lc 21,20 is 10124 (2² X 2531)

1 ὁταν = hotan (telkens wanneer, wanneer, zodra) Taalgebruik in het NT : hotan (telkens wanneer , wanneer, zodra) Taalgebruik in de LXX : hotan (telkens wanneer , wanneer, zodra) Lc (27) : (1) Lc 5,35 (2) Lc 6,22 (3) Lc 6,26 (4) Lc 8,13 (5) Lc 9,26 (6) Lc 11,2 (7) Lc 11,21 (8) Lc 11,24 (9) Lc 11,34 (10) Lc 11,36 (11) Lc 12,11 (12) Lc 12,54 (13) Lc 12,55 (14) Lc 13,28 (15) Lc 14,8 (16) Lc 14,10 (17) Lc 14,12 (18) Lc 14,13 (19) Lc 16,4 (20) Lc 16,9 (21) Lc 17,10 (22) Lc 21,7 (23) Lc 21,9 (24) Lc 21,20 (25) Lc 21,30 (26) Lc 21,31 (27) Lc 23,42 Synoptici : Lc 21 (5) : (1) Mc 13,4 // Lc 21,7 (2) Mc 13,7 :// Lc 21,9 (3) Mt 24,15 // Mc 13,14 // Lc 21,20 (4) Mt 24,32 // Mc 13,28 // Lc 21,30 (5) Mt 24,33 // Mc 13,29 // Lc 21,31

hotan  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
  298  179  119  19  21  27  16  25  67  83 

2 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

1 - 2 ὁταν δε = hotan de (telkens wanneer echter, wanneer echter, zodra echter) NT (23) : (1) Mt 6,16 (2) Mt 10,19 (3) Mt 10,23 (4) Mt 12,43 (5) Mt 13,32 (6) Mt 25,31 (7) Mc 4,29 (8) Mc 13,7 :// Lc 21,9 (9) Mc 13,11 (10) Mc 13,14 // Lc 21,20 (11) Lc 12,11 (12) Mc 13,7 :// Lc 21,9 (13) Mc 13,14 // Lc 21,20 (14) Joh 15,26 (15) Joh 16,13 (16) Joh 16,21 (17) Joh 21,18 (18) 1 Kor 13,10 (19) 1 Kor 15,27 (20) 1 Kor 15,28 (21) 1 Kor 15,54 (22) 1 Kor 16,3 (23) Heb 1,6
- και ὁταν = kai hotan (en telkens wanneer, en wanneer, en zodra) NT (16) : (1) Mt 6,5 (2) Mt 23,15 (3) Mc 4,15 (4) Mc 4,32 (5) Mc 11,25 (6) Mc 14,7 (7) Lc 5,35 (8) Lc 6,22 (9) Lc 12,55 (10) Joh 2,10 (11) Joh 10,4 (12) Kol 4,16 (13) Apk 4,9 (14) Apk 11,7 (15) Apk 17,10 (16) Apk 20,7

1 - 4

8 τοτε = tote (< to - de : dat echter ; dan , daarop) Taalgebruik in het NT : tote (dan) Taalgebruik in de LXX : tote (dan) Taalgebruik in Lc : tote (dan) Lc (15) : (1) Lc 5,35 (2) Lc 6,42 (3) Lc 11,24 (4) Lc 11,26 (5) Lc 13,26 (6) Lc 14,9 (7) Lc 14,10 (8) Lc 14,21 (9) Lc 16,16 (10) Lc 21,10 (11) Lc 21,20 (12) Lc 21,21 (13) Lc 21,27 (14) Lc 23,30 (15) Lc 24,45

tote  Lc 5 Lc 6 Lc 11 Lc 13 Lc 14 Lc 16 Lc 21 Lc 23 Lc 24 bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  
  1 : Lc 5,35 1 : Lc 6,42 2 : (1) Lc 11,24 (2) Lc 11,26 1 : Lc 13,26 3 : (1) Lc 14,9 (2) Lc 14,10 (3) Lc 14,21 1 : Lc 16,16 4 : (1) Lc 21,10 (2) Lc 21,20 (3) Lc 21,21 (4) Lc 21,27 1 : Lc 23,30   1 : Lc 24,45 353 195 158 89 6 15 10 21 17   110  120 

Lc 21,21 - Lc 21,21 : 302 De gruwel van de verwoesting van Judea : Mc 13,14-20 - Mt 24,15-22 - Lc 21,20-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,20 - Lc 21,21 - Lc 21,22 - Lc 21,23 - Lc 21,24 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
21τότε οἱ ἐν τῇ Ἰουδαίᾳ φευγέτωσαν εἰς τὰ ὄρη, καὶ οἱ ἐν μέσῳ αὐτῆς ἐκχωρείτωσαν, καὶ οἱ ἐν ταῖς χώραις μὴ εἰσερχέσθωσαν εἰς αὐτήν, 21 tunc qui in Iudaea sunt fugiant in montes et qui in medio eius discedant et qui in regionibus non intrent in eam    21 Alsdan die in Judea zijn, dat zij vlieden naar de bergen; en die in het midden van dezelve zijn, dat zij daaruit trekken; en die op de velden zijn, dat zij in dezelve niet komen [21] Laten de inwoners van Judea dan de bergen invluchten; wie in de stad is moet haar verlaten, en wie op het land is moet haar niet binnengaan   [21] Wie in Judea is moet dan de bergen in vluchten, wie in Jeruzalem is moet er wegtrekken, en wie op het land is moet niet naar de stad gaan,   21 Laten dán wie in Judea zijn vluchten naar de bergen; laten wie in haar midden zijn de wijk nemen naar buiten en wie in de buitengebieden zijn niet in haar binnenkomen,–   21 Alors, que ceux qui seront en Judée s'enfuient dans les montagnes, que ceux qui seront ŕ l'intérieur de la ville s'en éloignent, et que ceux qui seront dans les campagnes n'y entrent pas ; 

King James Bible [21] Then let them which are in Judaea flee to the mountains; and let them which are in the midst of it depart out; and let not them that are in the countries enter thereinto
Luther-Bibel 21 Alsdann, wer in Judäa ist, der fliehe ins Gebirge, und wer in der Stadt ist, gehe hinaus, und wer auf dem Lande ist, komme nicht herein

Tekstuitleg van Lc 21,21 Het vers Lc 21,21 telt 24 (2³ X 3) woorden en 106 (2 X 53) letters De getalwaarde van Lc 21,21 is 15208 (2³ X 1901)

2 τοτε = tote (< to - de : dat echter ; dan , daarop) Taalgebruik in het NT : tote (dan) Taalgebruik in de LXX : tote (dan) Taalgebruik in Lc : tote (dan) Lc (15) : (1) Lc 5,35 (2) Lc 6,42 (3) Lc 11,24 (4) Lc 11,26 (5) Lc 13,26 (6) Lc 14,9 (7) Lc 14,10 (8) Lc 14,21 (9) Lc 16,16 (10) Lc 21,10 (11) Lc 21,20 (12) Lc 21,21 (13) Lc 21,27 (14) Lc 23,30 (15) Lc 24,45

tote  Lc 5 Lc 6 Lc 11 Lc 13 Lc 14 Lc 16 Lc 21 Lc 23 Lc 24 bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  
  1 : Lc 5,35 1 : Lc 6,42 2 : (1) Lc 11,24 (2) Lc 11,26 1 : Lc 13,26 3 : (1) Lc 14,9 (2) Lc 14,10 (3) Lc 14,21 1 : Lc 16,16 4 : (1) Lc 21,10 (2) Lc 21,20 (3) Lc 21,21 (4) Lc 21,27 1 : Lc 23,30   1 : Lc 24,45 353 195 158 89 6 15 10 21 17   110  120 

2 bepaald lidw nom mann mv οἱ = hoi Zie bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Lc 21 (3) : (1) Lc 21,15 (2) Lc 21,21 (3) Lc 21,33

  lidw mv   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br Apk  syn ev
10 nom m mv hoi   4230 3257 973 196 101 165 125 147 169 70 462  587 
  Totaal     23394  18879  4515  745  389  644  404  690  1228  415  1778  2182 

  lidw mv Lc  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
10 nom m mv hoi 165 3 7 1 2 9 13 10 15 12 4 8 2 5 2 3 6 4 5 7 16 3 11 9 9

3 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

5 nom vr enk ιουδαια = ioudaia (Judea) en dat vr enk ιουδαιᾳ = ioudaia(i) van het zelfst naamw ιουδαια = ioudaia (Judea) Taalgebruik in het NT : ioudaia (Judea) Taalgebruik in de LXX : ioudaia (Judea) Taalgebruik in Lc : ioudaia (Judea) Lc (2) : (1) Lc 7,17 (2) Lc 21,21 Een vorm van ιουδαια = ioudaia (Judea) in het NT (44) , in Lc (10) : (1) Lc 1,5 (2) Lc 1,65 (3) Lc 2,4 (4) Lc 3,1 (5) Lc 4,44 (6) Lc 5,17 (7) Lc 6,17 (8) Lc 7,17 (9) Lc 21,21 (10) Lc 23,5 Hier wordt een plaatsnaam gebruikt en niet de naam van het volk nl Joden Deze naam van Joden komt in Lc in slechts 5 verzen voor , waarvoor 3X om Jezus als de koning van de Joden aan te duiden : (1) Lc 7,3 (2) Lc 23,3 (3) Lc 23,37 (4) Lc 23,38 (5) Lc 23,51

  ioudaia (Judea)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 21 Lc 23 bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br syn  ev 
1   nom vr enk ioudaia(i)              (1) Lc 7,17   (2) Lc 21,21     42  30  12 
gen vr enk ioudaias   (1) Lc 1,5   (2) Lc 1,65   (3) Lc 3,1   (4) Lc 4,44   (5) Lc 5,17   (6) Lc 6,17       (7) Lc 23,5   74  47  27  15  17 
3   acc vr enk ioudaian     (1) Lc 2,4                 29  21     
  totaal 10  1   145  98  47  10  14  22  29 

- Hebreeuws יְהוּדָה = jëhûdâh (Juda) Taalgebruik in Tenakh : jëhûdâh (Juda) Getalwaarde : jod = 10 , he = 5 , waw = 6 , daleth = 4 ; totaal : 32 (2² X 2³) Structuur : 1 - 5 - 4 - 5 De som van de elementen is telkens 5 Tenakh (633) Pentateuch (40) Eerdere Profeten (178) Latere Profeten (190) 12 Kleine Profeten (53)

7 εις = eis (naar) Taalgebruik in het NT : eis (naar) Taalgebruik in de LXX : eis (naar) Taalgebruik in Lc : eis (naar) Voorzetsel van richting Lc (210) Lc 21 (7) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,4 (3) Lc 21,12 (4) Lc 21,13 (5) Lc 21,21 (6) Lc 21,24 (7) Lc 21,37

eis (naar)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  6930  5336  1594  215  151  210  181  260  504  73  576  757  427  77 

eis  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  210  12  12  4 11  10  7 9 17 16  11 6 6 5 9 7 7 9 10 1 7 13 4 11

- Lat in Fr vers (versus : gedraaid , gekeerd ; vertere : tourner , draaien) E for Ned naar D nach

10 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

11 bepaald lidw nom mann mv οἱ = hoi Zie bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Lc 21 (3) : (1) Lc 21,15 (2) Lc 21,21 (3) Lc 21,33

  lidw mv   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br Apk  syn ev
10 nom m mv hoi   4230 3257 973 196 101 165 125 147 169 70 462  587 
  Totaal     23394  18879  4515  745  389  644  404  690  1228  415  1778  2182 

  lidw mv Lc  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
10 nom m mv hoi 165 3 7 1 2 9 13 10 15 12 4 8 2 5 2 3 6 4 5 7 16 3 11 9 9

12 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

16 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

17 bepaald lidw nom mann mv οἱ = hoi Zie bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Lc 21 (3) : (1) Lc 21,15 (2) Lc 21,21 (3) Lc 21,33

  lidw mv   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br Apk  syn ev
10 nom m mv hoi   4230 3257 973 196 101 165 125 147 169 70 462  587 
  Totaal     23394  18879  4515  745  389  644  404  690  1228  415  1778  2182 

  lidw mv Lc  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
10 nom m mv hoi 165 3 7 1 2 9 13 10 15 12 4 8 2 5 2 3 6 4 5 7 16 3 11 9 9

18 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

19 bepaald lidw dat vr mv ταις = tais van het bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in de LXX : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Lc (33) Lc 21 (3) : (1) Lc 21,14 (2) Lc 21,21 (3) Lc 21,23

  lidw mv   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br Apk  syn ev
15 dat vr mv tais   980  799  181  21  10  33  24  66  23  64  68 

- D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam)

23 εις = eis (naar) Taalgebruik in het NT : eis (naar) Taalgebruik in de LXX : eis (naar) Taalgebruik in Lc : eis (naar) Voorzetsel van richting Lc (210) Lc 21 (7) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,4 (3) Lc 21,12 (4) Lc 21,13 (5) Lc 21,21 (6) Lc 21,24 (7) Lc 21,37

eis (naar)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  6930  5336  1594  215  151  210  181  260  504  73  576  757  427  77 

eis  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  210  12  12  4 11  10  7 9 17 16  11 6 6 5 9 7 7 9 10 1 7 13 4 11

- Lat in Fr vers (versus : gedraaid , gekeerd ; vertere : tourner , draaien) E for Ned naar D nach


Lc 21,22 - Lc 21,22 : 302 De gruwel van de verwoesting van Judea : Mc 13,14-20 - Mt 24,15-22 - Lc 21,20-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,20 - Lc 21,21 - Lc 21,22 - Lc 21,23 - Lc 21,24 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
22ὅτι ἡμέραι ἐκδικήσεως αὗταί εἰσιν τοῦ πλησθῆναι πάντα τὰ γεγραμμένα 22 quia dies ultionis hii sunt ut impleantur omnia quae scripta sunt     22 Want deze zijn dagen der wraak, opdat alles vervuld worde, dat geschreven is [22] Dagen van vergelding zijn dit, waarin alles wat er geschreven staat in vervulling gaat   [22] want in die dagen wordt de straf voltrokken, waardoor alles wat geschreven staat in vervulling zal gaan   22 omdat dát de ‘dagen van de wrake’ zijn waarin vervuld wordt alles wat geschreven is   22 car ce seront des jours de vengeance, oů devra s'accomplir tout ce qui a été écrit  

King James Bible [22] For these be the days of vengeance, that all things which are written may be fulfilled
Luther-Bibel 22 Denn das sind die Tage der Vergeltung, dass erfüllt werde alles, was geschrieben ist

Tekstuitleg van Lc 21,22 Het vers Lc 21,22 telt 10 (2 X 5) woorden en 58 (2 X 29) letters De getalwaarde van Lc 21,22 is 5600 (2³ X 2² X 5² X 7)

7 pass inf aor plèsthènai van het werkw pimplèmi (vervullen, vol maken) Taalgebruik in het NT : pimplèmi (vervullen, vol maken) Taalgebruik in Lc : pimplèmi (vervullen, vol maken) Taalgebruik in Hnd : pimplèmi (vervullen, vol maken) Hebr mâlâ´ (vullen, vervullen) Taalgebruik in Tenach : mâlâ´ (vullen, vervullen) Lc (1) Lc 21,22 Een vorm van pimplèmi (vullen) in Lc in 13 verzen : (1) Lc 1,15 (2) Lc 1,23 (3) Lc 1,41 (4) Lc 1,57 (5) Lc 1,67 (6) Lc 2,6 (7) Lc 2,21 (8) Lc 2,22 (9) Lc 4,28 (10) Lc 5,7 (11) Lc 5,26 (12) Lc 6,11 (13) Lc 21,22 In Lc : 5 vormen van pimplèmi (vervullen, vol maken) in 6 / 24 hoofdstukken en in 5 verzen In Hnd : X vormen van pimplèmi (vervullen, vol maken) in 7 hoofdstukken en in 9 verzen

10 pass part perf nom + acc onz mv gegrammena van het werkw grafô (schrijven) Taalgebruik in het NT : grafô (schrijven) Taalgebruik in Mc : grafô (schrijven) Taalgebruik in Lc : grafô (schrijven) Taalgebruik in Hnd : grafô (schrijven) Hebr sjâphar (schrijven) Taalgebruik in Tenach : sjâphar (schrijven) cijfer Om een tekst te lezen spreekt men soms over een tekst ontcijferen Lat scribere Fr écrire Lc (3) : (1) Lc 18,31 (2) Lc 21,22 (3) Lc 24,44 Een vorm van grafô (schrijven) in Lc in 20 verzen : (1) Lc 1,3 (2) Lc 1,63 (3) Lc 2,23 (4) Lc 3,4 (5) Lc 4,4 (6) Lc 4,8 (7) Lc 4,10 (8) Lc 4,17 (9) Lc 7,27 (10) Lc 10,26 (11) Lc 16,6 (12) Lc 16,7 (13) Lc 18,31 (14) Lc 19,46 (15) Lc 20,17 (16) Lc 20,28 (17) Lc 21,22 (18) Lc 22,37 (19) Lc 24,44 (20) Lc 24,46 In Lc : 6 vormen van grafô (schrijven) in 13 / 24 hoofdstukken en in 20 verzen In Hnd : 8 vormen van grafô (schrijven) in 8 hoofdstukken in 11 verzen

8 - 10 panta ta gegrammena (al het geschrevene) In drie verzen in het NT nl bij Lucas : (1) Lc 18,31 : telesthèsetai : al het geschrevene zal voltooid worden (derde lijdensvoorspelling) (2) Lc 21,22 : tou plèsthènai : opdat al het geschrevene zou vervuld worden (eschatologische rede) (3) Lc 24,44 : hoti dei plèrôthènai : dat al het geschrevene moet vervuld worden (verschijning aan de elf en hun metgezellen) Verwijzing : grafô (schrijven) , zie Mc 1,2 Door deze drie teksten is de derde lijdensvoorspelling , de eschatologische rede en een verschijningsverhaal met elkaar verbonden


Lc 21,23 - Lc 21,23 : 302 De gruwel van de verwoesting van Judea : Mc 13,14-20 - Mt 24,15-22 - Lc 21,20-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,20 - Lc 21,21 - Lc 21,22 - Lc 21,23 - Lc 21,24 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
23οὐαὶ ταῖς ἐν γαστρὶ ἐχούσαις καὶ ταῖς θηλαζούσαις ἐν ἐκείναις ταῖς ἡμέραις: ἔσται γὰρ ἀνάγκη μεγάλη ἐπὶ τῆς γῆς καὶ ὀργὴ τῷ λαῷ τούτῳ, 23 vae autem praegnatibus et nutrientibus in illis diebus erit enim pressura magna supra terram et ira populo huic     23 Doch wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land, en toorn over dit volk [23] Wee de vrouwen die zwanger zijn in die dagen, of een kind aan de borst hebben, want het land zal in diepe nood verkeren en dit volk zal door Gods toorn worden getroffen   [23] Wat zal het rampzalig zijn voor de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Want er zal ontzaglijk veel leed zijn in het land, en een zwaar vonnis zal de bevolking treffen   23 Wee haar die een vrucht in de schoot hebben en haar die zogen in die dagen!– want er zal grote nood zijn over het land en toorn treft deze gemeenschap   23 Malheur ŕ celles qui seront enceintes et ŕ celles qui allaiteront en ces jours-lŕ ! » Car il y aura grande détresse sur la terre et colčre contre ce peuple  

King James Bible [23] But woe unto them that are with child, and to them that give suck, in those days! for there shall be great distress in the land, and wrath upon this people
Luther-Bibel 23 Weh aber den Schwangeren und den Stillenden in jenen Tagen! Denn es wird große Not auf Erden sein und Zorn über dies Volk kommen,

Tekstuitleg van Lc 21,23 Het vers Lc 21,23 telt 26 (2 X 13) woorden en 116 (2² X 29) letters De getalwaarde van Lc 21,23 is 11567 (43 X 269)

Lc 21,233 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

6 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

7 bepaald lidw dat vr mv ταις = tais van het bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in de LXX : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Lc (33) Lc 21 (3) : (1) Lc 21,14 (2) Lc 21,21 (3) Lc 21,23

  lidw mv   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br Apk  syn ev
15 dat vr mv tais   980  799  181  21  10  33  24  66  23  64  68 

- D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam)

20 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,239 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

16 nom + dat vr enk megalè(i) (groot) van het bijvoegl naamw megas (groot) Taalgebruik in het NT : megas (groot) Taalgebruik in Lc : megas (groot) Lc (6) (nom : 1 / 6 ; dat 5 / 6) : (1) Lc 1,42 (2) Lc 4,33 (3) Lc 8,28 (4) Lc 19,37 (5) Lc 21,23 (nom;) (6) Lc 23,46 Een vorm van megas (groot) in Lc in 25 verzen , in Lc 21 (2) : (1) Lc 21,11  (2) Lc 21,23

Lc 21,2317 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei

Lc 21,2318 bep lidw gen vr enk tès (de) bepaald lidwoord Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Gr to , tè N : de E : the D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam) Lc (109) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,18 (2) Lc 21,23 (3) Lc 21,25 (4) Lc 21,35

Lc 21,2319 gen vr enk gès (van de aarde) van het zelfst naamw gè (aarde) Taalgebruik in het NT : gè (aarde) Taalgebruik in Lc : gè (aarde)
Lc (10) : (1) Lc 2,14 (2) Lc 5,3 (3) Lc 5,24 (4) Lc 10,21 (5) Lc 11,31 (6) Lc 12,56 (7) Lc 18,8 (8) Lc 21,23 (9) Lc 21,25 (10) Lc 21,35 Een vorm van gè (aarde) in Lc in 26 verzen , in Lc

22 bep lidw dat mann + onz enk τῳ = tô(i) van het bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in de LXX : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Lc (154) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,8 (2) Lc 21,23 (3) Lc 21,37 (4) Lc 21,38

  lidw enk bijbel  OT  NT  Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br  Apk  syn ev
6 dat m + onz enk tô(i) 5507  4462  1045  121  68  154  98  163  367  74  343  441 

- D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam)

Lc 21,2323 dat mann enk laô(i) van het zelfst naamw laos (volk) Taalgebruik in het NT : laos (volk) Taalgebruik in Lc : laos (volk)
Lc (4) : (1) Lc 1,68 (2) Lc 1,77 (3) Lc 2,10 (4) Lc 21,23 Een vorm van laos (volk) in Lc (37) , in Lc 21 (2) : (1) Lc 21,23 (2) Lc 21,38


Lc 21,24 - Lc 21,24 : 302 De gruwel van de verwoesting van Judea : Mc 13,14-20 - Mt 24,15-22 - Lc 21,20-24 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,20 - Lc 21,21 - Lc 21,22 - Lc 21,23 - Lc 21,24 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
24καὶ πεσοῦνται στόματι μαχαίρης καὶ αἰχμαλωτισθήσονται εἰς τὰ ἔθνη πάντα, καὶ Ἰερουσαλὴμ ἔσται πατουμένη ὑπὸ ἐθνῶν, ἄχρι οὗ πληρωθῶσιν καιροὶ ἐθνῶν 24 et cadent in ore gladii et captivi ducentur in omnes gentes et Hierusalem calcabitur a gentibus donec impleantur tempora nationum     24 En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards, en gevankelijk weggevoerd worden onder alle volken; en Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn [24] Ze zullen vallen door het scherp van het zwaard en als gevangenen worden afgevoerd naar alle heidense volken; en Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden totdat de tijd* van de heidenen voorbij is   [24] De inwoners zullen omkomen door het zwaard of in gevangenschap worden weggevoerd en onder alle volken worden verstrooid, terwijl Jeruzalem vertrapt zal worden door heidenen, tot de tijd van de heidenen voorbij is   24 Ze zullen vallen door de mond van het zwaard en in gevangenschap worden afgevoerd naar alle volkeren; Jeruzalem zal worden vertreden door de volkeren totdat de tijden der volkeren zijn vervuld  24 Ils tomberont sous le tranchant du glaive et ils seront emmenés captifs dans toutes les nations, et Jérusalem sera foulée aux pieds par des paďens jusqu'ŕ ce que soient accomplis les temps des paďens  

King James Bible [24] And they shall fall by the edge of the sword, and shall be led away captive into all nations: and Jerusalem shall be trodden down of the Gentiles, until the times of the Gentiles be fulfilled
Luther-Bibel 24 und sie werden fallen durch die Schärfe des Schwertes und gefangen weggeführt unter alle Völker, und Jerusalem wird zertreten werden von den Heiden, bis die Zeiten der Heiden erfüllt sind

Tekstuitleg van Lc 21,24 Het vers Lc 21,24 telt 20 (2² X 5) woorden en 121 (11²) letters De getalwaarde van Lc 21,24 is 14414 (2 X 7207)

1 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

5 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

7 εις = eis (naar) Taalgebruik in het NT : eis (naar) Taalgebruik in de LXX : eis (naar) Taalgebruik in Lc : eis (naar) Voorzetsel van richting Lc (210) Lc 21 (7) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,4 (3) Lc 21,12 (4) Lc 21,13 (5) Lc 21,21 (6) Lc 21,24 (7) Lc 21,37

eis (naar)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  6930  5336  1594  215  151  210  181  260  504  73  576  757  427  77 

eis  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  210  12  12  4 11  10  7 9 17 16  11 6 6 5 9 7 7 9 10 1 7 13 4 11

- Lat in Fr vers (versus : gedraaid , gekeerd ; vertere : tourner , draaien) E for Ned naar D nach

Liturgische lezing van de 1ste (eerste) zondag van de advent C : Lc 21,25-28 (verwijzing : Lc 21,25-28) en Lc 21,34-36 (verwijzing : Lc 21,34-36) :
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren en op de aarde zullen volkeren in angst verkeren, radeloos door het gebulder van de onstuimige zee De mensen zullen het besterven van schrik, in spanning om wat de wereld gaat overkomen Want de hemelse heerscharen zullen in verwarring geraken Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk, met macht en grote heerlijkheid Wanneer zich dit alles begint te voltrekken richt u dan op en heft uw hoofden omhoog want uw verlossing komt nabij Zorgt er voor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap en de zorgen van het leven; laat die dag u niet onverhoeds grijpen als in een strik; want hij zal komen over alle mensen, waar ook ter wereld Weest daarom altijd waakzaam en bidt dat ge in staat moogt zijn te ontkomen aan al die dingen die zich gaan voltrekken, en dat ge stand moogt houden voor het aangezicht van de Mensenzoon"



305 De komst van de Mensenzoon : Lc 21,25-28 - Mc 13,24-27 - Mt 24,29-31 - Lc 21,25-28 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,25 - Lc 21,26 - Lc 21,27 - Lc 21,28 -

Lc 21,25 - Lc 21,25 : 305 De komst van de Mensenzoon : Mc 13,24-27 - Mt 24,29-31 - Lc 21,25-28 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,25 - Lc 21,26 - Lc 21,27 - Lc 21,28 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
25Καὶ ἔσονται σημεῖα ἐν ἡλίῳ καὶ σελήνῃ καὶ ἄστροις, καὶ ἐπὶ τῆς γῆς συνοχὴ ἐθνῶν ἐν ἀπορίᾳ ἤχους θαλάσσης καὶ σάλου, 25 et erunt signa in sole et luna et stellis et in terris pressura gentium prae confusione sonitus maris et fluctuum    25 En er zullen tekenen zijn in de zon, en maan, en sterren, en op de aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid, als de zee en watergolven groot geluid zullen geven; [25] Er* zullen tekenen zijn aan de zon, de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken in paniek raken, radeloos door het gebulder van de zee en de golven  [25] Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee;   25 Er zullen tekenen zijn door zon, maan en sterren,– op de aarde een gedrang van volkeren, radeloos van ‘het geschal van zee en golven’,   25 « Et il y aura des signes dans le soleil, la lune et les étoiles Sur la terre, les nations seront dans l'angoisse, inquičtes du fracas de la mer et des flots ;  

King James Bible [25] And there shall be signs in the sun, and in the moon, and in the stars; and upon the earth distress of nations, with perplexity; the sea and the waves roaring;
Luther-Bibel 25 Und es werden Zeichen geschehen an Sonne und Mond und Sternen, und auf Erden wird den Völkern bange sein, und sie werden verzagen vor dem Brausen und Wogen des Meeres,

Tekstuitleg van Lc 21,25 Het vers Lc 21,25 telt 21 (3 X 7) woorden en 96 (2² X 2² X 3) letters De getalwaarde van Lc 21,25 is 9259 (47 X 197) De verzen Lc 21,25 en Lc 21,26 horen bij elkaar In deze twee verzen komen twee werkw in de toekomende tijd 3de pers mv voor ; bij het begin en op het einde en met een assonantie zelfs : esontai (zij zullen zijn) saleuthè - sontai (zij zullen geschud worden) Bij deze werkwoorden worden de kosmische veranderingen beschreven Daartussen staat wat deze verschijnselen op aarde veroorzaken Dit centrale gedeelte wordt omsloten door twee tijdsbepalingen ; de ene bij het begin , de andere op het einde Bij het begin : epi tès gès (op de aarde) , op het einde : tè(i) oikoumenè(i) : over de bewoonde wereld De aandacht gaat niet zozeer naar wat zich op aarde afspeelt maar naar de gevoelens van de bewoners ; enerzijds de beklemming van de volkeren voor het tumultueeze geluid van de zee en de golven ; anderzijds de schrik waaraan mensen sterven en de verwachting wat hen zal overkomen

Lc 21,25 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,252 act ind fut 3de pers mv εσονται = esontai (zij zullen zijn) van het werkw ειμι = eimi (zijn) Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) Taalgebruik in de LXX : eimi (zijn) Taalgebruik in Lc : eimi (zijn) Taalgebruik in Hnd : eimi Bijbel (253) Lc (7) : (1) Lc 11,19 (2) Lc 12,52 (3) Lc 13,30 (4) Lc 17,34 (5) Lc 17,35 (6) Lc 21,11 (7) Lc 21,25  Een vorm van ειμι = eimi (zijn) in het NT (2450) , in de LXX (6947) De verzen Lc 21,25 en Lc 21,26 horen bij elkaar In deze twee verzen komen twee werkw in de toekomende tijd 3de pers mv voor ; bij het begin en op het einde en met een assonantie zelfs : esontai (zij zullen zijn) saleuthèsontai (zij zullen geschud worden)
- Hebr hâjâh Lat esse Fr être Ned zijn E to be

Lc 21,253 nom + acc onz mv σημεια = sèmeia (tekens) van het zelfst naamw σημειον = sèmeion (teken) Taalgebruik in het NT : sèmeion (teken) Taalgebruik in de LXX : sèmeion (teken) Taalgebruik in Lc : sèmeion (teken) Lc (2) : (1) Lc 21,11 (2) Lc 21,25 Een vorm van sèmeion (teken) in Lc in 9 verzen : (1) Lc 2,12 (2) Lc 2,34 (3) Lc 11,16 (4) Lc 11,29 (5) Lc 11,30 (6) Lc 21,7 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,25 (9) Lc 23,8

  sèmeion   Lc Lc 2 Lc 11 Lc 21 Lc 23 bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
nom + acc onz enk sèmeion   (1) Lc 2,12 (2) Lc 2,34   (3) Lc 11,16 (4) Lc 11,29 (5) Lc 11,30 (6) Lc 21,7 (7) Lc 23,8     87  56  31  17  23   
nom + acc onz mv sèmeia       (1) Lc 21,11 (2) Lc 21,25      66  34  32  10  10  16   
  Totaal          153  90  63  16  12  23  39   

- Lat signum Fr signe E sign N teken D Zeichen

Lc 21,254 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

Lc 21,255 dat mann enk hèliô(i) (zon) van het zelfst naamw (h)èlios (zon) Taalgebruik in het NT : hèlios (zon) Taalgebruik in Lc : hèlios (zon)
Lc (1) : Lc 21,25 Een vorm van (h)èlios (zon) in Lc in 5 verzen :

Lc 21,256 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,257 nom + dat vr enk selènè(i) (maan) Taalgebruik in het NT : selènè (maan) Taalgebruik in Lc : selènè (maan)
Lc (1) : Lc 21,25 Slechts één vorm in Lc

Lc 21,258 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,259 dat onz mv astrois (sterren) van het zelfst naamw astron (ster) Taalgebruik in het NT : astron (ster) Taalgebruik in Lc : astron (ster)
Lc (1) : Lc 21,25 Dit is de enigste vorm in Lc

Lc 21,2510 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,2511 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei

Lc 21,2512 bep lidw gen vr enk tès (de) bepaald lidwoord Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Gr to , tè N : de E : the D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam)
Lc (109) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,18 (2) Lc 21,23 (3) Lc 21,25 (4) Lc 21,35

13 gen vr enk gès (van de aarde) van het zelfst naamw gè (aarde) Taalgebruik in het NT : gè (aarde) Taalgebruik in Lc : gè (aarde)
Lc (10) : (1) Lc 2,14 (2) Lc 5,3 (3) Lc 5,24 (4) Lc 10,21 (5) Lc 11,31 (6) Lc 12,56 (7) Lc 18,8 (8) Lc 21,23 (9) Lc 21,25 (10) Lc 21,35 Een vorm van gè (aarde) in Lc in 26 verzen , in Lc

Lc 21,2514 nom vr enk sunochè (beklemming, angst) Taalgebruik in het NT : sunochè (beklemming, angst) Taalgebruik in Lc : sunochè (beklemming, angst) E anguish Lc (1) : Lc 21,25

Lc 21,2516 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

Lc 21,2517 dat vr enk aporia(i) van het zelfst naamw aporia (verlegenheid, radeloosheid) Taalgebruik in het NT : aporia (verlegenheid, radeloosheid) Taalgebruik in het Lc : aporia (verlegenheid, radeloosheid) Lc (1) : Lc 21,25 Dit is de enigste vorm in Lc en in het NT

Lc 21,2519 gen vr enk thalassès van het zelfst naamw thalassa (zee, meer) Taalgebruik in NT : thalassa (zee meer) Taalgebruik in Lc : thalassa (zee meer) Mc (1) : Lc 21,25 Een vorm van thalassa (zee, meer) in Lc in 3 verzen

Lc 21,2520 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)


Lc 21,26 - Lc 21,26 : 305 De komst van de Mensenzoon : Mc 13,24-27 - Mt 24,29-31 - Lc 21,25-28 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,25 - Lc 21,26 - Lc 21,27 - Lc 21,28 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
26ἀποψυχόντων ἀνθρώπων ἀπὸ φόβου καὶ προσδοκίας τῶν ἐπερχομένων τῇ οἰκουμένῃ, αἱ γὰρ δυνάμεις τῶν οὐρανῶν σαλευθήσονται 26 arescentibus hominibus prae timore et expectatione quae supervenient universo orbi nam virtutes caelorum movebuntur    26 En den mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting der dingen, die het aardrijk zullen overkomen; want de krachten der hemelen zullen bewogen worden [26] De mensen zullen het besterven van schrik en spanning om wat de wereld gaat overkomen, want de hemelse machten zullen wankelen  [26] de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen   26 terwijl mensen ontzield raken van vrees in afwachting van wat komen gaat over de bewoonde wereld, want de krachten der hemelen zullen wankelen   26 des hommes défailliront de frayeur, dans l'attente de ce qui menace le monde habité, car les puissances des cieux seront ébranlées  

King James Bible [26] Men's hearts failing them for fear, and for looking after those things which are coming on the earth: for the powers of heaven shall be shaken
Luther-Bibel 26 und die Menschen werden vergehen vor Furcht und in Erwartung der Dinge, die kommen sollen über die ganze Erde; denn die Kräfte der Himmel werden ins Wanken kommen

Tekstuitleg van Lc 21,26 Het vers Lc 21,26 telt 16 (2² X 2²) woorden en 103 letters De getalwaarde van Lc 21,26 is 15676 (2² X 3919)

Lc 21,261 act part praes gen mv mv αποψυχοντων = apopsuchontôn van het werkw αποψυχω = apopsuchô (wegblazen, in zwijm vallen) Taalgebruik in het NT : apopsuchô (wegblazen, in zwijm vallen) Lc (1) : Lc 21,26 Dit is de enigste vorm in Lc en in het NT

Lc 21,265 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

16 De verzen Lc 21,25 en Lc 21,26 horen bij elkaar In deze twee verzen komen twee werkw in de toekomende tijd 3de pers mv voor ; bij het begin en op het einde en met een assonantie zelfs : esontai (zij zullen zijn) saleuthè sontai (zij zullen geschud worden)


Lc 21,27 - Lc 21,27 : 305 De komst van de Mensenzoon : Mc 13,24-27 - Mt 24,29-31 - Lc 21,25-28 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,25 - Lc 21,26 - Lc 21,27 - Lc 21,28 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
27καὶ τότε ὄψονται τὸν υἱὸν τοῦ ἀνθρώπου ἐρχόμενον ἐν νεφέλῃ μετὰ δυνάμεως καὶ δόξης πολλῆς 27 et tunc videbunt Filium hominis venientem in nube cum potestate magna et maiestate     27 En alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid [27] Dan zullen ze de Mensenzoon met veel macht en heerlijkheid zien komen op een wolk*   [27] Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen, bekleed met macht en grote luister   27 Maar dan zullen ze zien ‘de mensenzoon komend in een wolk’ met grote kracht en heerlijkheid  27 Et alors on verra le Fils de l'homme venant dans une nuée avec puissance et grande gloire  

King James Bible [27] And then shall they see the Son of man coming in a cloud with power and great glory
Luther-Bibel 27 Und alsdann werden sie sehen den Menschensohn kommen in einer Wolke mit großer Kraft und Herrlichkeit

Tekstuitleg van Lc 21,27 Het vers Lc 21,27 telt 15 (3 X 5) woorden en 76 (2³ X 19) letters De getalwaarde van Lc 21,27 is 9427 (11 X 857)

Lc 21,271 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,272 τοτε = tote (< to - de : dat echter ; dan , daarop) Taalgebruik in het NT : tote (dan) Taalgebruik in de LXX : tote (dan) Taalgebruik in Lc : tote (dan) Lc (15) : (1) Lc 5,35 (2) Lc 6,42 (3) Lc 11,24 (4) Lc 11,26 (5) Lc 13,26 (6) Lc 14,9 (7) Lc 14,10 (8) Lc 14,21 (9) Lc 16,16 (10) Lc 21,10 (11) Lc 21,20 (12) Lc 21,21 (13) Lc 21,27 (14) Lc 23,30 (15) Lc 24,45

tote  Lc 5 Lc 6 Lc 11 Lc 13 Lc 14 Lc 16 Lc 21 Lc 23 Lc 24 bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  
  1 : Lc 5,35 1 : Lc 6,42 2 : (1) Lc 11,24 (2) Lc 11,26 1 : Lc 13,26 3 : (1) Lc 14,9 (2) Lc 14,10 (3) Lc 14,21 1 : Lc 16,16 4 : (1) Lc 21,10 (2) Lc 21,20 (3) Lc 21,21 (4) Lc 21,27 1 : Lc 23,30   1 : Lc 24,45 353 195 158 89 6 15 10 21 17   110  120 

Lc 21,277 gen mann enk anthrôpou (van de mens) van het zelfst naamw anthrôpos (mens) Taalgebruik in het NT : anthrôpos (mens) Taalgebruik in Lc : anthrôpos (mens) Lc (30) Lc 21 (2) : (1) Lc 21,27 (2) Lc 21,36 Een vorm van anthrôpos (mens) in Lc in 94 verzen

Lc 21,279 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

Lc 21,2713 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)


Lc 21,28 - Lc 21,28 : 305 De komst van de Mensenzoon : Mc 13,24-27 - Mt 24,29-31 - Lc 21,25-28 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,25 - Lc 21,26 - Lc 21,27 - Lc 21,28 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
28ἀρχομένων δὲ τούτων γίνεσθαι ἀνακύψατε καὶ ἐπάρατε τὰς κεφαλὰς ὑμῶν, διότι ἐγγίζει ἡ ἀπολύτρωσις ὑμῶν 28 his autem fieri incipientibus respicite et levate capita vestra quoniam adpropinquat redemptio vestra     28 Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zo ziet omhoog, en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is [28] Als dat gaat gebeuren, sta dan op, recht en fier, want uw verlossing is dichtbij’   [28] Wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij!’   28 Als dit alles begint te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing is nabij!   28 Quand cela commencera d'arriver, redressez-vous et relevez la tęte, parce que votre délivrance est proche »  

King James Bible [28] And when these things begin to come to pass, then look up, and lift up your heads; for your redemption draweth nigh
Luther-Bibel 28 Wenn aber dieses anfängt zu geschehen, dann seht auf und erhebt eure Häupter, weil sich eure Erlösung naht Vom Feigenbaum

Tekstuitleg van Lc 21,28 Het vers Lc 21,28 telt 15 (3 X 5) woorden en 86 (2 X 43) letters De getalwaarde van Lc 21,28 is 12408 (2³ X 3 X 11 X 47)

2 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

4 inf aor γινεσθαι = ginesthai (om te gebeuren) van het werkw γινομαι = ginomai (worden, gebeuren) Taalgebruik in de LXX : ginomai (worden) Taalgebruik in het NT : ginomai (worden) Taalgebruik in Lc : ginomai (worden) NT (10) : (1) Lc 21,7 (2) Lc 21,28 (3) Lc 21,36 (4) Hnd 4,30 (5) Hnd 14,3 (6) Hnd 26,22 (7) Hnd 27,33 (8) 1 Kor 7,36 (9) 1 Kor 10,20 (10) Jak 3,10 Een vorm van γινομαι = ginomai in de LXX (2174) , in het NT (667) , in Lc (129)

Lc 21,285 act imperat  aor 2de pers mv ανακυψατε = anakupsate (hef je hoof omhoog) van het werkw ανακυπτω = anakuptô (het hoofd omhoogsteken) Taalgebruik in het NT : anakuptô (het hoofd omhoogsteken) Taalgebruik in de LXX : anakuptô (het hoofd omhoogsteken) Taalgebruik in Lc : anakuptô (het hoofd omhoogsteken) Bijbel = Lc (1) : Lc 21,28 Een vorm van ανακυπτω = anakuptô (het hoofd omhoogsteken) in Lc (2) : (1) Lc 13,11 (2) Lc 21,28

Lc 21,286 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,2814 nom vr enk apolutrôsis (afkoping, verlossing) Taalgebruik in het NT : apolutrôsis (afkoping, verlossing) Taalgebruik in Lc : apolutrôsis (afkoping, verlossing) Lc (1) : Lc 21,28 Dit is de enigste vorm in Lc

15 persoonl voornaamw 2de pers gen mv ὑμων = humôn (van jullie) Zie persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in het NT : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in de LXX : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in Lc : persoonlijk voornaamwoord Lc 21 (6) : (1) Lc 21,14 (2) Lc 21,16 (3) Lc 21,18 (4) Lc 21,19 (5) Lc 21,28 (6) Lc 21,34

pers vnw 2de p mv  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
gen mv humôn  1573 1084 489 61 12 60 43 34 275 4    
totaal 4034 2377 1657 224 69 205 219 116 813 11 498  717 

      Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  gen mv humôn 60 0 0 1 1 2 7 0 1 4 4 8 7 2 3 1 2 2 0 0 0 6 6 2 1


  306 Gelijkenis van de vijgeboom : Lc 21,29-31 306 Gelijkenis van de vijgeboom : Mc 13,28-29 - Mt 24,32-33 - Lc 21,29-31 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,29 - Lc 21,30 - Lc 21,31 -

Lc 21,29 - Lc 21,29 : 306 Gelijkenis van de vijgeboom : Mc 13,28-29 - Mt 24,32-33 - Lc 21,29-31 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,29 - Lc 21,30 - Lc 21,31 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
29Καὶ εἶπεν παραβολὴν αὐτοῖς: Ἴδετε τὴν συκῆν καὶ πάντα τὰ δένδρα: 29 et dixit illis similitudinem videte ficulneam et omnes arbores    29 En Hij zeide tot hen een gelijkenis: Ziet den vijgeboom, en al de bomen [29] Hij vertelde hun een gelijkenis: ‘Kijk naar de vijg of naar een andere boom   [29] Hij vertelde hun ook een gelijkenis: ‘Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen   29 ¶ Hij zegt het hun met een gelijkenis: ziet de vijgenboom aan, en álle bomen:   29 Et il leur dit une parabole : « Voyez le figuier et les autres arbres  

King James Bible [29] And he spake to them a parable; Behold the fig tree, and all the trees;
Luther-Bibel 29 Und er sagte ihnen ein Gleichnis: Seht den Feigenbaum und alle Bäume an:

Tekstuitleg van Lc 21,29 Het vers Lc 21,29 telt 11 woorden en 51 (3 X 17) letters De getalwaarde van Lc 21,29 is 3742 (2 X 1871)

1 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

2 act ind aor 3de pers enk ειπεν = eipen (hij zei) van het werkw λεγω = legô (zeggen) Taalgebruik in het NT : legô (zeggen) Taalgebruik in de LXX : legô (zeggen) Taalgebruik in Lc : legô (zeggen) Een vorm van λεγω = legô (zeggen) in de LXX (4610) , in het NT (1318) ; van ειπεν = eipon (ik zei) in de LXX (4608) , in het NT (925) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,8 (4) Lc 21,29

  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
ind aor 3de p enk eipen  3024  2426  598  118  56  223  114  75  397  511 

  legô (zeggen)  eipen Lc   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  act ind aor 3de pers enk eipen 223  11  11  17  12  11  10  13 12  11  18 

- וַיּאֹמֶר = wajjo´mèr (en hij zei) < prefix verbindingswoord wë + werkwoordvorm qal act imperf 3de pers mann enk van het werkw אמר = ´-m-r (zeggen) Taalgebruik in Tenakh : ´âmar (zeggen) Getalwaarde : aleph = 1 , mem = 13 of 40 , resj = 20 of 200 ; totaal : 34 (2 X 17) of 241 (priemgetal) Structuur : 1 - 4 - 2 De som van de elementen is telkens 7 Tenakh (1879) Pentateuch (594) Eerdere Profeten (868) Latere Profeten (120) 12 Kleine Profeten (56) Geschriften (241)
- Lat legere Fr leçon E to say Fr dire D sprechen (spreken) Arabisch : قَالَ = qâla (zeggen) Taalgebruik in de Qoran : qâla (zeggen)

8 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)


Lc 21,30 - Lc 21,30 : 306 Gelijkenis van de vijgeboom : Mc 13,28-29 - Mt 24,32-33 - Lc 21,29-31 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,29 - Lc 21,30 - Lc 21,31 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
30ὅταν προβάλωσιν ἤδη, βλέποντες ἀφ' ἑαυτῶν γινώσκετε ὅτι ἤδη ἐγγὺς τὸ θέρος ἐστίν: 30 cum producunt iam ex se fructum scitis quoniam prope est aestas    30 Wanneer zij nu uitspruiten, en gij dat ziet, zo weet gij uit uzelven, dat de zomer nu nabij is [30] Zodra u ze ziet uitbotten weet u vanzelf dat de zomer in aantocht is   [30] Als je ziet dat ze uitlopen, weet je dat de zomer in aantocht is   30 wanneer ze alweer uitbotten en ge kijkt ernaar, dan herkent ge vanzelf dat de zomer alweer nabij is;  30 Dčs qu'ils bourgeonnent, vous comprenez de vous-męmes, en les regardant, que désormais l'été est proche  

King James Bible [30] When they now shoot forth, ye see and know of your own selves that summer is now nigh at hand
Luther-Bibel 30 wenn sie jetzt ausschlagen und ihr seht es, so wisst ihr selber, dass jetzt der Sommer nahe ist

Tekstuitleg van Lc 21,30 Het vers Lc 21,30 telt 13 woorden en 66 (2 X 3 X 11) letters De getalwaarde van Lc 21,30 is 8306 (2 X 4153)

1 ὁταν = hotan (telkens wanneer, wanneer, zodra) Taalgebruik in het NT : hotan (telkens wanneer , wanneer, zodra) Taalgebruik in de LXX : hotan (telkens wanneer , wanneer, zodra) Lc (27) : (1) Lc 5,35 (2) Lc 6,22 (3) Lc 6,26 (4) Lc 8,13 (5) Lc 9,26 (6) Lc 11,2 (7) Lc 11,21 (8) Lc 11,24 (9) Lc 11,34 (10) Lc 11,36 (11) Lc 12,11 (12) Lc 12,54 (13) Lc 12,55 (14) Lc 13,28 (15) Lc 14,8 (16) Lc 14,10 (17) Lc 14,12 (18) Lc 14,13 (19) Lc 16,4 (20) Lc 16,9 (21) Lc 17,10 (22) Lc 21,7 (23) Lc 21,9 (24) Lc 21,20 (25) Lc 21,30 (26) Lc 21,31 (27) Lc 23,42 Synoptici : Lc 21 (5) : (1) Mc 13,4 // Lc 21,7 (2) Mc 13,7 :// Lc 21,9 (3) Mt 24,15 // Mc 13,14 // Lc 21,20 (4) Mt 24,32 // Mc 13,28 // Lc 21,30 (5) Mt 24,33 // Mc 13,29 // Lc 21,31

hotan  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
  298  179  119  19  21  27  16  25  67  83 

3 acc vr enk παραβολην = parabolèn (parabel) van het zelfst naamw parabolè (parabel, gelijkenis) Taalgebruik in het NT : parabolè (parabel, gelijkenis) Taalgebruik in Lc : parabolè (parabel, gelijkenis) Paraballô : naast elkaar werpen , vergelijken Lc (14) : (1) Lc 4,23 (2) Lc 5,36 (3) Lc 6,39 (4) Lc 12,16 (5) Lc 12,41 (6) Lc 13,6 (7) Lc 14,7 (8) Lc 15,3 (9) Lc 18,1 (10) Lc 18,9 (11) Lc 19,11 (12) Lc 20,9 (13) Lc 20,19 (14) Lc 21,29 Een vorm van parabolè (parabel) in Lc in 18 verzen : (1) Lc 4,23 (2) Lc 5,36 (3) Lc 6,39 (4) Lc 8,4 (5) Lc 8,9 (6) Lc 8,10 (7) Lc 8,11 (8) Lc 12,16 (9) Lc 12,41 (10) Lc 13,6 (11) Lc 14,7 (12) Lc 15,3 (13) Lc 18,1 (14) Lc 18,9 (15) Lc 19,11 (16) Lc 20,9 (19) Lc 20,19 (18) Lc 21,29

7 acc vr enk sukèn van het zelfst naamw sukè (vijgeboom) Taalgebruik in het NT : sukè (vijgeboom) Taalgebruik in Lc : sukè (vijgeboom) Lc (2) : (1) Lc 13,6 (2) Lc 21,29 Een vorm van sukè (vijgeboom) in Lc in 3 verzen : (1) Lc 13,6 (2) Lc 13,7 (3) Lc 21,29


Lc 21,31 - Lc 21,31 : 306 Gelijkenis van de vijgeboom : Mc 13,28-29 - Mt 24,32-33 - Lc 21,29-31 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,29 - Lc 21,30 - Lc 21,31 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
31οὕτως καὶ ὑμεῖς, ὅταν ἴδητε ταῦτα γινόμενα, γινώσκετε ὅτι ἐγγύς ἐστιν ἡ βασιλεία τοῦ θεοῦ 31 ita et vos cum videritis haec fieri scitote quoniam prope est regnum Dei    31 Alzo ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo weet, dat het Koninkrijk Gods nabij is [31] Zo moet u ook, als u dit ziet gebeuren, weten dat het koninkrijk van God dichtbij is   [31] Zo moeten jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het koninkrijk van God nabij is   31 zo moet gij ook wanneer ge dat alles ziet geschieden, herkennen dat het koninkrijk van God nabij is!–   31 Ainsi vous, lorsque vous verrez cela arriver, comprenez que le Royaume de Dieu est proche  

King James Bible [31] So likewise ye, when ye see these things come to pass, know ye that the kingdom of God is nigh at hand
Luther-Bibel 31 So auch ihr: wenn ihr seht, dass dies alles geschieht, so wisst, dass das Reich Gottes nahe ist

Tekstuitleg van Lc 21,31 Het vers Lc 21,31 telt 15 (3 X 5) woorden en 72 (2³ X 3²) De getalwaarde van Lc 21,31 is 8705 (5 X 1741)

2 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

4 ὁταν = hotan (telkens wanneer, wanneer, zodra) Taalgebruik in het NT : hotan (telkens wanneer , wanneer, zodra) Taalgebruik in de LXX : hotan (telkens wanneer , wanneer, zodra) Lc (27) : (1) Lc 5,35 (2) Lc 6,22 (3) Lc 6,26 (4) Lc 8,13 (5) Lc 9,26 (6) Lc 11,2 (7) Lc 11,21 (8) Lc 11,24 (9) Lc 11,34 (10) Lc 11,36 (11) Lc 12,11 (12) Lc 12,54 (13) Lc 12,55 (14) Lc 13,28 (15) Lc 14,8 (16) Lc 14,10 (17) Lc 14,12 (18) Lc 14,13 (19) Lc 16,4 (20) Lc 16,9 (21) Lc 17,10 (22) Lc 21,7 (23) Lc 21,9 (24) Lc 21,20 (25) Lc 21,30 (26) Lc 21,31 (27) Lc 23,42 Synoptici : Lc 21 (5) : (1) Mc 13,4 // Lc 21,7 (2) Mc 13,7 :// Lc 21,9 (3) Mt 24,15 // Mc 13,14 // Lc 21,20 (4) Mt 24,32 // Mc 13,28 // Lc 21,30 (5) Mt 24,33 // Mc 13,29 // Lc 21,31

hotan  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
  298  179  119  19  21  27  16  25  67  83 

6 nom en acc onz mv ταυτα = tauta (deze dingen) van het aanwijzend voornaamw οὑτος = houtos Taalgebruik in het NT : houtos (deze) Taalgebruik in de LXX : houtos (deze) Taalgebruik in Lc : houtos (deze) Taalgebruik in Hnd : houtos (deze) Lc (46) Lc 21 (5) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,7 (3) Lc 21,9 (4) Lc 21,31 (5) Lc 21,36

    bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  nom + acc onz mv tauta  815  587  228  22 14 46  58 28            


  307 De tijd van het einde : Lc 21,32-33 307 De tijd van het einde : Mc 13,30-32 - Mt 24,34-36 - Lc 21,32-33 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,32 - Lc 21,33 -
Lc 21,32 - Lc 21,32 : 307 De tijd van het einde : Mc 13,30-32 - Mt 24,34-36 - Lc 21,32-33 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,32 - Lc 21,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
32ἀμὴν λέγω ὑμῖν ὅτι οὐ μὴ παρέλθῃ ἡ γενεὰ αὕτη ἕως ἂν πάντα γένηται 32 amen dico vobis quia non praeteribit generatio haec donec omnia fiant     32 Voorwaar Ik zeg u, dat dit geslacht geenszins zal voorbijgaan, totdat alles zal geschied zijn [32] Ik verzeker u, deze generatie gaat niet voorbij voordat dit alles gebeurd is   [32] Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker niet verdwenen zijn wanneer dit alles gebeurt   32 amen, ik zeg u dat deze generatie niet voorbij zal gaan voordat dit alles is geschied!–   32 En vérité, je vous le dis, cette génération ne passera pas que tout ne soit arrivé  

King James Bible [32] Verily I say unto you, This generation shall not pass away, till all be fulfilled
Luther-Bibel 32 Wahrlich, ich sage euch: Dieses Geschlecht wird nicht vergehen, bis es alles geschieht

Tekstuitleg van Lc 21,32 Het vers Lc 21,32 telt 14 (2 X 7) woorden en 54 (2 X 3³) De getalwaarde van Lc 21,32 is 5224 ((2³ X 653)


Lc 21,33 - Lc 21,33 : 307 De tijd van het einde : Mc 13,30-32 - Mt 24,34-36 - Lc 21,32-33 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,32 - Lc 21,33 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
33ὁ οὐρανὸς καὶ ἡ γῆ παρελεύσονται, οἱ δὲ λόγοι μου οὐ μὴ παρελεύσονται 33 caelum et terra transibunt verba autem mea non transient    33 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan [33] Hemel en aarde zullen voorbijgaan maar mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan   [33] Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen   33 hemel en aarde zullen voorbijgaan maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan;  33 Le ciel et la terre passeront, mais mes paroles ne passeront point  

King James Bible [33] Heaven and earth shall pass away: but my words shall not pass away
Luther-Bibel 33 Himmel und Erde werden vergehen; aber meine Worte vergehen nicht

Tekstuitleg van Lc 21,33 Het vers Lc 21,33 telt 13 woorden en 52 (2² X 13) letters De getalwaarde van Lc 21,33 is 4799 (2 X 2399)

1 bepaald lidwoord nom mann enk ὁ = ho Zie bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Lc 21 (3) : (1) Lc 21,8 (2) Lc 21,33 (3) Lc 21,38

  lidw enk bijbel  OT  NT  Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br  Apk  syn ev
1 nom m enk ho 8495 6052 2443 408 219 331 436 281 612 156  958  1394 
  Totaal   54298  42002  12296  1648  940  1649  1422  1696  4013  928  4237 5659  

3 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

8 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

7 bepaald lidw nom mann mv οἱ = hoi Zie bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Lc 21 (3) : (1) Lc 21,15 (2) Lc 21,21 (3) Lc 21,33

  lidw mv   bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br Apk  syn ev
10 nom m mv hoi   4230 3257 973 196 101 165 125 147 169 70 462  587 
  Totaal     23394  18879  4515  745  389  644  404  690  1228  415  1778  2182 

  lidw mv Lc  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
10 nom m mv hoi 165 3 7 1 2 9 13 10 15 12 4 8 2 5 2 3 6 4 5 7 16 3 11 9 9

9 nom mann mv logoi van het zelfst naamw logos (woord) Taalgebruik in het NT : logos (woord) Taalgebruik in Lc : logos (woord) Taalgebruik in Hnd : logos (woord) logos komt van de wortel leg- : lezen / lec-tuur ; les , Fr leçon Lc (3) : (1) Lc 21,33 (2) Lc 24,17 (3) Lc 24,44 Dit is de enigste vorm in Lc 21 In Lc : 8 vormen van logos (woord) in 17 / 24 hoofdstukken en in 33 verzen In Hnd : 8 vormen van logos (woord) in 20 / 28 hoofdstukken en in 65 verzen

11 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

13 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

16 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)



<309 Slot van de eschatologische rede (Lc): Oproep tot waakzaamheid : Lc 21,34-36 309 Slot van de eschatologische rede (Lc): Oproep tot waakzaamheid : Lc 21,34-36 - Mc 13,33-37 - Mt 25,1-13a -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,34 - Lc 21,35 - Lc 21,36 -

Lc 21,34 - Lc 21,34 : 309 Slot van de eschatologische rede (Lc): Oproep tot waakzaamheid : Lc 21,34-36 - Mc 13,33-37 - Mt 25,1-13a -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,34 - Lc 21,35 - Lc 21,36 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
34Προσέχετε δὲ ἑαυτοῖς μήποτε βαρηθῶσιν ὑμῶν αἱ καρδίαι ἐν κραιπάλῃ καὶ μέθῃ καὶ μερίμναις βιωτικαῖς, καὶ ἐπιστῇ ἐφ' ὑμᾶς αἰφνίδιος ἡ ἡμέρα ἐκείνη 34 adtendite autem vobis ne forte graventur corda vestra in crapula et ebrietate et curis huius vitae et superveniat in vos repentina dies illa    34 En wacht uzelven, dat uw harten niet te eniger tijd bezwaard worden met brasserij en dronkenschap, en zorgvuldigheden dezes levens, en dat u die dag niet onvoorziens over kome [34] Zorg ervoor dat u niet versuft raakt door de roes van dronkenschap en door de zorgen van het leven, en dat die dag u niet plotseling overvalt   [34] Pas op dat jullie hart niet afgestompt raakt door de roes en de dronkenschap en de zorgen van het dagelijks leven, zodat die dag jullie overvalt,   34 weest op uw hoede voor uzelf dat uw harten niet bezwaard raken door brasserij, dronkenschap en zorgen over het leven en die dag plotseling over u heen staat   34 « Tenez-vous sur vos gardes, de peur que vos cśurs ne s'appesantissent dans la débauche, l'ivrognerie, les soucis de la vie, et que ce Jour-lŕ ne fonde soudain sur vous  

King James Bible [34] And take heed to yourselves, lest at any time your hearts be overcharged with surfeiting, and drunkenness, and cares of this life, and so that day come upon you unawares
Luther-Bibel 34 Hütet euch aber, dass eure Herzen nicht beschwert werden mit Fressen und Saufen und mit täglichen Sorgen und dieser Tag nicht plötzlich über euch komme wie ein Fallstrick;

Tekstuitleg van Lc 21,34 Het vers Lc 21,34 telt 23 woorden en 124 (2² X 31) letters De getalwaarde van Lc 21,34 is 11095 (5 X 7 X 317)

2 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

6 persoonl voornaamw 2de pers gen mv ὑμων = humôn (van jullie) Zie persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in het NT : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in de LXX : persoonlijk voornaamwoord Taalgebruik in Lc : persoonlijk voornaamwoord Lc 21 (6) : (1) Lc 21,14 (2) Lc 21,16 (3) Lc 21,18 (4) Lc 21,19 (5) Lc 21,28 (6) Lc 21,34

pers vnw 2de p mv  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
gen mv humôn  1573 1084 489 61 12 60 43 34 275 4    
totaal 4034 2377 1657 224 69 205 219 116 813 11 498  717 

      Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  gen mv humôn 60 0 0 1 1 2 7 0 1 4 4 8 7 2 3 1 2 2 0 0 0 6 6 2 1

Lc 21,349 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

Lc 21,3410 dat vr enk kraipalè(i) (door roes) van het zelfst naamw kraipalè (roes) Taalgebruik in het NT : kraipalè (roes) Taalgebruik in Lc : kraipalè (roes) Lc (1) Lc 21,34 Deze vorm is de enigste in Lc en in het NT

Lc 21,3411 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,3412 dat vr enk methè(i) (door dronkenschap) van het zelfst naamw methè (dronkenschap) Taalgebruik in het NT : methè (dronkenschap) Taalgebruik in Lc : methè (dronkenschap) Lc (1) : Lc 21,34 Dit is de enigste vorm in Lc

Lc 21,3413 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,3414 dat vr mv merimnais van het zelfst naamw merimna (kommer, angst) merimna (kommer, angst) Taalgebruik in het NT : merimna (kommer, angst) Taalgebruik in Lc : merimna (kommer, angst) Lc (1) : Lc 21,34 Een andere vorm in Lc is Lc 8,14

Lc 21,3416 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,3418 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei

20 gen vr enk gès (van de aarde) van het zelfst naamw gè (aarde) Taalgebruik in het NT : gè (aarde) Taalgebruik in Lc : gè (aarde)
Lc (10) : (1) Lc 2,14 (2) Lc 5,3 (3) Lc 5,24 (4) Lc 10,21 (5) Lc 11,31 (6) Lc 12,56 (7) Lc 18,8 (8) Lc 21,23 (9) Lc 21,25 (10) Lc 21,35 Een vorm van gè (aarde) in Lc in 26 verzen , in Lc

Lc 21,3420 aifnidios (plotseling) Taalgebruik in het NT : aifnidios (plotseling) Taalgebruik in Lc : aifnidios (plotseling)
Lc (1) : Lc 21,34 Dit is de enigste vorm in Lc

Lc 21,35 - Lc 21,35 : 309 Slot van de eschatologische rede (Lc): Oproep tot waakzaamheid : Lc 21,34-36 - Mc 13,33-37 - Mt 25,1-13a -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,34 - Lc 21,35 - Lc 21,36 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
35ὡς παγὶς ἐπεισελεύσεται γὰρ ἐπὶ πάντας τοὺς καθημένους ἐπὶ πρόσωπον πάσης τῆς γῆς 35 tamquam laqueus enim superveniet in omnes qui sedent super faciem omnis terrae     35 Want gelijk een strik zal hij komen over al degenen, die op den gansen aardbodem gezeten zijn [35] als een klapnet Want hij zal komen over alle bewoners van heel de aarde   [35] onvoorspelbaar als een val die dichtklapt Want plotseling zal hij komen over allen die waar ook op aarde wonen   35 als een klapnet; want komen zal hij ‘over allen die gezeten zijn op het aanschijn van heel de aarde’;   35 comme un filet ; car il s'abattra sur tous ceux qui habitent la surface de toute la terre  

King James Bible [35] For as a snare shall it come on all them that dwell on the face of the whole earth
Luther-Bibel 35 denn er wird über alle kommen, die auf der ganzen Erde wohnen

Tekstuitleg van Lc 21,35 Het vers Lc 21,35 telt 13 woorden en 66 (6 X 11) letters De getalwaarde van Lc 21,35 is 7692 (2² X 3 X 641)

Lc 21,352 nom vr enk pagis (valstrik, verderf) Taalgebruik in het NT : pagis (valstrik, verderf) Taalgebruik in Lc : pagis (valstrik, verderf)
Lc (1) : Lc 21,35 Dit is de enigste vorm in Lc

Lc 21,355 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei

Lc 21,356 acc mann mv pantas van het bijvoegl naamw pas (ieder, elk, alles) Taalgebruik in het NT : pas (ieder, elk, alles) Taalgebruik in Lc : pas (ieder, elk, alles) Hebr kol Lat omnis Fr tout Ned elk , ieder Lc (14) : (1) Lc 1,65 (2) Lc 4,36 (3) Lc 5,9 (4) Lc 6,10 (5) Lc 6,19 (6) Lc 7,16 (7) Lc 9,23 (8) Lc 12,41 (9) Lc 13,2 (10) Lc 13,4 (11) Lc 13,28 (12) Lc 17,27 (13) Lc 17,29 (14) Lc 21,35 Een vorm van pas (ieder, elk, alles) in Lc

Lc 21,354 - 5 epi pantas (over allen) Lc (3) : (1) Lc 1,65 (2) Lc 4,36 (3) Lc 21,35

Lc 21,359 επι = epi (op, bij) Afkortingen : επ' = ep' en εφ' = ef' Taalgebruik in het NT : epi (op, bij) Taalgebruik in de LXX : epi (op, bij) Taalgebruik in Lc : epi (op, bij) Lc (104 + 25 + 20 = 149) επι = epi (7) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,8 (3) Lc 21,10 (4) Lc 21,12 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,35 επ' = ep' (1) : Lc 21,10 εφ' = ef' (2) : (1) Lc 21,12 (2) Lc 21,34 Een vorm van επι = epi (op) in de LXX (7297) , in het NT (878)

epi (op, bij)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
epi 4540  3946 594  91  51  104  22  120  117 89  246  268 
ep 1320  1179  141  13  14  25  13  24  30  22  52  65 
ef  430  348  82  10  20  17  25  36  37 
Totaal   6290  5473  817  114  71  149  36  161  172  114  334  370 

  epi (op, bij)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24 Lc
1 epi 104  10      104 
2 ep 25                    25 
3 ef  20                          20 
  Totaal   149  11  12  10  11    10  10  149 

- Lat ad Fr à E at Ned op , naar, bij D bei

Lc 21,3512 bep lidw gen vr enk tès (de) bepaald lidwoord Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Gr to , tè N : de E : the D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam)
Lc (109) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,18 (2) Lc 21,23 (3) Lc 21,25 (4) Lc 21,35

Lc 21,36 - Lc 21,36 : 309 Slot van de eschatologische rede (Lc): Oproep tot waakzaamheid : Lc 21,34-36 - Mc 13,33-37 - Mt 25,1-13a -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,34 - Lc 21,35 - Lc 21,36 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
36ἀγρυπνεῖτε δὲ ἐν παντὶ καιρῷ δεόμενοι ἵνα κατισχύσητε ἐκφυγεῖν ταῦτα πάντα τὰ μέλλοντα γίνεσθαι, καὶ σταθῆναι ἔμπροσθεν τοῦ υἱοῦ τοῦ ἀνθρώπου 36 vigilate itaque omni tempore orantes ut digni habeamini fugere ista omnia quae futura sunt et stare ante Filium hominis     36 Waakt dan te aller tijd, biddende, dat gij moogt waardig geacht worden te ontvlieden al deze dingen, die geschieden zullen, en te staan voor den Zoon des mensen [36] Blijf te allen tijde waakzaam en bid dat u de kracht zult hebben om te ontkomen aan alles wat er gaat gebeuren en rechtop te staan voor de Mensenzoon’   [36] Wees waakzaam en bid onophoudelijk om te ontkomen aan de dingen die gebeuren gaan en om voor de Mensenzoon te kunnen verschijnen’   36 mijdt de slaap op elk tijdstip biddend dat ge sterk moogt zijn om te ontvluchten aan dit alles dat op het punt staat te geschieden en staande te blijven voor het aanschijn van de mensenzoon!  36 Veillez donc et priez en tout temps, afin d'avoir la force d'échapper ŕ tout ce qui doit arriver, et de vous tenir debout devant le Fils de l'homme »  

King James Bible [36] Watch ye therefore, and pray always, that ye may be accounted worthy to escape all these things that shall come to pass, and to stand before the Son of man
Luther-Bibel 36 So seid allezeit wach und betet, dass ihr stark werdet, zu entfliehen diesem allen, was geschehen soll, und zu stehen vor dem Menschensohn

Tekstuitleg van Lc 21,36 Het vers Lc 21,36 telt 21 (3 X 7) woorden en 122 (2 X 61) De getalwaarde van Lc 21,36 is 13381 (priemgetal)

2 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

Lc 21,363 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

10 nom en acc onz mv ταυτα = tauta (deze dingen) van het aanwijzend voornaamw οὑτος = houtos Taalgebruik in het NT : houtos (deze) Taalgebruik in de LXX : houtos (deze) Taalgebruik in Lc : houtos (deze) Taalgebruik in Hnd : houtos (deze) Lc (46) Lc 21 (5) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,7 (3) Lc 21,9 (4) Lc 21,31 (5) Lc 21,36

    bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  nom + acc onz mv tauta  815  587  228  22 14 46  58 28            

14 inf aor γινεσθαι = ginesthai (om te gebeuren) van het werkw γινομαι = ginomai (worden, gebeuren) Taalgebruik in de LXX : ginomai (worden) Taalgebruik in het NT : ginomai (worden) Taalgebruik in Lc : ginomai (worden) NT (10) : (1) Lc 21,7 (2) Lc 21,28 (3) Lc 21,36 (4) Hnd 4,30 (5) Hnd 14,3 (6) Hnd 26,22 (7) Hnd 27,33 (8) 1 Kor 7,36 (9) 1 Kor 10,20 (10) Jak 3,10 Een vorm van γινομαι = ginomai in de LXX (2174) , in het NT (667) , in Lc (129)

Lc 21,3615 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

17 emprosthen (van voren, in aanwezigheid van, voor) Taalgebruik in het NT : emprosthen (van voren, in aanwezigheid van, voor) Taalgebruik in Lc : emprosthen (van voren, in aanwezigheid van, voor) < en (in, naar) + pros (bij) + -then (vanuit) Lc (9) : (1) Lc 5,19 (2) Lc 7,27 (3) Lc 10,21 (4) Lc 12,8 (5) Lc 14,2 (6) Lc 19,4 (7) Lc 19,27 (8) Lc 19,28 (9) Lc 21,36



Lc 21,37 - Lc 21,37 - bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,37 - Lc 21,38 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
37 ην δὲ τὰς ἡμέρας ἐν τῷ ἱερῷ διδάσκων, τὰς δὲ νύκτας ἐξερχόμενος ηὐλίζετο εἰς τὸ ὄρος τὸ καλούμενον Ἐλαιῶν: 37 erat autem diebus docens in templo noctibus vero exiens morabatur in monte qui vocatur Oliveti    37 Des daags nu was Hij lerende in den tempel; maar des nachts ging Hij uit, en vernachtte op den berg, genaamd den Olijfberg [37] Overdag* gaf Hij onderricht in de tempel, maar de nachten bracht Hij buiten de stad door op de zogeheten Olijfberg   [37] Overdag gaf hij onderricht in de tempel, maar ’s avonds vertrok hij om de nacht door te brengen op de Olijfberg  37 Overdag heeft hij onderricht gegeven in het heiligdom, ‘s nachts ging hij de stad uit en vertoefde hij bij de berg die Olijfberg wordt genoemd   37 Pendant le jour, il était dans le Temple ŕ enseigner ; mais la nuit, il s'en allait la passer en plein air sur le mont dit des Oliviers 

King James Bible [37] And in the day time he was teaching in the temple; and at night he went out, and abode in the mount that is called the mount of Olives
Luther-Bibel 37 Er lehrte des Tags im Tempel; des Nachts aber ging er hinaus und blieb an dem Berg, den man den Ölberg nennt

Tekstuitleg van Lc 21,37 Het vers Lc 21,37 telt 19 woorden en 88 (2³ X 11) letters De getalwaarde van Lc 21,37 is 10644 (2² X 3 X 887) Het vers bestaat uit 2 nevenschikkende zinnen die door dag en nacht complementair zijn De zinnen kunnen beschouwd worden als een antwoord op de vragen : wie , wat , wanneer en waar ; in de 1ste zin is dat : wie (onderwerp : Jezus) , wat (activiteit : was lerende) , wanneer (tijd : da dagen = dagelijks) , waar (plaats : in de tempel) ; in de 2de zin is dat : wie (onderwerp : Jezus) , wat (activiteit : bracht door , overnachtte) , wanneer (tijd : de nachten , 's nachts) , waar (plaats : opde berg , genaamd , van de olijven) Dat vinden we ook in Lc 13,10

Lc 21,371 act ind imperf 3de pers enk ην = èn (hij / zij was) van het werkw ειμι = eimi (zijn) OF betrekkelijk voornaamw acc vr enk ἡν (die) van het betrekk voornaamw ὁς (die) Taalgebruik in het NT : eimi (zijn) Taalgebruik in de LXX : eimi (zijn) Taalgebruik in Lc : eimi (zijn) Taalgebruik in Hnd : eimi (zijn) Lc (79) Lc 13 (4) : (1) Lc 13,10 (2) Lc 13,11 (3) Lc 13,16 (4) Lc 13,21

  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
act ind imperf 3de pers enk èn  OF betrekkelijk voornaamw acc vr enk ἡν 1506  1120  386  24  38  79  92  63  71  19  141  233     

- Hebreeuws act ind perf 3de pers mann enk הָיָה = hâjâh (zijn) Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) Structuur : 5 - 1 - 5 De som van de elementen is telkens 2 Tenakh (332) Pentateuch (52) Eerdere Profeten (111) Latere Profeten (87) 12 Kleine Profeten (14) Geschriften (67)
- Lat esse Fr être Ned zijn E to be D sein

Lc 21,372 δε = de (echter) , afkorting δ' = d' Taalgebruik in het NT : de (echter) Taalgebruik in de LXX : de (echter) Taalgebruik in Lc : de (echter) Partikel Het staat steeds als tweede woord in de zin Het kan een lichte tegenstelling aanduiden Om een verandering van personage of situatie in de zin aan te duiden Lc (478 + 5 = 483) Lc 21 (14) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,2 (3) Lc 21,4 (4) Lc 21,7 (5) Lc 21,8 (6) Lc 21,9 (7) Lc 21,12 (8) Lc 21,16 (9) Lc 21,20 (10) Lc 21,28 (11) Lc 21,33 (12) Lc 21,34 (13) Lc 21,36 (14) Lc 21,37

de (echter)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
de  6210 3754 2456 421 149 478 203 490 708 7 1048  1251 
d'  73 50  23  12      19  20 
Totaal 6283 3804 2479 433 151 483 204 490 711 7 1067 1271

de (echter)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
de (478) 17  11  13  18  15  23  37  36  21  22  26  13  16  15  11  26  16  22  14  35  34  20 
d' (5)                                        
483 17  11  13  18  15  23  37  37  23  22  26  13  16  15  12  26  16  23  14  35  34  20 

1151 verzen  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  80  52  38  44  39  49  50  56  62  42  54  59  35  35  32  31  37  43  48  47  38  71  56  53 

Lc 21,371 - 2 ην δε = èn de (hij was echter) NT (46) Lc (6) : (1) Lc 8,32 (2) Lc 13,10 (3) Lc 15,25 (4) Lc 21,37 (5) Lc 23,38 (6) Lc 23,44
- Hebreeuws wë + act qal imperf 3de pers mann enk וַיְהִי = wajëhî (en hij/het was) van het werkw הָיָה = hâjâh (zijn) De getalwaarde van וַיְהי = wajëhî (en hij/het zal zijn/was) is 31 31 is de getalwaarde van אֵל = ´el (God) ; aleph = 1 , lamed = 12 of 30 ; totaal : 13 of 31 (elkaars spiegelbeeld) Taalgebruik in Tenakh : hâjâh (zijn) Getalwaarde : he = 5 , jod = 10 ; totaal : 20 (2² X 5) Structuur : 5 - 1 - 5 De som van de elementen is telkens 2 Tenakh (784) Pentateuch (181) Eerdere Profeten (339) Latere Profeten (116) 12 Kleine Profeten (22) Geschriften (126)

Lc 21,372 - 3 δε τας = de tas (echter de) NT (5) : (1) Lc 21,37 (2) Joh 4,43 (3) Hnd 21,15 (4) 1 Kor 7,2 (5) Heb 10,32
- τας δε = tas de (de echter / en de) NT (4) : (1) Lc 21,37 (2) 2 Tim 2,16 (3) 2 Tim 2,22 (4) 2 Tim 2,23

Lc 21,374 gen vr enk + acc vr mv ἡμερας = hèmeras van het zelfst naamw ἡμερα = hèmera (dag) Taalgebruik in het NT : hèmera (dag) Taalgebruik in de Septuaginta : hèmera (dag) Taalgebruik in Lc : hèmera (dag) Taalgebruik in Hnd : hèmera (dag) Lc (14) : (1) Lc 1,20 (2) Lc 1,24 (3) Lc 1,80  (4) Lc 2,43 (5) Lc 2,44 (6) Lc 2,46 (7) Lc 4,2 (8) Lc 4,42 (9) Lc 9,51 (10) Lc 15,13 (11) Lc 17,4 (12) Lc 17,27 (13) Lc 18,7 (14) Lc 21,37 In Lc : 6 vormen van ἡμερα = hèmera (dag) in 22 / 24 hoofdstukken en in 78 verzen In Hnd : 6 vormen van ἡμερα = hèmera (dag) in 25 / 28 hoofdstukken en in 91 verzen

  hèmera (dag)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
2 gen vr enk + acc vr mv hèmeras  799  575  224  13  11  14  40  126  12  38  46     
  totaal 2508  2029  479  43  26  82  31  93  183  21  151  182     

      10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21  22 
  hèmera (dag)  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
1 nom en dat vr enk hèmera(i)  27 (1) Lc 1,59     (1) Lc 4,16     (1) Lc 6,13 (2) Lc 6,23     (1) Lc 9,12 (2) Lc 9,22 (3) Lc 9,37   (1) Lc 10,12                              
2 gen vr enk + acc vr mv hèmeras  14  (1) Lc 1,20 (2) Lc 1,24 (3) Lc 1,80   (4) Lc 2,43 (5) Lc 2,44 (6) Lc 2,46 (7) Lc 4,2 (8) Lc 4,42       (9) Lc 9,51             (10) Lc 15,13       (11) Lc 17,4 (12) Lc 17,27 (13) Lc 18,7     (14) Lc 21,37          
3 acc vr enk hèmeran     (1) Lc 2,37         (2) Lc 9,23   (3) Lc 11,3           (4) Lc 16,19     (5) Lc 19,47     (6) Lc 22,53   (7) Lc 24,21       
nom vr mv hèmerai 12 (1) Lc 1,23   (2) Lc 2,6 (3) Lc 2,21 (4) Lc 2,22   (5) Lc 5,35     (6) Lc 9,28       (7) Lc 13,14       (8) Lc 17,22   (9) Lc 19,43   (10) Lc 21,6 (11) Lc 21,22   (12) Lc 23,29           
5 gen vr mv hèmerôn        (1) Lc 5,17     (2) Lc 8,22                 (3) Lc 17,22       (4) Lc 20,1           
6 dat vr mv hèmerais   18  (1) Lc 1,5 (2) Lc 1,7 (3) Lc 1,18 (4) Lc 1,25 (5) Lc 1,39 (6) Lc 1,75   (7) Lc 2,1 (8) Lc 2,36 (9) Lc 4,2 (10) Lc 4,25 (11) Lc 5,35 (12) Lc 6,12   (13) Lc 9,36                 (14) Lc 17,26 (15) Lc 17,28       (16) Lc 21,23   (17) Lc 23,7 (18) Lc 24,18         
  totaal 78 / '82'  11  '2'                    4      

- Hebreeuws mann mv יָמִים = jâmîm (dagen) van het zelfst naamw יוֹם = jôm (dag) Taalgebruik in Tenakh : jôm (dag) Getalwaarde : jod = 10 , waw = 6 , mem = 13 of 40 ; totaal : 29 OF 56 (2³ X 7) Structuur : 1 - 6 - 4 De som van de elementen is telkens 2 j-m-m Tenakh (289) Pentateuch (117) Eerdere Profeten (45) Latere Profeten (45) 12 Kleine Profeten (10) Geschriften (66)
- Lat dies Ned dag D Tag E day F jour < Lat diurnum Cfr journaal Arabisch : يَوم = jaum (dag) Taalgebruik in de Qoran : dag (jaum)

Lc 21,373 - 4 τας ἡμερας = tas hèmeras (de dagen) NT (14) : (1) Mt 28,20 (2) Mc 13,20 (3) Lc 1,24 (4) Lc 1,75 (5) Lc 2,43 (6) Lc 9,51 (7) Lc 21,37 (8) Joh 4,43 (9) Hnd 3,24 (10) Hnd 20,6 (11) Hnd 21,5 (12) Hnd 21,15 (13) Heb 8,10 (14) Heb 10,16

2 - 4 δε τας ἡμερας = de tas hèmeras (echter de dagen) NT (5) : (1) Lc 21,37 (2) Joh 4,43 (3) Hnd 21,15

Lc 21,375 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

4 - 5 ἡμερας εν = hèmeras en (dagen in) NT (4) : (1) Mc 5,5 (2) Lc 2,43 (3) Lc 21,37 (4) Heb 10,32

Lc 21,376 bep lidw dat mann + onz enk τῳ = tô(i) van het bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in de LXX : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Lc (154) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,8 (2) Lc 21,23 (3) Lc 21,37 (4) Lc 21,38

  lidw enk bijbel  OT  NT  Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br  Apk  syn ev
6 dat m + onz enk tô(i) 5507  4462  1045  121  68  154  98  163  367  74  343  441 

- D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam)

Lc 21,377 dat onz enk ἱερῳ = hierô(i) van het zelfst naamw ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in het NT : hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in de LXX : hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in Lc : hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in Hnd : hieron (heiligdom, tempel) Lc (7) : (1) Lc 2,46 (2) Lc 19,47 (3) Lc 20,1 (4) Lc 21,37 (5) Lc 21,38 (6) Lc 22,53 (7) Lc 24,53 Steeds in de constructie εν τῳ ἱερῳ = en tô(i) hierô(i) (in de tempel) Een vorm van ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) in Lc (14) : (1) Lc 2,27 (2) Lc 2,37 (3) Lc 2,46 (4) Lc 4,9 (5) Lc 18,10 (6) Lc 19,45 (7) Lc 19,47 (8) Lc 20,1 (9) Lc 21,5 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38 (12) Lc 22,52 (13) Lc 22,53 (14) Lc 24,53 In Lc : 3 vormen van ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) in 8 hoofdstukken en in 14 verzen In Hnd : 3 vormen van ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) in 10 hoofdstukken en in 25 verzen

  hieron   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
dat onz enk hierô(i)   33  32      16  23     
  totaal 109  39  70  10  14  11  25    33  44     

      1 2 3 4 5 6 7 8
  hieron   Lc Lc 2 Lc 4 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 24
nom + acc onz enk hieron   (1) Lc 2,27     (2) Lc 18,10   (3) Lc 19,45          
gen onz enk hierou   (1) Lc 2,37   (2) Lc 4,9         (3) Lc 21,5   (4) Lc 22,52    
dat onz enk hierô(i)   (1) Lc 2,46       (2) Lc 19,47   (3) Lc 20,1   (4) Lc 21,37 (5) Lc 21,38   (6) Lc 22,53   (7) Lc 24,53  
  totaal 14 

Lc 21,375 - 7 εν τῳ ἱερῳ = en tôi hierôi (in de tempel) Voorzetsel van plaats + lidwoord datief onzijdig enkelvoud + zelfstandig naamwoord (ἱερον = hieron = tempel) datief onzijdig enkelvoud Bijbel (33) OT (1) NT (32) Mt (5) , Mc (4) Lc (7/7) : (1) Lc 2,46 (2) Lc 19,47 (3) Lc 20,1 (4) Lc 21,37 (5) Lc 21,38 (6) Lc 22,53 (7) Lc 24,53 Joh (7) Hnd (9) : (1) Hnd 2,46 (2) Hnd 5,20 (3) Hnd 5,25 (4) Hnd 5,42 (5) Hnd 21,27 (6) Hnd 22,17 (7) Hnd 24,12 (8) Hnd 24,18 (9) Hnd 26,21 In Lc 2,46 blijft de twaalfjarige Jezus in de tempel om naar de leraars te luisteren en hen vragen te stellen In Lc 24,53 blijven zijn leerlingen God zegenen in de tempel nadat Jezus van hen heeft afscheid genomen Bij zijn verhoor bij de hogepriester verwijst Jezus naar het feit dat hij dagelijks met hen in de tempel was (Lc 24,53) Na zijn intocht in Jeruzalem en de zuivering van de tempel onderricht Jezus dagelijks in de tempel (Lc 19,47) Wat er gebeurt in de tempel , kunnen we lezen tussen Lc 19,47 en Lc 21,37 - Lc 21,38 Deze laatste verzen sluiten het gebeuren in de tempel af

Lc 21,378 act part praes nom mann enk διδασκων = didaskôn (onderrichtend) van het werkw διδασκω = didaskô (leren, onderrichten) Taalgebruik in de NT : didaskô (leren) Taalgebruik in de LXX : didaskô (leren) Bijbel (32) OT (9) NT (23) Mt (4) : (1) Mt 4,23 (2) Mt 7,29 (3) Mt 9,35 (4) Mt 26,55 Mc (4) : (1) Mc 1,22  (2) Mc 6,6 (3) Mc 12,35 (4) Mc 14,49 Lc (7) : (1) Lc 4,31 (2) Lc 5,17 (3) Lc 13,10 (4) Lc 13,22 (5) Lc 19,47 (6) Lc 21,37 (7) Lc 23,5 Joh (3) : (1) Joh 6,59 (2) Joh 7,28 (3) Joh 8,20 Hnd (3) : (1) Hnd 18,11 (2) Hnd 21,28 (3) Hnd 28,31 Br (2) : (1) Rom 2,21 (2) Rom 12,7 Parallellen : (1) Mc 1,21 - Mc 1,22 // Lc 4,31 (2) Lc 5,17 , zie : Mc 1,21 - Mc 1,22 // Lc 4,31 (3) (Mc 6,6) // Lc 13,22 Een vorm van διδασκω = didaskô (leren, onderrichten) in de LXX (107) , in het NT (95) , in Lc (15) : (1) Lc 4,15 (2) Lc 4,31 (3) Lc 5,3 (4) Lc 5,17 (5) Lc 6,6 (6) Lc 11,1 (7) Lc 12,12 (8) Lc 13,10 (9) Lc 13,22 (10) Lc 13,26 (11) Lc 19,47 (12) Lc 20,1 (13) Lc 20,21 (14) Lc 21,37 (15) Lc 23,5

didaskô (leren, onderrichten) bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn ev
act part praes nom m enkdidaskôn 32 9 23 4 4 7 3 3 2   15  18 

- Auto-didact : iemand die door zelfstudie kennis (lering) heeft verworven Didactiek : leer van het onderrichten Lat docere (doctor) Cfr docent , documentatie
- Jezus onderricht in Galilea , in Samaria en in de tempel in Jeruzalem

- διδασκων εν = didaskôn en (onderrichtend in) NT (9) : (1) Mt 4,23 (2) Mt 9,35 (3) Mt 26,55 (4) Mc 12,35 (5) Lc 13,10 (6) Joh 6,59 (7) Joh 8,20 (8) Hnd 18,11 (9) Rom 12,7
- εν τῳ ἱερῳ διδασκων = en tôi hierôi didaskôn (in de tempel onderrichtend) NT (3) : (1) Mc 14,49 (2) Lc 21,37 (3) Joh 7,28
- διδασκων εν τῳ ἱερῳ = didaskôn en tô(i) hierô(i) (onderrichtend in de tempel) NT (3) : (1) Mt 26,55 (2) Mc 12,35 (3) Joh 8,20
- διδασκων εν ταις συναγογαις = didaskôn en tais sunagogais (onderrichtend in de synagogen) NT (2) : (1) Mt 4,23 (2) Mt 9,35
- διδασκων εν μι των συναγωγων = didaskôn en mia(i) tôn sunagôgôn (onderrichtend in één van de synagogen) NT (1) : Lc 13,10

Lc 21,379 - 10 δε τας = de tas (echter de) NT (5) : (1) Lc 21,37 (2) Joh 4,43 (3) Hnd 21,15 (4) 1 Kor 7,2 (5) Heb 10,32
- τας δε = tas de (de echter / en de) NT (4) : (1) Lc 21,37 (2) 2 Tim 2,16 (3) 2 Tim 2,22 (4) 2 Tim 2,23

13 ind imperf 3de pers enk ηὐλιζετο = èulizeto (hij overnachtte) van het werkw αὐλιζομαι = aulizomai (overnachten, huizen) Taalgebruik in het NT : aulizomai (overnachten, huizen) Taalgebruik in de LXX : aulizomai (overnachten, huizen) Bijbel (2) : (1) Job 31,32 (2) Lc 21,37 Een vorm van αὐλιζομαι = aulizomai in de LXX (62) , in het NT (2) : (1) Mt 21,17 (2) Lc 21,37
- Vidal Marie , Jésus & Virounèka , Paris , Romillat , 2000 ; p 161-162 : nuiter , le beau verbe de l'hospitalité

Lc 21,3714 εις = eis (naar) Taalgebruik in het NT : eis (naar) Taalgebruik in de LXX : eis (naar) Taalgebruik in Lc : eis (naar) Voorzetsel van richting Lc (210) Lc 21 (7) : (1) Lc 21,1 (2) Lc 21,4 (3) Lc 21,12 (4) Lc 21,13 (5) Lc 21,21 (6) Lc 21,24 (7) Lc 21,37

eis (naar)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  6930  5336  1594  215  151  210  181  260  504  73  576  757  427  77 

eis  Lc Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  210  12  12  4 11  10  7 9 17 16  11 6 6 5 9 7 7 9 10 1 7 13 4 11

- Lat in Fr vers (versus : gedraaid , gekeerd ; vertere : tourner , draaien) E for Ned naar D nach

Lc 21,38 - Lc 21,38 -- bijbeloverzicht -- taalgebruik -- Lc (Lucas) -- Lc 21 -- Lc 21,37 - Lc 21,38 -
Griekse tekst Vulgaat Synopsis Statenvertaling Willibrordvertaling Nieuwe vertaling (2005) Naardense bijbel Bible de Jérusalem
38καὶ πᾶς ὁ λαὸς ὤρθριζεν πρὸς αὐτὸν ἐν τῷ ἱερῷ ἀκούειν αὐτοῦ 38 et omnis populus manicabat ad eum in templo audire eum     38 En al het volk kwam des morgens vroeg tot Hem in den tempel, om Hem te horen [38] En ’s morgens vroeg kwam heel het volk bij Hem in de tempel om naar Hem te luisteren   [38] Iedere ochtend kwam het hele volk al vroeg naar de tempel om naar hem te luisteren  38 En heel de gemeenschap is ‘s morgens vroeg bij hem in het heiligdom geweest om te horen   38 Et, dčs l'aurore, tout le peuple venait ŕ lui dans le Temple pour l'écouter 

King James Bible [38] And all the people came early in the morning to him in the temple, for to hear him
Luther-Bibel 38 Und alles Volk machte sich früh auf zu ihm, ihn im Tempel zu hören

Tekstuitleg van Lc 21,38 Het vers Lc 21,38 telt 12 (2² X 3) woorden en 49 (7²) letters De getalwaarde van Lc 21,38 is 6802 (2 X 19 X 179)

Lc 21,381 και = kai (en) Taalgebruik : kai (en) in NT Taalgebruik in Lc : kai (en) Taalgebruik : kai (en) in de LXX Nevenschikkend voegwoord Lc (822 / 1151) Lc 21 (25 / 38) : (1) Lc 21,3 (2) Lc 21,5 (3) Lc 21,7 (4) Lc 21,8 (5) Lc 21,9 (6) Lc 21,10 (7) Lc 21,11 (8) Lc 21,12 (9) Lc 21,15 (10) Lc 21,16 (11) Lc 21,17 (12) Lc 21,18 (13) Lc 21,21 (14) Lc 21,23 (15) Lc 21,24 (16) Lc 21,25 (17) Lc 21,26 (18) Lc 21,27 (19) Lc 21,28 (20) Lc 21,29 (21) Lc 21,31 (22) Lc 21,33 (23) Lc 21,34 (24) Lc 21,36 (25) Lc 21,38

kai (en)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev 
verzen      7957 1071 678 1151 879 1007 2767 404 2900  3779 
kai (en)   26980  21867  5113  705  555  822  530  660  1470  371  2082  2612 
verschil     2844 366 123 329 349 347 1297 33 818 1167

- Hebr : וְ = wë Lat : et Fr : et Ned : en E : and D und Arabisch : وَ = wa (en) Taalgebruik in de Qoran : wa (en)

Lc 21,382 πας = pas (ieder, elk, alles) Taalgebruik in het NT : pas (ieder, elk, alles) Taalgebruik in de LXX : pas (ieder, elk, alles) Taalgebruik in Lc : pas (ieder, elk, alles) Lc (16) :

  pas (al) bijbel  OT  NT  Mt  Mc   Lc  Joh  Hnd  Br  Apk  syn ev
1 nom m enk pas 636 544 92 12 5 16 15  32  33  48 
  Totaal 6697  5530  1167 122  66  157  62  167  540  53  345  407 

Lc 21,383 bepaald lidwoord nom mann enk ὁ = ho Zie bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Lc 21 (3) : (1) Lc 21,8 (2) Lc 21,33 (3) Lc 21,38

  lidw enk bijbel  OT  NT  Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br  Apk  syn ev
1 nom m enk ho 8495 6052 2443 408 219 331 436 281 612 156  958  1394 
  Totaal   54298  42002  12296  1648  940  1649  1422  1696  4013  928  4237 5659  

Lc 21,384 nom mann enk λαος = laos (volk) Taalgebruik in het NT : laos (volk) Taalgebruik in de LXX : laos (volk) Taalgebruik in Lc : laos (volk) Lc (7) : (1) Lc 1,21 (2) Lc 7,29 (3) Lc 18,43 (4) Lc 19,48 (5) Lc 20,6 (6) Lc 21,38 (7) Lc 23,35 Een vorm van λαος = laos (volk) in de LXX (2064) , in het NT (141) , in Mt (14) , in Mc (2) , in Lc (36) , in Joh (2) , in Hnd (48)

  laos (volk)  bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
1 nom mann enk laos  571  547  24  11  12 

Lc 21,382 - 4 πας ὁ λαος = pas ho laos (al het volk) NT (8) (1) Mt 27,25 (2) Lc 7,29 (3) Lc 18,43 (4) Lc 20,6 (5) Lc 21,38 (6) Joh 8,2 (7) Hnd 3,9 (8) Hnd 3,11 Een vorm van = pas met λαος = laos (volk) in het NT (20)

Lc 21,386 προς = pros (naar, bij) Taalgebruik in het NT : pros (naar, bij) Taalgebruik in de LXX : pros (naar, bij) Taalgebruik in Lc : pros (naar, bij) Lc (158) Lc 21 (1) : Lc 21,38

pros (bij)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
  3919  3272  647  41  62  158  91  122  166  261  352     

  pros  Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
  158  11  6 3 8 4 9 7 11 5 4 8 3 8 4 4 3 7 10 11 1 6 7 11 

Lc 21,388 εν = en (in, tijdens) Taalgebruik in het NT : en (in) Taalgebruik in de LXX: en (in) Taalgebruik in Lc : en (in) Lc (288) Lc 21 (11) : (1) Lc 21,6 (2) Lc 21,14 (3) Lc 21,19 (4) Lc 21,21 (5) Lc 21,23 (6) Lc 21,25 (7) Lc 21,27 (8) Lc 21,34 (9) Lc 21,36 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38

en (in)   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk synopt ev
  11097 8943 2154 247 119 288 182 226 966 126 654  836 

en (in)   Lc 1 Lc 2 Lc 3 Lc 4 Lc 5 Lc 6 Lc 7 Lc 8 Lc 9 Lc 10 Lc 11 Lc 12 Lc 13 Lc 14 Lc 15 Lc 16 Lc 17 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 23 Lc 24
288   25  23  10  18  10  12  12  13  14  12  17  13  11  11  13  12  16 

Lc 21,389 bep lidw dat mann + onz enk τῳ = tô(i) van het bepaald lidwoord ὁ = ho , ἡ = hè , το = to (de - het) Taalgebruik in het NT : bepaald lidwoord Taalgebruik in de LXX : bepaald lidwoord Taalgebruik in Lc : bepaald lidwoord Lc (154) Lc 21 (4) : (1) Lc 21,8 (2) Lc 21,23 (3) Lc 21,37 (4) Lc 21,38

  lidw enk bijbel  OT  NT  Mt  Mc  Lc  Joh  Hnd  Br  Apk  syn ev
6 dat m + onz enk tô(i) 5507  4462  1045  121  68  154  98  163  367  74  343  441 

- D der , die , das enz Fr le , la enz (< lat aanwijz voornaamwoord il-lum , il-lam)

Lc 21,388 - 9 εν τῳ = en tô(i) NT (423) Lc 18 (2/4) : (1) Lc 21,37 (2) Lc 21,38

Lc 21,3810 dat onz enk ἱερῳ = hierô(i) van het zelfst naamw ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in het NT : hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in de LXX : hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in Lc : hieron (heiligdom, tempel) Taalgebruik in Hnd : hieron (heiligdom, tempel) Lc (7) : (1) Lc 2,46 (2) Lc 19,47 (3) Lc 20,1 (4) Lc 21,37 (5) Lc 21,38 (6) Lc 22,53 (7) Lc 24,53 Steeds in de constructie εν τῳ ἱερῳ = en tô(i) hierô(i) (in de tempel) Een vorm van ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) in Lc (14) : (1) Lc 2,27 (2) Lc 2,37 (3) Lc 2,46 (4) Lc 4,9 (5) Lc 18,10 (6) Lc 19,45 (7) Lc 19,47 (8) Lc 20,1 (9) Lc 21,5 (10) Lc 21,37 (11) Lc 21,38 (12) Lc 22,52 (13) Lc 22,53 (14) Lc 24,53 In Lc : 3 vormen van ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) in 8 hoofdstukken en in 14 verzen In Hnd : 3 vormen van ἱερον = hieron (heiligdom, tempel) in 10 hoofdstukken en in 25 verzen

  hieron   bijbel OT NT Mt Mc Lc Joh Hnd Br Apk syn  ev  A b 
dat onz enk hierô(i)   33  32      16  23     
  totaal 109  39  70  10  14  11  25    33  44     

      1 2 3 4 5 6 7 8
  hieron   Lc Lc 2 Lc 4 Lc 18 Lc 19 Lc 20 Lc 21 Lc 22 Lc 24
nom + acc onz enk hieron   (1) Lc 2,27     (2) Lc 18,10   (3) Lc 19,45          
gen onz enk hierou   (1) Lc 2,37   (2) Lc 4,9         (3) Lc 21,5   (4) Lc 22,52    
dat onz enk hierô(i)   (1) Lc 2,46       (2) Lc 19,47   (3) Lc 20,1   (4) Lc 21,37 (5) Lc 21,38   (6) Lc 22,53   (7) Lc 24,53  
  totaal 14 

Lc 21,388 - 10 εν τῳ ἱερῳ = en tôi hierôi (in de tempel) Voorzetsel van plaats + lidwoord datief onzijdig enkelvoud + zelfstandig naamwoord (ἱερον = hieron = tempel) datief onzijdig enkelvoud Bijbel (33) OT (1) NT (32) Mt (5) , Mc (4) Lc (7/7) : (1) Lc 2,46 (2) Lc 19,47 (3) Lc 20,1 (4) Lc 21,37 (5) Lc 21,38 (6) Lc 22,53 (7) Lc 24,53 Joh (7) Hnd (9) : (1) Hnd 2,46 (2) Hnd 5,20 (3) Hnd 5,25 (4) Hnd 5,42 (5) Hnd 21,27 (6) Hnd 22,17 (7) Hnd 24,12 (8) Hnd 24,18 (9) Hnd 26,21



- Hebreeuwse tekst OF modern Hebreeuws NT

ויבט וירא את העשירים משליכים את נדבותם לארון האוצר׃ 1 וירא גם אלמנה עניה נתנת בו שתי פרוטות׃ 2 ויאמר אמת אמר אני לכם כי האלמנה העניה הזאת נתנה יותר מכלם׃ 3 כי כל אלה התנדבו לאלהים מהעדף שלהם והיא מחסרונה את כל רכושה נתנה׃ 4 ויהי באמרם על המקדש כי מהדר הוא באבנים יפות ובמתנות ויאמר׃ 5 את אשר אתם ראים הנה ימים באים ולא תשאר אבן על אבן אשר לא תתפרק׃ 6 וישאלהו לאמר רבי מתי אפוא תהיה זאת ומה הוא האות לעת היותה׃ 7 ויאמר ראו פן תתעו כי רבים יבאו בשמי לאמר אני הוא והעת קרובה ואתם אל תלכו אחריהם׃ 8 ובשמעכם מלחמות ומהומות אל תחתו כי היו תהיה זאת לראשונה אך עוד קץ למועד׃ 9 ויסף דבר אליהם לאמר יקום גוי על גוי וממלכה על ממלכה׃ 10 והיה רעש גדול כה וכה ורעב ודבר וגם מוראים ואתות גדלות מן השמים׃ 11 ולפני כל אלה ישלחו בכם את ידיהם וירדפו וימסרו אתכם לבתי כנסיות ואל בתי כלאים ותובאו לפני מלכים ומשלים למען שמי׃ 12 והיתה זאת לכם לעדות׃ 13 על כן שיתו לבבכם לבלתי דאג במה תצטדקו׃ 14 כי אנכי נתן לכם פה וחכמה אשר לא יוכלו לעמד לפניה ולדבר נגדה כל מתקוממיכם׃ 15 וגם תמסרו על ידי יולדיכם ואחיכם וקרוביכם ורעיכם וימיתו מכם׃ 16 והייתם שנואים לכל אדם למען שמי׃ 17 אך לא יפל משערת ראשכם ארצה׃ 18 בתוחלתכם קנו לכם את נפשתיכם׃ 19 וכאשר תראו מחנות סובבים את ירושלים ידע תדעו כי קרב חרבנה׃ 20 אז ינוסו אנשי יהודה אל ההרים ואשר הם בתוכה יצאו ואשר הם בפרזות אל יבואו בה׃ 21 כי ימי נקם המה למלאת כל הכתוב׃ 22 ואוי להרות ולמיניקות בימים ההם כי תהיה צרה גדולה בארץ וקצף על העם הזה׃ 23 ונפלו לפי חרב והגלו אל כל הגוים וירושלים תרמס ברגלי גוים עד כי ימלאו עתות הגוים׃ 24 והיו אתות בשמש ובירח ובכוכבים ועל הארץ מצוקה לגוים ומבוכה מהמית הים ודכיו׃ 25 וימוגו בני האדם מאימה ומחרדת הבאות על כל הארץ כי כחות השמים יתמוטטו׃ 26 ואז יראו את בן האדם בא בענן בגבורה ובכבוד רב׃ 27 וכאשר תחל להיות זאת התעודדו ושאו ראשיכם כי קרובה גאלתכם לבוא׃ 28 וידבר אליהם משל ראו את התאנה ואת כל העצים׃ 29 כי תראו אתם מוציאים את פרחם הלא ידעתם כי קרב הקיץ׃ 30 ככה אף אתם בבא אלה לעיניכם דעו כי קרובה מלכות האלהים׃ 31 אמן אמר אני לכם לא יעבר הדור הזה עד כי יהיה הכל׃ 32 השמים והארץ יעברו ודברי לא יעברון׃ 33 רק השמרו לכם פן יכבד לבבכם בסבא ובשכרון ובדאגות המחיה ובא עליכם היום ההוא פתאם׃ 34 כי כמו פח יבוא על כל הישבים על פני כל הארץ׃ 35 לכן שקדו בכל עת והתפללו למען תעצרו כח להמלט מכל העתידות האלה ולהתיצב לפני בן האדם׃ 36 ויהי מלמד יומם במקדש ובלילה יצא בהר הנקרא הר הזיתים ללון׃ 37 וכל העם השכימו לבוא אליו במקדש לשמע אותו׃ 38


- Aramees - Peshitta


ܚܪ ܕܝܢ ܝܫܘܥ ܒܥܬܝܪܐ ܐܝܠܝܢ ܕܪܡܝܢ ܗܘܘ ܒܝܬ ܓܙܐ ܩܘܪܒܢܝܗܘܢ ܀ 1 ܘܚܙܐ ܐܦ ܐܪܡܠܬܐ ܚܕܐ ܡܤܟܢܬܐ ܕܐܪܡܝܬ ܫܡܘܢܐ ܬܪܝܢ ܀ 2 ܘܐܡܪ ܫܪܪܐ ܐܡܪ ܐܢܐ ܠܟܘܢ ܕܗܕܐ ܐܪܡܠܬܐ ܡܤܟܢܬܐ ܐܪܡܝܬ ܝܬܝܪ ܡܢ ܟܠܢܫ ܀ 3 ܟܠܗܘܢ ܓܝܪ ܗܠܝܢ ܡܢ ܡܐ ܕܝܬܝܪ ܗܘܐ ܠܗܘܢ ܐܪܡܝܘ ܒܝܬ ܩܘܪܒܢܐ ܕܐܠܗܐ ܗܕܐ ܕܝܢ ܡܢ ܚܤܝܪܘܬܗ ܟܠ ܕܩܢܝܐ ܗܘܬ ܐܪܡܝܬܗ ܀ 4 ܘܟܕ ܐܡܪܝܢ ܗܘܘ ܐܢܫܝܢ ܥܠ ܗܝܟܠܐ ܕܒܟܐܦܐ ܫܦܝܪܬܐ ܘܒܩܘܪܒܢܐ ܡܨܒܬ ܐܡܪ ܠܗܘܢ ܝܫܘܥ ܀ 5 ܗܠܝܢ ܕܚܙܝܢ ܐܢܬܘܢ ܢܐܬܘܢ ܝܘܡܬܐ ܕܒܗܘܢ ܠܐ ܬܫܬܒܩ ܟܐܦ ܥܠ ܟܐܦ ܕܠܐ ܬܤܬܬܪ ܀ 6 ܘܡܫܐܠܝܢ ܗܘܘ ܠܗ ܘܐܡܪܝܢ ܡܠܦܢܐ ܐܡܬܝ ܗܠܝܢ ܢܗܘܝܢ ܘܡܢܐ ܗܝ ܐܬܐ ܡܐ ܕܩܪܝܒܢ ܗܠܝܢ ܕܢܗܘܝܢ ܀ 7 ܗܘ ܕܝܢ ܐܡܪ ܠܗܘܢ ܚܙܘ ܠܡܐ ܬܛܥܘܢ ܤܓܝܐܐ ܓܝܪ ܢܐܬܘܢ ܒܫܡܝ ܘܢܐܡܪܘܢ ܕܐܢܐ ܐܢܐ ܡܫܝܚܐ ܘܙܒܢܐ ܩܪܒ ܠܐ ܕܝܢ ܬܐܙܠܘܢ ܒܬܪܗܘܢ ܀ 8 ܘܡܐ ܕܫܡܥܝܢ ܐܢܬܘܢ ܩܪܒܐ ܘܫܓܘܫܝܐ ܠܐ ܬܕܚܠܘܢ ܥܬܝܕܢ ܐܢܝܢ ܓܝܪ ܗܠܝܢ ܠܘܩܕܡ ܠܡܗܘܐ ܐܠܐ ܠܐ ܥܕܟܝܠ ܡܛܬ ܚܪܬܐ ܀ 9 ܢܩܘܡ ܓܝܪ ܥܡܐ ܥܠ ܥܡܐ ܘܡܠܟܘ ܥܠ ܡܠܟܘ ܀ 10 ܘܙܘܥܐ ܪܘܪܒܐ ܢܗܘܘܢ ܒܕܘܟܐ ܕܘܟܐ ܘܟܦܢܐ ܘܡܘܬܢܐ ܘܢܗܘܝܢ ܕܚܠܬܐ ܘܤܘܪܕܐ ܘܐܬܘܬܐ ܪܘܪܒܬܐ ܡܢ ܫܡܝܐ ܢܬܚܙܝܢ ܘܤܬܘܐ ܪܘܪܒܐ ܢܗܘܘܢ ܀ 11 ܩܕܡ ܕܝܢ ܗܠܝܢ ܟܠܗܝܢ ܢܪܡܘܢ ܥܠܝܟܘܢ ܐܝܕܝܐ ܘܢܪܕܦܘܢܟܘܢ ܘܢܫܠܡܘܢܟܘܢ ܠܟܢܘܫܬܐ ܘܠܒܝܬ ܐܤܝܪܐ ܘܢܩܪܒܘܢܟܘܢ ܩܕܡ ܡܠܟܐ ܘܗܓܡܘܢܐ ܡܛܠ ܫܡܝ ܀ 12 ܗܘܝܐ ܠܟܘܢ ܕܝܢ ܠܤܗܕܘܬܐ ܀ 13 ܤܝܡܘ ܕܝܢ ܒܠܒܟܘܢ ܕܠܐ ܬܗܘܘܢ ܡܬܝܠܦܝܢ ܠܡܦܩ ܪܘܚܐ ܀ 14 ܐܢܐ ܓܝܪ ܐܬܠ ܠܟܘܢ ܦܘܡܐ ܘܚܟܡܬܐ ܐܝܕܐ ܕܠܐ ܢܫܟܚܘܢ ܠܡܩܡ ܠܩܘܒܠܗ ܟܠܗܘܢ ܒܥܠܕܒܒܝܟܘܢ ܀ 15 ܢܫܠܡܘܢܟܘܢ ܕܝܢ ܐܒܗܝܟܘܢ ܘܐܚܝܟܘܢ ܘܐܚܝܢܝܟܘܢ ܘܪܚܡܝܟܘܢ ܘܢܡܝܬܘܢ ܡܢܟܘܢ ܀ 16 ܘܬܗܘܘܢ ܤܢܝܐܝܢ ܡܢ ܟܠ ܐܢܫ ܡܛܠ ܫܡܝ ܀ 17 ܘܡܢܬܐ ܡܢ ܪܫܟܘܢ ܠܐ ܬܐܒܕ ܀ 18 ܒܡܤܝܒܪܢܘܬܟܘܢ ܕܝܢ ܬܩܢܘܢ ܢܦܫܟܘܢ ܀ 19 ܡܐ ܕܝܢ ܕܚܙܝܬܘܢ ܠܐܘܪܫܠܡ ܕܚܕܝܪܝܢ ܠܗ ܚܝܠܐ ܗܝܕܝܢ ܕܥܘ ܕܩܪܒ ܠܗ ܚܘܪܒܗ ܀ 20 ܗܝܕܝܢ ܐܝܠܝܢ ܕܒܝܗܘܕ ܐܢܘܢ ܢܥܪܩܘܢ ܠܛܘܪܐ ܘܐܝܠܝܢ ܕܒܓܘܗ ܐܢܘܢ ܢܥܪܩܘܢ ܘܕܒܩܘܪܝܐ ܠܐ ܢܥܠܘܢ ܠܗ ܀ 21 ܕܝܘܡܬܐ ܐܢܘܢ ܗܠܝܢ ܕܬܒܥܬܐ ܕܢܫܠܡ ܟܠ ܡܐ ܕܟܬܝܒ ܀ 22 ܘܝ ܕܝܢ ܠܐܝܠܝܢ ܕܒܛܢܢ ܘܠܐܝܠܝܢ ܕܡܝܢܩܢ ܒܗܢܘܢ ܝܘܡܬܐ ܢܗܘܐ ܓܝܪ ܐܘܠܨܢܐ ܪܒܐ ܒܐܪܥܐ ܘܪܘܓܙܐ ܥܠ ܥܡܐ ܗܢܐ ܀ 23 ܘܢܦܠܘܢ ܒܦܘܡܐ ܕܚܪܒܐ ܘܢܫܬܒܘܢ ܠܟܠ ܐܬܪ ܘܐܘܪܫܠܡ ܬܗܘܐ ܡܬܕܝܫܐ ܡܢ ܥܡܡܐ ܥܕܡܐ ܕܢܫܠܡܘܢ ܙܒܢܐ ܕܥܡܡܐ ܀ 24 ܘܢܗܘܝܢ ܐܬܘܬܐ ܒܫܡܫܐ ܘܒܤܗܪܐ ܘܒܟܘܟܒܐ ܘܒܐܪܥܐ ܐܘܠܨܢܐ ܕܥܡܡܐ ܘܦܘܫܟ ܐܝܕܝܐ ܡܢ ܬܘܗܬܐ ܕܩܠܐ ܕܝܡܐ ܀ 25 ܘܙܘܥܐ ܕܡܦܩ ܢܦܫܬܐ ܕܒܢܝܢܫܐ ܡܢ ܕܚܠܬܐ ܕܡܕܡ ܕܥܬܝܕ ܠܡܐܬܐ ܥܠ ܐܪܥܐ ܘܢܬܬܙܝܥܘܢ ܚܝܠܐ ܕܫܡܝܐ ܀ 26 ܘܗܝܕܝܢ ܢܚܙܘܢܝܗܝ ܠܒܪܗ ܕܐܢܫܐ ܕܐܬܐ ܒܥܢܢܐ ܥܡ ܚܝܠܐ ܤܓܝܐܐ ܘܫܘܒܚܐ ܪܒܐ ܀ 27 ܡܐ ܕܝܢ ܕܫܪܝ ܗܠܝܢ ܕܢܗܘܝܢ ܐܬܠܒܒܘ ܘܐܪܝܡܘ ܪܫܝܟܘܢ ܡܛܠ ܕܩܪܒ ܠܗ ܦܘܪܩܢܟܘܢ ܀ 28 ܘܐܡܪ ܗܘܐ ܠܗܘܢ ܡܬܠܐ ܚܙܘ ܠܬܬܐ ܘܠܟܠܗܘܢ ܐܝܠܢܐ ܀ 29 ܕܡܐ ܕܡܦܪܥܝܢ ܡܚܕܐ ܡܢܗܘܢ ܡܤܬܟܠܝܢ ܐܢܬܘܢ ܕܩܪܒ ܠܗ ܩܝܛܐ ܀ 30 ܗܟܢܐ ܐܦ ܐܢܬܘܢ ܡܐ ܕܚܙܝܬܘܢ ܗܠܝܢ ܕܗܘܝܢ ܕܥܘ ܕܩܪܝܒܐ ܗܝ ܡܠܟܘܬܐ ܕܐܠܗܐ ܀ 31 ܐܡܝܢ ܐܡܪ ܐܢܐ ܠܟܘܢ ܕܠܐ ܬܥܒܪ ܫܪܒܬܐ ܗܕܐ ܥܕܡܐ ܕܗܠܝܢ ܟܠܗܝܢ ܢܗܘܝܢ ܀ 32 ܫܡܝܐ ܘܐܪܥܐ ܢܥܒܪܘܢ ܘܡܠܝ ܠܐ ܢܥܒܪܢ ܀ 33 ܐܙܕܗܪܘ ܕܝܢ ܒܢܦܫܟܘܢ ܕܠܐ ܡܬܘܡ ܢܐܩܪܘܢ ܠܒܘܬܟܘܢ ܒܐܤܘܛܘܬܐ ܘܒܪܘܝܘܬܐ ܘܒܨܦܬܐ ܕܥܠܡܐ ܘܡܢ ܫܠܝܐ ܢܐܬܐ ܥܠܝܟܘܢ ܝܘܡܐ ܗܘ ܀ 34 ܐܝܟ ܨܦܚܬܐ ܓܝܪ ܢܨܦܚ ܥܠ ܟܠܗܘܢ ܐܝܠܝܢ ܕܝܬܒܝܢ ܥܠ ܐܦܝܗ ܕܟܠܗ ܐܪܥܐ ܀ 35 ܗܘܘ ܗܟܝܠ ܫܗܪܝܢ ܒܟܠܙܒܢ ܘܡܨܠܝܢ ܕܬܫܘܘܢ ܠܡܥܪܩ ܡܢ ܗܠܝܢ ܕܥܬܝܕܢ ܠܡܗܘܐ ܘܬܩܘܡܘܢ ܩܕܡ ܒܪܗ ܕܐܢܫܐ ܀ 36 ܒܐܝܡܡܐ ܕܝܢ ܡܠܦ ܗܘܐ ܒܗܝܟܠܐ ܘܒܠܠܝܐ ܢܦܩ ܗܘܐ ܒܐܬ ܒܛܘܪܐ ܕܡܬܩܪܐ ܕܒܝܬ ܙܝܬܐ ܀ 37 ܘܟܠܗ ܥܡܐ ܡܩܕܡܝܢ ܗܘܘ ܠܘܬܗ ܠܗܝܟܠܐ ܠܡܫܡܥ ܡܠܬܗ ܀ 38


- Griekse tekst

1Ἀναβλέψας δὲ εἶδεν τοὺς βάλλοντας εἰς τὸ γαζοφυλάκιον τὰ δῶρα αὐτῶν πλουσίους 2εἶδεν δέ τινα χήραν πενιχρὰν βάλλουσαν ἐκεῖ λεπτὰ δύο, 3καὶ εἶπεν, Ἀληθῶς λέγω ὑμῖν ὅτι ἡ χήρα αὕτη ἡ πτωχὴ πλεῖον πάντων ἔβαλεν: 4πάντες γὰρ οὗτοι ἐκ τοῦ περισσεύοντος αὐτοῖς ἔβαλον εἰς τὰ δῶρα, αὕτη δὲ ἐκ τοῦ ὑστερήματος αὐτῆς πάντα τὸν βίον ὃν εἶχεν ἔβαλεν 5Καί τινων λεγόντων περὶ τοῦ ἱεροῦ, ὅτι λίθοις καλοῖς καὶ ἀναθήμασιν κεκόσμηται, εἶπεν, 6Ταῦτα ἃ θεωρεῖτε, ἐλεύσονται ἡμέραι ἐν αἷς οὐκ ἀφεθήσεται λίθος ἐπὶ λίθῳ ὃς οὐ καταλυθήσεται 7Ἐπηρώτησαν δὲ αὐτὸν λέγοντες, Διδάσκαλε, πότε οὖν ταῦτα ἔσται, καὶ τί τὸ σημεῖον ὅταν μέλλῃ ταῦτα γίνεσθαι; 8ὁ δὲ εἶπεν, Βλέπετε μὴ πλανηθῆτε: πολλοὶ γὰρ ἐλεύσονται ἐπὶ τῷ ὀνόματί μου λέγοντες, Ἐγώ εἰμι: καί, Ὁ καιρὸς ἤγγικεν: μὴ πορευθῆτε ὀπίσω αὐτῶν 9ὅταν δὲ ἀκούσητε πολέμους καὶ ἀκαταστασίας, μὴ πτοηθῆτε: δεῖ γὰρ ταῦτα γενέσθαι πρῶτον, ἀλλ' οὐκ εὐθέως τὸ τέλος 10Τότε ἔλεγεν αὐτοῖς, Ἐγερθήσεται ἔθνος ἐπ' ἔθνος καὶ βασιλεία ἐπὶ βασιλείαν, 11σεισμοί τε μεγάλοι καὶ κατὰ τόπους λιμοὶ καὶ λοιμοὶ ἔσονται, φόβητρά τε καὶ ἀπ' οὐρανοῦ σημεῖα μεγάλα ἔσται 12πρὸ δὲ τούτων πάντων ἐπιβαλοῦσιν ἐφ' ὑμᾶς τὰς χεῖρας αὐτῶν καὶ διώξουσιν, παραδιδόντες εἰς τὰς συναγωγὰς καὶ φυλακάς, ἀπαγομένους ἐπὶ βασιλεῖς καὶ ἡγεμόνας ἕνεκεν τοῦ ὀνόματός μου: 13ἀποβήσεται ὑμῖν εἰς μαρτύριον 14θέτε οὖν ἐν ταῖς καρδίαις ὑμῶν μὴ προμελετᾶν ἀπολογηθῆναι, 15ἐγὼ γὰρ δώσω ὑμῖν στόμα καὶ σοφίαν ἧ οὐ δυνήσονται ἀντιστῆναι ἢ ἀντειπεῖν ἅπαντες οἱ ἀντικείμενοι ὑμῖν 16παραδοθήσεσθε δὲ καὶ ὑπὸ γονέων καὶ ἀδελφῶν καὶ συγγενῶν καὶ φίλων, καὶ θανατώσουσιν ἐξ ὑμῶν, 17καὶ ἔσεσθε μισούμενοι ὑπὸ πάντων διὰ τὸ ὄνομά μου 18καὶ θρὶξ ἐκ τῆς κεφαλῆς ὑμῶν οὐ μὴ ἀπόληται 19ἐν τῇ ὑπομονῇ ὑμῶν κτήσασθε τὰς ψυχὰς ὑμῶν 20Οταν δὲ ἴδητε κυκλουμένην ὑπὸ στρατοπέδων Ἰερουσαλήμ, τότε γνῶτε ὅτι ἤγγικεν ἡ ἐρήμωσις αὐτῆς 21τότε οἱ ἐν τῇ Ἰουδαίᾳ φευγέτωσαν εἰς τὰ ὄρη, καὶ οἱ ἐν μέσῳ αὐτῆς ἐκχωρείτωσαν, καὶ οἱ ἐν ταῖς χώραις μὴ εἰσερχέσθωσαν εἰς αὐτήν, 22ὅτι ἡμέραι ἐκδικήσεως αὗταί εἰσιν τοῦ πλησθῆναι πάντα τὰ γεγραμμένα 23οὐαὶ ταῖς ἐν γαστρὶ ἐχούσαις καὶ ταῖς θηλαζούσαις ἐν ἐκείναις ταῖς ἡμέραις: ἔσται γὰρ ἀνάγκη μεγάλη ἐπὶ τῆς γῆς καὶ ὀργὴ τῷ λαῷ τούτῳ, 24καὶ πεσοῦνται στόματι μαχαίρης καὶ αἰχμαλωτισθήσονται εἰς τὰ ἔθνη πάντα, καὶ Ἰερουσαλὴμ ἔσται πατουμένη ὑπὸ ἐθνῶν, ἄχρι οὗ πληρωθῶσιν καιροὶ ἐθνῶν 25Καὶ ἔσονται σημεῖα ἐν ἡλίῳ καὶ σελήνῃ καὶ ἄστροις, καὶ ἐπὶ τῆς γῆς συνοχὴ ἐθνῶν ἐν ἀπορίᾳ ἤχους θαλάσσης καὶ σάλου, 26ἀποψυχόντων ἀνθρώπων ἀπὸ φόβου καὶ προσδοκίας τῶν ἐπερχομένων τῇ οἰκουμένῃ, αἱ γὰρ δυνάμεις τῶν οὐρανῶν σαλευθήσονται 27καὶ τότε ὄψονται τὸν υἱὸν τοῦ ἀνθρώπου ἐρχόμενον ἐν νεφέλῃ μετὰ δυνάμεως καὶ δόξης πολλῆς 28ἀρχομένων δὲ τούτων γίνεσθαι ἀνακύψατε καὶ ἐπάρατε τὰς κεφαλὰς ὑμῶν, διότι ἐγγίζει ἡ ἀπολύτρωσις ὑμῶν 29Καὶ εἶπεν παραβολὴν αὐτοῖς: Ἴδετε τὴν συκῆν καὶ πάντα τὰ δένδρα: 30ὅταν προβάλωσιν ἤδη, βλέποντες ἀφ' ἑαυτῶν γινώσκετε ὅτι ἤδη ἐγγὺς τὸ θέρος ἐστίν: 31οὕτως καὶ ὑμεῖς, ὅταν ἴδητε ταῦτα γινόμενα, γινώσκετε ὅτι ἐγγύς ἐστιν ἡ βασιλεία τοῦ θεοῦ 32ἀμὴν λέγω ὑμῖν ὅτι οὐ μὴ παρέλθῃ ἡ γενεὰ αὕτη ἕως ἂν πάντα γένηται 33ὁ οὐρανὸς καὶ ἡ γῆ παρελεύσονται, οἱ δὲ λόγοι μου οὐ μὴ παρελεύσονται 34Προσέχετε δὲ ἑαυτοῖς μήποτε βαρηθῶσιν ὑμῶν αἱ καρδίαι ἐν κραιπάλῃ καὶ μέθῃ καὶ μερίμναις βιωτικαῖς, καὶ ἐπιστῇ ἐφ' ὑμᾶς αἰφνίδιος ἡ ἡμέρα ἐκείνη 35ὡς παγὶς ἐπεισελεύσεται γὰρ ἐπὶ πάντας τοὺς καθημένους ἐπὶ πρόσωπον πάσης τῆς γῆς 36ἀγρυπνεῖτε δὲ ἐν παντὶ καιρῷ δεόμενοι ἵνα κατισχύσητε ἐκφυγεῖν ταῦτα πάντα τὰ μέλλοντα γίνεσθαι, καὶ σταθῆναι ἔμπροσθεν τοῦ υἱοῦ τοῦ ἀνθρώπου 37*)=ην δὲ τὰς ἡμέρας ἐν τῷ ἱερῷ διδάσκων, τὰς δὲ νύκτας ἐξερχόμενος ηὐλίζετο εἰς τὸ ὄρος τὸ καλούμενον Ἐλαιῶν: 38καὶ πᾶς ὁ λαὸς ὤρθριζεν πρὸς αὐτὸν ἐν τῷ ἱερῷ ἀκούειν αὐτοῦ


- Vulgata

1 respiciens autem vidit eos qui mittebant munera sua in gazofilacium divites 2 vidit autem et quandam viduam pauperculam mittentem aera minuta duo 3 et dixit vere dico vobis quia vidua haec pauper plus quam omnes misit 4 nam omnes hii ex abundanti sibi miserunt in munera Dei haec autem ex eo quod deest illi omnem victum suum quem habuit misit 5 et quibusdam dicentibus de templo quod lapidibus bonis et donis ornatum esset dixit 6 haec quae videtis venient dies in quibus non relinquetur lapis super lapidem qui non destruatur 7 interrogaverunt autem illum dicentes praeceptor quando haec erunt et quod signum cum fieri incipient 8 qui dixit videte ne seducamini multi enim venient in nomine meo dicentes quia ego sum et tempus adpropinquavit nolite ergo ire post illos 9 cum autem audieritis proelia et seditiones nolite terreri oportet primum haec fieri sed non statim finis 10 tunc dicebat illis surget gens contra gentem et regnum adversus regnum 11 terraemotus magni erunt per loca et pestilentiae et fames terroresque de caelo et signa magna erunt 12 sed ante haec omnia inicient vobis manus suas et persequentur tradentes in synagogas et custodias trahentes ad reges et praesides propter nomen meum 13 continget autem vobis in testimonium 14 ponite ergo in cordibus vestris non praemeditari quemadmodum respondeatis 15 ego enim dabo vobis os et sapientiam cui non poterunt resistere et contradicere omnes adversarii vestri 16 trademini autem a parentibus et fratribus et cognatis et amicis et morte adficient ex vobis 17 et eritis odio omnibus propter nomen meum 18 et capillus de capite vestro non peribit 19 in patientia vestra possidebitis animas vestras 20 cum autem videritis circumdari ab exercitu Hierusalem tunc scitote quia adpropinquavit desolatio eius 21 tunc qui in Iudaea sunt fugiant in montes et qui in medio eius discedant et qui in regionibus non intrent in eam 22 quia dies ultionis hii sunt ut impleantur omnia quae scripta sunt 23 vae autem praegnatibus et nutrientibus in illis diebus erit enim pressura magna supra terram et ira populo huic 24 et cadent in ore gladii et captivi ducentur in omnes gentes et Hierusalem calcabitur a gentibus donec impleantur tempora nationum 25 et erunt signa in sole et luna et stellis et in terris pressura gentium prae confusione sonitus maris et fluctuum 26 arescentibus hominibus prae timore et expectatione quae supervenient universo orbi nam virtutes caelorum movebuntur 27 et tunc videbunt Filium hominis venientem in nube cum potestate magna et maiestate 28 his autem fieri incipientibus respicite et levate capita vestra quoniam adpropinquat redemptio vestra 29 et dixit illis similitudinem videte ficulneam et omnes arbores 30 cum producunt iam ex se fructum scitis quoniam prope est aestas 31 ita et vos cum videritis haec fieri scitote quoniam prope est regnum Dei 32 amen dico vobis quia non praeteribit generatio haec donec omnia fiant 33 caelum et terra transibunt verba autem mea non transient 34 adtendite autem vobis ne forte graventur corda vestra in crapula et ebrietate et curis huius vitae et superveniat in vos repentina dies illa 35 tamquam laqueus enim superveniet in omnes qui sedent super faciem omnis terrae 36 vigilate itaque omni tempore orantes ut digni habeamini fugere ista omnia quae futura sunt et stare ante Filium hominis 37 erat autem diebus docens in templo noctibus vero exiens morabatur in monte qui vocatur Oliveti 38 et omnis populus manicabat ad eum in templo audire eum


- Statenvertaling

1 En opziende, zag Hij de rijken hun gaven in de schatkist werpen 2 En Hij zag ook een zekere arme weduwe twee kleine penningen daarin werpen 3 En Hij zeide: Waarlijk, Ik zeg u, dat deze arme weduwe meer dan allen heeft ingeworpen 4 Want die allen hebben van hun overvloed geworpen tot de gaven Gods; maar deze heeft van haar gebrek, al den leeftocht, dien zij had, daarin geworpen 5 En als sommigen zeiden van den tempel, dat hij met schone stenen en begiftigingen versierd was, zeide Hij: 6 Wat deze dingen aangaat, die gij aanschouwt, er zullen dagen komen, in welke niet een steen op den anderen steen zal gelaten worden, die niet zal worden afgebroken 7 En zij vraagden Hem, zeggende: Meester, wanneer zullen dan deze dingen zijn, en welk is het teken, wanneer deze dingen zullen geschieden? 8 En Hij zeide: Ziet, dat gij niet verleid wordt; want velen zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en de tijd is nabij gekomen, gaat dan hen niet na 9 En wanneer gij zult horen van oorlogen en beroerten, zo wordt niet verschrikt; want deze dingen moeten eerst geschieden; maar nog is terstond het einde niet 10 Toen zeide Hij tot hen: Het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk 11 En er zullen grote aardbevingen wezen in verscheidene plaatsen, en hongersnoden, en pestilentien; er zullen ook schrikkelijke dingen, en grote tekenen van den hemel geschieden 12 Maar voor dit alles, zullen zij hun handen aan ulieden slaan, en u vervolgen, u overleverende in de synagogen en gevangenissen; en gij zult getrokken worden voor koningen en stadhouders, om Mijns Naams wil 13 En dit zal u overkomen tot een getuigenis 14 Neemt dan in uw harten voor, van te voren niet te overdenken, hoe gij u verantwoorden zult; 15 Want Ik zal u mond en wijsheid geven, welke niet zullen kunnen tegenspreken, noch wederstaan allen, die zich tegen u zetten 16 En gij zult overgeleverd worden ook van ouders, en broeders, en magen, en vrienden; en zij zullen er sommigen uit u doden 17 En gij zult van allen gehaat worden om Mijns Naams wil 18 Doch niet een haar uit uw hoofd zal verloren gaan 19 Bezit uw zielen in uw lijdzaamheid 20 Maar wanneer gij zien zult, dat Jeruzalem van heirlegers omsingeld wordt, zo weet alsdan, dat haar verwoesting nabij gekomen is 21 Alsdan die in Judea zijn, dat zij vlieden naar de bergen; en die in het midden van dezelve zijn, dat zij daaruit trekken; en die op de velden zijn, dat zij in dezelve niet komen 22 Want deze zijn dagen der wraak, opdat alles vervuld worde, dat geschreven is 23 Doch wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land, en toorn over dit volk 24 En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards, en gevankelijk weggevoerd worden onder alle volken; en Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn 25 En er zullen tekenen zijn in de zon, en maan, en sterren, en op de aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid, als de zee en watergolven groot geluid zullen geven; 26 En den mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting der dingen, die het aardrijk zullen overkomen; want de krachten der hemelen zullen bewogen worden 27 En alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid 28 Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zo ziet omhoog, en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is 29 En Hij zeide tot hen een gelijkenis: Ziet den vijgeboom, en al de bomen 30 Wanneer zij nu uitspruiten, en gij dat ziet, zo weet gij uit uzelven, dat de zomer nu nabij is 31 Alzo ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo weet, dat het Koninkrijk Gods nabij is 32 Voorwaar Ik zeg u, dat dit geslacht geenszins zal voorbijgaan, totdat alles zal geschied zijn 33 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan 34 En wacht uzelven, dat uw harten niet te eniger tijd bezwaard worden met brasserij en dronkenschap, en zorgvuldigheden dezes levens, en dat u die dag niet onvoorziens over kome 35 Want gelijk een strik zal hij komen over al degenen, die op den gansen aardbodem gezeten zijn 36 Waakt dan te aller tijd, biddende, dat gij moogt waardig geacht worden te ontvlieden al deze dingen, die geschieden zullen, en te staan voor den Zoon des mensen 37 Des daags nu was Hij lerende in den tempel; maar des nachts ging Hij uit, en vernachtte op den berg, genaamd den Olijfberg 38 En al het volk kwam des morgens vroeg tot Hem in den tempel, om Hem te horen


- Willibrordvertaling

Hoofdstuk 21 Een arme weduwe [1] Hij keek toe hoe de rijken hun gaven in de offerkist wierpen [2] Ook zag Hij een arme weduwe die er een paar muntjes* in deed [3] Hij zei: 'Om jullie de waarheid te zeggen, die arme weduwe heeft er meer in gegooid dan alle anderen [4] Want allen gooiden er iets in van hun overvloed, maar zij offerde van haar armoede alles wat ze heeft om van te leven' Toespraak over de val van Jeruzalem en de komst van de Mensenzoon [5] Het* gesprek kwam op de tempel Men zei dat die met fraaie stenen en wijgeschenken was versierd Maar Hij zei: [6] 'Er zal een tijd komen dat van alles wat u daar ziet geen steen op de andere zal blijven; ze worden allemaal neergehaald' [7] Daarop vroegen ze Hem: 'Meester, wanneer zal dat plaatsvinden? En wat zal het teken zijn dat dit gaat gebeuren?' [8] 'Kijk uit', zei Hij, 'dat u niet op een dwaalspoor wordt gebracht Want velen zullen optreden in mijn naam en zeggen: "Ik ben het", of: "De tijd is gekomen" Loop niet achter hen aan [9] Wanneer u hoort van oorlogen en onlusten, wees dan niet verontrust Want dat moet eerst gebeuren, maar het is niet meteen het einde' [10] Toen zei Hij hun: 'Het ene volk zal opstaan tegen het andere en het ene koninkrijk tegen het andere [11] Er zullen zware aardbevingen zijn en op verscheidene plaatsen hongersnood en pest; en er zullen zich schrikwekkende en grote tekenen voordoen aan de hemel [12] Maar* voordat dit allemaal gebeurt zal* men u oppakken en vervolgen, u uitleveren aan de synagogen en u gevangenzetten* U wordt voorgeleid aan koningen* en gouverneurs omwille van mijn naam; [13] dat geeft u de gelegenheid om te getuigen* [14] Neem u heilig voor om u er van tevoren geen zorgen over te maken hoe u zich zult verdedigen [15] Want Ik zal u wijze woorden in de mond leggen, zodat geen van uw tegenstanders u zal kunnen weerstaan of tegenspreken [16] U zult zelfs door uw ouders, uw broers* en zusters, uw familie en vrienden worden uitgeleverd en sommigen van u zal men ter dood brengen; [17] u zult door iedereen gehaat worden vanwege mijn naam [18] Maar geen haar van uw hoofd zal gekrenkt worden [19] Als u volhardt, zult u uw leven winnen [20] Wanneer u Jeruzalem door legers omsingeld ziet, weet dan dat haar verwoesting dichtbij is [21] Laten de inwoners van Judea dan de bergen invluchten; wie in de stad is moet haar verlaten, en wie op het land is moet haar niet binnengaan [22] Dagen van vergelding zijn dit, waarin alles wat er geschreven staat in vervulling gaat [23] Wee de vrouwen die zwanger zijn in die dagen, of een kind aan de borst hebben, want het land zal in diepe nood verkeren en dit volk zal door Gods toorn worden getroffen [24] Ze zullen vallen door het scherp van het zwaard en als gevangenen worden afgevoerd naar alle heidense volken; en Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden totdat de tijd* van de heidenen voorbij is [25] Er* zullen tekenen zijn aan de zon, de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken in paniek raken, radeloos door het gebulder van de zee en de golven [26] De mensen zullen het besterven van schrik en spanning om wat de wereld gaat overkomen, want de hemelse machten zullen wankelen [27] Dan zullen ze de Mensenzoon met veel macht en heerlijkheid zien komen op een wolk* [28] Als dat gaat gebeuren, sta dan op, recht en fier, want uw verlossing is dichtbij' [29] Hij vertelde hun een gelijkenis: 'Kijk naar de vijg of naar een andere boom [30] Zodra u ze ziet uitbotten weet u vanzelf dat de zomer in aantocht is [31] Zo moet u ook, als u dit ziet gebeuren, weten dat het koninkrijk van God dichtbij is [32] Ik verzeker u, deze generatie gaat niet voorbij voordat dit alles gebeurd is [33] Hemel en aarde zullen voorbijgaan maar mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan [34] Zorg ervoor dat u niet versuft raakt door de roes van dronkenschap en door de zorgen van het leven, en dat die dag u niet plotseling overvalt [35] als een klapnet Want hij zal komen over alle bewoners van heel de aarde [36] Blijf te allen tijde waakzaam en bid dat u de kracht zult hebben om te ontkomen aan alles wat er gaat gebeuren en rechtop te staan voor de Mensenzoon' Jezus' onderricht in de tempel [37] Overdag* gaf Hij onderricht in de tempel, maar de nachten bracht Hij buiten de stad door op de zogeheten Olijfberg [38] En 's morgens vroeg kwam heel het volk bij Hem in de tempel om naar Hem te luisteren


- De Nieuwe Bijbelvertaling

Hoofdstuk 21 [1] Toen hij opkeek, zag hij hoe rijken hun giften in de offerkist kwamen werpen [2] Hij zag ook dat een arme weduwe er twee muntjes in gooide, [3] en hij zei: 'Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer gegeven dan alle anderen [4] Want de anderen hebben iets van hun overvloed geofferd, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze nodig had voor haar levensonderhoud' De komst van de Mensenzoon [5] Toen er gesproken werd over de tempel, over de mooie stenen en wijgeschenken waarmee hij versierd was, zei hij: [6] 'Wat jullie hier zien – er zullen dagen komen waarop geen steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken' [7] Ze stelden hem toen de vraag: 'Meester, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we het herkennen?' [8] Jezus zei: 'Let op, laat je niet misleiden Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: "Ik ben het," of: "De tijd is gekomen" Volg hen niet! [9] Als jullie berichten horen over oorlog en opstand, raak dan niet in paniek Die dingen moeten eerst gebeuren, maar dat is nog niet meteen het einde' [10] Hij vervolgde: 'Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk zal de strijd aanbinden met het andere, [11] er zullen zware aardbevingen komen en hongersnoden en epidemieën alom, en er zullen aan de hemel grote en verschrikkelijke tekenen verschijnen [12] Maar eerst zullen jullie worden mishandeld en vervolgd en uitgeleverd aan de synagogen, jullie zullen worden opgesloten in de gevangenis en worden voorgeleid aan koningen en gouverneurs omwille van mijn naam [13] Dan zullen jullie moeten getuigen [14] Bedenk wel dat jullie je verdediging niet moeten voorbereiden [15] Want ik zal jullie woorden van wijsheid schenken die door geen van je tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken [16] Zelfs je ouders en broers, verwanten en vrienden zullen je uitleveren, sommigen van jullie zullen worden terechtgesteld, [17] en jullie zullen door iedereen worden gehaat omwille van mijn naam [18] Maar geen haar van je hoofd zal verloren gaan [19] Red je leven door standvastigheid! [20] Wanneer jullie zien dat Jeruzalem door legertroepen omsingeld is, weet dan dat de verwoesting van de stad nabij is [21] Wie in Judea is moet dan de bergen in vluchten, wie in Jeruzalem is moet er wegtrekken, en wie op het land is moet niet naar de stad gaan, [22] want in die dagen wordt de straf voltrokken, waardoor alles wat geschreven staat in vervulling zal gaan [23] Wat zal het rampzalig zijn voor de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Want er zal ontzaglijk veel leed zijn in het land, en een zwaar vonnis zal de bevolking treffen [24] De inwoners zullen omkomen door het zwaard of in gevangenschap worden weggevoerd en onder alle volken worden verstrooid, terwijl Jeruzalem vertrapt zal worden door heidenen, tot de tijd van de heidenen voorbij is [25] Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; [26] de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen [27] Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen, bekleed met macht en grote luister [28] Wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij!' [29] Hij vertelde hun ook een gelijkenis: 'Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen [30] Als je ziet dat ze uitlopen, weet je dat de zomer in aantocht is [31] Zo moeten jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het koninkrijk van God nabij is [32] Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker niet verdwenen zijn wanneer dit alles gebeurt [33] Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen [34] Pas op dat jullie hart niet afgestompt raakt door de roes en de dronkenschap en de zorgen van het dagelijks leven, zodat die dag jullie overvalt, [35] onvoorspelbaar als een val die dichtklapt Want plotseling zal hij komen over allen die waar ook op aarde wonen [36] Wees waakzaam en bid onophoudelijk om te ontkomen aan de dingen die gebeuren gaan en om voor de Mensenzoon te kunnen verschijnen' [37] Overdag gaf hij onderricht in de tempel, maar 's avonds vertrok hij om de nacht door te brengen op de Olijfberg [38] Iedere ochtend kwam het hele volk al vroeg naar de tempel om naar hem te luisteren


- De Naardense bijbel

21:1 Als hij opkijkt ziet hij de rijken hun gaven in de schatbewaarkist werpen; Lucas 21:2 maar hij ziet ook een behoeftige weduwe er twee penningen inwerpen, 21:3 en hij zegt: echt waar, ik zeg u: deze arme weduwe heeft er meer ingeworpen dan alle anderen!- 21:4 want die allen hebben uit hun óvervloed iets bij de gaven geworpen, maar zij heeft uit haar gebrek heel de leeftocht die ze nog had erin geworpen! 21:5 Als enkelen zeggen over het heiligdom dat het dan toch maar met fraaie stenen en wijgeschenken is gesierd, zegt hij: 21:6 dit alles wat ge nu aanschouwt,- er zullen dagen komen waarin geen steen op steen gelaten zal worden die niet zal worden weggebroken 21:7 Ze vragen hem daarnaar en zeggen: leermeester, wanneer zal dat dan zijn, en wat is het téken, wanneer dat alles gaat geschieden? 21:8 Maar hij zegt: kijk uit dat ge niet in dwaling geraakt!- want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen 'ik ben het' en 'het tijdstip is genaderd': trekt niet achter hen aan! 21:9 Wanneer ge zult horen van oorlogen en opstanden raakt dan niet in de war: want dat 'moet éérst geschieden' (Dan 2,28),- nee, het is niet meteen het einde! 21:10 Toen heeft hij tot hen gezegd: 'ontwaken zal volk tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk' (Jes 19,2); 21:11 er zullen grote aardbevingen zijn en op de ene plaats na de andere hongersnoden en pestepidemieën,- vreselijke dingen en vanuit de hemel grootse tekenen zullen er zijn 21:12 Maar vóór dat alles zullen ze de handen aan u slaan en u vervolgen, door u over te geven aan de synagogen en de wachtposten, door u weg te voeren naar koningen en landvoogden omwille van mijn naam! 21:13 Het zal voor u uitlopen op getuigen 21:14 Welnu, neemt u van harte voor om niet van te voren al te piekeren hoe u te verdedigen; 21:15 want ikzelf zal u een mond geven en een wijsheid die allen die tegen u in het geweer komen niet zullen kunnen weerstaan of weerspreken 21:16 Maar ge zult wel overgegeven worden, zelfs door ouders en broers, bloedverwanten en vrienden, en ze zullen ook mensen uit uw midden ter dood brengen; 21:17 ge zult bij allen gehaat wezen vanwege mijn naam, 21:18 maar geen haar van uw hoofd gaat verloren; 21:19 door uw volharding zult ge uw levens-en-zielen winnen! 21:20 Wanneer ge Jeruzalem omringd zult zien door legers, onderkent dán dat haar verwoesting is genaderd 21:21 Laten dán wie in Judea zijn vluchten naar de bergen; laten wie in haar midden zijn de wijk nemen naar buiten en wie in de buitengebieden zijn niet in haar binnenkomen,- 21:22 omdat dát de 'dagen van de wrake' zijn (Deut 32,35; Hos 9,7) waarin vervuld wordt alles wat geschreven is 21:23 Wee haar die een vrucht in de schoot hebben en haar die zogen in die dagen!- want er zal grote nood zijn over het land en toorn treft deze gemeenschap 21:24 Ze zullen vallen door de mond van het zwaard en in gevangenschap worden afgevoerd naar alle volkeren; Jeruzalem zal worden vertreden door de volkeren totdat de tijden der volkeren zijn vervuld 21:25 Er zullen tekenen zijn door zon, maan en sterren,- op de aarde een gedrang van volkeren, radeloos van 'het geschal van zee en golven' (Ps 65,8), 21:26 terwijl mensen ontzield raken van vrees in afwachting van wat komen gaat over de bewoonde wereld, want de krachten der hemelen zullen wankelen 21:27 Maar dan zullen ze zien 'de mensenzoon komend in een wolk' (Dan 7,13) met grote kracht en heerlijkheid 21:28 Als dit alles begint te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing is nabij! 21:29 Hij zegt het hun met een gelijkenis: ziet de vijgenboom aan, en álle bomen: 21:30 wanneer ze alweer uitbotten en ge kijkt ernaar, dan herkent ge vanzelf dat de zomer alweer nabij is; 21:31 zo moet gij ook wanneer ge dat alles ziet geschieden, herkennen dat het koninkrijk van God nabij is!- 21:32 amen, ik zeg u dat deze generatie niet voorbij zal gaan voordat dit alles is geschied!- 21:33 hemel en aarde zullen voorbijgaan maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan; 21:34 weest op uw hoede voor uzelf dat uw harten niet bezwaard raken door brasserij, dronkenschap en zorgen over het leven en die dag plotseling over u heen staat 21:35 als een klapnet; want komen zal hij 'over allen die gezeten zijn op het aanschijn van heel de aarde' (Jes 24,17); 21:36 mijdt de slaap, op elk tijdstip biddend dat ge sterk moogt zijn om te ontvluchten aan dit alles dat op het punt staat te geschieden en staande te blijven voor het aanschijn van de mensenzoon! 21:37 Overdag heeft hij onderricht gegeven in het heiligdom, 's nachts ging hij de stad uit en vertoefde hij bij de berg die Olijfberg wordt genoemd 21:38 En heel de gemeenschap is 's morgens vroeg bij hem in het heiligdom geweest om naar hem te horen


- Bible de Jérusalem

1 Levant les yeux, il vit les riches qui mettaient leurs offrandes dans le Trésor 2 Il vit aussi une veuve indigente qui y mettait deux piécettes, 3 et il dit : « Vraiment, je vous le dis, cette veuve qui est pauvre a mis plus qu'eux tous 4 Car tous ceux-là ont mis de leur superflu dans les offrandes, mais elle, de son dénuement, a mis tout ce qu'elle avait pour vivre » 5 Comme certains disaient du Temple qu'il était orné de belles pierres et d'offrandes votives, il dit : 6 « De ce que vous contemplez, viendront des jours où il ne restera pas pierre sur pierre : tout sera jeté bas » 7 Ils l'interrogèrent alors en disant : « Maître, quand donc cela aura-t-il lieu, et quel sera le signe que cela est sur le point d'arriver ? » 8 Il dit : « Prenez garde de vous laisser abuser, car il en viendra beaucoup sous mon nom, qui diront : «C'est moi ! » et »Le temps est tout proche» N'allez pas à leur suite 9 Lorsque vous entendrez parler de guerres et de désordres, ne vous effrayez pas ; car il faut que cela arrive d'abord, mais ce ne sera pas de sitôt la fin » 10 Alors il leur disait : « On se dressera nation contre nation et royaume contre royaume 11 Il y aura de grands tremblements de terre et, par endroits, des pestes et des famines ; il y aura aussi des phénomènes terribles et, venant du ciel, de grands signes 12 « Mais, avant tout cela, on portera les mains sur vous, on vous persécutera, on vous livrera aux synagogues et aux prisons, on vous traduira devant des rois et des gouverneurs à cause de mon Nom, 13 et cela aboutira pour vous au témoignage 14 Mettez-vous donc bien dans l'esprit que vous n'avez pas à préparer d'avance votre défense : 15 car moi je vous donnerai un langage et une sagesse, à quoi nul de vos adversaires ne pourra résister ni contredire 16 Vous serez livrés même par vos père et mère, vos frères, vos proches et vos amis ; on fera mourir plusieurs d'entre vous, 17 et vous serez haïs de tous à cause de mon nom 18 Mais pas un cheveu de votre tête ne se perdra 19 C'est par votre constance que vous sauverez vos vies ! 20 « Mais lorsque vous verrez Jérusalem investie par des armées, alors comprenez que sa dévastation est toute proche 21 Alors, que ceux qui seront en Judée s'enfuient dans les montagnes, que ceux qui seront à l'intérieur de la ville s'en éloignent, et que ceux qui seront dans les campagnes n'y entrent pas ; 22 car ce seront des jours de vengeance, où devra s'accomplir tout ce qui a été écrit 23 Malheur à celles qui seront enceintes et à celles qui allaiteront en ces jours-là ! » Car il y aura grande détresse sur la terre et colère contre ce peuple 24 Ils tomberont sous le tranchant du glaive et ils seront emmenés captifs dans toutes les nations, et Jérusalem sera foulée aux pieds par des païens jusqu'à ce que soient accomplis les temps des païens 25 « Et il y aura des signes dans le soleil, la lune et les étoiles Sur la terre, les nations seront dans l'angoisse, inquiètes du fracas de la mer et des flots ; 26 des hommes défailliront de frayeur, dans l'attente de ce qui menace le monde habité, car les puissances des cieux seront ébranlées 27 Et alors on verra le Fils de l'homme venant dans une nuée avec puissance et grande gloire 28 Quand cela commencera d'arriver, redressez-vous et relevez la tête, parce que votre délivrance est proche » 29 Et il leur dit une parabole : « Voyez le figuier et les autres arbres 30 Dès qu'ils bourgeonnent, vous comprenez de vous-mêmes, en les regardant, que désormais l'été est proche 31 Ainsi vous, lorsque vous verrez cela arriver, comprenez que le Royaume de Dieu est proche 32 En vérité, je vous le dis, cette génération ne passera pas que tout ne soit arrivé 33 Le ciel et la terre passeront, mais mes paroles ne passeront point 34 « Tenez-vous sur vos gardes, de peur que vos cœurs ne s'appesantissent dans la débauche, l'ivrognerie, les soucis de la vie, et que ce Jour-là ne fonde soudain sur vous 35 comme un filet ; car il s'abattra sur tous ceux qui habitent la surface de toute la terre 36 Veillez donc et priez en tout temps, afin d'avoir la force d'échapper à tout ce qui doit arriver, et de vous tenir debout devant le Fils de l'homme » 37 Pendant le jour, il était dans le Temple à enseigner ; mais la nuit, il s'en allait la passer en plein air sur le mont dit des Oliviers 38 Et, dès l'aurore, tout le peuple venait à lui dans le Temple pour l'écouter


- King James Bible

Luke21 [1] And he looked up, and saw the rich men casting their gifts into the treasury [2] And he saw also a certain poor widow casting in thither two mites [3] And he said, Of a truth I say unto you, that this poor widow hath cast in more than they all: [4] For all these have of their abundance cast in unto the offerings of God: but she of her penury hath cast in all the living that she had [5] And as some spake of the temple, how it was adorned with goodly stones and gifts, he said, [6] As for these things which ye behold, the days will come, in the which there shall not be left one stone upon another, that shall not be thrown down [7] And they asked him, saying, Master, but when shall these things be? and what sign will there be when these things shall come to pass? [8] And he said, Take heed that ye be not deceived: for many shall come in my name, saying, I am Christ; and the time draweth near: go ye not therefore after them [9] But when ye shall hear of wars and commotions, be not terrified: for these things must first come to pass; but the end is not by and by [10] Then said he unto them, Nation shall rise against nation, and kingdom against kingdom: [11] And great earthquakes shall be in divers places, and famines, and pestilences; and fearful sights and great signs shall there be from heaven [12] But before all these, they shall lay their hands on you, and persecute you, delivering you up to the synagogues, and into prisons, being brought before kings and rulers for my name's sake [13] And it shall turn to you for a testimony [14] Settle it therefore in your hearts, not to meditate before what ye shall answer: [15] For I will give you a mouth and wisdom, which all your adversaries shall not be able to gainsay nor resist [16] And ye shall be betrayed both by parents, and brethren, and kinsfolks, and friends; and some of you shall they cause to be put to death [17] And ye shall be hated of all men for my name's sake [18] But there shall not an hair of your head perish [19] In your patience possess ye your souls [20] And when ye shall see Jerusalem compassed with armies, then know that the desolation thereof is nigh [21] Then let them which are in Judaea flee to the mountains; and let them which are in the midst of it depart out; and let not them that are in the countries enter thereinto [22] For these be the days of vengeance, that all things which are written may be fulfilled [23] But woe unto them that are with child, and to them that give suck, in those days! for there shall be great distress in the land, and wrath upon this people [24] And they shall fall by the edge of the sword, and shall be led away captive into all nations: and Jerusalem shall be trodden down of the Gentiles, until the times of the Gentiles be fulfilled [25] And there shall be signs in the sun, and in the moon, and in the stars; and upon the earth distress of nations, with perplexity; the sea and the waves roaring; [26] Men's hearts failing them for fear, and for looking after those things which are coming on the earth: for the powers of heaven shall be shaken [27] And then shall they see the Son of man coming in a cloud with power and great glory [28] And when these things begin to come to pass, then look up, and lift up your heads; for your redemption draweth nigh [29] And he spake to them a parable; Behold the fig tree, and all the trees; [30] When they now shoot forth, ye see and know of your own selves that summer is now nigh at hand [31] So likewise ye, when ye see these things come to pass, know ye that the kingdom of God is nigh at hand [32] Verily I say unto you, This generation shall not pass away, till all be fulfilled [33] Heaven and earth shall pass away: but my words shall not pass away [34] And take heed to yourselves, lest at any time your hearts be overcharged with surfeiting, and drunkenness, and cares of this life, and so that day come upon you unawares [35] For as a snare shall it come on all them that dwell on the face of the whole earth [36] Watch ye therefore, and pray always, that ye may be accounted worthy to escape all these things that shall come to pass, and to stand before the Son of man [37] And in the day time he was teaching in the temple; and at night he went out, and abode in the mount that is called the mount of Olives [38] And all the people came early in the morning to him in the temple, for to hear him


- Luther Bibel

Das Scherflein der Witwe 211Er blickte aber auf und sah, wie die Reichen ihre Opfer in den Gotteskasten einlegten 2Er sah aber auch eine arme Witwe, die legte dort zwei Scherflein ein 3Und er sprach: Wahrlich, ich sage euch: Diese arme Witwe hat mehr als sie alle eingelegt 4Denn diese alle haben etwas von ihrem Überfluss zu den Opfern eingelegt; sie aber hat von ihrer Armut alles eingelegt, was sie zum Leben hatte Jesu Rede über die Endzeit (Verse 5-36) Das Ende des Tempels 5Und als einige von dem Tempel sagten, dass er mit schönen Steinen und Kleinoden geschmückt sei, sprach er: 6Es wird die Zeit kommen, in der von allem, was ihr seht, nicht ein Stein auf dem andern gelassen wird, der nicht zerbrochen werde Die Vorzeichen 7Sie fragten ihn aber: Meister, wann wird das geschehen? Und was wird das Zeichen sein, wenn das geschehen wird? 8Er aber sprach: Seht zu, lasst euch nicht verführen Denn viele werden kommen unter meinem Namen und sagen: Ich bin's, und: Die Zeit ist herbeigekommen – Folgt ihnen nicht nach! 9Wenn ihr aber hören werdet von Kriegen und Aufruhr, so entsetzt euch nicht Denn das muss zuvor geschehen; aber das Ende ist noch nicht so bald da 10Dann sprach er zu ihnen: Ein Volk wird sich erheben gegen das andere und ein Reich gegen das andere, 11und es werden geschehen große Erdbeben und hier und dort Hungersnöte und Seuchen; auch werden Schrecknisse und vom Himmel her große Zeichen geschehen Die Verfolgung der Gemeinde 12Aber vor diesem allen werden sie Hand an euch legen und euch verfolgen und werden euch überantworten den Synagogen und Gefängnissen und euch vor Könige und Statthalter führen um meines Namens willen 13Das wird euch widerfahren zu einem Zeugnis 14So nehmt nun zu Herzen, dass ihr euch nicht vorher sorgt, wie ihr euch verantworten sollt 15Denn ich will euch Mund und Weisheit geben, der alle eure Gegner nicht widerstehen noch widersprechen können 16Ihr werdet aber verraten werden von Eltern, Brüdern, Verwandten und Freunden; und man wird einige von euch töten 17Und ihr werdet gehasst sein von jedermann um meines Namens willen 18Und kein Haar von eurem Haupt soll verloren gehen 19Seid standhaft und ihr werdet euer Leben gewinnen Das Ende Jerusalems 20Wenn ihr aber sehen werdet, dass Jerusalem von einem Heer belagert wird, dann erkennt, dass seine Verwüstung nahe herbeigekommen ist 21Alsdann, wer in Judäa ist, der fliehe ins Gebirge, und wer in der Stadt ist, gehe hinaus, und wer auf dem Lande ist, komme nicht herein 22Denn das sind die Tage der Vergeltung, dass erfüllt werde alles, was geschrieben ist 23Weh aber den Schwangeren und den Stillenden in jenen Tagen! Denn es wird große Not auf Erden sein und Zorn über dies Volk kommen, 24und sie werden fallen durch die Schärfe des Schwertes und gefangen weggeführt unter alle Völker, und Jerusalem wird zertreten werden von den Heiden, bis die Zeiten der Heiden erfüllt sind Das Kommen des Menschensohns 25Und es werden Zeichen geschehen an Sonne und Mond und Sternen, und auf Erden wird den Völkern bange sein, und sie werden verzagen vor dem Brausen und Wogen des Meeres, 26und die Menschen werden vergehen vor Furcht und in Erwartung der Dinge, die kommen sollen über die ganze Erde; denn die Kräfte der Himmel werden ins Wanken kommen 27Und alsdann werden sie sehen den Menschensohn kommen in einer Wolke mit großer Kraft und Herrlichkeit 28 Wenn aber dieses anfängt zu geschehen, dann seht auf und erhebt eure Häupter, weil sich eure Erlösung naht Vom Feigenbaum 29Und er sagte ihnen ein Gleichnis: Seht den Feigenbaum und alle Bäume an: 30wenn sie jetzt ausschlagen und ihr seht es, so wisst ihr selber, dass jetzt der Sommer nahe ist 31So auch ihr: wenn ihr seht, dass dies alles geschieht, so wisst, dass das Reich Gottes nahe ist Ermahnung zur Wachsamkeit 32Wahrlich, ich sage euch: Dieses Geschlecht wird nicht vergehen, bis es alles geschieht 33 Himmel und Erde werden vergehen; aber meine Worte vergehen nicht 34Hütet euch aber, dass eure Herzen nicht beschwert werden mit Fressen und Saufen und mit täglichen Sorgen und dieser Tag nicht plötzlich über euch komme wie ein Fallstrick; 35denn er wird über alle kommen, die auf der ganzen Erde wohnen 36So seid allezeit wach und betet, dass ihr stark werdet, zu entfliehen diesem allen, was geschehen soll, und zu stehen vor dem Menschensohn 37Er lehrte des Tags im Tempel; des Nachts aber ging er hinaus und blieb an dem Berg, den man den Ölberg nennt 38Und alles Volk machte sich früh auf zu ihm, ihn im Tempel zu hören


- Arabisch

وتطلع فرأى الاغنياء يلقون قرابينهم في الخزانة 1 ورأى ايضا ارملة مسكينة ألقت هناك فلسين 2 فقال بالحق اقول لكم ان هذه الارملة الفقيرة ألقت اكثر من الجميع 3 لان هؤلاء من فضلتهم ألقوا في قرابين الله واما هذه فمن اعوازها ألقت كل المعيشة التي لها 4 واذ كان قوم يقولون عن الهيكل انه مزين بحجارة حسنة وتحف قال 5 هذه التي ترونها ستأتي ايام لا يترك فيها حجر على حجر لا ينقض 6 فسألوه قائلين يا معلّم متى يكون هذا وما هي العلامة عندما يصير هذا 7 فقال انظروا لا تضلوا فان كثيرين سيأتون باسمي قائلين اني انا هو والزمان قد قرب فلا تذهبوا وراءهم 8 فاذا سمعتم بحروب وقلاقل فلا تجزعوا لانه لا بد ان يكون هذا اولا ولكن لا يكون المنتهى سريعا 9 ثم قال لهم تقوم امة على امة ومملكة على مملكة 10 وتكون زلازل عظيمة في اماكن ومجاعات واوبئة وتكون مخاوف وعلامات عظيمة من السماء 11 وقبل هذا كله يلقون ايديهم عليكم ويطردونكم ويسلمونكم الى مجامع وسجون وتساقون امام ملوك وولاة لاجل اسمي 12 فيؤول ذلك لكم شهادة 13 فضعوا في قلوبكم ان لا تهتموا من قبل لكي تحتجوا 14 لاني انا اعطيكم فما وحكمة لا يقدر جميع معانديكم ان يقاوموها او يناقضوها 15 وسوف تسلمون من الوالدين والاخوة والاقرباء والاصدقاء ويقتلون منكم 16 وتكونون مبغضين من الجميع من اجل اسمي 17 ولكن شعرة من رؤوسكم لا تهلك 18 بصبركم اقتنوا انفسكم 19 ومتى رأيتم اورشليم محاطة بجيوش فحينئذ اعلموا انه قد اقترب خرابها 20 حينئذ ليهرب الذين في اليهودية الى الجبال والذين في وسطها فليفروا خارجا والذين في الكور فلا يدخلوها 21 لان هذه ايام انتقام ليتم كل ما هو مكتوب 22 وويل للحبالى والمرضعات في تلك الايام لانه يكون ضيق عظيم على الارض وسخط على هذا الشعب 23 ويقعون بفم السيف ويسبون الى جميع الامم وتكون اورشليم مدوسة من الامم حتى تكمل ازمنة الامم 24 وتكون علامات في الشمس والقمر والنجوم وعلى الارض كرب امم بحيرة البحر والامواج تضج 25 والناس يغشى عليهم من خوف وانتظار ما يأتي على المسكونة لان قوات السموات تتزعزع 26 وحينئذ يبصرون ابن الانسان آتيا في سحابة بقوة ومجد كثير 27 ومتى ابتدأت هذه تكون فانتصبوا وارفعوا رؤوسكم لان نجاتكم تقترب 28 وقال لهم مثلا انظروا الى شجرة التين وكل الاشجار 29 متى افرخت تنظرون وتعلمون من انفسكم ان الصيف قد قرب 30 هكذا انتم ايضا متى رأيتم هذه الاشياء صائرة فاعلموا ان ملكوت الله قريب 31 الحق اقول لكم انه لا يمضي هذا الجيل حتى يكون الكل 32 السماء والارض تزولان ولكن كلامي لا يزول 33 فاحترزوا لانفسكم لئلا تثقل قلوبكم في خمار وسكر وهموم الحياة فيصادفكم ذلك اليوم بغتة 34 لانه كالفخ يأتي على جميع الجالسين على وجه كل الارض 35 اسهروا اذا وتضرعوا في كل حين لكي تحسبوا اهلا للنجاة من جميع هذا المزمع ان يكون وتقفوا قدام ابن الانسان 36 وكان في النهار يعلّم في الهيكل وفي الليل يخرج ويبيت في الجبل الذي يدعى جبل الزيتون 37 وكان كل الشعب يبكرون اليه في الهيكل ليسمعوه 38


- Structuur


- Taalgebruik

- A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X -Y - Z -


- Commentaar

Dat het 21ste hoofdstuk van Lucas hier begint , is een latere conctructie van de verzenindeler Maar waarom schrijft Lucas (evenals de andere synoptici) een rede over de val van Jeruzalem om zijn 'evangelie' te beëindigen , want Lc 22-24 geven het lijden , de dood en de verrijzenios van Jezus Heeft de val van Jeruzalem daarmee iets te maken Iets van : die zijn profeten doodt , en Jeremia die bedreigt wordt omdat hij over de val van Jeruzalem profeteert Ligt er ook een link met de naam Jeruzalem , dat we kunnen beschouwen als een samentrekking van jerou uit Gn 22 (God zal voorzien) bij het offer van Isaak en Salem , waar Melchisedech koning-priester was Is Jeruzalem de plaats waar Jezus evanals Isaak ten offer zal worden gebracht ?

Een weduwe offert al wat ze bezit Daarmee stelt ze haar volle vertrouwen op God , op zijn Thora Want de Thorah schrijft voor om armen , weduwen en wezen te oversteunen De weduwe vertrouwt op de solidariteit van haar geloofsgenoten , op de gemeenschap